vrijdag 3 oktober 2025

'Dichtkundig praal-tooneel van Neerlands wonderen'


Onlangs kon ik via Marktplaats voordelig een zeer curieuze uitgave bemachtigen. Het gaat om de serie: "Dichtkundig praal-tooneel van Neerlands wonderen" (Embden [Amsterdam], 1748-1754).
Ik ben deze titel in de loop der jaren regelmatig tegengekomen op beurzen, markten en veilingen, vaak een los deeltje of meerdere, maar zelden compleet. Telkens als ik er dan in bladerde verwonderde ik mij over deze vreemde uitgave, zijn merkwaardige samenstelling, inhoud en illustraties.
Het "Dichtkundig praal-tooneel van Neerlands wonderen" past in het rijtje: "Latynsche en Nederduitsche Keurdichten" (Rotterdam, 1710) en het meer bekende "Groote tafereel der dwaasheid" (Amsterdam, 1720). Het zijn compilaties van (al dan niet eerder verschenen los efemeer) drukwerk, die hun ontstaan danken aan maatschappelijke onrust of economische en/of politieke instabiliteit. De teksten in het praaltoneel zijn ongepolijst en direct. Ze vertegenwoordigen de mening van het gepeupel. Straattaal en vloekwoorden zijn eerder regel dan uitzondering. Juist dat maakt de inhoud zo interessant en bijzonder tegelijk.

We weten dat het praaltoneel niet in het Duitse Embden werd "gedrukt voor de liefhebbers" maar in Amsterdam bij Gerardus van Hattum (die ook uitgaf onder het pseudoniem J. de Vries, Deventer). Van Hattum was als boekdrukker/-handelaar slechts enkele jaren actief en in zekere zin is het praaltoneel - zeker qua omvang - zijn opus magnum. In de Short-Title Catalogue Netherlands (STCN) worden slechts 25 uitgaven (meest anoniem verschenen) aan hem toegeschreven. Het ligt voor de hand dat het fictieve impressum van het praaltoneel te maken heeft met de inhoud van deze serie; een compilatie van honderden - op enkele na - anoniem verschenen anti-orangistische teksten. Vele daarvan waren al eerder afzonderlijk verschenen als paskwil (schotschrift of smaadschrift) en sommige waren zelfs verboden en vernietigd!
De uitgever zelf was ook niet van onbesproken gedrag en een kleurrijke figuur; "Van Hattum was een geval apart. Die behoorde tot de clientèle van de in 1748 in ongenade gevallen familie Six. In de jaren vijftig (van de 18de eeuw) waren bij hem tal van geschriften verschenen waarin zowel de hervormde kerk als de doelisten het hadden moeten ontgelden. Inmiddels was zijn rol uitgespeeld, want als homoseksuele en dus chantabele kroongetuige had Van Hattum zijn voornaamste tekstschrijver, de politieke pamflettist Jacob Baroen, achter de tralies geholpen. Een nauwgezette reconstructie van Van Hattums betrekkingen met de overheid en haar vertegenwoordigers zou licht kunnen werpen op heel wat zaken die tot nog toe verborgen zijn gebleven. Helaas wilde men dat nu juist voorkomen. [-] Van Hattum is als het ware in het niets verdwenen, alsof hij behoedzaam uit het zicht is geloodst" (Ton Jongenelen in: "De waarneming als constructie. Sodomie en rechtsvervolging in Amsterdam in de achttiende eeuw" in: "Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman", jaargang 21 (1998)).

Volgens de bekende 19de eeuwse antiquaar Frederik Muller (1817-1881) was bovengenoemde Baroen de grote man geweest achter het praaltoneel. "Het zeer bekende Praaltooneel van Neerl. Wonderen, 7 dl., dat in de jaren 1748 tot 53 dikwijls zal vermeld worden, is volgens een oude bij mij berustende Confessie in HS (handschrift), geschreven of verzameld en uitgegeven door zekeren Jac. Baroen te Amst., die in 1757 ook heeft geschreven en in het geheim bij F. Houttuyn en K.v. Tongerloo (2 Doopsgezinde boekverkoopers) heeft uitgegeven: 'De Deïst vermeerderd' wat toen ter tijd scherpelijk vervolgd is" (in: "Nederlandse Historieplaten", Amsterdam 1876/1877, deel II, blz. 172, nr. 3948).


Het praaltoneel verscheen in een maatschappelijk onrustige periode waarin de spanningen tussen Prinsgezinden en Patriotten toenamen. Dit leidde tot landelijke onlusten zoals in Amsterdam waar in 1748 de pachtersoproer uitbrak en de Doelistenbeweging zich politiek roerde.
De eerste vier delen van het praaltoneel zagen het licht in dat 'wonderjaar', vervolgens verscheen deel V in 1753 en deel VI in 1754.
Deze zes delen bevatten allemaal een Franse titelpagina, een verklaring van de allegorische titelprent, de allegorische titelprent zelf en de typografische titelpagina in zwart en rood. Van deel I bestaat een variant met een andere titelpagina uitgegeven in 1748, evenals van deel II (1749) en deel III (1751). Deel IV werd heruitgegeven in 1754. Na afronding van deel VI verschenen nog een prent en twee publicaties. De prent draagt de titel "Vergadering der Patriotten op de groote burgerzaal in de Cloveniers doelen te Amsteld. in Aug. Ao 1748" en moest worden geplaatst in deel II (NB. deze afbeelding komt voor in meerdere contemporaine publicaties!). 


De twee stukjes moesten worden gebonden achter deel VI. Beide vormen ze het 'zevende deel', dat geen aparte titelpagina heeft (allegorisch noch typografisch) zoals de voorgaande zes delen. Het gaat om: "Het gedrag der stadhoudersgezinden, verdedigt door Mr. A.v.K. rechtsgeleerde" en "Het stadhouderschap wettiger gehandhaafd en de Doelistery-gezinden kragtiger verdedigd als door Mr. A.v.K.", inclusief het verbod op deze twee publicaties uit 1754.
In de pamflettencatalogus van W.P.C. Knuttel worden ze beide genoemd onder nr. 18414 en 18415. Bij het eerste nummer schreef Knuttel: "Door mr. Elie Luzac. Met het volgende werd het den 15 mei te Amsterdam vóór het stadhuis publiek verbrand. Een premie van F. 3000 werd uitgeloofd voor den ontdekker van den schrijver, drukker of verspreider der beide paskwillen.
In Amsterdam schreef men beide pamfletten aan de Doelisten toe. Het werd in 1783 herdrukt".
Deze serie bevat overigens veel meer verboden publicaties, zoals in deel II (blz. 153): "De weergalooze Amsterdamsche Kiekkas..." (Knuttel nr. 18033) en in deel IV (blz. 153) het beruchte: "Kort en beknopt Hollands Vraagboekje ten dienste van allen, die hun geluk zoeken te bevorderen, door ware Doelistery waardoor de Staat ontroerd en de Prins misleid word" (destijds ook wel de catechismus der Doelisten genoemd).

Bij diverse paskwillen is de tekst voorzien van voetnoten waarin gebruikte pseudoniemen en spraakmakende kwesties nader worden verklaard. Op die manier werden specifiek lokale schandaaltjes en rellen ook voor lezers elders begrijpelijk.
In de zes delen worden talrijke politieke tegenstanders gefileerd, met name de Amsterdamse Oranjegezinde porseleinverkoper Daniel Raap (1703-1754). Zozeer zelfs dat Knuttel in zijn pamflettencatalogus kon schrijven: "De meeste der hier volgende gedichten over Raap en zijn begrafenis zijn opgenomen in Dl. VI van het 'Dichtkundig Praal-tooneel van Neerlands wonderen'" (bij nr. 18421).


Daarnaast zijn - als politieke rode draad - een aantal officiële publicaties van overheidswege opgenomen. 
- In deel I (blz. 219) de 'Propositie' van Willem IV, een voorstel voor belastinghervormingen (d.d. 25 juni 1748).
- In deel II (blz. 184) het: "Billyk verzoek der Amsteldamsche Burgery, aan zyne Doorlugtige Hoogheid op nieuw voor te stellen", (blz. 187) plus enkele vervolgstukken en (blz. 213) de: "Sententie tegens Harmen Coops Fledderus binnen Steenwyk" (d.d. 24 april 1749) alsmede enkele vervolgstukken.
- Deel III (blz. 71) de: "Sententie by den Ed. Hove Provinciaal van Utrecht, den 8 Augustus 1748. gepronuncieerd en geëxecuteerd jegens Willem Cornelisz. van Claveren, alias Dikke Willem, en Marrigje Willems, alias Lange Marie" (d.d.10 augustus 1748) en (blz. 78): "Request van de Gedeputeerden van Haarlem, die op de Gevangen Poort in 's Hage zyn in Verschering genomen" (d.d.2 januari 1750).
- Deel IV (blz.32) de publicatie van de Staten van Holland over het afleggen van de eed door wijnkopers plus enkele vervolgstukken (blz. 67 en 68). Vervolgens (blz. 129) een publicatie van de stad Rotterdam naar aanleiding van de plundering van het huis van de wijnkoper Gerrit Hagedoorn (d.d. 18 augustus 1751). Tot slot (blz. 159) een publicatie van de stad Amsterdam tegen lasterlijke paskwillen met name het godslasterlijke paskwil verschenen onder de titel: "Kort en beknopt Hollands Vraag-boekje" (niet gedateerd, maar van 8 september1751).
- Deel VI (blz. 295) een publicatie van de stad Amsterdam tegen paskwillen (d.d. 28 januari 1754), een Placaat van de Staten van Holland en West-Friesland tegen paskwillen (d.d. 7 maart 1754) en tot slot een Placaat van de stad Amsterdam tegen de eerdergenoemde twee publicaties die samen het 'zevende deel' vormen van het praaltoneel (d.d. 14 mei 1754).

De allerlaatste pagina van de serie is een "Berigt aan de liefhebbers", over de eerdergenoemde nagekomen prent en twee stukjes plus (verso) een lijst van illustraties voor de boekbinder. Enkele illustraties komen voor in zowel de pamflettencatalogus van Knuttel (met het begeleidend paskwil) als in Frederik Muller's "Nederlandse historie platen".
De meeste zijn uitvouwbaar en doen wonderlijk primitief aan. Ze zijn geen van alle gesigneerd. Frederik Muller spreekt over slechte kopieën en dat klopt.
Neem bijvoorbeeld de prent voorin deel IV: "Ter nagedachtenisse van de inhuldiging zijner doorl. Hoogheid Willem Karel Henrik Friso als Marquis van Vere en Vlissingen". Het origineel linksonder is gesigneerd onder de prent ("S. Fokke inv. et fec. 1751." en "F. Houttuyn excudit."). De - overigens redelijk geslaagde - kopie rechtsonder niet.


Het praaltoneel is al met al een rommelige uitgave, gedrukt op matig papier. De titelpagina van deel IV bijvoorbeeld is gedateerd 1748 maar de opgenomen teksten lopen door tot ver in 1753! De bladwijzers achterin rammelen; ze zijn onvolledig of geven een weinig informatieve omschrijving/titel. Zo kan het gebeuren dat je bij het collationeren verschillende verrassingen tegenkomt. Bijvoorbeeld in deel VI (blz. 42) waar een grafschrift staat voor Daniel Raap in de vorm van een acrostichon dat niet in de bladwijzer wordt vermeld. Een ander voorbeeld is een prent ("Raap uyt gely door een Predikant na de Galg met eenig ander bywerk") plus de voorafgaande uitleg, die kennelijk later is toegevoegd (Deel IV tussen bladzijde 160 en 161). Dat is niet alleen zichtbaar aan de verspringende paginanummering maar ook aan de custode ('OP') rechtsonder op de laatste bladzijde van het voorafgaande (verboden) "Kort en beknopt Hollands Vraagboekje...".


Weer een andere verrassing schuilde achter het: "Smeek-schrift aan 't Groot en Magtig Amsterdam". Er staat niet bij van wie, maar het bleek te gaan om een gedicht (uit 1753) waarin het dorp Amstelveen zicht richt tot zijn grote buurman de stad Amsterdam.
De volledige titel luidt: "Smeekschrift aan het groot en magtig Amsteldam opgedragen door het klein en nedrig Amstelveen" (Deel V, blz. 232). Hierin vraagt het dorp ootmoedig om bestrating van een belangrijke verkeersader, de Amstelveenseweg tussen het dorp en de stad Amsterdam. Omdat dit gedicht in de lokale geschiedenis van mijn woonplaats totaal onbekend is geef ik het hier volledig weer.


Het direct daaropvolgend keer-dicht "Nihil of nul op 't request van het klein en nedrig Amstelveen gegeeven als uit naam van het magtig Amsteldam" (blz. 236) maakt korte metten met dit verzoek.
Wat denkt dat armzalige Amstelveen wel? Wat kost dat wel niet? Bovendien is het alleen maar om de Fransche Schouwburg aan de Overtoom (afgebrand in 1754), die ten nadele is van de Stadsschouwburg op het Leidseplein, beter bereikbaar te maken. "De Fransche Dichtkonst, of de Schouburg op de Overtoom, welke door onze Eygen Inboorlingen wordt ten toppunt gevoerdt, waar door de Amsterdamsche Schouburg een inmportant verlies komt te leyden, en weeuw en wees 'er de smerte komt van te gevoele" (voetnoot blz. 244). Destijds ging een gedeelte van de inkomsten van de schouwburg naar de stadswezen en weduwen. De bestrating van de Amstelveenseweg kon wel wachten en pas in 1810 wordt gesproken over de 'nieuwe straatweg' tot aan het dorp Amstelveen.


Tot slot bevat deel VI van het praaltoneel twee bijzondere paskwillen in de vorm van satirische begrafenisbriefjes. Bijzonder omdat ze door hun oblong vorm en inhoudelijke opbouw echte begrafenisbriefjes imiteren. Vooral in de periode 1780-1790 is dergelijk drukwerk verschenen. Enkele zitten ook in mijn collectie en zullen ter sprake komen in mijn volgende blog: "Satirische begrafenisbriefjes uit de Patriottentijd".

vrijdag 19 september 2025

Het jaar geboekt, augustus 2025

In 'Het jaar geboekt, [maand en jaar]' houd ik bij wat ik gedurende een maand bij elkaar verzamel inclusief 'de cijfers', soms met toelichting en/of opmerkingen. Ik begon hiermee in 2018, aanvankelijk als aparte rubriek (onder een eigen tabblad). Met ingang van 2024 publiceer ik mijn maandoverzichten direct op de 'homepage'. Na afloop van het jaar geef ik een totaaloverzicht in '[Jaar] geboekt. Een jaar in feiten en cijfers'.

Augustus 2025; de cijfers...

Totaal aantal objecten: 14.

Gekocht: 14.

Totaal uitgegeven: € 434,- euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 14 is gemiddeld: € 31,-  euro per object.

Via Marktplaats: 3 (8, 9, 10).
Bij de drukker/uitgever: 1 (11).
Via de kringloop: 1 (12).
Via (online) antiquariaat: 2 (13, 14).
Via boekenmarkt: 7 (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7).

Modern: 1 (12).
Marge & klein bibliofiel drukwerk: 1 (11).
Old & rare: 12 (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 13, 14).

Augustus 2025: de aanwinsten...

Op de 35ste Deventer boekenmarkt (op 3 augustus 2025) kocht ik de volgende zeven uitgaven (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7voor in totaal € 146,- euro. In mijn blog: "De 35ste Deventer boekenmarkt" kwamen alle aanwinsten al aan bod.

1. "Curiositeiten van allerlei aard" (Amsterdam, 1 october 1874). Over deze serie schreef ik in 2015 een driedelig blog.


2. "De kerk- en altaarwijding, eene onderrigting en verklaring over de bijzondere plegtigheden bij het inwijden der kerken en altaren" ('s Gravenhage, 1836). Boekje geïllustreerd met zes afbeeldingen. Ingebonden in later blauw kunstleren bandje met de originele omslag geplakt op het voor- en achterplat.


3. "Trio letterproef" (z.j. [ca. 1933], 's Gravenhage). In ringbandje, geel kartonnen schutbladen. Schaarse vooroorlogse letterproef van de "sinds 35 jaar bestaande" Haagse drukkerij Trio (niet in Lane & Lommen) waarover ik hier schreef.


4. C. von Franken: "Goede manieren. Een handboek voor heeren" (z.j. [1903], Almelo). Fraai behouden gebleven uitgave in zijn originele linnen band met op het voorplat een (band)tekening van illustrator Arie C. Rünckel (1876-1956).


5. Henry Martin e.a.: "Le livre français, des origines à la fin du second empire" (Paris et Bruxelles, 1924). Geïllustreerde tentoonstellingscatalogus (oplage 850 exemplaren). Gebonden in latere bruinlinnen band. Dikke pil met de geschiedenis van het boek geschreven/gedrukt of uitgegeven in Frankrijk.


6. J. Bon: "Harderlijke onderrigting en vermaning van den doorluchtige en hoogwaardigen heer Johannes Bon bij gelegenheid van deszelfs verkiezing en inwijding tot Bisschop van Haarlem" (Haarlem, 1819). Johannes Bon (1774-1841) was de eerste oud-katholieke bisschop van Haarlem (1815-1841) in het Koninkrijk der Nederlanden. Hij was tevens de enige oud-katholieke bisschop in de negentiende eeuw die niet door de Paus werd geëxcommuniceerd. Later ingebonden in kartonnen band, beplakt met rood sierpapier. Titeletiket op het voorplat.


7. T.C. Groot: "Plan voor de aanleg van een IJ-Tunnel" (Amsterdam, 1950). De eerste druk van dit plan verscheen in 1939. Na de oorlog verscheen deze tweede uitgebreide en van nieuwe foto's voorziene druk. Dit ingebonden exemplaar werd door de voorvechter van de tunnel, de industrieel T.C. Groot (blijkens zijn handgeschreven opdracht voorin) op 27 oktober 1950 aangeboden aan zijne excellentie J.R.H. van Schaik (1882-1962). Van Schaik was in 1950 vice-premier in het kabinet Drees I. Het plan voor de IJ-tunnel werd in 1953 goedgekeurd. De aanleg vond plaats tussen 1957 en 1968. De officiële opening door Koningin Juliana en de Amsterdamse burgemeester Ivo Samkalden vond plaats op 30 oktober 1968.


8. J. Mislin: "Livre d'heures avec un choix d'autre prières" (Vienna, 1867). Prachtig in bruin leer gebonden Franstalig missaaltje (met gestempeld monogram 'CR' op de voorkant). Boekblok aan alle zijden gemarmerd. Platten binnen gevoerd met rode stof voorin bedrukt met gouden letters "S.IJ. 9 Juin 1896". Vermoedelijk een doop- communie- of huwelijksgeschenk. Geheel uitgevoerd als Middeleeuws getijdenboek met bladvullende miniaturen en decoratieve kaders. Gekocht via Marktplaats voor € 58,65 euro (incl. verzendkosten). Lees hierover meer in mijn blog: "Museaal missaaltje".


9. "Begräbnisliederbuch" (Breslau, 1917). Tachtig begrafenisliedjes... "Auszug aus dem Schlesischen Provinzial-Gesangbuch". Onmisbaar boekje voor Duitse veldpredikanten in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Gebonden in zwart kartonnen band met linnen rug. Gekocht via Marktplaats voor € 25,- euro (incl. verzendkosten)


10. "Beknopte beschryving der doorluchtige begravenis van de 's Gravenhaagsche alias Hof Courant op donderdag 9 january 1783" (z.p., z.j. [1783], Knuttel 20439). Pamflet, 8 bladzijden. Gekocht via Marktplaats voor € 29,50 (incl. verzendkosten). 


11. R. Storm: "Dit is zéér belangrijk! De 'bibliophielen-gevoeligheidjes' van E. du Perron" (Leiden, 2025). Oplage 150 exemplaren plus enkele hc. Leuk - en mooi uitgegeven - essay van mijn 'blogredacteur' Reinder Storm over de schrijver E. du Perron die de eigenaardige gewoonte had zijn boeken te mutileren (zoals: bijsnijden, verwijderen van bladzijden, inplakken van foto's, voorzien van zelfgemaakt titelpagina's en opnieuw - lelijk! - inbinden). Direct gekocht bij uitgeverij Fragment in Leiden voor € 22,- euro (incl. verzendkosten). Uiteraard even door de auteur laten signeren!


12. B. van Noordwijk: "Zilver voor de Zondag" (Heerenveen, 2013). Gekocht in mijn lokale kringloop voor € 2,85 euro.


Bij antiquariaat Brinkman in Amsterdam kocht ik de volgende twee uitgaven (13 en 14) voor bij elkaar € 150,- euro.

13. K. Fuhri: "Adres aan de boekverkoopers in Nederland". Samen met: J.H. Gebhard: "Beschouwing van de vraag der Vereeniging 'Bestaat er verval of kwijning in den Boekhandel?'" (Amsterdam, 1846). Twee ingezonden antwoorden op een prijsvraag uitgeschreven bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels. In een geperste zwartlinnen band, de platten bedrukt met gouden sierkaders. Het boekblok aan alle kanten verguld. Presentie-exemplaar?


14. (N. Hoefnagel): "In 's Gravenhage, Anno 1781. Tegens Maandag, den 31sten December, werdt UE: ter begravinge verzogt, met het zoo ongelukkig door de Schrik van een Advertentie van den 17den Dito, gesneuvelde lyk van De Ouderwetsche Nederlandsche Patriot, [...]" (Z.p., z.j. [1781], Knuttel 19891). Eenzijdig bedrukt satirisch pamflet. Gevouwen, in later omslag geplakt. In een volgend blog: "Satirische begrafenisbriefjes uit de Patriottentijd" vertel ik meer over deze curieuze uitgaven.

vrijdag 5 september 2025

Museaal missaaltje


Een paar dagen voor de Deventer boekenmarkt bood ik op Marktplaats vijftig euro voor een zeer fraai uitgevoerd en goed bewaard gebleven Frans missaaltje. De verkoper vond dat echter veel te weinig omdat hij er dankzij Google was achtergekomen dat een vergelijkbaar antiquarisch exemplaar op een veiling voor ruim het tienvoudige was afgehamerd.
Echter, met honderdvijfentwintig euro was hij tevreden, schreef hij. Ik besloot te wachten met een reactie tot na de boekenmarkt. Een dag later ontving ik bericht dat vijfenzeventig euro ook een optie was... Weer besloot ik even niet te reageren en ja hoor een dag na de Deventer boekenmarkt werd mij verzocht € 58,65 euro over te maken voor boek en verzending. Nu reageerde ik meteen...
Maar wat kocht ik eigenlijk? Negentiende eeuwse Rooms-katholieke missaaltjes (Franstalig of niet) behoren niet bepaald tot de meest zeldzame of kostbare boeken. En toch...


De enkele foto's bij de advertentie maakten mij meteen duidelijk dat het om een heel bijzondere uitgave moest gaan. Van buiten een eenvoudige maar smaakvolle bruinleren band, een rug met ribben en titel in goud: "Livre d'heures" (en dus niet zoals gewoonlijk: "Missel"). Opvallend is het bijzonder fraai op alle sneden fel gemarmerde boekblok.
Van binnen zijn alle bladen voorzien van verschillende kaderversiering en gedrukt in kleur met goudaccenten, evenals de 24 paginagrote miniaturen. Het hele boekje ademde een luxe sfeer uit en de artistieke vormgeving deed mij denken aan kostbare Middeleeuwse getijdenboeken uit de veertiende en vijftiende eeuw.

Terwijl ik de laatste hand legde aan het verslag van mijn bezoek aan de 35ste Deventer Boekenmarkt arriveerde het boekje in mijn bibliotheek. 
Het fraaie kleinood (octavo-formaat) maakte mij zo nieuwsgierig dat ik al gauw opging in een onderzoekje naar de auteur en uitgever.


Op het voorplat staat in gouden letters het monogram 'CR'. Vaak zijn dat de initialen van de eigenaar, maar in dit geval staat het zeer waarschijnlijk voor 'Catholique Romain', want zodra we het boekje openslaan lezen we rechts op het eerste blad (beplakt met dezelfde rode stof als waarmee de binnenzijde van de platten werd bekleed) "S.IJ. 9 juin 1896". Dit zijn vrijwel zeker de initialen van de man of vrouw die op 9 juni 1896 het missaaltje ontving, mogelijk als doop- communie- of huwelijksgeschenk. 
De titelpagina vermeldt voorts dat deze uitgave is samengesteld door 'mgr.'/monseigneur (Jacques) Mislin (1807-1878). Deze in Frankrijk geboren Rooms-katholieke geestelijke gaf ondermeer aardrijkskundeles aan de toekomstige keizers Frans Jozef I van Oostenrijk (1830-1916) en Maximiliaan van Mexico 1832-1867).
De onrust van 1848 dwong hem tijdelijk Wenen te verlaten en naar Jeruzalem te verhuizen. Teruggekeerd in Wenen plukte hij de vruchten van zijn toewijding aan de keizerlijke familie en de Kerk: hij werd benoemd tot bisschop en kanunnik. Gedurende enige tijd was hij bibliothecaris van Marie Louise (1791-1847), aartshertogin van Oostenrijk en - als tweede echtgenote van Napoleon Bonaparte - keizerin van Frankrijk. Hij was daarnaast dik bevriend met Leopold I van België (1790-1865). Kortom, Mislin was goed bekend met de aristocratie van zijn tijd en hun goed gevulde bibliotheken met talrijke middeleeuwse handschriften en prachtvolle uitgaven. Zijn kennis daarvan en omgang daarmee zullen hebben bijgedragen aan zijn voornemen om een uitgave samen te stellen, vormgegeven als Middeleeuws getijdenboek. Daarnaast is het zeer waarschijnlijk dat hij het werk van Heinrich Knöfler (1824-1886) kende die immers veelvuldig religieus drukwerk illustreerde, zoals voor uitgeverij Pustet in Regensburg (lees mijn blog over "De Neogotische pronkmissalen van Pustet"). Er was in Wenen op dat moment eigenlijk maar één drukker/uitgever die in staat was om een dergelijk project vorm te geven.


Dat was Heinrich Reiss (1799-1875), afkomstig uit Tübingen (Baden-Württemberg/ Duitsland). Geboren in een drukkersfamilie, leerde Heinrich de fijne kneepjes van het vak in het bedrijf van zijn vader. In 1828 nam hij diens drukkerij over. In 1850 kwam hij naar Oostenrijk met het doel om liturgische prachtuitgaven te produceren, gemodelleerd naar laatgotische manuscripten. Van 1854 tot 1864 leidde hij de drukkerij L.C. Zamarski in Wenen. Vanaf 1865 had Reiss een eigen drukkerij. Dankzij enkele persoonlijke financiële offers kon hij opdrachten verstrekken - vooral aan de xylografisch werkplaats van Heinrich Knöfler - voor het maken van de kostbare kleurenhoutsneden voor initialen, decoratieve randen en miniaturen die hij gebruikte om zijn uitgaven te versieren. Tijdgenoten wisten; "Herrn Reiss gebührt das Verdienst, den xylographischen Farbendruck zuerst in Wien betrieben und damit einen Zweig der graphischen Künste ausgebildet zu haben, der sich allein in Wien zu einer ungeahnten Höhe und Blüthe entwickelt hat". Soms werden tot wel 15 drukplaten gemaakt voor één meerkleurige afbeelding!


Het 'magnum opus' van Reiss is een groot, magnifiek "Missale Romanum..." verschenen in 1872 in Wenen, geheel in Middeleeuwse stijl. Het maakte grote indruk net als twee (vijf jaar eerder verschenen) prachtvolle missaaltjes eveneens geheel in Middeleeuwse stijl.
Het gaat om de eerdergenoemde Franstalige uitgave van mgr. Mislin: "Livre d'heures avec un choix d'autre prières" (Vienna, z.j. [1867]) en een Duitse variant, getiteld: "Gebetbuch für Katholiken" (Wien, z.j. [1868]), geschreven door 'een geestelijke uit het Weense aartsdiocees' (eveneens Mislin). U kunt de exemplaren in de Oostenrijkse staatsbibliotheek doorbladeren door op de bovenstaande titels te klikken. Enkele bladgrote miniaturen zijn gesigneerd door Knöfler of zijn medewerker Hermann Paar (1838-1899).
 
Mislin's: "Livre d'Heures" werd in het Katholieke dagblad "L'Univers" van 19 december 1868 lovend besproken door de journalist Louis Veuillot: "Ce beau volume complet, solide et portatif, a une figure à lui, une sorte de bonhomie allemande qui ne se dément jamais, et qui le rend aussi agréable à voir que précieux à écouter. La richesse répandue partout n'y occupe cependant que sa place. Mgr. Mislin, qui parle et qui écrit le français en maître, a revu ou fait lui-même toutes les traductions ; il a ajouté où  il le fallait des notes d'une brièveté et d'une clarté exquises, et enfin il a obtenu de son imprimeur viennois une pureté de texte de plus en plus rare chez nous. Disons, à l'éloge de cet imprimeur, M. Henry Reiss, qu'il est véritablement maître en son art, maintenant, hélas! si négligé. Tout ce qui est de lui dans le livre d'Heures dépasse de beaucoup la plupart de nos éditions dites de luxe.
Le travail du compositeur et celui de l’imprimeur proprement dit, le tirage, sont du premier ordre. Ce n'est plus ainsi que nous fabriquons les livres, et, à ce titre encore, le livre d'Heures de Mgr. Mislin est un véritable joyau, une véritable rareté". (NB. Een kritische bespreking - een aantal jaren later - is ook te vinden in de "Oesterreichische Buchdrucker-Zeitung" van 14 januari 1875 (blz. 11/12)



Deze uitgaven van Reiss waren kostbaar en destijds onbereikbaar voor het grote publiek. Dat blijkt ondermeer uit een advertentie, twee jaar na verschijning van Mislin's missaaltje, in het "Fremden-Blatt" van 18 december 1869. Daarin biedt "Bermann & Altmann antiquariatsbuchhandlung" zijn "Livre d'heures aan tegen een gereduceerde prijs van
Fl. 17,50, in plaats van de oorspronkelijke Fl. 24,-. In 1872 was de prijs bij Carl Helf "buchhandler und antiquar in Wien" gezakt naar slechts Fl. 10,- (alles in Oostenrijks-Hongaarse guldens), maar nog steeds het weekloon van een geschoolde arbeider! Honderdvijftig jaar later is daarin niet veel veranderd. Mislin's: "Livre d'heures" (in dezelfde fraaie conditie als mijn exemplaar) kost u al gauw rond de zeshonderd euro.