Tabbladen

vrijdag 22 september 2023

De allereerste catalogi van het Rijksmuseum


Toen ik ergens halverwege september bericht ontving van iemand die mij gratis verschillende stadsgidsjes van Amsterdam aanbood zag ik in de meegestuurde foto van enkele exemplaren genoeg aanleiding om nader af te spreken. Op de eerstvolgende boekenmarkt op het Amsterdamse Spui werd mij vervolgens een papieren draagzak vol overhandigd, met een stapel die groter was dan ik had verwacht. Dat kwam - zo werd mij verteld - omdat er ook nog wat oude gidsen inzaten van het Rijksmuseum. Van die mededeling werd mijn enthousiasme niet direct groter, want ik zit (met mijn ruimtegebrek) niet te wachten op allerlei oude museumcatalogi van 'het Rijks' uit de vorige eeuw, die meestal in grote hoeveelheden zijn geproduceerd. Maar toen ik thuis de inhoud van de tas nader inspecteerde werd ik bepaald enthousiast bij de aanblik van de oudste/eerste "Catalogus der schilderijen van het Rijksmuseum" (Amsterdam, 1885), door Abraham Bredius (1855-1946) in zijn originele omslag!

Het voorplat van deze catalogus (145 blz., ca. 13 cm. x 19 cm.) is inclusief de letters getekend en gesigneerd door de kunstschilder en docent aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam C.L. (Carel Lodewijk) Dake (1857-1918). De vrouw gezeten op een stenen voetstuk stelt vermoedelijk de Amsterdamse stedenmaagd of Faam voor. Met een lauwerkrans kroont zij het nog jonge museumgebouw dat vol belofte(n) aan de horizon gloort en waarachter een stralende zon opkomt. Behalve het voorplat bevat deze catalogus nog 50 illustraties van zijn hand van schilderijen uit de - toenmalige relatief nog bescheiden - collectie van het jonge Rijksmuseum. 


Al ruim voor de opening van het nieuwe gebouw aan de Stadhouderskade was bekend dat er een (schilderijen)catalogus zou verschijnen bij de Amsterdamse uitgever Tj. van Holkema. Toen het (nog gedeeltelijk onvoltooide) museum op 13 juli 1885 zijn deuren opende lag deze dan ook - voor 1 gulden per stuk - klaar voor de bezoekers. Die eerste oplage (eveneens verkrijgbaar in het Frans, maar dan zonder het fraaie omslag) verscheen "met toestemming van Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken". Die vermelding treffen we overigens niet meer aan in de tweede verbeterde, en met 300 nummers vermeerderde, druk die nog geen jaar later, in maart 1886, verscheen. Deze bevatte weliswaar nog de illustraties van C.L. Dake, maar vaak op een andere plek en soms slechts gedeeltelijk, zoals de afbeelding van Rembrandt's 'Nachtwacht'. Die werd in de eerste editie (tussen blz. 44/45) nog volledig afgebeeld en in de tweede editie (tussen blz. 68/69) teruggebracht tot de centraal afgebeelde groep. Uiteindelijk zou de (Nederlandstalige) catalogus samengesteld door Bredius in vijf oplagen tot 1897 verschijnen.


Het nieuwe Rijksmuseum begon niet als een eenheid maar startte als een verzamelplek waar al langer bestaande musea/kunstcollectie onderdak vonden. Een en ander is dan ook goed terug te zien in de catalogus van 1885, waarin het schilderijenbezit nog is ingedeeld per collectie, telkens voorafgegaan door een korte inleiding. Tot de eerste binnengekomen verzamelingen behoren die van het Koninklijk Museum, door Koning Lodewijk Napoleon gesticht op 21 april 1808 (in de catalogus 548 schilderijen), het Museum Van der Hoop in Amsterdam (217 schilderijen), 's Rijks verzameling van schilderijen van moderne meesters, vroeger in het Paviljoen 'Welgelegen' in Haarlem (183 schilderen plus wat beeldhouwkunst, afgietsels en kopieën) en de verzameling schilderijen toebehorende aan de Vereniging tot het Vormen van een Openbare Verzameling van Hedendaagse Kunst te Amsterdam (47 schilderijen). Met nog geen duizend schilderijen een bescheiden begin dat echter snel zou aangroeien (het Rijksmuseum bezit nu circa zesduizend schilderijen).


