“Veel schrijvers zijn dol op lijsten met boeken, van Cervantes en Huysmans tot Calvino, en het is bekend dat bibliofielen de catalogi van antiquaren (die zonder enige twijfel bedoeld zijn als doelmatige lijsten) beschouwen als een soort Luilekkerland en aan het lezen ervan even veel plezier beleven als de lezers van Jules Verne aan diens boeken, waarin ze oceanen exploreren en griezelige zeemonsters ontmoeten”, aldus Umberto Eco in zijn laatste boek ”De betovering van lijsten” (Amsterdam, 2009).
Eco heeft wat mij betreft gelijk.
Ik ben verzot op lijstjes. Alledaags voorbeeld; het boodschappenlijstje. Lijstjes geven me houvast, richting en vormen een realiteit op zich. Talloze verzamelaars zie ik op boekenmarkten met hun lijstje langs de boekenkramen schuifelen; vooral stripverzamelaars. Ik heb in mijn PC ook zo’n lijstje nog te vervullen boekenwensen naast een afgewerkt lijstje in de vorm van mijn collectie.
Een bijna 400 jaar oud lijstje kocht ik ruim twintig jaar geleden in de Amsterdamse Oudemanhuispoort.
Het is een: “Register van allen den Schouten/Burghermeesteren/ Schepenen/XXXvj. Raeden/ende allen anderen Regenten der Stede Amstelredamme” (Anno 1613, zonder vermelding van drukker en plaats). Een redelijk zeldzame uitgave, vermoed ik.
De ‘Short Title Catalogue Netherlands (STCN)’ geeft maar drie bekende exemplaren aan en laat zien dat er geen latere edities verschenen en slechts één eerdere uitgave in 1597 (gedrukt bij Barent Adriaensz. in Amsterdam).
Dit is, zo lees ik in het boek van Eco, een goed voorbeeld van een doelmatige lijst. Referentieel (verwijzend naar bestaande personen/zaken), eindig (een afgebakende periode) en onveranderbaar (alleen personen die één van de genoemde functies beklede werden opgenomen).
Een blik op de inhoud leert ons dat de samensteller destijds veel meer heeft gedaan dan een opsomming van de gezagdragers per jaar.
Er zijn her en der ook allerlei geschiedkundige aantekening opgenomen. Ongetwijfeld met als doel om de namen niet alleen aan de hand van de jaartallen maar ook aan de hand van enkele bekende historische gebeurtenissen te kunnen plaatsen.
Zoals bijvoorbeeld onder 1417: “Sterf Hertoch Willem van Beyeren” en bij 1601: “In dit jaer heeft men de muer rontom de stad beginnen af te breken en twee groote nieuwe sluysen gemaeckt / de eene op de S. Antheunis Dijck / ende de ander daer de oude Haerlemmer poort heeft ghestaen”. Ook historische zaken die de genoemde personen of hun ambt betreffen werden vermeld. Voorbeelden daarvan zijn de vermelding onder 1535 bij de burgemeesters: “Desen werden van den anabaptiste op de plaets deser Stede den x. May zeer deerlijck vermoort” en ook de Alteratie (1578) werd in het lijstje opgenomen. Uitvoerige vermelding treffen we aan over Pieter Boom die in dat jaar stadsraad werd in plaats van de 81 jarige Mr. Reijer Lamberts.
Deze hoogbejaarde raadsman, zo lees ik, had de stadssecretaris zelf om ontslag verzocht omdat hij “impotent was, in drie jaeren onder den blauwen hemel noyt gheweest was ende zijn memorie ende verstant verlooren hadde”.
Er zijn mij geen moderne politici bekend die op een dergelijke open wijze afscheid namen van hun politieke carrière...
In 1611 publiceerde Johannes Isacius Pontanus (1571-1639) zijn: “Rerum et urbis Amstelodamensium" dat drie jaar later, in 1614, verscheen in een Nederlandse vertaling:
“Historische beschrijvinghe der seer wijt beroemde coop-stadt Amsterdam".
Wie deze laatste uitgave openslaat ziet aan het einde het “Register vande Schouten, Burgermeesteren, ende den heelen Magistraet naer het vervolch der jaeren” met uiteraard dezelfde namen maar ook soms letterlijk dezelfde historische aantekeningen.
Pontanus zou niet de laatste zijn, ook zijn navolgers namen dergelijke overzichten in hun werk op en zo werd dit oorspronkelijk apart uitgegeven doelmatige lijstje voortaan alleen nog maar gedrukt als onderdeel van een groter historisch geheel. (Stads)Geschiedenis is immers meer dan een lijstje, ook volgens Umberto Eco!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten