Posts tonen met het label Bibliofilie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bibliofilie. Alle posts tonen

vrijdag 27 juni 2025

De Carbolineum Pers in mijn bibliotheek

Net als bij Jos Swiers, eigenaar/drukker van De Althaea Pers (1943-2022) kwam het overlijden van Boris Rousseeuw, eigenaar/drukker van De Carbolineum Pers (1959-2024), mij pas laat ter ore. Daarom ging ook de expositie van zijn oeuvre, één jaar later - in het filiaal van De Slegte in Antwerpen - helaas geruisloos aan mij voorbij. Gelukkig kwam ik er wel op tijd achter dat ik bij datzelfde filiaal nog een exemplaar kon bestellen van: "Obrigado Boris" (Antwerpen 2025), dat bij de tentoonstelling in een beperkte oplage van ongeveer 200 exemplaren was verschenen (ik ontving het romeins genummerde exemplaar X). Deze exclusieve, goed verzorgde (geïllustreerde) uitgave bevat diverse verhalen en herinneringen van familie, vrienden en kunstenaars alsmede een titellijst van al het drukwerk dat tussen 1989 en 2024 bij De Carbolineum Pers verscheen. 


Ik had slechts sporadisch contact met Boris per e-mail of via mijn blog. Zelden hebben wij elkaar in levende lijve ontmoet maar één van die ontmoetingen vond plaats tijdens de Amsterdam International Antiquarian Book & Map Fair 2013 in de Passengers Terminal Amsterdam. Ik werd daaraan herinnerd toen ik op bladzijde 24 van "Obrigado Boris" onderstaande foto van Nick ter Wal zag (lees zijn in memoriam) van een trotse Boris met in zijn hand "Een kerkhoflied. Laatste gedichten" (Kalmthout, 2013) van Gerrit Komrij (1944-2012). Ik bezocht die beurs en sprak natuurlijk even met hem over Komrij en over diverse bibliofiele zaken. Wat ik mij daarvan vooral herinner was zijn verontwaardigde verbazing dat hij van het kerkhoflied nauwelijks wat verkocht. Zijn verbazing deelde ik toen niet.
De Amsterdam International Antiquarian Book & Map Fair was en is nou eenmaal een evenement waar vooral het oude boek centraal staat. Ik vond zijn verkoopstand daarom meer iets voor de (toen nog) jaarlijkse 'Boekkunstbeurs' in de Leidse Pieterskerk. 


Een beetje melancholisch en geïnspireerd door de Belgische bibliofiel Jan Bib (Jan van Herreweghe), die op zijn Facebook-pagina schreef dat hij in zijn bibliotheek een vijftiental publicaties bewaart van De Carbolineum Pers, besloot ik om - net als hij - een duik te nemen in mijn collectie om eens te inventariseren wat ik in de loop der jaren verzamelde/kocht van deze bijzondere Belgische private press.
Over mijn eerste kennismaking met De Carbolineum Pers heb ik lang geleden geschreven in: "Gek geworden" (2011). Het was bij boekhandel Minotaurus in de Amsterdamse Sint Antoniesbreestraat - een piepklein winkeltje waar destijds Nol Sanders de scepter zwaaide - dat ik 'blindelings en zonder aarzeling' “De Bibliomaen” (Kalmthout, 2010) kocht. Het is een gedichtje van de Gentse stadsarchivaris en dichter Prudens Van Duyse (1804-1859), dat in een oplage van slechts 55 exemplaren bij De Carbolineum Pers verscheen en waarvan ik nummer 25 sindsdien mag koesteren.


Niet lang daarna kocht ik bij Boris Rousseeuw de eerste integrale Nederlandse vertaling van het boek van Richard de Bury: “Philobiblon” (Kalmthout, 2006), nummer 61 van de vijfenzeventig, met de prospectus.
In "Obrigado Boris" wordt deze uitgave, 208 pagina's met de hand gezet (geïllustreerd door Bram Malisse), meermaals en in diverse bijdragen genoemd als het magnum opus van De Carbolineum Pers. Toegegeven, ook ik was onder de indruk van deze zorgvuldig vormgegeven Nederlandse editio princeps, zozeer zelfs dat ik vrijwel onmiddellijk na ontvangst (en met vriendenkorting) "Lof der stront" (Kalmthout, 2000, nummer 42 van de zestig)  kocht bij mijn Haagse boekenvrienden van antiquariaat Fokas Holthuis. 


In 2012 tekende ik in op: “Sonetti Lussuriosi” (Kalmthout, 2012), een pornografische erotische klassieker van Pietro Aretino (1492-1556). Gedrukt in een oplage van vijfenvijftig genummerde exemplaren gesigneerd door beide vertalers (een getrouwe vertaling door Jan-Paul van Spaendonck en een vrijere door Geerten Meijsing), met illustraties van Jimi Dams. Mijn exemplaar - op naam - is nummer 26. Ik schreef erover in: "Met rode oortjes" (2012). Apart hierbij hoort een in rood kartonnen omslag losbladig "Naar buiten met dat nawoord!" (blz. 139 t/m 156). Dit is een van de weinige uitgaven van De Carbolineum Pers gedrukt op A4 formaat. Inmiddels kende Boris mijn blog (zoals blijkt uit zijn commentaar bij: "Avonturen met Anna") en sindsdien stuurde hij mij diverse malen een fraai gedrukte prospectus (waarover ik schreef in: "Prospectus"). Ik bewaar ze in een aparte omslag en bezit er momenteel achttien. Vaak is het een enkel dubbelgevouwen blad met houtsnede maar twee daarvan zijn met een cahiersteek gebonden in een handgemarmerd omslag. Het gaat om het prospectus voor "De liefde is gelijck een zee" (Kalmthout, 2012), 48 onbekende drank- en liefdesliederen uit de achttiende eeuw met houtsneden van Isabelle Vandenabeele en: "Nihil obstat", waarover later meer.
Overigens ontving ik bij mijn "Sonetti Lussoriosi" helaas geen prospectus, want die waren op. Boris vond een goed alternatief en stuurde me in plaats daarvan een paar bladen proefdruk. Daar wordt toch elke bibliofiel blij van!


2019 was een rijk jaar met tal van aanwinsten van De Carbolineum Pers die ik allemaal bij Minotaurus kocht. Het begon in februari met O. Uzanne: "Bibliofiele verhalen. Gekozen, vertaald en toegelicht door Frans Willem Verbaas. Met pentekeningen van Stijn Felix" (Kalmthout, 2018). Mijn exemplaar (41) is een van de vijftig genummerde exemplaren.
Het eindigde dat jaar met de diep betreurde definitieve sluiting van Minotaurus. Bij de laatste uitbater - Hans van Daalen - sloeg ik destijds in de uitverkoop mijn slag en kocht ik maar liefst drie uitgaven voor boterzachte prijsjes. Het waren achtereenvolgens: J. Goudswaard (1870-1959): "Uit het leven van een boekenleurder" (Kalmthout, 2017). Dit is een bibliofiele heruitgave met een uitgebreid en lezenswaardig nawoord van verzamelaar/hoogleraar P.J. Buijnsters. Mijn exemplaar is genummerd 12 (van de tweede serie van vijftig genummerde exemplaren). Daarnaast verwierf ik J.-K. van West (1889-1969): "De opvoeding van de bibliofielen. Kanttekeningen van een boekbinder" (Kalmthout, 2018), nummer 33 (in kartonnen band) van de eerste druk van zestig genummerde exemplaren. De derde uitgave was de "Catalogus Librorum Werbrouck. Met een inleiding van Boris Rousseeuw" (Wildert, 1997). Geheel met de hand gezet en gedrukt op geschept Zerkall-papier (nummer 18 van de vijftig Arabisch genummerde exemplaren).


In 2020 verscheen bij De Carbolineum Pers: "Ton Kok. Zestig jaar antiquaar" (Kalmthout, 2020) in twee delen in cassette in een oplage van 50 genummerde exemplaren (ik bezit nummer 13). De herinneringen van Ton (die eerder verschenen in: "De Boekenpost") gingen er als zoete koek in. In 2023 volgde het tweede en laatste deel van zijn memoires getiteld: "Stapelen en omstapelen" (Kalmthout, 2023). Wederom fraai uitgegeven in cassette, oplage 50 genummerde exemplaren (daarvan staat hier nummer 16). Ik was er snel genoeg bij en kocht ze direct bij Boris. Een eendelige publiekseditie (4de verbeterde en aangevulde druk, oplage 300 exemplaren en gedrukt bij De Buitenkant) wordt thans nog steeds bij Kok verkocht voor vijfendertig euro.

In 2021 kocht ik bij Boris de uitgave van F.B. Hotz: "Joop, Jan en meneer Ginsberg" (Kalmthout, 2021). Het gaat om de jeugdherinneringen van schrijver F.B. Hotz (1922-2000) aan de Leidse antiquariaten en leest als een trein. Oplage: 65 genummerde exemplaren met geelpapieren band in cassette (ik heb hier nummer 12 staan).

Een smakelijke uitgave die prima past bij mijn kleine verzameling met uitgaven over scatologie. Deze uitgave is prachtig verlucht met 55 originele houtsneden van Isabelle Vandenabeele. Gebonden in kalfsperkament, in foedraal (net als "Philobiblon") en gedrukt in een oplage van 50 genummerde exemplaren (het is nummer 12 op naam van Peter Simoens, van wie ik het kocht).
Was dat het? Nee! 
Toen ik voor dit stukje op zoek ging naar alle besproken uitgaven en door mijn bibliotheek en dozen dwaalde vond ik ook nog: "Request van de Antwerpse boekbinders (1756)" (Wildert, 2002). Het is nummer 55 (van de 60) in kartonnen band met cassette (29 blz.) en: "Ordonnancie ende Coustume" (Kalmthout, 2012), nummer 188 (van 190), in bedrukte kartonnen omslag met cahiersteek. De laatste uitgave is tevens de eerste van de 'Vrienden van het Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet vzw(en nieuwjaarsgeschenk voor 2013). Ik moet ze beide ergens voor 2018 hebben gekocht, mogelijk via Boris die als 'Boekengek' ook via Boekwinkeltjes uitgaven van De Carbolineum Pers verkocht. Daar bood hij overigens als hobby-antiquaar ook veel interessant oud drukwerk aan.


Kortom, in mijn bibliotheek bevinden zich thans veertien uitgaven van De Carbolineum Pers (en achttien prospectussen). Ongetwijfeld komen er in de toekomst uitgaven bij en ik zal ze hieronder in een naschrift vermelden. Hoog op mijn wensenlijstje staat bijvoorbeeld: "De Laude Scriptorum" (Kalmthout, 2009) van Johannes Trithemius (de prospectus daarvan heb ik al). Kwestie van geduld, toeval en snuffelen...

vrijdag 26 maart 2021

De bibliomanie geboekstaafd


Ik ontving een maand geleden twee exemplaren van de eerste uitgave van de Stichting Desiderata (Genootschap van boekenvrienden). Het gaat om: "De bibliomaan" (Tilburg, MMXXI), een vertaling uit het Frans van een tekst van de journalist, bibliothecaris en bibliofiel Charles Nodier (1780-1844). Een bijzonder fraaie uitgave in bordeauxrood linnen gebonden (met stofomslag) voor slechts € 29,50 euro), die ik elke bibliomaan boekenliefhebber van harte kan aanbevelen. Een gedeelte van de oplage verscheen niet in de handel. Het werd gratis verstuurd aan alle leden van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen (NGB) en bevat een ander voorwoord (nl. dat van onze voorzitter Eddy Schuyer). Van Desiderata, waarvan ik ook lid ben, ontving ik een dag later ook de publieksuitgave, met een voorwoord van Bart van Loo.


Bij het boek zit als boekenlegger (en ondanks twee leeslinten) een 'Elzevierometer', een legendarisch liniaaltje waarmee de bibliofiel in oude uitgaven van Elzevier de witmarge rondom de tekst (de zetspiegel) kon meten (hoe groter, hoe beter!). Overigens is bij deze uitgave die witmarge maar liefst tweeënhalve centimeter! Voorts is de "De Bibliomaan" rijk geïllustreerd en geannoteerd en het leest als een trein. Nu nog een plekje zien te vinden in mijn overvolle bibliotheek! Vermoedelijk denkt u nu dat ook Perkamentus een bibliomaan is maar dat berust op een misverstand, al vertoont mijn verzamelgedrag regelmatig bibliomane trekken. Deze uitgave mag dan wel Desiderata's eersteling zijn, in mijn bibliotheek is het beslist niet de eerste uitgave waarin Bibliomanie een rol speelt. Mijn nieuwe aanwinst verkeert in goed gezelschap!


Sommige leden van dit gezelschap zijn mijn trouwe lezers welbekend; zoals een in kleine oplage (150 stuks) verschenen Duitse brochure over de 'Bücher-Narr' (München, 1909) die ik liet zien in: "Boekennar en boekenwurm", waarin ik schreef over het verschil tussen een bibliomaan (een 'boekennar') en een bibliofiel (de 'boekenwurm'). Deze twee begrippen liggen dicht naast elkaar en vaak is de grens, tussen wat nog wel en wat niet meer bibliofiel of bibliomaan is, onduidelijk.

Natuurlijk(!) is dit niet de enige antiquarische uitgave over bibliomanie in mijn bibliotheek en zeker niet de meest bekende. Wereldberoemd in dit genre - en vaak de eerste uitgave waaraan boekenkenners denken als het gaat over bibliomanie - is het boek van Thomas Frognall Dibdin (1776-1847): "The Bibliomania or Book-Madness..." (London 1809).
Van deze 'primus inter pares' bezit ik twee edities. Een moderne 'print on demand' (POD) uitgave van 'Tiger of the stripe' (Richmond, 2004) van de eerste editie uit 1809 die ook de boekensneuper al eens beschreef en de antiquarisch (meest uitgebreide) editie van 1876, uitgegeven door Chatto & Windus in Londen. Er is al veel over dit boek en zijn auteur geschreven dat ook op internet te vinden is; ik zal mij dus beperken. 


De eerste editie van Dibdins beroemde boek bevatte alleen een essay van nog geen honderd bladzijden. Het verscheen naar aanleiding van een gedicht geschreven door de medicus dr. John Ferriar (1761-1815), en opgedragen aan de bibliomaniak Richard Heber (1773-1833), getiteld: "The Bibliomania" (1809).
In zijn essay geeft Dibdin eerst een kort overzicht van beroemde boekenverzamelaars die het slachtoffer werden van bibliomanie. Vervolgens noemt hij de verschillende symptomen die wijzen op deze ziekte: "Symptoms of this disease are instantly known by a passion for 
I. Large Paper Copies, II. Uncut Copies, III. Illustrated Copies, IV. Unique Copies, V. Copies printed upon Vellum, VI. First Editions, VII. True Editions, VIII. A general desire for the Black Letter". Tot slot geeft hij aan hoe bibliomanie valt te genezen: "I. Reading useful works,
II. Reprints of scarce and valuable works, III. Editing our best ancient Writers, IV. Erections of public institutions" en "V. Encouragement of Bibliography".


Latere edities van Dibdin's werk bevatten zes extra hoofdstukken ("The Evening Walk, The Cabinet, The Auction Room, The Library, The Drawing Room" en "The Alcove") in de vorm van (tamelijk saaie) bibliografische dialogen tussen Dibdin (onder pseudoniem) en zijn vrienden (idem) waardoor het boek uiteindelijk met honderden pagina's groeide (de 1876 editie bevat ruim 600 pagina's!). Zijn roem dankt het boek niet aan deze dialogen maar aan de voetnoten daarbij. Die zijn vaak zo uitgebreid dat ze op vele bladzijden het grootste gedeelte uitmaken van de tekst. Ze bevatten talrijke fascinerende anekdotes over echte bibliomanen, uitgebreide beschrijvingen van hun boeken en collecties (en de prijzen die de boeken na hun dood op de veiling opbrachten) plus verhalen en anekdotes over opmerkelijke (vaak excentrieke) bibliothecarissen en bibliografen.

Veel minder bekend maar onder bibliofielen minstens zo begeerd is het boekje van
F. Somner Merryweather: "Bibliomania in the Middle Ages. Or, Sketches of Bookworms - Collectors, Bible Students - Scribes - and Illuminators, from the Anglo Saxon and Norman Periods, to the Introduction of Printing Into England; with Anecdotes, Illustrating the History of the Monastic Libraries of Great Britain, in the Olden Time" (London, 1849). In mijn bibliotheek staat de eerste editie van dit interessante (in eigen beheer uitgegeven en vaak herdrukte) werk in zijn originele linnen blind gestempelde band. Merryweather was net als Perkamentus een bibliofiel en een antiquarius, wat duidelijk blijkt uit zijn voorwoord.

"To him who feels no interest in the things of the past, who thinks it worthless and unprofitable to inquire into the ways and habits of the old time before us, I fear my book will be a dull volume to his mind, and receive but harsh censure at his hand. Can the reader view a grey old ruined pile, some crumbling fabric over which the ivy grows triumphantly and fast, as if striving to hide from mortal eyes the decay upon which it gloats; can he look upon so sad a picture and find no interest awaken? If so, I fear he will find but little pleasure in a page of mine.

Can he hold in his hand a manuscript, whose dazzling illuminations mark the labour some poor old monkish student bath bestowed upon it in times long gone by; and feel no delight and rapture as he turns back its crackling leaves? If he finds none then, he will gain none from a page of mine!
Can he enter a Gothic village church, on whose dull walls are preserved tablets, which bear down to posterity the virtues and honours of the humble forefathers of that quiet hamlet-or on whose oaken cornices are engraven the rude images that flashed through the brain of some neglected genius of obscure birth, and not feel an interest all absorbing, in pondering on these remains of ancient art? If he does not, I fear he will find but little pleasure in a page of mine. For I am one of those who love to seek knowledge in the black lettered folio, and luxuriate in exploring the membraneous volumes of a monastic age--who love to wander in quiet though among the ruined relics of other days, and delight to glean wisdom and content from the antiquities of a peaceful village sanctuary, and whose very soul is on fire when in the midst of a library, rich with the literature of old.
Reader; I have sketched my portraiture; if the expression be ungainly, let us part company at once".

Ed Schilders besteedt in zijn lezenswaardige: "Vergeten boeken, literaire curiosa en rariora, boekenvrienden en bibliomanen" (Amsterdam, 1986) in een heel hoofdstuk aandacht aan de uitgave van Somner Merryweather ("Twaalf maten gerst en een lijkkleed"). Het boek leest volgens hem: "als een avonturenroman uit de hoogtijdagen van de Romantiek. Plunderende barbaren, brandende kloosters, teruggevonden bibliotheken, strooptochten door heel Europa op zoek naar boeken, redding, verlies, onbetrouwbare leners en ijverige monniken die jarenlang werken aan één nieuw exemplaar van de Bijbel. Er zijn veel bibliografische gegevens beschikbaar over de vroegste Westeuropese perioden van het boekenbedrijf, maar ik ken geen schrijver die het leven met en voor boeken tussen vijf en vijftienhonderd zo tastbaar heeft gemaakt als Merryweather". 


Bibliomanie mag dan een verschijnsel zijn van alle tijden, in de middeleeuwen was men in kloosters vrijwel uitsluitend om de inhoud geïnteresseerd in manuscripten. De teksten werden gekopieerd en eventueel verlucht, en de verzamelde informatie en kennis, werd onderdeel van de kloosterbibliotheek. Manuscripten/boeken hadden vooral een praktisch nut en doel bij de uitvoering van religieuze taken, praktijk der devotie, studie of werkzaamheden. Ook tijdens de Renaissance ging het in de eerste plaats om de inhoudelijke informatie. Humanistische bibliofielen als Poggio Braccolini (1380-1459) graasden talloze stoffige kloosterbibliotheken met vroegchristelijke afschriften af op zoek naar verloren gegane teksten van Klassieke auteurs. 

Moderne bibliomanie (evenals het woord zelf) vindt zijn oorsprong in de achttiende eeuw met als hoogtepunt de negentiende eeuwse bibliomaan. Voor hem (de vrouwelijke bibliomaan is zeldzaam!) ging het vaak om het boek als begeerlijk object met bijzondere kenmerken zoals de fraaie band, de verzorgde typografie, bijzondere (gekleurde) illustraties of zeldzame afwijkende papiersoorten en -formaten. In zijn meest extreme vorm beperkte de boekenliefde zich tot het boek als (luxe) object. 


Een vurig pleidooi tegen de 18e-eeuwse bibliomaan, die zich vaak ontpopt als een bibliotaaf en uitsluitend boeken stapelt is de uitgave van L. Bollioud-Mermet: "De la Bibliomanie" (Paris, 1865). De eerste druk verscheen al in 1761. Mijn exemplaar (nr. 127), fraai gebonden in rood leer, is één van de 150 exemplaren op vergé papier van de tweede oplage van de herdruk in 1866. Uitgegeven in duodecimo door de "Academie des Bibliophiles. Société Libre pour la publication à petit nombre de livres rares ou curieux". Zowel de oorspronkelijke uitgave als de herdruk zijn zeldzaam. 


We laten Bollioud-Mermet nog even zelf aan het woord: "Concluons de tout ce que j’ai dit, que la Bibliomanie est le comble du ridicule pour ceux qui n’ont ni les dispositions ni la volonté de faire un usage sérieux des livres; que pour les gens d’étude et les connoisseurs, c’est une superfluité déraisonnable que de rassembler toutes les facultés, toutes les matières qu’un seul homme ne sauroit cultiver ; que ces collections, portées jusques au luxe et à la magnificence, sont l’effet d’un amour excessif du merveilleux et l’objet d’une prodigalité condamnable et ruineuse; que ce goût bizarre et libertin, qui fait donner la préférence à certains ouvrages où tout respire la frivolité et la licence, est un travers d’esprit odieux et méprisable, un dérèglement de cœur consommé, digne de la rigueur des lois et des anathèmes. Quiconque sera une fois bien convaincu de toutes ces vérités avouera que la destination primitive des livres est diamétralement opposée à tous ces excès ; qu’ils sont faits pour éclairer notre âme, pour corriger nos mœurs, et non pour les séduire et les pervertir; que leur véritable valeur ne dépend ni de leur grand nombre, ni des ornements qui les parent, mais seulement des choses utiles ou agréables qu’ils renferment. Contentons-nous donc de recueillir ceux que la brièveté de la vie et la portée de nos talents nous permettent de lire. Joignons-y encore ceux que les diverses fonctions de notre état nous obligent de consulter. Préférons la qualité bien choisie à la quantité superflue. Les plus précieux en apparence, et les plus richement ornés, sont souvent les moins instructifs.
Des éditions correctes, des reliures durables, doivent borner notre ambition" (blz. 74/75).  
Aldus de auteur die benadrukt dat wij ons niet moeten laten misleiden door te denken dat die prachtig opgetuigde bibliotheken zijn gebaseerd op respect voor de literatuur noch dat het op een voetstuk plaatsen van rijkelijk uitgevoerde titels een aanbidding of eerbetoon is aan de schrijvers. Niets daarvan! Het zijn louter trofeeën en triomfbogen voor de bibliomaan ter meerdere glorie van zijn merkwaardige ziekte ijdelheid!


Ter afsluiting nog wat klein grut uit mijn dozen met klein en/of marginaal drukwerk.
Wat dacht u van mijn exemplaar ('Hors Commerce') van het - in een oplage van veertig stuks - verschenen gedicht: "Bibliomanie of boekenliefde", van (bibliomaan) Boudewijn Büch (1948-2002) en: "De Bibliomaen", van Prudens Van Duyse (1804-1859), waarvan slecht 55 exemplaren zijn gedrukt door de Belgische Carbolineum Pers? Ik heb ze beiden al eens eerder op mijn blog getoond (hier en hier).


Van Gustav Flaubert (1821-1880) bezit ik uiteraard diens korte verhaal: "De Bibliomanie", een in linnen gebonden luxe-exemplaar (één van de tweehonderd), geïllustreerd en gesigneerd door de illustrator Kurt Löb (1926-2015) en uitgegeven door De Mandarijn (Gorinchem, 1982). Hierin maken we kennis met Giacomo een boekverkoper in Barcelona; "Hij was zwijgzaam en in zichzelf gekeerd, somber en droefgeestig. Hij had maar één gedachte, één liefde, één harstocht: boeken. En deze liefde, deze hartstocht verteerde hem innerlijk, versleet zijn dagen en verslond zijn bestaan".


Van deze uitgave bestaat overigens ook een gewone ongebonden editie die voor luttele euro's wordt aangeboden op diverse antiquarische websites. Schaarser is: "A Gentle Obsession" met acht gedichten over Bibliomanie geschreven door Eugene Field (1850-1895), uitgegeven in een beperkte oplage van 200 stuks, door Kopwit (Leiden, 2007).
Hierin staan ondermeer: "The Bibliomaniac's Prayer" en "The Bibliomaniac's Bride"... 

"The women-folk are like to books -
Most pleasing to the eye,
Whereon if anybody looks
He feels disposed to buy."


We eindigen dit overzicht met twee moderne - nog steeds goed verkrijgbare - Engelstalige publicaties, die vermoedelijke bij elke serieuze boekenliefhebber in de kast staan.
Vlot geschreven zijn alle boeken van journalist Nicolas A. Basbanes maar zijn meest bekende is wel: "A Gentle Madness. Bibliophiles, Bibliomanes, and the Eternal Passion for Books" (New York, 1995). De focus ligt op de Engels/Amerikaanse boekenwereld, bibliofilie en bibliomanie en het bevat veel informatie over hoe verzamelaars en bibliotheken overzee te werk gingen bij hun jacht op boeken (op het Europees continent). 


Klassiek inmiddels is: “The anatomy of bibliomania” (London, 1930) van Holbrook Jackson (1874-1948). Daarvan bestaan diverse heruitgaven zoals die van mij uit 1981.
Het is een rijk compendium van auteurs en publicaties (door de eeuwen heen) over de boekenliefde in al zijn vormen, gelardeerd met honderden citaten en talrijke verwijzingen. Verschillende hoofdstukken gaan over Bibliomanie en wat hij daarover vond in diverse uitgaven van bekende boekenliefhebbers.


Bij het bladeren door de auteursindex kwam ik ook de naam van Charles Nodier tegen met een paar verwijzingen. "Charles Nodier loved books, but he was no bibliomane ordinaire, with him love was keen, active, persevering, passionate, and always directed and animated par le goût le plus fin, le discernement le plus exquis et le plus délicat, the finest taste and the most exquisite and delicate discrimination", aldus Holbrook Jackson (blz. 602). Echter geen zin en geen citaat uit -, noch maar één woord over "Le Bibliomane" en die goeie Théodore. Zelfs geen derde linie! Hoe onterecht dat is kan iedere boekenliefhebber nu zelf constateren dankzij die fraaie (her)uitgave van de Stichting Desiderata.