In 1887 verscheen bij dezelfde uitgever al de derde geheel omgewerkte druk van de "Catalogus der schilderijen in het Rijks-Museum te Amsterdam" (Amsterdam, 1887). Volgens het "Geschiedkundig overzicht der catalogi", dat in de latere Rijksmuseumcatalogi door B.W.F. van Riemsdijk (na 1903) werd opgenomen, verscheen deze in twee verschillende oplagen.
De eerste nog met illustraties van Dake en de tweede met houtsneden naar fotografieën door 'Walter'. Mijn exemplaar behoort tot de tweede variant geïllustreerd met vierentwintig houtsneden door Johannes Walter (1839-1895), die vanaf 1880 het grafisch atelier van Joh. Enschedé in Haarlem leidde. Als illustratie op de omslag werd gekozen voor catalogusnummer 249; het portret van Elisabeth Jacobs Bas (1571-1649), weduwe van admiraal Jochem Hendricksz. Swartenhont (1566-1627), waarvan men destijds dacht dat het was geschilderd door Rembrandt van Rijn (1606-1669), maar dat inmiddels wordt toegeschreven aan Ferdinand Bol (1616-1680).

In de derde druk werd de vroegere catalogusindeling losgelaten: "In de vroegere uitgaven van dezen kleinen Gids door het schilderij-museum moesten wij aan de afzonderlijke verzamelingen hunne oorspronkelijke nummers laten behouden, wat voor een aantal bezoekers groote moeielijkheden opleverde. Thans veroorloofde ons de heer Hoofd-Directeur, Directeur van die verzameling (F.D.O. Obreen), in het belang van het publiek, de schilderijen doorloopend te nummeren, waardoor aan dit ongerief een einde kon gemaakt worden. Een aantal stukken, waarmede de verzameling verrijkt werd, zijn wederom opgenomen, zoodat wij het belangrijke getal van bijna 1700 schilderijen kunnen aanwijzen". Daarmee vervielen ook de afzonderlijke inleidingen op de verschillende collecties. In plaats daarvan bevat deze gids een uitgebreide algemene inleiding (blz. V t/m IX), en - een primeur! - de plattegrond van het museum.


In 1903 verscheen de eerste druk van de geheel vernieuwde catalogus samengesteld door Rijksmuseum-directeur B.W.F. van Riemsdijk (1850-1942). Volgens het daarin eerdergenoemde "Geschiedkundig overzicht der catalogi", was dit - na de gidsen geïllustreerd door Dake en Walter - de eerste Rijksmuseumgids in de twintigste eeuw.


Dat is echter niet waar... Pikant is dat Van Riemsdijk in zijn overzicht met geen woord rept over de uitgaven van zijn ondergeschikte, de opzichter bij de bouw en vanaf 1901 klerk/administratief medewerker in het Rijksmuseum Wijnandus Petrus Brons (1849-1919). Die publiceerde namelijk al in 1896 een "Beknopte wegwijzer door het Rijksmuseum te Amsterdam", die vanaf 1902 verscheen onder de titel: "Beknopte Gids door 's-Rijks-Museum bewerkt door W.P. Brons" (Amsterdam, z.j. [1902]). Daarvan zouden tot zijn overlijden herdrukken verschijnen. Ik bezit hiervan de tweede druk uitgegeven rond 1904.
Deze verzwegen en thans geheel vergeten concurrent kostte slechts 25 cent...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten