vrijdag 21 maart 2025

Het jaar geboekt, februari 2025

In de rubriek 'Het jaar geboekt...' geef ik een overzicht van de aanwinsten van de (afgelopen) maand. Behalve de bronnen en 'de cijfers' zal ik mijn aanwinsten hier en daar toelichten en voorzien van (hyper)links. Na afloop van elk jaar geef ik een jaaroverzicht (met een link naar de diverse maandoverzichten).

Februari 2025 de cijfers...

Totaal aantal objecten: 6.

Gekocht: 5.
Gekregen: 1.

Totaal uitgegeven: € 512,35 euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 5 is gemiddeld: € 102,47 euro per object.

Via kringloopwinkel: 1 (6).
Via Boekwinkeltjes: 1 (5).
Via boekenmarkt: 3 (1, 2, 4).

Modern: 1 (6).
Marge & klein bibliofiel drukwerk: 1 (3).
Old & rare: 4 (1, 2, 4, 5).

Februari 2025: de aanwinsten...

1. M. Fokkens: "Beschrijvinge der wijdt-vermaarde koop-stadt Amstelredam..." (Amsterdam, 1662). De tweede druk met 20 afbeeldingen van m.n. gebouwen, 2 stadsplattegronden en een uitvouwbaar panorama van Amsterdam. Deze tweede stadsbeschrijving van Amsterdam - na die van Johannes Isacus Pontanus uit 1611 - is het meest onbekend gebleven van alle in de  zeventiende eeuw verschenen Amsterdamse stadsgeschiedenissen .
Fokkens uitgave verscheen als enige uitsluitend in 12° (Alleen Philipp von Zesen's: "Beschreibung der Stadt Amsterdam" (Amsterdam, 1664), die in quarto verscheen kende ook een editie in duodecimo). Gebonden in contemporain overlapping vellum. Naamstempel 'P.H. van Moerkerken'. Gekocht bij De Slegte in Amsterdam voor € 350,- euro,


2
. J. le Franq van Berkhey: "Oud Hollands vriendschap tot Leydens troost bij haren ramp in den jare 1807, gevolgd van Utrechts eeuwschets" (Leiden, 1809). Gebonden in een begin twintigste eeuwse eenvoudige groene halflinnen band met gemarmerde platten. Een lang gedicht waarvan de historische 'aanteekeningen' het meest interessant zijn. Daarin verwerkt een aanvulling op de bekende uitgave van K. van Alkemade en P. van der Schelling: "
Nederlands Displegtigheden..." (Rotterdam, 1732-1735) met zeven paginagrote afbeeldingen van bijzonder drinkgerei. Gekocht op de Amsterdamse Spui boekenmarkt bij antiquariaat Klikspaan voor € 60,- euro.


3
. R. van Stipriaan: "Mijn Leidse jaren" (Leiden, 2024). Verschenen t.g.v. nieuwjaar 2025, s
peciaal voor vrienden en relaties van het Leidse antiquariaat Klikspaan. Oplage 250 stuks, ik ontving nr. 211.


4. "Het Haarlemmer Meer in rouw, Over het vlugten van het nieuw-modisch kaaper jagt De Blixem, Gevoerdt door capitein Livinus Vinkenstyn..." (z.p. [Haarlem?], z.j. [1782]). Pamflet Knuttel 20321, gebonden met: "Vervolg en slot op het kamerspel, het Haarlemmer meer in rouw of de overhaaste vlugt van het nieuw modisch kaapersjagt de snelle Blixem, Gevoerdt door capitein Livinus Vinkenstyn...", gevolgd door: "Het boek der losbollen, of de daaden der binnenlandsche kapers" (z.p. [Haarlem?], z.j. [1782]) Knuttel Pamflet 20322 . Zeldzame publicaties over de roemruchte piratenactie op het Haarlemmermeer door enkele Amsterdamse patriciërszonen in 1782. Gebonden in een moderne halfleren band met gemarmerde platten. Gekocht op de Spui boekenmarkt bij Eric Klee (antiquariaat De Uilenspiegel) voor € 80,- euro. Meer hierover in mijn blog: "De piratenactie op het Haarlemmermeer in 1782".


