vrijdag 5 september 2025

Museaal missaaltje


Een paar dagen voor de Deventer boekenmarkt bood ik op Marktplaats vijftig euro voor een zeer fraai uitgevoerd en goed bewaard gebleven Frans missaaltje. De verkoper vond dat echter veel te weinig omdat hij er dankzij Google was achtergekomen dat een vergelijkbaar antiquarisch exemplaar op een veiling voor ruim het tienvoudige was afgehamerd.
Echter, met honderdvijfentwintig euro was hij tevreden, schreef hij. Ik besloot te wachten met een reactie tot na de boekenmarkt. Een dag later ontving ik bericht dat vijfenzeventig euro ook een optie was... Weer besloot ik even niet te reageren en ja hoor een dag na de Deventer boekenmarkt werd mij verzocht € 58,65 euro over te maken voor boek en verzending. Nu reageerde ik meteen...
Maar wat kocht ik eigenlijk? Negentiende eeuwse Rooms-katholieke missaaltjes (Franstalig of niet) behoren niet bepaald tot de meest zeldzame of kostbare boeken. En toch...


De enkele foto's bij de advertentie maakten mij meteen duidelijk dat het om een heel bijzondere uitgave moest gaan. Van buiten een eenvoudige maar smaakvolle bruinleren band, een rug met ribben en titel in goud: "Livre d'heures" (en dus niet zoals gewoonlijk: "Missel"). Opvallend is het bijzonder fraai op alle sneden fel gemarmerde boekblok.
Van binnen zijn alle bladen voorzien van verschillende kaderversiering en gedrukt in kleur met goudaccenten, evenals de 24 paginagrote miniaturen. Het hele boekje ademde een luxe sfeer uit en de artistieke vormgeving deed mij denken aan kostbare Middeleeuwse getijdenboeken uit de veertiende en vijftiende eeuw.

Terwijl ik de laatste hand legde aan het verslag van mijn bezoek aan de 35ste Deventer Boekenmarkt arriveerde het boekje in mijn bibliotheek. 
Het fraaie kleinood (octavo-formaat) maakte mij zo nieuwsgierig dat ik al gauw opging in een onderzoekje naar de auteur en uitgever.


Op het voorplat staat in gouden letters het monogram 'CR'. Vaak zijn dat de initialen van de eigenaar, maar in dit geval staat het zeer waarschijnlijk voor 'Catholique Romain', want zodra we het boekje openslaan lezen we rechts op het eerste blad (beplakt met dezelfde rode stof als waarmee de binnenzijde van de platten werd bekleed) "S.IJ. 9 juin 1896". Dit zijn vrijwel zeker de initialen van de man of vrouw die op 9 juni 1896 het missaaltje ontving, mogelijk als doop- communie- of huwelijksgeschenk. 
De titelpagina vermeldt voorts dat deze uitgave is samengesteld door 'mgr.'/monseigneur (Jacques) Mislin (1807-1878). Deze in Frankrijk geboren Rooms-katholieke geestelijke gaf ondermeer aardrijkskundeles aan de toekomstige keizers Frans Jozef I van Oostenrijk (1830-1916) en Maximiliaan van Mexico 1832-1867).
De onrust van 1848 dwong hem tijdelijk Wenen te verlaten en naar Jeruzalem te verhuizen. Teruggekeerd in Wenen plukte hij de vruchten van zijn toewijding aan de keizerlijke familie en de Kerk: hij werd benoemd tot bisschop en kanunnik. Gedurende enige tijd was hij bibliothecaris van Marie Louise (1791-1847), aartshertogin van Oostenrijk en - als tweede echtgenote van Napoleon Bonaparte - keizerin van Frankrijk. Hij was daarnaast dik bevriend met Leopold I van België (1790-1865). Kortom, Mislin was goed bekend met de aristocratie van zijn tijd en hun goed gevulde bibliotheken met talrijke middeleeuwse handschriften en prachtvolle uitgaven. Zijn kennis daarvan en omgang daarmee zullen hebben bijgedragen aan zijn voornemen om een uitgave samen te stellen, vormgegeven als Middeleeuws getijdenboek. Daarnaast is het zeer waarschijnlijk dat hij het werk van Heinrich Knöfler (1824-1886) kende die immers veelvuldig religieus drukwerk illustreerde, zoals voor uitgeverij Pustet in Regensburg (lees mijn blog over "De Neogotische pronkmissalen van Pustet"). Er was in Wenen op dat moment eigenlijk maar één drukker/uitgever die in staat was om een dergelijk project vorm te geven.


Dat was Heinrich Reiss (1799-1875), afkomstig uit Tübingen (Baden-Württemberg/ Duitsland). Geboren in een drukkersfamilie, leerde Heinrich de fijne kneepjes van het vak in het bedrijf van zijn vader. In 1828 nam hij diens drukkerij over. In 1850 kwam hij naar Oostenrijk met het doel om liturgische prachtuitgaven te produceren, gemodelleerd naar laatgotische manuscripten. Van 1854 tot 1864 leidde hij de drukkerij L.C. Zamarski in Wenen. Vanaf 1865 had Reiss een eigen drukkerij. Dankzij enkele persoonlijke financiële offers kon hij opdrachten verstrekken - vooral aan de xylografisch werkplaats van Heinrich Knöfler - voor het maken van de kostbare kleurenhoutsneden voor initialen, decoratieve randen en miniaturen die hij gebruikte om zijn uitgaven te versieren. Tijdgenoten wisten; "Herrn Reiss gebührt das Verdienst, den xylographischen Farbendruck zuerst in Wien betrieben und damit einen Zweig der graphischen Künste ausgebildet zu haben, der sich allein in Wien zu einer ungeahnten Höhe und Blüthe entwickelt hat". Soms werden tot wel 15 drukplaten gemaakt voor één meerkleurige afbeelding!


Het 'magnum opus' van Reiss is een groot, magnifiek "Missale Romanum..." verschenen in 1872 in Wenen, geheel in Middeleeuwse stijl. Het maakte grote indruk net als twee (vijf jaar eerder verschenen) prachtvolle missaaltjes eveneens geheel in Middeleeuwse stijl.
Het gaat om de eerdergenoemde Franstalige uitgave van mgr. Mislin: "Livre d'heures avec un choix d'autre prières" (Vienna, z.j. [1867]) en een Duitse variant, getiteld: "Gebetbuch für Katholiken" (Wien, z.j. [1868]), geschreven door 'een geestelijke uit het Weense aartsdiocees' (eveneens Mislin). U kunt de exemplaren in de Oostenrijkse staatsbibliotheek doorbladeren door op de bovenstaande titels te klikken. Enkele bladgrote miniaturen zijn gesigneerd door Knöfler of zijn medewerker Hermann Paar (1838-1899).
 
Mislin's: "Livre d'Heures" werd in het Katholieke dagblad "L'Univers" van 19 december 1868 lovend besproken door de journalist Louis Veuillot: "Ce beau volume complet, solide et portatif, a une figure à lui, une sorte de bonhomie allemande qui ne se dément jamais, et qui le rend aussi agréable à voir que précieux à écouter. La richesse répandue partout n'y occupe cependant que sa place. Mgr. Mislin, qui parle et qui écrit le français en maître, a revu ou fait lui-même toutes les traductions ; il a ajouté où  il le fallait des notes d'une brièveté et d'une clarté exquises, et enfin il a obtenu de son imprimeur viennois une pureté de texte de plus en plus rare chez nous. Disons, à l'éloge de cet imprimeur, M. Henry Reiss, qu'il est véritablement maître en son art, maintenant, hélas! si négligé. Tout ce qui est de lui dans le livre d'Heures dépasse de beaucoup la plupart de nos éditions dites de luxe.
Le travail du compositeur et celui de l’imprimeur proprement dit, le tirage, sont du premier ordre. Ce n'est plus ainsi que nous fabriquons les livres, et, à ce titre encore, le livre d'Heures de Mgr. Mislin est un véritable joyau, une véritable rareté". (NB. Een kritische bespreking - een aantal jaren later - is ook te vinden in de "Oesterreichische Buchdrucker-Zeitung" van 14 januari 1875 (blz. 11/12)



Deze uitgaven van Reiss waren kostbaar en destijds onbereikbaar voor het grote publiek. Dat blijkt ondermeer uit een advertentie, twee jaar na verschijning van Mislin's missaaltje, in het "Fremden-Blatt" van 18 december 1869. Daarin biedt "Bermann & Altmann antiquariatsbuchhandlung" zijn "Livre d'heures aan tegen een gereduceerde prijs van
Fl. 17,50, in plaats van de oorspronkelijke Fl. 24,-. In 1872 was de prijs bij Carl Helf "buchhandler und antiquar in Wien" gezakt naar slechts Fl. 10,- (alles in Oostenrijks-Hongaarse guldens), maar nog steeds het weekloon van een geschoolde arbeider! Honderdvijftig jaar later is daarin niet veel veranderd. Mislin's: "Livre d'heures" (in dezelfde fraaie conditie als mijn exemplaar) kost u al gauw rond de zeshonderd euro.

vrijdag 22 augustus 2025

Het jaar geboekt, juli 2025

In 'Het jaar geboekt, [maand en jaar]' houd ik bij wat ik gedurende een maand bij elkaar verzamel inclusief 'de cijfers', soms met toelichting en/of opmerkingen. Ik begon hiermee in 2018, aanvankelijk als aparte rubriek (onder een eigen tabblad). Met ingang van 2024 publiceer ik mijn maandoverzichten direct op de 'homepage'. Na afloop van het jaar geef ik een totaaloverzicht in '[Jaar] geboekt. Een jaar in feiten en cijfers'.

Juli 2025; de cijfers...

Totaal aantal objecten: 4.

Gekocht: 3.
Gekregen: 1.

Totaal uitgegeven: € 29,94 euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 3 is gemiddeld: € 9,98 euro per object.

Via kringloopwinkel: 1 (3).
Via boekenmarkt: 2 (1, 2).

Modern: 3 (1, 2, 3).
Marge & klein bibliofiel drukwerk: 1 (4).

Juli 2025: de aanwinsten...

1. M. Nijhof (ed.): "Huldeboek pater Bonaventura Kruitwagen o.f.m. Aangeboden op Sint Bonaventura 14 juli 1949 ter gelegenheid van zijn gouden priesterfeest en zijn vijf en zeventigste verjaardag" (s'-Gravenhage, 1949). Met fotoportret en los bijgevoegde tabula gratulatoria, ingebonden in blauw linnen band. Hierbij los ingevoegde overdruk van: "Een wonderbare genezing bij het H. Sacrament van Mirakel te Amsterdam in het jaar 1472" (uit het Eucharistisch Congresboek. Amsterdam, 1922 blz. 64-80) met aantekeningen van Bonaventura Kruitwagen. Gekocht via Boekwinkeltjes bij antiquariaat Hortus Conclusus voor € 13,75 euro (incl. verzendkosten). Lees hiervoor (en nr. 2) ook: "Frater Elephas en zijn beste kettertje".


2. "Redevoeringen gehouden bij de verlening van het ere-doctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte aan M.E. Kronenberg op 17 Sept. 1951" (Amsterdam, 1951). Schaarse uitgave met opdracht van de boekhistoricus en bibliograaf Maria Kronenberg (1881-1970). Gekocht via Boekwinkeltjes voor € 14,34 euro (incl. verzendkosten).


3. E.A. Zuiderent: "Amstelveen toen en nu in foto's" (Muiderberg, 2000). In de schier  eindeloze reeks aan fotoboekje van mijn woonplaats die er in de afgelopen decennia zijn verschenen ontbrak deze nog. Het is nr. 113 van de 475 luxe exemplaren. Gekocht bij mijn kringloop voor € 1,85 euro.


4. R. Southey: "The Library. De Bibliotheek" (Tilburg, 2025). Gedicht van de schrijver en bibliofiel Robert Southey (1774-1843) vertaald door Martin Hulsenboom, met korte toelichting van Peter IJsenbrant. Deze uitgave verscheen (als eersteling) bij de Desideratum-Pers in de Desideratum-serie 'Biblio-Poezie'. Oplage 49 met de hand genummerde exemplaren in blauwe omslag. Perkamentus ontving nummer 28.

zaterdag 9 augustus 2025

De 35ste Deventer boekenmarkt


Vorig jaar eindigde ik het veelgelezen verslag van mijn bezoek aan de Deventer boekenmarkt, ruim twintig jaar later, met een 'cliffhanger'; "Volgend jaar weer?".

En ja hoor! Ook ditmaal was ik van de partij. Net als vorig jaar, na het uitlaten van de hond, in de auto gewapend met koffie en donuts op weg naar een parkeerplek op de Deventer Beestenmarkt. Rond half negen 's ochtends slenter ik de nog enigszins verlaten boekenmarkt op, vol verwachting naar wat de dag mij gaat opleveren.

Het weer werkt - met deze wisselvallige Nederlandse zomer - alvast goed mee. Het blijft de hele dag droog en helder. In de middag wordt het zelfs erg zonnig en warm met af en toe een lichte bries. Uitstekend boekenmarkt-weer en naarmate de dag vordert wordt het drukker en nog drukker.


Mij bekruipt het gevoel dat er minder kramen staan dan vorig jaar, maar het kan ook zijn dat het gewoon leger lijkt door het 's ochtends nog wat spaarzame publiek. Het is in ieder geval weer de gebruikelijke mix van aanbod en publiek die ik aantref. Sporadisch antiquarisch & verzamelwaardig werk, veel moderne uitgaven en daartussen vreettentjes en kraampjes met boekgerelateerde zaken (zoals ansichtkaarten, nieuwe auteurs & boekpromotie, leesclubs, boekbindateliers enz. enz.). Het publiek bestaat weer voor 99 % uit lezers op zoek naar de ontbrekende deeltjes van hun favoriete jeugdserie, detective of strips. Verzamelaars, bibliofielen en handelaren (ik spot alleen Fokas Holthuis) op zoek naar oud en/of bijzonder drukwerk zijn hier (vermoedelijk) op twee handen te tellen.


In mijn gebruikelijke 'sneupstand' loop ik langs de rijen en scan ik het aanbod. Regelmatig zie ik grote en kleine uitgaven die ook vorig jaar op de markt te koop werden aangeboden.
Ik spot - net als vorig jaar - verschillende mij bekende verkopers waaronder Eric Klee (antiquariaat De Uilenspiegel), Axe van Maanen (antiquariaat Klikspaan), Jaap de Jong (antiquariaat 't Wasdom) en zelfs Henk Molenaar die eind vorig jaar (na 33 jaar) is gestopt met zijn kraam op de Amsterdamse Spui boekenmarkt. Ik maak ook even een praatje met Ard van der Steur (antiquariaat Goltzius). Sneller dan in 2024 beland ik op de IJsselkade en ploeg daar als eerste bij een kraam door bananendozen vol ongesorteerd oud drukwerk. Je weet immers maar nooit... Ik vind echter niks en loop weer verder. Het is inmiddels half elf, ga ik vandaag nog wat vinden?


Een half uurtje later is het zover. Bij 'Haagse Harrie' van antiquariaat Leest vind ik een nog ontbrekend deeltje uit de zesentwintigdelige serie verzamelalbums (in grijze omslag): "Curiositeiten van allerlei aard". Nog twee te gaan! Ook koop ik bij hem een curieus boekje: "De kerk- en altaarwijding, eene onderrigting en verklaring over de bijzondere plegtigheden bij het inwijden der kerken en altaren" ('s Gravenhage, 1836). Vervolgens kletsen we wat over vroeger toen ik nog in Den Haag werkte en de wekelijkse grote Haagse boeken- en antiqiteitenmarkt op het Lange Voorhout bezocht... Nog maar enkele handelaren/kramen resteren thans en houden vol. Harrie (vijftig jaar boekhandelaar) mompelt dat hij zijn winkel inmiddels heeft verkocht en dat boeken hun status hebben verloren. Ik mompel zoiets als 'tot volgend jaar' en loop verder langs de eindeloze rij kramen.


Weer een half uurtje later vind ik in een kraampje aan de stadskant een vooroorlogse "Trio letterproef". Die moet vrij zeldzaam zijn - denk ik - en voor slechts tien euro ben ik er erg blij mee. Over de Haagse drukkerij/uitgeverij Trio schreef ik al eerder in: "Een kruidtuin voor vrienden". Mijn volgende aanwinst vind ik in de kraam van "De Tweede Lezer" uit Apeldoorn. Het gaat om: "Goede manieren. Een handboek voor heeren" (z.j. [1903], Almelo) van C. von Franken. Een vrijwel ongeschonden exemplaar in originele linnen band met op het voorplat een sfeervolle (band)tekening van illustrator Arie C. Rünckel (1876-1956). Altijd leuk en niet te vinden op Boekwinkeltjes. Ik betaal de gevraagde tien euro en voel me weer het 'heertje'!


Mijn horloge geeft inmiddels twee uur aan en het wordt tijd om ergens mijn lunch weg te werken. Ondertussen schijnt de zon uitbundig op de drukke mensenmassa die zich langs de boekenkramen wurmt. Ik heb medelijden met het kleine kroost in baby- of kinderwagentjes en verschillende grote en kleine hondjes... Ook erger ik me aan mensen met een boodschappenwagentje of trekkarretje. Ik struikel niet graag over een stapel lullige streekromannetjes, versleten strips of 'young adult' pulp! Na mijn lunch in het gras ergens aan de oever van de IJssel en mijn eerste (tevens laatste) toiletwagen-bezoek stiefel ik verder.


Bij een handelaar met doorsnee boeken in grote dozen vind ik een in bruin linnen gebonden Franstalig tentoonstellingcatalogus: "Le livre français, des origines à la fin du second empire" (Paris et Bruxelles, 1924). Een dikke mooi geïllustreerde uitgave (oplage 850 exemplaren) met de geschiedenis van het boek geschreven, gedrukt of uitgegeven in Frankrijk. Ik aarzel, maar voor een paar euro's besluit ik om die dikke pil toch maar mee te sjouwen....


De handelaar die mij vorig jaar mijn enige aanwinst bezorgde zie ik ook nu weer. Nieuwsgierig naar wat hij ditmaal te bieden heeft monster ik zijn kraam. En niet zonder succes! Als eerste vind ik de: "Harderlijke onderrigting en vermaning van den doorluchtige en hoogwaardigen heer Johannes Bon bij gelegenheid van deszelfs verkiezing en inwijding tot Bisschop van Haarlem" (Haarlem, 1819). Johannes Bon (1774-1841) was de eerste oud-katholieke bisschop van Haarlem (1815-1841) in het Koninkrijk der Nederlanden. Hij was tevens de enige oud-katholieke bisschop in de negentiende eeuw die niet door de Paus werd geëxcommuniceerd! Waarschijnlijk heeft een latere bezitter daarom deze uitgave fraai laten inbinden in een stevige kartonnen band, beplakt met rood sierpapier. 


Ik raak met de verkoper in gesprek en hij vraagt mij of ik het doosje met drukwerk over en uit Amsterdam heb gezien. Ja natuurlijk! Vervolgens attendeert hij me op twee uitgaven met een plan voor de aanleg van de Amsterdamse IJ-tunnel, een eerste en tweede druk (uit respectievelijk 1939 en 1950) geschreven door de industrieel (houthandelaar) T.C. Groot.
Ik bied vijf tientjes voor de tweede ingebonden druk van: "Plan voor de aanleg van een IJ-Tunnel" (Amsterdam, 1950). Die tweede druk is niet alleen uitgebreider maar ook voorzien van nieuwe foto's. Bovendien zie ik voorin een handgeschreven opdracht ondertekent door T.C. Groot waaruit blijkt dat hij dit exemplaar op 27 oktober 1950 aanbood aan zijne excellentie J.R.H. van Schaik (1882-1962). Van Schaik (wie kent hem nog?) was in 1950 vice-premier in het kabinet Drees I. Uiteindelijk werd het plan voor een IJ-tunnel in 1953 goedgekeurd. De aanleg (tussen 1957 en 1968) duurde tien jaar! Op 30 oktober 1968 (ruim een week voor mijn zevende verjaardag!) vond de officiële opening plaats door Koningin Juliana en de Amsterdamse burgemeester Ivo Samkalden.


Bij een andere kraam vol oud drukwerk - waaronder bladen uit getijdenboeken en incunabelen - zie ik in een vitrine een mij bekende uitgave liggen. Het gaat om een neogotisch altaarmissaal van Pustet uit Regensburg (Duitsland) in een band vrijwel identiek aan mijn exemplaar. De handelaar vraagt er (omwille van die prachtband) vierhonderdvijftig euro voor. Dat valt nog mee, maar is beduidend meer dan wat ik voor mijn exemplaar destijds betaalde.
Het eind van de dag begint te naderen. Ik heb geen afspraak dit jaar met de Boekensneuper om mijn overtollig redactie-exemplaar van het jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen (NGB) te overhandigen, want hij is er vandaag niet bij (zoals te lezen valt in het verslag van zijn bezoek aan de verregende regenachtige Dordtse boekenmarkt). Van de paar boekenliefhebbers van wie ik weet dat ze er moeten zijn zie ik niemand. Ik besluit om op de terugweg nog even langs de kraam van de stichting Desiderata te lopen om daar Peter IJsenbrant (die tevens penningmeester is van het NGB) te begroeten. 


We hebben het even over het verloop van de dag, de onlangs aangetreden aspirant secretaris van ons Genootschap (Arine van der Steur van het gelijknamige Haagse antiquariaat) en de laatste uitgave van Desiderata waarover ik schreef in "Frater Elephas en zijn beste kettertje". Tevens maak ik gebruik van de gelegenheid om hem te bedanken voor de toezending van de eerste bibliofiele uitgave van zijn Desideratum-Pers: "The Library" (een gedicht van Robert Southey). Het is inmiddels vijf uur en zijn vrouw begint met inpakken. Ten afscheid drukt hij mij een geel kaartje in handen: "HAAT", het tweede druksel van zijn pers...
Een half uur later zit ik in mijn auto en zoef ik - tevreden met mijn vondsten - terug naar huis.

Tot volgend jaar?