vrijdag 14 februari 2020

'Ten eersten sal hy hebben een fraeye hantplacke'


"'t Is nu omtrent de zestig jaren,
immers van den beginne der eeuw,
dat, ten spijte van wijs geschreeuw,
Meester Plak, die het wist te klaren
met de knapen, stug en stout,
afgedankt wierd, als te-oud."
(Uit: "Plak en trommelstok", in Prudens van Duyse's 'Nazomer, Gent 1859, bl. 168).

Perkamentus is een antiquarius; liefhebber van oudheden al gaat mijn aandacht meestal uit naar bijzonder drukwerk. Dat neemt niet weg dat ik - als zich de gelegenheid voordoet - ook graag tussen antieke voorwerpen snuffel op markten en in winkels. De kans dat ik daar wat koop is overigens bijzonder klein, tenzij...

Sinds hier de metrolijn (51) wordt omgebouwd tot sneltram (Amstelveenlijn) - en mijn directe verbinding met Amsterdam centrum dus tijdelijk buiten werking is - pak ik wel eens de bus naar de Elandsgracht om zo over de grachten de stad in te lopen. Soms loop ik dan even binnen bij Antiekcentrum Amsterdam (voorheen 'De Looier'). De talloze vitrinekasten van evenzoveel handelaren (professioneel, amateurs en liefhebbers) bevatten een bonte mengeling van antiek, kitsch, bric-à-brac, brocante, vintage en curiositeiten uit alle tijden en van allerlei soort. De meeste kasten puilen uit en het kost tijd om alle voorwerpen, groot en klein, in je op te nemen. Kortom; ik ben er meestal wel een paar uurtjes zoet.


Anton Snepvangers (Anton's antiek) is een handelaar met een aparte stand die ook op de Noordermarkt staat en al lang in antiek handelt. Het was bij hem dat ik, half verscholen onder een dierenschedel, een voorwerp zag liggen dat mijn aandacht trok.
Nadat ik door mijn knieën was gezakt om het door de glasplaat van de vitrinekast nader te bekijken zag ik wat het volgens mij was. Een school- of handplak, maar dan wel een heel bijzondere!

Een hardhouten school- of handplak werd tot in de negentiende eeuw op school door de onderwijzer gebruikt als (lijf)strafmiddel. Het jeugdige slachtoffer kreeg er (vaak meerdere) rake klappen mee op de vlakke open hand, zoals u hierboven kunt zien op een schilderij van Jan Steen (1626-1679). Volgens de zestiende eeuwse schoolmeester Dirck Adriaensz. Valcoogh behoorde een 'fraeye hantplacke' tot de standaarduitrusting van elke onderwijzer en ze waren dan ook eeuwenlang overvloedig aanwezig in talloze dorps- en stadsscholen. Na de invoering van het verbeterd onderwijs, begin negentiende eeuw, en de schoolwet in 1806 verdween de plak geleidelijk uit de klaslokalen. Dat kwam ook omdat de nieuwe schoolwet voorzag in de installatie van schoolopzieners en die voerden vaak fel campagne tegen oude lijfstrafmiddelen als roede en plak. Van de Groningse schoolopziener (later hoogleraar) Theodorus van Swinderen (1784-1851) is bijvoorbeeld bekend dat hij in 1815 de schoolplakken die hij tegenkwam verbrandde. In 1820 werden lijfstraffen op scholen landelijk verboden.


In de tweede helft van de negentiende eeuw behoorden de plak al tot een - min of meer - grijs verleden zoals te lezen is in: "Kijkjes in de oude schoolwereld" (Leiden, z.j. [1870/1872]) geschreven door mijn boekenplankheld Jan ter Gouw (1814-1894). In het eerste deeltje over oude scholen schreef hij: "De strafmiddelen der oude scholen waren meestal van gevoeligen aard en sommige nog al kras. Het thans levende geslacht kent ze niet meer, en 't was daarom voor velen verrassend, toen zij die, vóór een tiental jaren op de Tentoonstelling voor Onderwijs te Amsterdam (1860), nog eens terugzagen" (blz. 30).
Volgens de catalogus van deze tentoonstelling waren er maar liefst elf houten plakken te zien, afkomstig van particulieren uit heel het land.
"Menigeen was er, die wel veel van het plak-systeem gehoord, en er over meê gepraat, maar nog nooit een echte plak gezien had, en er hier voor 't eerst kennis meê maakte. Elf lagen er op een rij! - dit getal elf was geheel toevallig en zonder eenige toespeling! En 't mogt zelfs verwondering baren, dat we er nog zooveel bij elkander gekregen hadden, die bij toeval moesten ontkomen zijn aan 't S. Maartensvuur dat in 't begin dezer eeuw, van al de schoolplakken die er te vinden waren, bij 't inwijdingsfeest van 't verbeterd onderwijs, gestookt is.
Elf echte oude plakken! De staven van kommando der helden die niet meer zijn, maar op wier veelbeteekenend wenken eenmaal zelfs de Trompen en De Ruyters gesidderd hebben!
Elf oude plakken! Schepters van vervallen mogendheid, even gevreesd weleer en even magteloos nu als de lelieschepter der Bourbons en de leeuw van St. Markus! 'Men moet niet denken', zegt een geestig schrijver, dat de plak maar een ruw stuk hout is, om kinderen meê te knouwen; het is een symbool; het moet een fraaije handplakke zijn. Het knikken, het neigen, het wijken, het beven, het huppelen, het draaijen, het zwieren, het rusten van dien schepter in de hand des Meesters regeert geheel het schoolorkest, en geeft de maat aan voor het leeren der kinderen; maar is tevens meer dan dirigeerstok: hij kommandeert niet slechts, hij waakt ook preventief en repressief zooveel hij kan; hij stelt ook eene bestrijding en een begin van strafoefening in". (blz. 33/34).


Talloze (gehate) schoolplakken moeten er zijn verdwenen in het vuur. Tegenwoordig is het een zeldzaam object en enkel in (school)museumcollecties bevinden zich exemplaren. Nimmer kwam ik ze tegen in de antiekhandel, tot die bewuste dag in het Antiekcentrum Amsterdam. Maar er was meer aan de hand, want de schoolplak die ik daar ontdekte was niet een ruwe 'boerenplak', gemaakt van hardhout, maar sierlijk gesmeed van geel koper!
Ik besloot om mijn gevoel te volgen en het curiosum aan te schaffen. Voor € 45,- euro werd ik de nieuwe eigenaar en dat is een spotprijsje voor een dergelijk museumstuk.


Thuisgekomen bekeek ik mijn nieuwe aanwinst nog eens goed. Mijn geel koperen hand- of schoolplak is bijna 37 centimeter lang. De platte schijf is enigszins ovaal met een diameter tussen de 9 a 10 centimeter. Het uiteinde van de steel is duidelijk gesmeed tot handvat met een sierknop die qua vorm lijkt op een gestileerde 'fleur de lis'. De schijf is aan de steel bevestigd met een soort 'rattenstaart' zoals je die ook wel ziet op de lepelbak van zeventiende en achttiende eeuwse eetlepels.

Wat zou er op internet te vinden zijn? Met wat 'Googelen' op trefwoorden deed ik vrij snel een verrassende ontdekking.
Op de website '100 jaar orthopedagogiek' trof ik onder het jaartal 1801 een aantal zwart-wit illustraties aan van antieke schoolattributen waaronder de afbeelding van een identieke schoolplak.

Die afbeelding bleek afkomstig uit een publicatie van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen: "150 jaar onderwijsverslaggeving. Herdenkingsuitgave 1966" ('s-Gravenhage, 1967). In de tekst hierbij las ik: "SchoolplakMet deze plak kon de onderwijzer de daarvoor in aanmerking komende leerling de 'verdiende' slag op diens vlakke hand geven, waarbij de 'pedagoog' zijn eigen hand kon sparen. Het hier afgebeelde exemplaar is gemaakt van geel koper en heeft een lengte van 36 cm.". Als bron werd opgegeven: Schoolmuseum Amsterdam (foto gemaakt door het Nederlands Openluchtmuseum Arnhem).

Het schoolmuseum Amsterdam werd opgericht in 1877 en opgeheven in het midden van de jaren zestig. De boekencollectie en archivalia bleven in Amsterdam en berusten thans in het Allard Pierson (Archiefnr. UBA636). De collectie van de 'Oude School' (alle antieke objecten) ging via het schoolmuseum in Utrecht naar het Nationaal Onderwijsmuseum in Rotterdam. Dat sloot in 2012 zijn deuren en verhuisde naar Dordrecht.


Ik besloot contact op te nemen met het Nationaal Onderwijsmuseum om beide exemplaren eens goed te vergelijken. In Dordrecht had men echter alleen enkele houten schoolplakken in de collectie... Waar was dit bijzondere object gebleven? De oud conservator werd benaderd en opperde de gedachte dat mijn exemplaar wellicht hun exemplaar was, ontvreemd uit de collectie ergens tussen alle verhuizingen door. Tevens meende hij zich te herinneren dat het Noordbrabants museum ooit een metalen plak had uitgeleend voor een tentoonstelling over straffen en belonen...

Zijn eerste gedachte kon ik eenvoudig weerleggen. Mijn exemplaar verschilt zichtbaar op diverse punten met het exemplaar op de zwart-wit foto. Het meest opvallende verschil is de aanhechting van de schijf op de steel. Bij het exemplaar op de foto lijkt de schijf (met een opvallend kruis!) direct op de sierknop te zitten. Bij mijn exemplaar zit daar meer ruimte tussen. Mijn aanwinst is ook wat langer, net geen 37 centimeter.


Wat zijn tweede gedachte betreft. Het Noordbrabants museum heeft geen metalen schoolplak in de collectie (en ook nooit gehad), maar verwees mij naar een tentoonstelling bij hen in 1997 en de daarbij verschenen catalogus waarin twee schoolplakken staan afgebeeld, waaronder één van metaal. Meteen bestelde ik via Boekwinkeltjes de catalogus samengesteld door Ch. de Mooij en B. Kruijsen: "Kinderen van alle tijden. Kindercultuur in de Nederlanden vanaf de middeleeuwen tot heden" (Zwolle, 1997). Inderdaad, op bladzijde 157 vond ik wat ik zocht (afbeelding 172, 'schoolklap' i.p.v. schoolplak).
De zwart-wit foto was volgens mij identiek aan de dertig jaar eerder verschenen foto in de publicatie van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De verwijzing daarbij: 'Arnhem, Nederlands Openluchtmuseum' leek mij daarom correct, maar ik twijfelde....
Wat had nou precies deel uitgemaakt van die tentoonstelling? Die foto of toch de schoolplak zelf? Dat laatste leek mij niet logisch, anders had men toch wel een moderne kleurenfoto geplaatst?
Ik stuurde een informatieverzoek naar het Nederlands Openluchtmuseum en kreeg tot mijn verbazing het bericht terug dat het object (onder nr. NOM.7317-47) in hun collectie zat!


Behalve een kleurenfoto van hun exemplaar ontving ik ook een scan van de originele inventariskaart waaruit onomstotelijk bleek dat zij deze 'schoolklap' al in 1947 hadden gekocht van een particulier uit Soest (provincie Utrecht).
De verwijzing in de publicatie van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen uit 1967 naar het Amsterdamse schoolmuseum waarmee mijn zoektocht begon (b)leek een geslaagde mystificatie. Zij hadden ten behoeve van die uitgave destijds kennelijk een zwart-wit foto geleverd gemaakt door het Nederlands Openluchtmuseum, maar het object zelf nooit in hun bezit gehad. Daarmee was het raadsel van de 'verdwenen' schoolplak opgelost.


Wat kunnen we - tot slot - over deze bijzondere voorwerpen zelf zeggen?
Wat de ouderdom betreft; de barokke stijl van het handvat en de steel met knopen doen mij denken aan de stam van koperen kandelaars eind zeventiende-, begin achttiende eeuw. Het lijkt mij duidelijk dat beiden door dezelfde koperslager moeten zijn gemaakt. Dat er thans twee exemplaren bekend zijn is naar mijn mening ook veelzeggend. Dat sluit uit dat het gaat om een uniek object gemaakt voor een bepaalde gelegenheid (bijvoorbeeld als ereteken of t.g.v. een jubileum) of met een specifiek doel (bijvoorbeeld als uithangteken voor een onderwijzer of school; zoals de gevelsteen met gekruiste plak en gard uit de Amsterdamse Gravenstraat). Meerdere identieke exemplaren suggereert niet alleen een werkelijk gebruik als schoolplak, maar bovendien één gebruiker/opdrachtgever. Dat zal gezien de luxe uitvoering in duur materiaal, geel koper in plaats van hardhout, geen armlastig dorpsschooltje in de provincie zijn geweest. Ik denk dan eerder aan een bijzondere (Hollandse) grootstedelijke onderwijsinstelling, zoals bijvoorbeeld de Amsterdamse Latijnse school op het Singel. Veel meer valt er niet te zeggen. De precieze historische herkomst blijft voorlopig in nevelen gehuld...


Naschrift

In december 2021 dook er in Amsterdam bij Zwiggelaar Auctions (veiling 26, lot 1856) een derde geelkoperen schoolplak op. Een ander model dan de hierboven beschreven exemplaren, met een vergelijkbare lengte van 37,5 centimeter en een platte schijf met een diameter van 9 centimeter. Een vermoedelijk wat jonger exemplaar gezien de minder barokke uitvoering van de greep (tweede helft 18de eeuw?). Deze unieke plak bracht € 220,- euro op (excl. veilingkosten) en werd gekocht door het streekmuseum Jan Anderson in Vlaardingen.

maandag 3 februari 2020

Het jaar geboekt, januari 2020

In de rubriek 'Het jaar geboekt' (zie tabblad bovenaan) houd ik bij wat ik gedurende het lopende jaar per maand bij elkaar verzamel. Na afloop van de maand verplaats ik de lijst met aanwinsten naar de startpagina c.q. homepage en geef ik 'de cijfers'. In de rubriek blijven de voorgaande maand(en) als hyperlink aanwezig. Raadpleeg dus regelmatig de nieuwe rubriek om te zien of er aanwinsten zijn bijgekomen (of wacht op het maandoverzicht).

Januari 2020; de cijfers...

Totaal aantal objecten: 15.
Gekocht: 13.
Gekregen: 2.

Totaal uitgegeven: € 244,70 euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 13 is gemiddeld: € 18,82 euro per object.

Via Boekwinkeltjes: 4 (12, 13, 14, 15).
Via kringloopwinkel: 2 (2, 3).
Via (online) antiquariaat: 4 (4, 7, 9, 10).
Via Marktplaats: 3 (1, 8, 11).

Modern: 3 (2, 3, 15).
Old & rare: 10 (1, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14).
Marge & klein bibliofiel drukwerk: 2 (5, 6).

Januari 2020: de aanwinsten...

1. C.T. Stork: "De Twentsche katoennijverheid. Hare vestiging en uitbreiding" (Enschede, 1888, 2de druk). In april 1888 verscheen de eerste druk, in juni de tweede! Desondanks een nu antiquarisch zeldzame autobiografie van (nog steeds!) Nederlands jongste ondernemer ooit; Charles Theodorus Stork (1822-1895). Fraai bewaard gebleven brochure in originele omslag. Gekocht op Marktplaats voor € 20,- euro (incl. verzendkosten).


2. A. Hendriks & J. van Velzen: "Van de Montelbaanstoren naar het Minervaplein. Nieuwe en oude Joodse buurten in Amsterdam 1900-1944" (Amstelveen, 2004). Mijn eerste kringloopvondst in 2020 voor € 1,75 euro. Ik bezit al een hele reeks fotoboekjes van Joods Amsterdam. Ze geven een fraai beeld van thans geheel verdwenen straten en buurten en een kleurrijk straat- en volksleven.


3. P. de Rooy (red.): "Waakzaam in Amsterdam. Hoofdstad en politie vanaf 1275" (Amsterdam, 2011). Kringloopvondst voor € 4,50 euro. Mooi en overvloedig geïllustreerd overzicht van Amsterdamse justitiedienaren door de eeuwen heen. Voor mijn collectie boeken over de hoofdstad.


4. R. Feith: "Het Graf, in vier zangen" (Amsterdam, MDCCXCII [1792]). Eerste druk, gebonden in halfleer, (15) 105 bladzijden. Titelpagina met vignet evenals de kop- en sluitvignetten bij de vier zangen door Reinier Vinkeles (1741-1816). Volgens de 'Vaderlandsche Letteroefeningen' (1824) was 'Het Graf' een monument van ‘oud-vaderlandsche deugd en godsvrucht’. Het was blijkens het aantal vertalingen ook één van Rhijnvis Feith's populairste gedichten. Gekocht bij De Slegte Amsterdam voor € 75,- euro.


5. R. van Vliet: "Ondergronds Leiden (1781)" (Leiden, 2019). Nieuwjaarsuitgave gedrukt voor vrienden en relaties van antiquariaat Klikspaan. Perkamentus ontving nummer 61 (van de 250).


6. Sandra Rottenberg: "Lungta Windpaard" (Amsterdam, 2020). Koppermaandaguitgave (gekregen) van Drukkerij/Uitgeverij De Buitenkant. Sandra Rottenberg in gesprek met Jo De Baerdmaeker. Oplage 700 exemplaren 'niet in de handel'. Bevat een losse afdruk van een houtgravure (xylografie) met het Tibetaanse windpaard voor het drukken van gebedsvlaggetjes. Smaakvol omslagontwerp door Hansje van Halem.


7. Portretgravure van Mr. Rhijnvis Feith gegraveerd door L.A. Claessens (1763-1834) naar een tekening door Pelletier. Dit portret verscheen bij de uitgave van het eerste deel van Feith's "Oden en Gedichten" (Amsterdam, 1796-1815). Gekocht bij antiquariaat De Zilveren Eeuw voor € 34,50 euro (incl. verzendkosten). Het portret (F. Muller 'Beschrijvende catalogus van 7000 portretten van Nederlanders', nr. 1649.c., proefdruk voor de letter, zonder de naam van de geportretteerde in het kader er onder) is toegevoegd (zoals ik wel vaker doe) aan aanwinst van deze maand!


8. J. Renswoude: "De avonturen van een Nederl. wereldreiziger als Volendammer" (Utrecht, 1929). Gekocht via Marktplaats voor € 7,73 euro (incl. verzendkosten). Zeldzame (bizarre) brochure over het echtpaar Renswoude dat besluit een 'Tour de France' te maken in Volendamse klederdracht. WorldCat kent dit boekje niet maar wonderlijk genoeg wel: "De avonturen van de twee Nederl. wereldreizigers als Volendammers gekleed, die per fiets van Holland naar Spanje en terug zijn geweest binnen den tijd van één jaar" (Utrecht, 1927)! Vermoedelijk een door henzelf uitgegeven brochure.


9. J.J. Hesseling: "Zaaiend het zaad. Straatprediking en colportage-arbeid" (Amsterdam, 1919, 2de druk). Een aantal verhalen ('schetsen') over de Amsterdamse colporteur Nico Baas overgenomen uit het blad 'De Standaard' van 28 maart, 4, 11, 18, 25 april en 2 en 16 mei 1918). Hesseling was bij dit blad redacteur-uitgever. Samen met nummer 10 gekocht bij antiquariaat Boek & Glas voor € 36,64  euro (incl. verzendkosten).


10. Piet (A.) Kasteel: "R.K.-gilde van de klare waarheid (straatsprekers) Amsterdam. Ontstaan, werk en werkwijze" (Amsterdam, 1926). Uitgegeven bij gelegenheid van het eerste Lustrum (1921-1926). 


11. "Kleine excursies om Amsterdam" (Amsterdam, 1919). Laatste en meest uitgebreide van de gidsjes die van 1915 t/m 1919 verschenen toen het buitenlands toerisme door de Eerste Wereldoorlog vrijwel onmogelijk was. Zeldzaam! Gekocht op Marktplaats voor € 16,14 euro (incl. verzendkosten).


12. C.R. van Lelyveld: "Kanon, de bijbelcolporteur" (Nijmegen, z.j. [1901]). Gekocht via Boekwinkeltjes voor € 8,50 euro (incl. verzendkosten). Zeldzame uitgave over een kleurrijke bijbelcolporteur in Drenthe en omgeving


13. J. Esser: "Straatprediking" (Nijmegen, z.j. [1896]). Gekocht via Boekwinkeltjes voor € 6,60 euro (incl. verzendkosten). Verhalen en ervaringen van de pionier onder de straatpredikers/straatsprekers.


14. N. Baas: "Schepen zonder Anker" (Kampen, z.j. [1925]). Gekocht via Boekwinkeltjes voor € 20,40 euro (incl. verzendkosten). Korte schetsen uit het Amsterdamse volksleven over (fictieve?) personen, geschreven door de bijbelcolporteur N. Baas.


15. Ch. de Mooij & B. Kruijsen: "Kinderen van alle tijden. Kindercultuur in de Nederlanden vanaf de middeleeuwen tot heden" (Zwolle, 1997). Gekocht via Boekwinkeltjes voor € 12,94 euro (incl. verzendkosten). Gekocht omwille van de afbeelding van een bijzondere geel koperen hand- of schoolplak (blz. 157) waarover ik uitgebreid hier schreef.