Tabbladen

zaterdag 9 augustus 2025

De 35ste Deventer boekenmarkt


Vorig jaar eindigde ik het veelgelezen verslag van mijn bezoek aan de Deventer boekenmarkt, ruim twintig jaar later, met een 'cliffhanger'; "Volgend jaar weer?".

En ja hoor! Ook ditmaal was ik van de partij. Net als vorig jaar, na het uitlaten van de hond, in de auto gewapend met koffie en donuts op weg naar een parkeerplek op de Deventer Beestenmarkt. Rond half negen 's ochtends slenter ik de nog enigszins verlaten boekenmarkt op, vol verwachting naar wat de dag mij gaat opleveren.

Het weer werkt - met deze wisselvallige Nederlandse zomer - alvast goed mee. Het blijft de hele dag droog en helder. In de middag wordt het zelfs erg zonnig en warm met af en toe een lichte bries. Uitstekend boekenmarkt-weer en naarmate de dag vordert wordt het drukker en nog drukker.


Mij bekruipt het gevoel dat er minder kramen staan dan vorig jaar, maar het kan ook zijn dat het gewoon leger lijkt door het 's ochtends nog wat spaarzame publiek. Het is in ieder geval weer de gebruikelijke mix van aanbod en publiek die ik aantref. Sporadisch antiquarisch & verzamelwaardig werk, veel moderne uitgaven en daartussen vreettentjes en kraampjes met boekgerelateerde zaken (zoals ansichtkaarten, nieuwe auteurs & boekpromotie, leesclubs, boekbindateliers enz. enz.). Het publiek bestaat weer voor 99 % uit lezers op zoek naar de ontbrekende deeltjes van hun favoriete jeugdserie, detective of strips. Verzamelaars, bibliofielen en handelaren (ik spot alleen Fokas Holthuis) op zoek naar oud en/of bijzonder drukwerk zijn hier (vermoedelijk) op twee handen te tellen.


In mijn gebruikelijke 'sneupstand' loop ik langs de rijen en scan ik het aanbod. Regelmatig zie ik grote en kleine uitgaven die ook vorig jaar op de markt te koop werden aangeboden.
Ik spot - net als vorig jaar - verschillende mij bekende verkopers waaronder Eric Klee (antiquariaat De Uilenspiegel), Axe van Maanen (antiquariaat Klikspaan), Jaap de Jong (antiquariaat 't Wasdom) en zelfs Henk Molenaar die eind vorig jaar (na 33 jaar) is gestopt met zijn kraam op de Amsterdamse Spui boekenmarkt. Ik maak ook even een praatje met Ard van der Steur (antiquariaat Goltzius). Sneller dan in 2024 beland ik op de IJsselkade en ploeg daar als eerste bij een kraam door bananendozen vol ongesorteerd oud drukwerk. Je weet immers maar nooit... Ik vind echter niks en loop weer verder. Het is inmiddels half elf, ga ik vandaag nog wat vinden?


Een half uurtje later is het zover. Bij 'Haagse Harrie' van antiquariaat Leest vind ik een nog ontbrekend deeltje uit de zesentwintigdelige serie verzamelalbums (in grijze omslag): "Curiositeiten van allerlei aard". Nog twee te gaan! Ook koop ik bij hem een curieus boekje: "De kerk- en altaarwijding, eene onderrigting en verklaring over de bijzondere plegtigheden bij het inwijden der kerken en altaren" ('s Gravenhage, 1836). Vervolgens kletsen we wat over vroeger toen ik nog in Den Haag werkte en de wekelijkse grote Haagse boeken- en antiqiteitenmarkt op het Lange Voorhout bezocht... Nog maar enkele handelaren/kramen resteren thans en houden vol. Harrie (vijftig jaar boekhandelaar) mompelt dat hij zijn winkel inmiddels heeft verkocht en dat boeken hun status hebben verloren. Ik mompel zoiets als 'tot volgend jaar' en loop verder langs de eindeloze rij kramen.


Weer een half uurtje later vind ik in een kraampje aan de stadskant een vooroorlogse "Trio letterproef". Die moet vrij zeldzaam zijn - denk ik - en voor slechts tien euro ben ik er erg blij mee. Over de Haagse drukkerij/uitgeverij Trio schreef ik al eerder in: "Een kruidtuin voor vrienden". Mijn volgende aanwinst vind ik in de kraam van "De Tweede Lezer" uit Apeldoorn. Het gaat om: "Goede manieren. Een handboek voor heeren" (z.j. [1903], Almelo) van C. von Franken. Een vrijwel ongeschonden exemplaar in originele linnen band met op het voorplat een sfeervolle (band)tekening van illustrator Arie C. Rünckel (1876-1956). Altijd leuk en niet te vinden op Boekwinkeltjes. Ik betaal de gevraagde tien euro en voel me weer het 'heertje'!


