vrijdag 17 februari 2017

Op zijn Frans Baltensz.

Wat hebben uitgaven als het “Handbook on Hanging” (London, 1928) van Charles Duff (1894-1966), de “Historische beschryvinge van de reformatie der stadt Amsterdam…” (Amsterdam, 1729) van Isaac le Long (1683-1762) en “Besmettelijke Zielsziekten, voorheen en thans” (Baarn, 1931) van Evart van Dieren (1861-1940) met elkaar gemeen?

Het antwoord is; ze zijn ofwel bizar om de inhoud, curieus om het verhaal er achter of geschreven door een interessante gek auteur. Sommige zijn zeldzaam andere minder maar alle drie zijn het ‘boeken met een verhaal’ en daarom gewild bij verzamelaars en aantrekkelijk voor antiquaren.

Wie mijn blog leest weet dat ik wel pap lust van dergelijke boeken, brochures en efemere uitgaven. Daarom ben ik ook in navolging van "Bizarre Books, a compendium of classic oddities" (1985) van Russell Ash & Brian Lake op Twitter gestart met "50 Bizarre Brochures" (dat tevens een ode is aan de Amsterdamse antiquaar Louis Putman (1923-2013).

Dat constant zoeken naar ‘boeken met een verhaal’ heeft onlangs een bijzondere uitgave opgeleverd die tot de hoogtepunten in dit genre mag worden gerekend. In een achttiende eeuws halfleren bandje met gemarmerde platten zit een curieuze tekst uit de zeventiende eeuw verborgen.
De auteur was een religieuze gek, het boekje werd verboden door de Classis van Zuid-Holland, evenals de burgemeester en kerkenraad van Dordrecht en de tekst is bovendien onleesbaar.
Ik heb het natuurlijk over de ‘Samaritane’ of zoals de titel volledig luidt: “Samaritane; ofte spieghel der Godtsvreesentheyt en eerbaerheyt” (Dordrecht, 1648).
De auteur ‘F.B.’, drukker en boekverkoper zijn één en dezelfde persoon; Frans Baltensz. (geboren rond 1610-overleden na 1648).


Al in 1635 gaf deze aanhanger van de wederdoper en ketter David Joris (1501-1556) bij drukker Nicolaas Centen een boekje uit dat de wenkbrauwen bij de Dordtse kerkenraad ernstig deed fronsen. Nadat hij door hen was ontboden om een verklaring af te leggen kwamen ze al gauw tot de conclusie dat de man geestelijk niet helemaal in orde was en volstrekt koeterwaals sprak.


Zij oordeelden daarom dat zijn uitgave: “Gulden kleinoodt, streckende ter verclaringhe van het XIIIe Capittel des Evangeliums Johannis” een “hers- en sinneloos geschrift was, daar uit geen verstant in ‘t alderminste kon gevat ofte geraept worden, noch van Evangeliste noch van zijne uitlegger selve, en daer geen ander vrucht van kon genoten worden, als een openbare bespottinge van christelijcke religie”.
De magistraat werd gelast om de gehele oplage in beslag te nemen en die deed dat kennelijk zo grondig dat er geen enkel exemplaar meer bekend is van het "Gulden kleinoodt".
Baltensz. die verklaard had nog meer geschriften onder zich te hebben moest de kerkenraad beloven deze niet uit te geven of te laten drukken.

Dertien jaar later brak hij zijn belofte en verscheen bij hem de ‘Samaritane’.
Honderden bladzijden lang onnavolgbare, vaak ellenlange, volzinnen met slechts hoogstzelden één begrijpelijke zin ertussen. Ook de typografie, met name indeling en opbouw, zijn verwarrend.
Het boekje bespreekt de eerste hoofdstukken (‘capittel’) van het Evangelie volgens Johannes.
Het eerste deel (51 bladzijden) gaat geheel over het vierde capittel. Dan volgt het tweede deel (315 bladzijden) met, volgens het titelblad, een “woordelijcke verklaringhe van thien capittelen in Johanne”.


Je verwacht dan capittel 1 t/m 11 (minus capittel 4 dat al in deel 1 werd behandeld, is 10).
Maar nee, een bespreking van het tiende of elfde capittel ontbreekt (!). In plaats daarvan heeft het eerste capittel een aanhangsel “Van Johanne by Mose” (blz. 59 t/m 89) en zit enigszins verborgen tussen de hoofdstukken over het tweede en derde capittel een verrassing; een nieuw hoofdstuk met een “woordelijcke verklaringhe van het derthiende Capittel in Iohanne” (bladzijde 117 t/m 136). Is dit soms de tekst van het verboden en verloren gegane “Gulden kleinoodt”?


Als verklaring voor de onbegrijpelijke inhoud ging al gauw het verhaal de ronde dat, nadat Baltensz. er lucht van had gekregen dat ook dit geschrift van hem zou worden verboden, hij het manuscript verknipt had “in kleine snippers, soms slechts drie of vier woorden bijeen, soms eenen geheelen regel aan elkander latende. Nu schudt hij alle die snippers in eenen zak of eenen mand dooreen, voegt ze allen, naar gelang zij hem in de hand kwamen, weder naast elkander en zond het in 1648 de wereld in…” (uit: A.J. van der Aa: “Biograpisch woordenboek der Nederlanden” (Haarlem, 1853, blz. 88).

Drukker en boekverkoper Frans Baltensz moet behalve de 'Samaritane' meer hebben uitgegeven zoals een "Historie van Joseph, den sone Jacobs, beschreven bij de Propheet Mose, in sijn eerste Boek" (Dordrecht, 1648) maar daarvan is geen exemplaar teruggevonden. Ook een sleutel om de raadselachtige tekst van de 'Samaritane' te ontcijferen en te begrijpen (die er volgens de geruchten moet zijn geweest) is nimmer opgedoken.


Werd de ‘Samaritane’ verboden en in beslag genomen, zoals sommigen melden?
Anders dan het “Gulden kleinoodt”, komt het niet voor in het overzicht van verboden boeken uitgegeven door dr. W.P.C. Knuttel in 1914.
Bij een verbod verwacht je ook niet dat er, zoals de STCN laat zien, maar liefst drie verschillende edities van zijn (mijn exemplaar behoort tot deze variant). Bovendien zou er volgens het in 1788 verschenen overzicht van 'Nederduitsche Boeken' door R. Arrenberg zelfs een tweede Amsterdamse druk van bestaan (die verder nooit is aangetroffen).
Hoe dan ook; volgens het verhaal dook het boekje onder en werd pas vele jaren na de dood van Baltensz. door zijn nabestaanden mondjesmaat en tegen geringe bedragen verkocht.

De hele affaire moet destijds zelfs hebben geleid tot een spreekwoord dat thans alweer vergeten is, namelijk: “Dat is op zijn Frans Baltensz.”, oftewel dat is onbegrijpelijke onzin. In die betekenis werd het al in 1697 gebruikt door de Rotterdamse stadsarts dr. Herman Lufneu (1657-1744) in een briefgewijs geschreven natuurkundig vertoog tegen zijn collega dr. Jan Schilperoort, waarin hij zijn opponent (op blz. 47) vergeleek met Frans Baltensz., “schrijver van het Dollemans boekje ‘Samaritane’”.


In de negentiende eeuw verdiepte de predikant en schrijver G.D.J. Schotel (1807-1892) zich in het verhaal en schreef er over in “Vaderlandsche Letteroefeningen” (Amsterdam, 1835) en “De Oude Tijd” (Haarlem, 1868).
Het boekje, zo herinnerde Schotel zich, was in zijn jeugd bepaald niet zeldzaam geweest. Het lag voor vier à vijf stuivers bij elk boekenstalletje te koop, “maar sedert het op een paar Catalogi van beroemde boekverzamelingen als ‘raar’ is voorgekomen, heeft men tot 5, à 6 guldens voor dit vod der vodden gegeven”. Inderdaad komt de uitgave in verschillende negentiende eeuwse veilingcatalogi voor, zoals die van de Rotterdamse politicus Adriaan Gevers Deynoot (1814), die van de medicus Matthias van Geuns (1818) en die van de Oranjegezinde predikant Jan Scharp (1828).

Raar’ kan verschillende betekenissen hebben; zeldzaam/schaars (zoals in het Engels ‘rare’), maar ook vreemd/curieus. De ‘Samaritane’ is beiden; een ‘boek met een verhaal’, en dus begeerd door verzamelaars en gezocht door antiquaren.
Wie na lezing hiervan hebberig is geworden en nu zelf een exemplaar wil aanschaffen kan de ‘Samaritane’ online in twee antiquariaten vinden. Beiden vragen echter iets meer dan de zeventig euro die ik betaalde!

dinsdag 14 februari 2017

Bibliofielen, boekenliefhebbers en bloglijstjes


Ik werd laatst attent gemaakt op het feit dat ik ontbrak in het boekbloggers overzicht 2017 van Hebban. Wat is/doet Hebban? Dat kunt u het beste zelf lezen op hun site.
Toen ik het boekbloggers overzicht bekeek werd het me al snel duidelijk. Ik pas daar niet tussen en zou me er ook niet thuis voelen. Niet mijn publiek noch mijn lezers.

Heb ik daarin gelijk? Ik zou zeggen, kijk zelf eens naar de lijst. Wat valt u dan op?
Juist, ja, het gaat vrijwel uitsluitend om Young Adult, fictie- en recensie-bloggers, (voornamelijk jonge vrouwen). Dat is ook niet zo verwonderlijk want Hebban is er specifiek voor deze doelgroep (ook al zouden ze wellicht anders willen).
De lijstdeelnemers noemen zich vaak 'boekenliefhebbers' en sommige enthousiastelingen zijn zelfs 'bibliofiel'! Mag ik daarvan wat vinden? Daar gaat ie...


Een bibliofiel blog(ger) - en daartoe reken ik mijzelf - benadert het boek als object met diverse invalshoeken. Boeken kunnen interessant zijn om een veelheid aan redenen; denk aan de band, typografie, illustraties, uitgeef-geschiedenis, vormgeving en inhoud.
Bij het oude, antiquarische boek komen daar extra factoren bij, zoals de 'boekenjacht' c.q. vondstomstandigheden, aanschafprijs, het verzamelen, provenance kenmerken, de waarde etc.
Een bibliofiel blogger kortom staat open voor een totaalbenadering; ziet bibliofilie als 'Gesamtkunstwerk'... Jazeker hij/zij is inderdaad en met recht een boekenliefhebber 'pur sang' en van zijn/haar blogs, vaak gevuld met wetenswaardige kennis en ervaringen, kun je iets leren.


Dat is anders bij 99,9 % van de bloggende boekenliefhebbers die ik op internet tegenkom en waarvan velen (niet iedereen wil er op staan!) terug te vinden zijn op de Hebban-lijst. De meeste bloggende boekenliefhebbers kennen het 1, 2, 3 stramien.
1. boek lezen (vrijwel altijd fictie),
2. recensie schrijven,
3. mening geven ('sterretjes' uitdelen is populair. Hoe meer hoe beter).
Mag ik daar wat van vinden? Daar gaat ie...

Los van smaak en enthousiasme vraag ik me vaak af wat ik er van leer en of ik er iets wijzer van word. Sommige lijken geschreven in een verloren half uurtje of tijdens de lunchpauze en komen niet verder dan dat het 'een hartstikke tof verhaal' was (of niet). Anderen vertonen onmiskenbaar literaire kwaliteiten.
Maar over het algemeen vind ik ze vrij nietszeggend, weinig interessant en kunnen ze mij nauwelijks boeien. Het is te vaak een willekeurige mening (die vorm ik graag zelf), een willekeurige leeservaring over een willekeurig boek (vaak lectuur maar geen literatuur) en het gaat vrijwel altijd over het verhaal.
Dat laatste is natuurlijk ook niet verwonderlijk want wat biedt zo'n 'romannetje' (ik chargeer) nou anders ter bespreking dan zijn tekst? Je kunt het moeilijk hebben over de waarde of de boekenjacht want vrijwel alle boeken die deze bloggende boekenliefhebbers bespreken kun je terug vinden tegen afbraakprijzen in de kringloop! Je kunt het ook niet hebben over de prachtige banden of typografie want de boeken die deze bloggende boekenliefhebbers lezen verschijnen vaak goedkoop als gelijmde pockets, in een bloedeloze opmaak, op slechte kwaliteit papier met oogverlammende illustraties (uitzonderingen daargelaten)


En daarom, dames en heren, zijn de meeste bloggende boekenliefhebbers gewoon ('would be') recensie-bloggers. Ze hebben bovendien niet zozeer het (boek)object lief want velen lezen ook wel eens elektronisch (!), maar het - al dan niet - spannende verhaal of het genre.
Het zijn vaak veellezers van teksten (die niet zelden hun leeservaringen larderen met feel good informatie over hun leven, mode, life style of favoriete recepten).
Als bibliofiel blogger voel ik me vaak meer verzamelaar van (oude) boeken en boekhistorische informatie dan lezer. Wij delen dus niet dezelfde passie voor boeken zoals sommigen beweren.
Is daar wat mis mee? Nee, hoor, maar daar past Perkamentus dus niet tussen.

Sta ik überhaupt op lijstjes? Zeker wel. Kijk maar eens bij Blogtrommel onder themablogs of bij Antiqbook of hier en daar! En er zijn er vast nog wel meer, maar (nog) niet bij Hebban dus. Daar zou Perkamentus staan als een vlag op een modderschuit tussen rijp en groen, Young Adult en recensie-bloggers. Een indeling in genre in plaats van alfabetisch zou m.i. al stukken beter zijn.
Oh ja, die beoordeling of omschrijving op de Hebban-lijst.... Ben ik daar soms bang voor?
Welnee! De Hebban redacteuren zijn uiterst deskundige mensen die veel verstand hebben van hun (jonge, vooral vrouwelijke) doelgroep en de moderne uitgaven die daarbinnen worden gelezen.
Daar tegenover staat ('prove me wrong') dat ze nul, komma nul kennis hebben van de wereld van het oude antiquarische boek, de bibliofiele verzamelaar en - blogger. Kortom een beoordeling prima, maar dan graag wel één door iemand met verstand van zaken!

Maar - zo schreef één van deze drie lieftallige dames - je hebt toch niks te verliezen? Wie weet levert het lezers op! Ik denk van niet, maar wie weet worden boekbloggers overzichten 'a la Hebban' ooit lijsten waarin ook bloggende bibliofielen, zoals ik, zich thuis voelen.

vrijdag 3 februari 2017

Collectievorming


Collectievorming gaat bij mij altijd heel vanzelf.
Of ik nou op zoek ben naar achttiende of negentiende eeuwse uitgaven, het lukt me elke keer weer bijna moeiteloos om een kleine maar fijne collectie rond een auteur of thema op te bouwen.
In dat opzicht – vind ik - zijn wij verzamelaars en bibliofielen in Nederland toch maar verwend. Bij ons worden oude, ooit beroemde, Nederlandse schrijvers nog maar weinig gelezen en gewaardeerd. Of dat goed of slecht is laat ik hier even in het midden, maar het drukt in ieder geval de antiquarische prijzen en dat vergemakkelijkt het verzamelen.

Je kunt hier kortom voor weinig geld leuke collecties opbouwen. Over wat precies ‘weinig geld’ is kun je natuurlijk lang discussiëren maar elke hobby kost geld en mijn verhalen over het verzamelen van Helmers (‘Hollandse Natie’) of Hennebo (‘Lof der Jenever’) bewijzen dat je voor de prijs van een gemiddelde seizoenkaart bij voetbalclub Ajax (of Feyenoord) meer betaalt. En laten we wel wezen…. die seizoenkaart zal nooit in waarde stijgen en verdwijnt na afloop van het seizoen in de prullenbak!

Mijn laatste collectievorming rond een thans geheel vergeten beroemde auteur begon met de novemberveiling (65-2016) van Bubb Kuyper in Haarlem
Ik bood (ongezien) honderdtwintig euro op: “Gedichten, van J. Antonides vander Goes” (Amsterdam, 1685). Het is een fraai exemplaar met zeer ruime marges, gebonden in perkament, dat blijkens de in potlood geschreven naam op het eerste schutblad ooit behoorde tot de boekerij van L.A.J. Burgersdijk jr. (1869-1954).
Antiquarisch wordt deze uitgave nog regelmatig aangeboden en sommige exemplaren bevatten ook een toegevoegd portret van de auteur maar dat zit er bij mij niet in.
Zo blijft er nog iets te wensen over! Het zelf toevoegen van een contemporain portret is immers iets dat ik wel vaker doe bij mijn oude uitgaven.


Antony Jansz., de vader van de jong gestorven Vondeliaanse dichter Joannes Antonides van der Goes (1647-1684), was de motor achter deze eerste uitgave van het verzameld werk van zijn zoon. In de achttiende eeuw zouden nog diverse herdrukken volgen.
Van der Goes is vooral beroemd geworden door het stroomdicht “De Ystroom”. Deze roem werd in boekhistorisch opzicht vergroot door vijf (vier plus een allegorisch frontispice) paginagrote illustraties geëtst door Romeyn de Hooghe (1645-1708).

Zoals in het fraai geïllustreerde overzichtswerk: “Romeyn de Hooghe. De verbeelding van de late Gouden Eeuw” (Zwolle, 2008) valt te lezen (en te zien) behoorde deze kunstenaar en Oranjegezinde querulant (waarover ik al in ‘De Boekenwereld’, jrg. 5, oktober 1988 schreef) tot de productiefste en beroemdste etsers van zijn tijd en illustreerde hij talloze boeken. De platen bij de ‘Ystroom’ waren trouwens al verschenen bij de eerste losse uitgave van dit gedicht in 1671 en ook toen al werden in een krantenadvertentie in de ‘Oprechte Haerlemse Courant’ (van 3 oktober 1671) de illustraties expliciet geroemd
… verciert met uytstekende Konst-Platen, ge-etst door Romeyn de Hooge”.

Behalve de vijf etsen van De Hooghe bevat deze eerste uitgave van de ‘Gedichten’ nog een anonieme afbeelding die hoort bij het uiterst venijnige hekeldicht 'Marsyas, satyr' dat gericht is tegen de leden van het kunstgenootschap 'Nil Volentibus Arduum', met name tegen hun voorman Andries Pels (1631-1681) met wie Van der Goes ruzie had gekregen.


Vorig jaar verscheen er een nieuwe moderne uitgave van de: “Ystroom” (Hilversum, 2015), vertaald en ingeleid door Jan Bloemendal.
Bloemendaal, senior onderzoeker verbonden aan het Huygens Instituut voor Nederlandse geschiedenis, werd hierin bijgestaan door tal van studenten.
De voorgeschiedenis en totstandkoming van dit boek lijkt wat dat betreft erg veel op de in 2009 verschenen moderne heruitgave van “De Hollandsche natie, in zes zangen” (Den Haag, 1812) van Fredrik Helmers, waarover ik eerder schreef.

Uiteraard wilde ik ook die moderne heruitgave voor mijn bibliotheek en via Boekwinkeltjes kwam ik er achter dat de meest voordelige weg (vijftien euro...) liep naar antiquariaat Kok in Amsterdam.
En dus trok Perkamentus op een vrijdag de stad in om zijn begeerte te stillen. Uiteraard liep mijn route niet linea recta naar het antiquariaat maar (vrijdag!) via de boekenmarkt op het Spui. Al snuffelend belandde ik zo bij de kraam van Paul Gaemers (antiquariaat De Boekerij v.o.f.), bij wie ik wel vaker bijzondere dingen vind zoals u hier kunt lezen!

Tussen de rijen oud papier gebonden in leer en perkament werd mijn aandacht getrokken door een set van drie kleine boekjes. Het bleek te gaan om de vroeg negentiende eeuwse uitgave: “Joannes Antonides v.d. Goes, Gedichten, met ophelderende aanteekeningen” van J.W. Bilderdijk (Leiden, 1827-1836).
De aantekeningen van Bilderdijk beperken zich tot woordverklaringen naast soms ongezouten kritiek. Zijn opmerking over “Trazil, of het overrompelt Sina” is wat dat betreft illustratief.
Over dit treurspel, als Treurspel te spreken, zou zeker geheel nutteloos zijn. Als zoodanig is het onuitstaanbaar, en zelfs van het begin tot einde belachlijk. De verzen echter zijn over het geheel taamlijk wel, en houden zelfs hier en daar dichterlijke brokken in, die verdienen gelezen te worden, schoon dan ook veelal niet te pas komende. Men kan dus hier ook geene doorgaande aanteekeningen of vergen of verwachten”.

De vrijwel ongelezen (niet geïllustreerde) uitgave zat nog strak in zijn blauw papieren uitgeversomslagen en een groot gedeelte van de katernen was ongeopend. Ik betaalde er met veel liefde maar vijftien euro voor! Een fooi voor een dergelijke fris bewaard gebleven set, zeker omdat deze momenteel door maar één antiquariaat wordt aangeboden voor vijfenzeventig euro!
Een mooi voorbeeld ter illustratie van mijn beginopmerking, dat je hier voor weinig geld snel een collectie kunt vormen omdat oude, ooit beroemde, Nederlandse schrijvers nog maar weinig geld kosten. Trouwens... Los van het onderwerp blijf het een vreemde gewaarwording. Dat je tegenwoordig voor vijftien euro vrijwel geen enkel modern (flut)boek meer kunt kopen maar wel een klassieke uitgave die bijna tweehonderd jaar oud is! Gevoelsmatig klopt dat voor mij ergens niet. Enfin; zoals ik al schreef, wij bibliofielen en verzamelaars zijn hier in Nederland maar verwend (en ik profiteer daarvan!).

Tot slot kan ik u nog meedelen dat ik (wederom) via antiquariaat De Zilveren Eeuw een aardig portretje kon bemachtigen van Willem Bilderdijk afkomstig uit de Nederlandsche Muzenalmanak van 1820. Het is bovendien een gravure naar een tekening door H.W. Caspari, een ver familielid van mij. Past dat even mooi in deel één van mijn Bilderdijkset! U merkt wel; collectievorming gaat hier geheel vanzelf....