5. G.H. Honing: "De vreedzame strijd" (Amsterdam, z.j. [1926]). Honing was hoofddirecteur van de vereniging "Hulp voor onbehuisden" in Amsterdam. Zijn uitgave geeft een interessant overzicht van de hulp aan daklozen, zwervers en armen. Ook worden de diverse opvanghuizen en internaten besproken alsmede de daarbij behorende problematiek. Zoals mijn trouwe bloglezers wel weten mogen vooroorlogse brochures en uitgaven over armoede, krotten en andere sociale ellende rekenen op mijn warme belangstelling! Gekocht via Boekwinkeltjes bij antiquariaat De Kloof in Amsterdam voor € 20,50 euro (incl. verzendkosten).


6. J. Kuys e.a (inleiding en vertaling): "De Tielse kroniek" (Amsterdam, 1983). Omdat de editio princeps van het "Chronicon Tielense", uitgegeven door J.D. van Leeuwen (Utrecht 1789), nog in mijn bibliotheek ontbreekt heb ik maar alvast deze moderne uitgave meegenomen uit mijn lokale kringloop voor € 1,85 euro.

vrijdag 7 maart 2025

De piratenactie op het Haarlemmermeer in 1782


Bij Eric Klee (antiquariaat De Uilenspiegel) lag in zijn kraam een opengeslagen boekje met een curieuze titelpagina. Het bleek te gaan om een convoluut met twee bijzondere uitgaven. Ten eerste: "Het Haarlemmer Meer in rouw, Over het vlugten van het nieuw-modisch kaaper jagt De Blixem, Gevoerdt door capitein Livinus Vinkenstyn...(z.p., z.j. [1782]). Knuttel pamflet 20321, in één band met: "Vervolg en slot op het kamerspel, het Haarlemmer meer in rouw of de overhaaste vlugt van het nieuw modisch kaapersjagt de snelle Blixem, Gevoerdt door capitein Livinus Vinkenstyn...", gevolgd door: "Het boek der losbollen, of de daaden der binnenlandsche kapers" (z.p. Fictief: "Gedrukt in de Oude Weetering, by de Geele Wildeman", z.j. [1782]) Knuttel pamflet 20322. De verschijning van beide pamfletten werd aangekondigd in oktober en november 1782 in twee kranten: de "Leydse courant" en de "Diemer- of Watergraafs-meersche courant" en was "alom te koop".


De 'kapers' - die zich door hun goede naam, maatschappelijke status en familiekapitaal ontastbaar waanden voor de gevolgen van hun actie waren: 'Livinus Vinkenstyn' alias Lieve Geelvink (1757-1783), 'Peters-zoon'/'Resretep' alias Jan Baron de Petersen (1745-1786), 'Wildzang'/'Van Welderen' alias George Hendrik de Wilde (1738-1817) en 'Losbollius' alias Pieter Muilman (1750-1819).
Een bizar maar smakelijk verhaal waarover ik verder niet hoef uit te wijden want het is al lang geleden uitvoerig beschreven. In 1988 door de bekende Haarlemse antiquaar Ab van der Steur (1938-2012) voor het bibliofiel en grafisch genootschap "Het beschreven blad" ("Een kaping op het Haarlemmermeer in 1782"), in 2012 door Hans Krol op zijn weblog "Librariana" ("Een kaping o.l.v. Lieven Geelvink van Bosbeek op het Haarlemmermeer") en later in 2021 nogmaals door Koen Kleijn voor: "Ons Amsterdam" ("Een kaping op het Haarlemmermeer in 1782"). Even lezen dus!

Thuisgekomen met mijn nieuwe aanwinst kostte het mij niet al te veel moeite om erachter te komen dat Eric deze uitgave verwierf via het Haarlemse veilinghuis Bubb Kuyper waar hij kennelijk veilingrestanten van de afgelopen november-veiling (81) had opgekocht.
Het boekje is in de catalogus te vinden onder nummer 1190 en de kavelomschrijving merkt op dat het afkomstig is uit de collectie van mr. A.M. (Ton) van den Broek (1932-1995). Beide pamfletten werden (door hem?) gebonden in een modern halfleren bandje met gemarmerde platten.
Op de binnenzijde van het voorplat zit een handgeschreven notitie van Ton geplakt die eindigt met de opmerking: "ex: antiquariaat C.P.J. van der Peet. Hofje van Staats - Haarlem 1968". Overigens dacht Ton dat de pamfletten uit 1800 waren, maar dat is niet juist.
Die verkeerde datering is afkomstig van C. Ekema: "Catalogus van Boeken, Pamfletten enz. over de Geschiedenis van Haarlem, en van het huis van Brederode..." (Haarlem, 1874, blz. 136, nummer 704).

Omdat de destijds spraakmakende gebeurtenissen al verschillende keren zijn beschreven had ik niet direct het voornemen om er verder een blogstukje aan te wagen. Maar na het lezen van de artikelen en nader bestuderen van de diverse bronnen zag ik voldoende aanleiding om twee nog onbesproken punten voor het voetlicht te brengen.


Ten eerste lijkt het erop dat wij niet alle publicaties die verschenen naar aanleiding van dit achttiende eeuwse schandaal ook kennen.
Slaan we de befaamde pamflettencatalogus van Knuttel erop na dan vinden we in het vijfde deel (1776-1795) op blz. 165 alle thans bekende pamfletjes terug (nrs. 20320 t/m 20325). Zes in totaal, feitelijk vijf want nummer 20323 "Het boek der Losbollen" is een aparte uitgave (in ander lettertype, zonder colofon) van de tekst in pamflet 20322. De opmerking van Krol op "Librariana": "Ten slotte wordt ook in de volgende Knuttel-pamfletten van de kaping op het Haarlemmermeer melding gemaakt: nummers 20611, 20626 en 20627 (2de druk van 20626)" is onjuist. Geen van deze pamfletten (uit 1783) heeft betrekking op de Haarlemmermeerse kaping of bevat daarover informatie (zoals u zelf via de hyperlinks kunt nalezen/constateren!).


Wij weten echter dankzij het "Vervolg en slot op het kamerspel..." (Knuttel pamflet 20322) dat het er zeven moeten zijn geweest. Op bladzijde 7/8 van het derde toneel kunnen we lezen hoe onze vier hooggeboren 'kapers' zich blijkbaar toch zorgen maken over eventuele repercussies in welke vorm dan ook. In spanning wachten ze nader bericht uit de stad af.
Al gauw komt 'Vinkenstyn' met slecht nieuws...

"Vinkenstyn. 
Hier ben ik weerom. Zie daar myn waarde Vrinden!
Zeeven Papieren, daar wy klaar in zyn te vinden:
My toegezonden uit de Stad door zekere Vrind.
Die weet hoe al het nieuws door my nog word bemind.

Peters-zoon.
Dit loopt dan anders af als wy deez ogtend dachten,
Toen wy nog al te zaam, niet zonder grond verwachten,
Dat ons geen Hekel-Pen zou treffen in deez' tyd.

Losbollius.
Dat spyt my duivels!

Wildzang.
En ik ben zeer verblyd
Dat al die Schryvertjes ons, (zulke brave Heeren,)
Met hun attentie nog gelieve te vereeren.
Ik zeg hun nedrig dank voor hunnen moeite, en
Ik zweer dat ik volmaakt hun gisping waardig ben.
Maar laat ons stuk voor stuk eens van naby bekijken,
Om ook op onze beurt een vonnisje te stryken.

Vinkenstyn.
Zie hier de taal dan eerst (kwanswys) van het gemeen (Knuttel pamflet 20325).

Losbollius tegen Wildzang.
Wat zegt gy van dit Vaers?

Wildzang.
Het bruit al zo wat heen,
De dichter is niet veel veleert van 't Vaerzen maken.
Waaragtig hy spreekt veel van onverstaanbre zaken.

Vinkenstyn.
Zie hier een tweede; hier spreekt ons de stroom God aan (Knuttel pamflet 20324).

Peters-zoon
Het scheind geen kwade toon die deez' Poeët kan slaan.
Wat zegt gy Wildzang?

Wildzang.
Ja, die Vent is meer bedreeven,
Om aan de gansche zaak, een beeter kleur te geeven.

Vinkesteyn.
Zie hier een derde, die op ons toepasselijk is.

Losbollius.
Een Noot'ficatie, O die is geheel niet mis (Knuttel pamflet 20320).

Vinkenstyn.
Zie hier een vierde dan, om ons te Corrigeeren (Onbekend pamflet, Knuttel pamflet 20322?).

Peters-zoon.
Die Publicatie kan men bij ons wel ontbeeren.

Vinkenstyn.
Nu deeze vyfde dan, wat zegt gy van die trek?

Wildzang.
Aankondiging, die schrijver is geen groote gek.
Is dat nu een manier van Satyriek te schryven?
Kom, kom de vodden buurt. Maar waar zal 't zesde blyven (Onbekend pamflet).

Vinkenstyn.
Hier is het ook myn Heer!

Peters-zoon.
Dit schiend wel bybeltaal
In drie Capittelen (Knuttel pamflet 20323).

Wildzang.
Kom gekheid al te maal,
Die schryver liegt te grof; en 't geen hyna wil maken,
Verstaat hy net zo min, als de echtheid onzer zaken.
Maar nu het zevende, wat droes verteld ons dat?

Vinkenstyn.
Zie daar; dit Kamerspel, als ik het wel bevat
Is 't best der vorige papieren (Knuttel pamflet 20321).

Wildzang.
't is met reden.
Hier ziet men onz' geval meer uitgebreid ontleden.
En ons, maar ook met ons, nog anderen berispt,
En sterk, maar kundig ook, en vry poliet gegispt.
Dat kan een vrolyk mensch waaragtig schier niet wraken,
Dat eens een Schryver dus die zaak Publiek wil maken".

De identificatie van nummer vier als mogelijk Knuttel pamflet 20322 is op basis van het feit dat hierin enkele voetnoten (waaronder een correctie) voorkomen gemaakt door de schrijver. Maar logisch lijkt mij dit niet, al was het maar gezien de volgorde waarin de pamfletten besproken worden. Ergo, mogelijk twee maar in ieder geval één pamflet (in de vorm van een satirische 'aankondiging') over dit voorval heeft waarschijnlijk de tand des tijds niet doorstaan en is onbekend gebleven.


Ten tweede valt er iets te zeggen over het illustratiemateriaal.
Zoals u kunt lezen maakt Knuttel bij "Het Haarlemmer Meer in rouw..." (nr. 20321) de opmerking: "Bij dit ex. is gevoegd de prent: "Bloedig Gevegt Tusschen Twee Amsterdamse Kapers En een Vriesse Turfschuijt Op de Haarlemmer Meer October 1782" (NB. In: "Het Boek der Losbollen..." begint vers 1 met: "Ende het geschieden in de agtste Maand...").
Deze los uitgegeven niet gesigneerde prent - die naar believen kon worden toegevoegd aan het pamflet - vinden we terug in Frederik Muller's: "Nederlandsche Historieplaten" onder nummer 4494 (niet 1494!). In mijn aanwinst ontbreekt deze prent.


Tot slot is er nog die curieuze titelpagina van: "Het Haarlemmer Meer in rouw..." met een plaatje dat volgens de titel de overdaad en wellust in losbandige gezelschappen moet verbeelden. Het is bovendien een waarmerk; "Om een nadruk te beletten Liet men hier dit plaatje zetten". Rechtsonder is met een vergrootglas leesbaar: "B. Picard fec." Dat is de Franse graveur en boekillustrator Bernard Picard (1673-1733). Volgens H.J. Scholten: "Catalogue raisonné des dessins des écoles française et hollandaise" (Teylers museum Haarlem, 1904, blz. 336) was deze kleine gravure bedoeld "pour un livre de chansons notées".
Het Rijksmuseum heeft er ook een afdruk van (objectnr. RP-P-OB-51.542) en die maakt veel duidelijk. Nu wordt zichtbaar dat het plaatje oorspronkelijk was gedateerd; 1722, en bovendien voorzien van een ondertitel: "Les plaisirs de la Jeunesse".
Eten, drinken, muziek maken, dansen en gezellig kletsen waren toen kennelijk de pleziertjes en genoegens van de jeugd. Alles met mate natuurlijk, want overdaad en wellust leidde tot losbandigheid en die had in 1782 geleid tot die spraakmakende piratenactie op het Haarlemmermeer.

zaterdag 15 februari 2025

Een donaat-fragment


Gerda Huisman is secretaris van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen (NGB) en redactielid van het jaarboek dat het NGB uitgeeft. Enige tijd geleden werd zij door iemand benaderd met een verzoek om informatie. De desbetreffende persoon was via een erfenis in het bezit gekomen van een donaat-fragment en wilde daarover wel wat meer weten. Gerda's zoektocht leidde tot een informatief artikel: "Ferre, fero, tuli, latum. Een nieuw donaatfragment in particulier bezit" dat in ons komende jaarboek (2024) wordt gepubliceerd.

Als mede-redactielid had ik het concept daarvan een paar maal doorgelezen en was ik dus enigszins met de materie vertrouwd geraakt toen ik niet veel later een donaat-fragment tegenkwam op veilingsite Catawiki. Met de omschrijving: "Donatus - undescribed incunabula print - 1500" en een verwachte hamerprijs van maximaal tweehonderd euro werd dit kavel een paar dagen later voor € 265,- euro (exclusief veilingkosten) aan een koper in Israël verkocht. Normaal gesproken zou ik er verder geen aandacht aan hebben geschonken want het gaat niet om een object uit mijn collectie, maar dankzij het onderzoek van Gerda was ik warmgelopen voor de materie en besloot ik om te kijken wat ik daarover online kon vinden om er een stukje over te schrijven.


De term 'donaten' verwijst in de boekwetenschap naar een groep fragmenten van gedrukt materiaal, bestaande uit restanten van taal- en grammatica-uitgaven ten behoeve van het onderwijs in de Middeleeuwen. Ze gaan terug op de schoolgrammatica: "Ars minor" (voor beginners) en: "Ars Maior" (voor gevorderden) geschreven door Aelius Donatus, een Romeinse grammaticus uit de vierde eeuw na Christus.
Zijn grammatica werd eeuwenlang in grote hoeveelheden afgeschreven en later gedrukt op perkament en papier ten behoeve leerlingen die zich hiermee de eerste beginselen van het Latijn eigen maakten. Dit oefenmateriaal werd erg intensief gebruikt, meestal 'stukgelezen'. Perkament en papier waren echter relatief dure grondstoffen en dus werden de restanten vaak door boekdrukkers en -binders hergebruikt ter versteviging van boekbanden waardoor talloze donaten fragmentarisch tot ons zijn gekomen: dit soort materiaal staat bekend onder de naam maculatuur.

Donaten(-fragmenten) zijn typische voorbeelden van prototypografie die behoren bij de ontstaansgeschiedenis van onze boekdrukkunst en kenmerkend zijn voor de Westerse boekcultuur. Helaas zijn ze vaak erg fragmentarisch, niet meer dan enkele regels of een verminkt gedeelte van een pagina. Daarom is het dateren en lokaliseren, laat staan het toeschrijven aan bepaalde drukkers voor de meeste fragmenten bepaald geen sinecure.
Die onduidelijkheid gaf in voorgaande eeuwen ruimte om de vroegste Nederlandse voorbeelden als bewijs te zien voor de uitvinding van de boekdrukkunst door de Haarlemmer Laurens Janszoon Coster ('Costeriana').


Het exemplaar op Catawiki kon je nauwelijks nog een fragment noemen, het was exceptioneel groot. Het ging om een vel papier (21 cm. hoog en 32 cm. breed) dat dubbelzijdig was bedrukt met een gotisch lettertype waaronder een paar bijna twee regels hoge initialen, zogenaamde Lombarden. Deze staan aan het begin van een nieuw hoofdstuk zoals: "De adverbio" (de bijwoorden). Aan beide zijden zijn acht gedrukte bladzijden zichtbaar (enkele kolommen van ieder 27 regels). Onderaan het blad drie volledig, bovenaan drie grotendeels en aan de zijkant van het vel - nog net - twee. Daarmee worden meteen twee dingen duidelijk
Ten eerste dat hier gaat om een uitgevers-/drukkersrestant, een drukvel van een oplage die nooit tot katernen is gevouwen of als boek is ingebonden en gebruikt. Ten tweede blijkt uit het aantal afgedrukte pagina's, de verticale kettinglijnen alsmede de positie van het watermerk (waarover straks meer) dat het gaat om een octavo-uitgave (8°). Door het blad drie keer te vouwen ontstaat een katern van zestien pagina's. Ook valt er iets te zeggen over het boek waarvoor dit fragment werd gebruikt.
De vier langwerpige gaten zijn namelijk uitsparingen die de boekbinder maakte voor de ribben op de rug van het boek waarvoor dit vel werd gebruikt. Gezien het aantal ribben en de hoogte (32 cm.) zat dit vel verstopt in de band van een folio-uitgave. 

De omschrijving bij Catawiki was vrij summier. Het fragment werd gedateerd rond 1500 (waarover later meer) en toegeschreven aan de Franse drukker/uitgever Guy Marchant (Parijs). Het was afkomstig uit een boekband waarin ook fragmenten zaten van de: "Introductiones latinae", geschreven door de Spaanse humanist en grammaticus Antonius Nebrissensis (1444-1522) en gedrukt op 19 november 1500 in Parijs door Guy Marchant voor Denis Roce (vermeld in "Gesamtkatalog der Wiegendrucke" onder GW02233).
Toen ik vervolgens op Google verder zocht ontdekte ik op het Internet Archive ("a non-profit library of millions of free texts, movies, software, music, websites, and more".) al gauw dat het vel er één van twee was die in de boekband waren teruggevonden. Het andere blad is - zoals u kunt zien - op dezelfde manier versneden met één uitsparing voor een van de boekribben.


Dankzij de informatie onder de 'Copy-specific Notes' waren ook de andere fragmenten terug te vinden, afkomstig uit dezelfde boekband, zoals het eerdergenoemde Nebrissensis-fragment en een fragment van Raymunus Lullus (1232-1315/16): "De laudibus B.V. Mariae", gedrukt op 6 en 10 april 1499 in Parijs door Guy Marchant voor Jean Petit.

De toeschrijving van beide donaten aan de Franse drukker/uitgever Guy Marchant (lettertype 1:75G gebruikt tussen 1483-1500?) lijkt waarschijnlijk, maar is niet honderd procent zeker. Guy Marchant produceerde in Parijs vanaf 1483, maar vooral tussen 1490 en 1505/1506 met name religieus drukwerk. Hij werd vooral beroemd door zijn prachtig geïllustreerde "Danse Macabre", gedrukt 28 september 1485 (vijf edities) en zijn: "Compost et kalendrier des bergiers", gedrukt 18 april 1493 (zeven edities).
Van Marchant zijn echter - voor zover ik kan nagaan - geen complete donaat-uitgaven bekend, laat staan dat bekend is wanneer hij deze zou hebben gedrukt. Ik vermoed echter dat de stellige opmerking in de omschrijving op Catawiki; "Het is duidelijk dat het blad dat hier verkocht wordt, ook in 1500 gedrukt is" bij nader onderzoek geen stand zal houden.
Een aanwijzing daarvoor is het aanwezige watermerk, een achtpuntigearmige gekroonde ster. Dit watermerk wordt aangetroffen in papier gemaakt in Leuven rond 1487. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat papier bij de drukker destijds langer dan een jaar op de plank lag, laat staan een decennium of meer.