vrijdag 26 april 2019

Het huwelijksformulier van Mulisch uit 1795


Op 3 december 1971 werd in Amsterdam het huwelijk gesloten tussen Harry Mulisch (1927-2010) en Sjoerdje Woudenberg. Voor Harry had het allemaal niet gehoeven en "ook van Sjoerdje hoefde het niet, maar ik vond dat ik nu maar eens de consequenties moest nemen. Niet uit burgerlijkheid, maar uit een soort van rituele bezegeling".
Het werd een historisch ritueel maar of het allemaal wel rechtsgeldig was gegaan daar had hij zo zijn twijfels over. "Overigens heeft Han Lammers mij getrouwd volgens het trouwformulier van de Bataafse Republiek. Dat heeft namelijk een veel vrijgevochtener tekst dan dat van nu. De vrouw hoeft daarin niet ondergeschikt te zijn aan de man. Dat formulier heeft hij uit de archieven opgesnord en op die tekst zijn wij getrouwd. Het huwelijk is dus misschien helemaal niet geldig" (uit: M. Mathijsen: "Het voorbestemde toeval. Gesprekken met Harry Mulisch" (Amsterdam, 2002, blz. 125).


Heeft Mulisch een kopie van zijn historische trouwformulier gekregen?
Wie weet, maar het is hem wel bijgebleven want jaren later zou hij tekstgedeelten ervan verwerken in zijn boek: "De ontdekking van de hemel" (Amsterdam, 1992). Uit de citaten, in het hoofdstuk 'De bruiloft', blijkt overigens (dankzij een overgenomen spelfout) dat bij zijn eigen huwelijksvoltrekking het exemplaar is gebruikt dat thans (of ook) in de collectie van het Rijksmuseum ligt.

De Bataafse Republiek die tussen 1795 en 1806 bestond zorgde voor een aantal grote politieke en staatsrechtelijke veranderingen maar ook op het gebied van de mensen- en burgerrechten werden voor het eerst uitgangspunten geformuleerd en op papier gezet. Eén van de veranderingen was de invoering van een "Formulier, zoals het by het Trouwen op het Huis der Gemeente te Amsteldam, sedert de heuchlyke Revolutie van den 19 January 1795, in gebruik is" (Amsterdam, 1795). Huwelijken werd voordien, behalve in de kerk, voltrokken voor de schepenbank op het stadhuis en volgens de geldende regelgeving of het desbetreffende egt-regelement. Na de Bataafse omwenteling werd op 19 januari 1795 de schepenbank opgeheven. Voortaan werden huwelijken voltrokken voor het 'Comité van Justitie'.


Enkele weken geleden kon ik een origineel Bataafs trouwformulier via Marktplaats bemachtigen voor nog geen tien euro en dat is (veel te) weinig geld voor dergelijk zeldzaam efemeer drukwerk.
De uitgave, die voorkomt in Frederik Muller 'Nederlandse Historieplaten' (nr. 5334), zal mogelijk ook nog wel in enkele archiefbewaarplaatsen te vinden zijn, maar in online openbare collecties vond ik maar twee exemplaren. Eén Groningse variant (dat zich thans in de Koninklijke Bibliotheek bevindt, zie ook de STCN) en de eerder gemelde Amsterdamse uitgave in de collectie van het Rijksmuseum.
Het Groningse exemplaar, dat in navolging van Amsterdam werd gebruikt en vermoedelijk pas werd gedrukt na oktober 1796, lijkt meer op een pamflet, telt vijf bladzijden, en is hier te bekijken op Google Books. Het is een echte overheidsuitgave zonder franje.

Mijn exemplaar, een enkelzijdig bedrukt klein foliovel, is uitgegeven door de Amsterdamse boekhandelaar Jan Verlem (1750-1823). Die had als Patriot en verkoper van het anti-Orangistische: "Het leven van Willem den V" (Duinkerken, 1791) gevangen gezeten van september 1791 tot januari 1795. Bij thuiskomst trof hij zijn vrouw en winkel in de Warmoesstraat in erbarmelijke toestand aan maar kennelijk kon hij nog in hetzelfde jaar drukken, uitgeven en verkopen.
Verlem's formulier verschilt op enkele punten met het exemplaar in de collectie van het Rijksmuseum, dat een ander sierkader heeft en anoniem werd uitgegeven. Behalve het ontbreken van de drukfout 'dem' i.p.v. 'den' in de cursieve aanhef, zijn er ook twee tekstverschillen; 'uitzichten' i.p.v. 'inzichten' in de tweede regel van de tekst en bijna onderaan staat direct onder 'Geeft elkander de rechter hand' niet tussen haakjes: '(Men trekt de Handschoene uit en geeft de bloote hand.)'.
De thans twee bekende Amsterdamse exemplaren - met hun sierrand - zullen wel met name zijn bedoeld als koopwaar voor aanstaande huwelijkspartners of als geschenk aan de jonggehuwden ter herinnering aan hun heugelijke echtvereniging.

vrijdag 12 april 2019

Vuilnis, vuilverwerking en verzamelen

Glasbak, papierbak, kledingcontainer, grijze vuilnisbak (plastic en metaal), groene vuilnisbak (organisch), blauwe vuilnisbak (papier en karton), kleine chemische afvalbak (verfresten, batterijen etc.), afvalstation voor grof vuil.... Afval scheiden en verwerken  is tegenwoordig een normaal verschijnsel.
De stad, riolering en vuilverwerking (en dan met name in Amsterdam), hebben al lang mijn interesse en ik heb een aparte verzameldoos met uitgaven daarover. Onlangs kon ik daaraan enkele zeldzame aanwinsten toevoegen die een blog hierover rechtvaardigen.

Onze moderne stadsvuilverwerking is feitelijk nog geen anderhalve eeuw oud. De eerste stap in Amsterdam werd gezet toen de gemeente in 1877 de stadsreiniging overnam. Die was daarvoor vooral een particuliere zaak geweest en voor wat betreft de openbare ruimte uitbesteed aan de Maatschappij voor den Werkenden Stand (opgericht in 1853). Een mooi geïllustreerd overzicht van de nieuwe gemeentetaak en de (noodzakelijke) vernieuwingen die hadden plaatsgevonden werd gepubliceerd toen de Amsterdamse stadsreiniging in 1927 haar gouden jubileum vierde. Dat overzicht verscheen in de "Amsterdamsche Gids" van 1927 (Jrg. 3, nr. 4 'jubileum-nummer stadsreiniging') maar ook als zeldzame aparte overdruk getiteld: "Jubileum Uitgave ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van den dienst onder gemeentelijk beheer. 1877 October 1927" (Amsterdam, 1927). Over de aanschaf van mijn exemplaar schreef ik eerder in "Saartje Wip en de Stadsreiniging".


Een jaar na deze uitgave, in 1928, trad ir. A.M. Noppen aan als nieuwe directeur van de Amsterdamse stadsreiniging. Zijn belangrijkste doelstelling was verbetering van de vuilverbranding, een efficiëntere wijze van vuilvergaring door modernisering van het ter beschikking staande materieel en de invoering van een standaard vuilnisemmer. Onder zijn bewind vonden vlak voor en na de tweede wereldoorlog grote en belangrijke veranderingen plaats. Toen hij in 1951 afscheid nam had hij van de Amsterdamse stadsreiniging een modelbedrijf gemaakt.


Vlak na zijn aantreden (en uitbreken van de grote crises in 1931) vond de introductie plaats van de gratis standaard vuilnisemmer met deksel. Uit verschillende modellen emmers werd gekozen voor de Zwitserse zinken Ochsner-emmer. De invoering van de standaard vuilnisemmer had tot gevolg dat er ook nieuwe vuilniswagens moesten worden aangeschaft. De keuze viel op een roltrommel vuilniswagen met kiepbare laadbak (een type afkomstig van de Duitse Faun-Werke in Neurenberg). Het nieuwe materieel werd volgens eigen constructie lokaal in Weesp vervaardigd (bij de C.V. v/h. J. Geesink & Zonen)).

In 1941 waren er al 250.000 vuilnisbakken (met een inhoud 33 of 55 liter) uitgegeven. Elke nieuwe bak werd geleverd met een gebruiksaanwijzing waarop ook het nummer van de emmer stond (of kon worden ingevuld). Twee van deze thans zeldzame 'vuilnisbakkaartjes' zitten in mijn collectie. De oudste is uit de beginperiode rond 1935. Op de achterzijde daarvan staat ook nog de iconische staande papierbak van de Stadsreiniging Amsterdam ontworpen door P.L. Marnette (1888-1948). Het andere exemplaar schat ik rond 1965.


Noppen was ook een directeur die nadrukkelijk de publiciteit opzocht voor het werk van de Amsterdamse stadsreiniging en het 'vuilverwijderingsvraagstuk'. Zo verscheen in 1938 bij de stadsdrukkerij het boekje: "De schoone stad aan het Y" (z.p., z.j. [Amsterdam, 1938]) geschreven ter opvoeding van het grote publiek en geïllustreerd met tekeningen van Jo Spier (1900-1978). Het zakboekje bevatte niet alleen informatie en adressen met betrekking tot de stadsreiniging maar ook allerlei andere gegevens zoals posttarieven, een feestdagenoverzicht en Nederlandse verkeersborden.


Voor specialisten verscheen er in 1944 (!) een uitgebreide studie (212 blz.) uitgegeven door een commissie ingesteld door de Nederlandse Vereniging van Reinigingsdirecteuren (waarvan Noppen voorzitter was) getiteld: "Het vuilverwijderingsvraagstuk" (Amsterdam, z.j. [1944]). Deze vrij zeldzame uitgave geeft een goed overzicht, voorzien van tabellen en rijkelijk geïllustreerd met foto's, van het moderne vuilverwerkingsbedrijf halverwege de vorige eeuw. 
Behalve een historische inleiding worden talrijke deelaspecten behandeld zoals de afvalstoffen (hoeveelheid, samenstelling, verbrandingswaarde, vochtgehalte, gewicht), het vervoer (over water, per automobiel, trein en per laadkistensysteem), de aanwending en verwerking (ophogen van terreinen, aanplempen van plassen en moerassen, verwerking tot mest) en het verbranden van vuil, storten in zee en sorteren. 


Grootschalige vuilverbranding werd voor het eerst toegepast in Engeland in de tweede helft van de negentiende eeuw. De eerste vuilverbrandingsinstallatie van betekenis in Europa werd gebouwd naar Engels voorbeeld in 1895 in Hamburg (Duitsland). De vroegste verbrandingsinstallaties hier verschijnen pas aarzelend aan het begin van de twintigste eeuw; in Rotterdam (1912), (Leiden (1914), Amsterdam (1918) en Den Haag (1921). Met de verbranding werd elektriciteit opgewekt en het restproduct (slakken) werd gebruikt voor de aanleg van wegen. In Den Haag woedde lang een strijd tussen voorstanders van afvoer en voorstanders van verbranding onder de leuzen 'het vuil naar den akker' en 'het vuil in den oven'. In 1929 wonnen de laatsten het pleit en werd de Vuil Afvoer Maatschappij (V.A.M.) opgericht. 


Den Haag speelde ook de hoofdrol in de Nederlandse Onderwijs Film: "Vuilnis van een grote stad" (die u hier kunt bekijken). Deze korte zwart-wit film was bedoeld voor leerlingen vanaf de 4de klas. Hierbij verscheen in oktober 1946 een instructieboekje (no. 23) voor de onderwijzer met tips.
"Wordt de film op 'het platteland' vertoont (sic!) dan levert ze een belangrijke bijdrage tot het door de kinderen doen verkrijgen van een beter inzicht in het leven in de grote stad. Voor stadsscholen is de film aantrekkelijk en van betekenis, omdat de leerling in nader contact gebracht wordt met een belangrijk grote-stads-probleem, waarvan hij wel dagelijks de uiterlijke verschijningsvorm - de vuilniswagen - ontwaart, maar zijn kennis doorgaans niet verder reikt dan de wetenschap, dat de vuilnisman de emmers in zijn auto ledigt". 

Over het algemeen zijn mijn besproken 'oude' uitgaven met betrekking tot vuil en vuilverwerking antiquarisch schaars tot zeldzaam, maar voor de liefhebbers heb ik - tot slot - goed nieuws. Vijftien jaar geleden verscheen een prachtig geïllustreerd overzichtswerk van M. Melle: "Vuilnisboekje. De geschiedenis van het Amsterdamse afval" (Amsterdam, 2003). Het wordt her en der nog regelmatig aangeboden en is een absolute must voor de liefhebbers van deze materie.

woensdag 3 april 2019

Het jaar geboekt, maart 2019

In de rubriek 'Het jaar geboekt' (zie tabblad bovenaan) houd ik bij wat ik gedurende het lopende jaar per maand bij elkaar verzamel. Na afloop van de maand verplaats ik de lijst met aanwinsten naar de startpagina c.q. homepage en geef ik 'de cijfers'. In de rubriek blijven de voorgaande maand(en) als hyperlink aanwezig. Raadpleeg dus regelmatig de nieuwe rubriek om te zien of er aanwinsten zijn bijgekomen (of wacht op het maandoverzicht).

Maart 2019; de cijfers...

Totaal aantal objecten: 12.
Gekocht: 11.
Gekregen: 1.

Totaal uitgegeven: € 544,34 euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 11 is gemiddeld: € 49,49 euro per object.

Via Boekwinkeltjes: 1 (1).
Via kringloopwinkel: 5 (7, 8, 9, 10, 11).
Via boekenmarkt: 2 (5, 6).
Via (online) antiquariaat: 1 (2).
Via Bol.com: 1 (12).
Via Catawiki: 1 (3).

Modern: 5 (4, 9, 10, 11, 12).
Old & rare: 7 (1, 2, 3, 5, 6, 7, 8).

Maart 2019: de aanwinsten...

1. Fridericus Rex: "De morgenuren eens konings aan zijns broeders zoon 1766" (Amsterdam, 1924). Via boekwinkeltjes voor € 23,50 euro (inclusief verzendkosten). Inleiding en vertaling van H. Petermeyer. Zeldzame Nederlandse vertaling van nr. 2.


2"Les Matinees du Roi de Prusse" [Frederik II van Pruisen?](Berlin, 1784). Gebonden in contemporaine blauwe kartonnen band. Exemplaar uit de befaamde 'Tetschner Bibliothek', met een fraai vierkant bibliotheek ex-libris in rode inkt. Gekocht bij antiquariaat W. de Goeij in Antwerpen voor € 107,40 (incl. verzendkosten). Meer over 1 en 2 in "Ochtendbespiegelingen van Frederik de Grote".


3. L. Marius: "Amstelredams eer ende opcomen door denckwaerdighe miraklen aldaer geschied aen ende door het H. Sacrament des Altaers Anno 1345", (Antwerpen, 1639). Zeldzame eerste druk in contemporaine (perkamenten) spitselband (overlapping vellum) met zestien prenten en een gegraveerde titelpagina door Boëtius à Bolswert. Ik had van dit boekje al een achttiende eeuwse herdruk (zie hier, aanwinst 13). Gekocht bij Catawiki voor € 369,70 euro (incl. veiling- en verzendkosten). Waarom ik bereid was om dit forse bedrag te betalen vertel ik in: "De presentexemplaren van het 'mirakelboekje'".


4. "Zwart Wit". Tijdschrift voor literatuur, 2de jaargang, nr. 2  (juli/augustus 1983). Bevat het debuut (twee gedichten, blz. 36/37) van Joost Zwagerman ('J. Wagnermaz'). Gekregen van boekenvriend Reinder Storm. Lees meer hierover in: "Debuut in Zwart Wit".


Bij Jos Albers op het Waterlooplein kocht ik voor € 1,- euro twee kleine brochures (5 en 6).

5. "Huishoudelijk Reglement" (Amsterdam, 1916) van de Algemeene Nederlandsche Typografenbond, afdeeling Amsterdam 1.

6. "Gewijzigde Statuten benevens Algemeen Reglement" (z.p./z.j. [1935]) van de Algemeene Nederlandsche Typografenbond.

Mijn lokale Kringloop verdiende deze maand in totaal € 12,75 euro aan mij voor de nummers (789, 10 en 11). Maar dat betaalde ik graag!


7. H.R. Scholten: "Sibbe en Stamboom" (Amsterdam, 1943). 'Leerboek der sibbekunde voor de hoogste klassen der lagere school en de jeugd, die de school reeds heeft verlaten'. Wordt antiquarisch rond de € 50,- euro voor gevraagd!


8. C.M. Pateur-Van Swieten: "Knutselboek voor groot en klein" (Soerabaia, 1939). Mooi bewaard gebleven 'Uitgave van de Vereeniging van Huisvrouwen Soerabaia'. Hoeveel zijn er hiervan verknipt of na intens gebruik in het tropenklimaat verdwenen? Antiquarisch schaars (wordt bij één antiquariaat zelfs aangeboden voor € 615,- euro!).


9. L.J. Rogier: "Geschiedenis van het Katholicisme in Noord-Nederland in de zestiende en zeventiende eeuw" (Amsterdam, 1945-1947). Drie delen inclusief register (met kaarten en plattegronden). Ik had al sinds mijn studietijd de vijfdelige pocketserie van dit standaardwerk maar die kan nu plaatsmaken voor deze 'luxe-uitgave'.


10. P. Steinz: "De Duivelskunstenaar. De reis van doctor Faust door 500 jaar cultuurgeschiedenis" (Amsterdam, 2010). Leek me een lekker boekje voor op het nachtkastje!



11. S. van Deventer: "Kröller Müller. De geschiedenis van een cultureel levenswerk" (Arnhem, 2004). Alweer geruime tijd geleden vond ik in mijn kringloop de magistrale biografie geschreven door Eva Rovers: "Helene Kröller-Müller 1869-1939. De eeuwigheid verzameld" die ik met veel plezier las. Deze uitgave werd geschreven door hun paladijn Sam van Deventer (1888-1972), directeur van de Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe.


12. A. Pettegree en A. der Weduwen: "De boekhandel van de wereld. Drukkers, boekverkopers en lezers in de Gouden Eeuw". (Amsterdam, 2019). Hoorde van verschillende kanten over deze baanbrekende studie dus toen er bij Bol.com een nieuw exemplaar opdook met tien euro korting, voor € 29,99 (incl. verzendkosten), heb ik toegeslagen...