Mijn horloge geeft inmiddels twee uur aan en het wordt tijd om ergens mijn lunch weg te werken. Ondertussen schijnt de zon uitbundig op de drukke mensenmassa die zich langs de boekenkramen wurmt. Ik heb medelijden met het kleine kroost in baby- of kinderwagentjes en verschillende grote en kleine hondjes... Ook erger ik me aan mensen met een boodschappenwagentje of trekkarretje. Ik struikel niet graag over een stapel lullige streekromannetjes, versleten strips of 'young adult' pulp! Na mijn lunch in het gras ergens aan de oever van de IJssel en mijn eerste (tevens laatste) toiletwagen-bezoek stiefel ik verder.


Bij een handelaar met doorsnee boeken in grote dozen vind ik een in bruin linnen gebonden Franstalig tentoonstellingcatalogus: "Le livre français, des origines à la fin du second empire" (Paris et Bruxelles, 1924). Een dikke mooi geïllustreerde uitgave (oplage 850 exemplaren) met de geschiedenis van het boek geschreven, gedrukt of uitgegeven in Frankrijk. Ik aarzel, maar voor een paar euro's besluit ik om die dikke pil toch maar mee te sjouwen....


De handelaar die mij vorig jaar mijn enige aanwinst bezorgde zie ik ook nu weer. Nieuwsgierig naar wat hij ditmaal te bieden heeft monster ik zijn kraam. En niet zonder succes! Als eerste vind ik de: "Harderlijke onderrigting en vermaning van den doorluchtige en hoogwaardigen heer Johannes Bon bij gelegenheid van deszelfs verkiezing en inwijding tot Bisschop van Haarlem" (Haarlem, 1819). Johannes Bon (1774-1841) was de eerste oud-katholieke bisschop van Haarlem (1815-1841) in het Koninkrijk der Nederlanden. Hij was tevens de enige oud-katholieke bisschop in de negentiende eeuw die niet door de Paus werd geëxcommuniceerd! Waarschijnlijk heeft een latere bezitter daarom deze uitgave fraai laten inbinden in een stevige kartonnen band, beplakt met rood sierpapier. 


Ik raak met de verkoper in gesprek en hij vraagt mij of ik het doosje met drukwerk over en uit Amsterdam heb gezien. Ja natuurlijk! Vervolgens attendeert hij me op twee uitgaven met een plan voor de aanleg van de Amsterdamse IJ-tunnel, een eerste en tweede druk (uit respectievelijk 1939 en 1950) geschreven door de industrieel (houthandelaar) T.C. Groot.
Ik bied vijf tientjes voor de tweede ingebonden druk van: "Plan voor de aanleg van een IJ-Tunnel" (Amsterdam, 1950). Die tweede druk is niet alleen uitgebreider maar ook voorzien van nieuwe foto's. Bovendien zie ik voorin een handgeschreven opdracht ondertekent door T.C. Groot waaruit blijkt dat hij dit exemplaar op 27 oktober 1950 aanbood aan zijne excellentie J.R.H. van Schaik (1882-1962). Van Schaik (wie kent hem nog?) was in 1950 vice-premier in het kabinet Drees I. Uiteindelijk werd het plan voor een IJ-tunnel in 1953 goedgekeurd. De aanleg (tussen 1957 en 1968) duurde tien jaar! Op 30 oktober 1968 (ruim een week voor mijn zevende verjaardag!) vond de officiële opening plaats door Koningin Juliana en de Amsterdamse burgemeester Ivo Samkalden.


Bij een andere kraam vol oud drukwerk - waaronder bladen uit getijdenboeken en incunabelen - zie ik in een vitrine een mij bekende uitgave liggen. Het gaat om een neogotisch altaarmissaal van Pustet uit Regensburg (Duitsland) in een band vrijwel identiek aan mijn exemplaar. De handelaar vraagt er (omwille van die prachtband) vierhonderdvijftig euro voor. Dat valt nog mee, maar is beduidend meer dan wat ik voor mijn exemplaar destijds betaalde.
Het eind van de dag begint te naderen. Ik heb geen afspraak dit jaar met de Boekensneuper om mijn overtollig redactie-exemplaar van het jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen (NGB) te overhandigen, want hij is er vandaag niet bij (zoals te lezen valt in het verslag van zijn bezoek aan de verregende regenachtige Dordtse boekenmarkt). Van de paar boekenliefhebbers van wie ik weet dat ze er moeten zijn zie ik niemand. Ik besluit om op de terugweg nog even langs de kraam van de stichting Desiderata te lopen om daar Peter IJsenbrant (die tevens penningmeester is van het NGB) te begroeten. 


We hebben het even over het verloop van de dag, de onlangs aangetreden aspirant secretaris van ons Genootschap (Arine van der Steur van het gelijknamige Haagse antiquariaat) en de laatste uitgave van Desiderata waarover ik schreef in "Frater Elephas en zijn beste kettertje". Tevens maak ik gebruik van de gelegenheid om hem te bedanken voor de toezending van de eerste bibliofiele uitgave van zijn Desideratum-Pers: "The Library" (een gedicht van Robert Southey). Het is inmiddels vijf uur en zijn vrouw begint met inpakken. Ten afscheid drukt hij mij een geel kaartje in handen: "HAAT", het tweede druksel van zijn pers...
Een half uur later zit ik in mijn auto en zoef ik - tevreden met mijn vondsten - terug naar huis.

Tot volgend jaar?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten