Tabbladen

zaterdag 27 augustus 2022

Cliché voor de Klare Waarheid


Eind juli resulteerde mijn snuffelen op Marktplaats in de vondst van een bijzonder vooroorlogs (lijn)cliché. Dat was niet voor het eerst! Ruim zes jaar eerder overkwam me dat ook al en ik schreef erover in "Clichés". Ditmaal echter waren het geen kopieën die teruggingen op veel oudere afbeeldingen, maar een ontwerp speciaal vervaardigd voor een jubileumbrochure die zich ook in mijn collectie bevindt.
Al vrij snel werd ik voor veertig euro de nieuwe eigenaar van dit bijzondere drukkersreliek dat 13 cm. breed is, 18 cm. hoog en 2,2 cm. dik (inclusief het houten blokje).


Dit cliché werd gebruikt voor het drukken van de voorzijde van het: "R.K.-Gilde van de Klare Waarheid (straatsprekers) Amsterdam. Ontstaan, werk en werkwijze 1912-1926" (Amsterdam, 1926), een geïllustreerde lustrumuitgave van hun medelid, de journalist P(iet) A. Kasteel (1901-2003).
Het thans geheel vergeten Rooms-Katholiek Gilde van de Klare Waarheid werd in 1921 opgericht naar voorbeeld van het eind 1918 opgerichte Engelse 'Catholic Evidence Guild'. Het Gilde was gevestigd in Amsterdam en had op de Plantage Middenlaan zijn (vergader)zaal. Het doel van het Gilde was in zijn algemeenheid: verkondiging van de Katholieke Waarheid en het weerleggen van leugens en dwalingen over het Katholicisme.
Ze waren niet de enige geloofsverkondigers in de publieke ruimte. "Straatpredikers verrijzen als paddestoelen uit de grond, ook op de woelige Nieuwmarkt. Natuurlijk is dit ieders recht, maar men kan er dan zeker van zijn dat het spoedig spaak loopt. Straatprediking is niet ieders werk; één misgreep en je hebt een keet van jewelste! Inzonderheid de verschijning van Rome met een heel gilde lekenpredikers, 'De klare Waarheid' geheten, wekt beroering. Dit is hun bedoeling niet: het zijn trouwe borsten, die hun oprechte overtuiging propageren, het zijn ook goede collega's. Rome is echter veel meer gehaat dan wij, zij ondervinden heftige tegenstand van het publiek. Weldra zien zij zich genoodzaakt politiebescherming in te roepen. Welnu, als je in een buurt als deze met één agent begint, kun je het weldra met tien politie-mannen niet meer redden. De kans, dat er ergens een rel kan ontstaan, werkt op de Amsterdammer - ook op de fatsoenlijke - als een magneet. Hij moet er bij zijn! Zo verzamelt zich elke zaterdagavond om de stand van 'De klare Waarheid' een talrijk publiek" (N. Baas: "Marskramer van het Evangelie" (Franeker, z.j. [1959], blz. 105).
Na een wat aarzelend en tumultueus begin op de Nieuwmarkt (volgens de lustrumuitgave van het Gilde: "de Babelsche markt van Jodenkramen en religie- en ongeloofcolporteurs") vond straatprediking plaats op diverse Amsterdamse pleinen zoals het Museumplein en in stadsparken waaronder het Sarphatipark. Tot de eerste straatsprekers behoorde Johannes Josephus Hendrikus (Jos) Mineur (1887-1957), die in 1933 door het Gilde zou worden geroyeerd omdat hij openlijk uitkwam voor zijn fascistische overtuiging. Feitelijk werd daarmee de bloeitijd van het Gilde afgesloten waarin steeds vaker interne ruzies en meningsverschillen over de te varen koers en houding ten aanzien van rivaliserende straatpredikers van een andere geloofsrichting een rol gingen spelen. 
 

Tijdens de oorlog waren er geen activiteiten en daarna leidde het Gilde een kwakkelend bestaan. Toen in 1952 B. Voets tot directeur van De Klare Waarheid werd benoemd, kwam hij een keer zijn predikers tegen op de Vijzelgracht op hun 'schavotje'. "Enkele eigen supporters stonden er omheen maar geen enkele voorbijganger bleef staan luisteren. Voets vond dit nutteloos en er volgden gesprekken met het bestuur om er een einde aan te maken. Verscheidene bestuursleden waren nog tegen: men hoopte dat de terugkomst van P. Kasteel uitkomst zou brengen. Maar toen deze overging in diplomatieke dienst, vervloog deze verwachting in rook. Uiteindelijk, na heel wat argumenten, wilde men kiezen voor opheffing als de priesterdirecteur tegenover het kerkelijk gezag de volle verantwoordelijkheid aanvaardde. Dat gebeurde en zo werden door het bisdom de straatpredikers in 1956 teruggetrokken. (-) Het Gilde was geschiedenis geworden, een kleurrijk onderdeeltje van het Amsterdamse volksleven" (B. Voets: "Amsterdamse straatprediking. Verhaal van het Rooms-Katholieke gilde van de Klare Waarheid", in: "Ons Amsterdam", 1984 (36), blz. 137 t/m 140). Het archief van het Gilde/RKGK bevindt zich thans in het Nijmeegse Katholiek Documentatie Centrum (Archiefnr. 644).

De omslagillustratie is (onder het wapen van Amsterdam) gesigneerd door de kunstenaar Aug(ustinus Gerardus) van der Linde (1890-1983). Van der Linde was een leerling aan de Hendrick de Keyserschool in Amsterdam en lid van het Schilder- en teekengenootschap Kunstliefde (Utrecht). Hij illustreerde enkele vooroorlogse (kinder)boekjes uitgegeven door de R.K.-Boekcentrale in Amsterdam evenals het voor de lokale (kerk)geschiedenis niet onbelangrijke: "Toen het oude kerkje van Pastoor Wubbe nog bestond" (Amsterdam, 1925), maar dit is - voor zover mij bekend - zijn enige omslagontwerp. Na de oorlog werd hij meer bekend met zijn: "Zoo was Nederland in de winter 1944-1945" (Utrecht, 1945), een doos met 18 reproducties van zijn aquarellen met kenmerkende situaties tijdens de hongerwinter, zoals 'De Centrale Keuken', 'Sloopers uit Nooddruft', 'Fietsen vorderen', 'Razzia' en 'De Onderduiker'.


Voor de lustrumbrochure van het Gilde maakte Van der Linde een bijzonder ontwerp in Art Deco stijl met getekende letters die onder en boven open zijn. Op het cliché hebben ze daarom veel weg van hiërogliefen! Door de ruimte tussen de letters op de brochure lichtblauw te kleuren lijkt het alsof de tekst(plaat) werd uitgezaagd en op een blauwe ondergrond ligt. Dergelijke 'open' belettering is geïnspireerd op het werk van typograaf Hendrik Wijdeveld (1885-1987) en gelijkt op die van de omslag van een nummer van het beroemde tijdschrift "Wendingen" (januari 1925), gewijd aan het raadhuis ontwerp van architect W.M. Dudok (1884-1974) voor Hilversum. De drie gestileerde figuren doen sterk denken aan het beeldhouwwerk van de Amsterdamse school, met name dat van tijdgenoot Hildo Krop (1884-1970). 


In: "De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad" van 15 oktober 1926 werd de uitgave geprezen. "De uitgever die zich met ware piëteit kweet van zijn taak dit boekje zoo aantrekkelijk mogelijk te maken, bond het in een omslag welks voorpagina den door een haag van doornige vooroordelen en andere zielsbelemmeringen naar Christus heenworstelenden mensch te zien geeft en maakte er een geheel eigenaardige en tot dusverre als eenig in haar soort te beschouwen propaganda-werkje van voor - zooals Mgr. Callier zich in gelukwensch uitdrukt - de 'klare waarheid van ons heilig geloof'". 

Aug. van der Linde omschreef zijn werk op de binnenzijde van het omslag als volgt: "De mensch van goeden wil, welke zoekt naar de waarheid, gevangen in de doornen ranken van vooroordeel, zelfzucht, onwetendheid en dergelijken, worstelend om vrij te komen om te gaan tot de Waarheid [Christus]. Het Gilde van de Klare Waarheid zal dien mensch helpen om te komen tot de kennis der eeuwige waarheden van ons heilig geloof. Aug. v.d. Linde".

De lustrumbrochure zag het licht bij drukkerij Limburgia van J. Babeliowsky & zoon. Die bevond zich vanaf eind 1904 in de Gerard Doustraat 65, vlak bij de Amsterdamse Albert Cuypmarkt. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw verhuisde de drukkerij naar elders. Zeer waarschijnlijk heeft mijn aanwinst daar gedurende een mensenleven gelegen tussen de drukpersen, letterbakken, drukinkt, papierbundels, en drukproeven in de bak met gebruikte en vergeten clichés.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten