Tabbladen

woensdag 9 maart 2011

Vlaenderen die Leu!


Schrijver Antoon Coolen (1897-1961), moet een groot bewonderaar zijn geweest van de literatuur van onze zuiderburen. Maarliefst drie van zijn vier kinderen werden vernoemd naar Vlaamse schrijvers (Stijn StreuvelsGuido Gezelle en Felix Timmermans).
Onvernoemd, maar mateloos bewonderd, bleef Hendrik Conscience (1812-1883).
In 1938 schreef Coolen ter gelegenheid van het eeuwfeest van diens epos: ”De Leeuw van Vlaanderen” in ‘De Gemeenschap’, het leidend cultureel tijdschrift voor Katholieke jongeren tijdens het interbellum, een feestrede.
Honderd jaar later, in 1983, verscheen dit stuk: “Hendrik Conscience, de verteller van zijn volk”, als aparte bibliofiele uitgave bij de Clipeus pers in Leiden (oplage: vijftig exemplaren, waarvan nummer negen in mijn bezit).


Consciense, schreef Coolen, was geen historicus en de “De Leeuw van Vlaanderen” was ook niet zijn beste boek. Hij vond zijn psychologie en proza slecht maar Conscience “verstond het symbool der geschiedenis van Vlaanderen en de ziel van het Vlaamse volk. (-) Hij was het begin ener nieuwe Vlaamse literatuur” en een man die “het Vlaamse Volk leerde lezen”. De 'echte' Vlamingen onder u knikken nu wellicht hartstochtelijk, maar laten we er meteen maar aan toevoegen dat Conscience een overtuigd belgicist was (in tegenstelling tot wat de Vlaamse bewegingen over hem beweren) en een exponent van het cultuurflamingantisme. Maar ook zonder politiek geleuter staat het belang van dit boek buiten kijf en - wat mij betreft - behoort het tot de klassiekers uit de wereldliteratuur.


In ieder geval verleende de aanschaf van het bibliofiele kleinood mij, naast goede herinneringen aan de televisieserie van de BRT uit 1985, een mooi excuus om eens op zoek te gaan naar een fraai exemplaar van het magnum opus van deze gevierde schrijver.
Ik moet zeggen, dat viel niet mee.
Nu hoor ik u denken; hoezo? “De leeuw van Vlaanderen” is toch in overvloed verkrijgbaar? Jawel, dat klopt, maar dat was precies mijn probleem. Het boek is niet alleen talloze malen herdrukt maar ook nog eens in verschillende uitgaven verschenen. Welke moest het worden? De eerste druk van 1838 is duur en niet goed verkrijgbaar. Bovendien zijn later verschenen edities beter verbeterd en mooi geïllustreerd.


Na enig wikken en wegen besloot ik om op zoek te gaan naar de ‘jubel-uitgave’ die in 1912 in Antwerpen bij J.-E. Buschmann verscheen. In dat jaar was het precies honderd jaar geleden dat Conscience werd geboren. Destijds voldoende reden voor een groot nationaal feest met een overzichtstentoonstelling en een speciale uitgave van zijn bekendste boek.
Mijn keuze voor deze uitgave werd mede bepaald door de prachtige uitgeversband. Groen linnen, bestempeld en met goud versierd. De talrijke illustraties van Alfred van Neste (1874-1969) zijn een lust voor het oog en ook het fraai ‘Plantijn’ lettertype mag er zijn.
Overigens is een ‘jubel-uitgave’, zeker in mooie staat, schaars goed. Zwakke plek is de ophanging van het boekblok in de band. Daarnaast vertoont het gebruikte papier van Sieler & Vogel vrijwel altijd in meer of mindere mate vocht-/roestvlekjes (‘foxing’). Onverwachts vond ik twee weken terug - en heel toepasselijk in Antwerpen! - bij Erik Tonen Books een mooi exemplaar.


Inmiddels ben ik bij hoofdstuk veertien en lees ik langzaam maar zeker naar de climax; de Guldensporenslag op 11 juli 1302. Voor het relaas van de strijd op het Groeningheslagveld te Kortrijk gebruikte Conscience voornamelijk Lodewijk van Velthem’s “Spiegel Historiaal”, waarvan de uitgave uit 1717 door Isaac le Long (1683-1762) in mijn bibliotheek staat. In het vierde boek, achtentwintigste hoofdstuk “Hoe die stryt begonste” (blz. 247/248) staat beschreven hoe het Vlaamse leger kort voor de slag werd toegesproken. Er zal niet om buit of gevangenen worden gestreden “al sage hij ’t liggen onder voet. Men soud ‘en van achter slaen te doet” en “Vlaendren ende Leu! es onse gecri (strijdkreet)”. Enfin u kunt het hier zelf nalezen.

Voor Conscience was het een heilige strijd geweest, net als de heilige strijd die hij ooit zelf had gevochten tijdens de Belgische opstand in 1830. Voor hem bevatte zijn epos “De Leeuw van Vlaanderen” daarom ook een les voor de toekomst:
Gij Vlaming, die dit boek gelezen hebt, overweeg bij de roemrijke daden, welke het bevat, wat Vlaanderen eertijds was, wat het nu is, en nog meer wat het worden zal, indien gij de heilige voorbeelden uwer vaderen vergeet!”.
Of 2012 weer een Consciencejaar wordt? Antoon Coolen zou instemmend hebben geknikt en het voorstel ligt er al.

2 opmerkingen:

  1. Hartelijk bedankt voor deze mooi, badinerende en informatieve bijdrage: een gezellige mengeling van historische feiten en aangename randinformatie over de schrijver die terecht Vlaanderens grootste genoemd wordt, en zijn belangrijkste werk.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Waarde Oud-Herk,

    Welk lof is er verheven boven dat van een Vlaming zelf?

    Hartelijke groet,

    BeantwoordenVerwijderen