vrijdag 27 juni 2025

De Carbolineum Pers in mijn bibliotheek

Net als bij Jos Zwiers, eigenaar/drukker van De Althaea Pers (1943-2022) kwam het overlijden van Boris Rousseeuw, eigenaar/drukker van De Carbolineum Pers (1959-2024), mij pas laat ter ore. Daarom ging ook de expositie van zijn oeuvre, één jaar later - in het filiaal van De Slegte in Antwerpen - helaas geruisloos aan mij voorbij. Gelukkig kwam ik er wel op tijd achter dat ik bij datzelfde filiaal nog een exemplaar kon bestellen van: "Obrigado Boris" (Antwerpen 2025), dat bij de tentoonstelling in een beperkte oplage van ongeveer 200 exemplaren was verschenen (ik ontving het romeins genummerde exemplaar X). Deze exclusieve, goed verzorgde (geïllustreerde) uitgave bevat diverse verhalen en herinneringen van familie, vrienden en kunstenaars alsmede een titellijst van al het drukwerk dat tussen 1989 en 2024 bij De Carbolineum Pers verscheen. 


Ik had slechts sporadisch contact met Boris per e-mail of via mijn blog. Zelden hebben wij elkaar in levende lijve ontmoet maar één van die ontmoetingen vond plaats tijdens de Amsterdam International Antiquarian Book & Map Fair 2013 in de Passengers Terminal Amsterdam. Ik werd daaraan herinnerd toen ik op bladzijde 24 van "Obrigado Boris" onderstaande foto van Nick ter Wal zag (lees zijn in memoriam) van een trotse Boris met in zijn hand "Een kerkhoflied. Laatste gedichten" (Kalmthout, 2013) van Gerrit Komrij (1944-2012). Ik bezocht die beurs en sprak natuurlijk even met hem over Komrij en over diverse bibliofiele zaken. Wat ik mij daarvan vooral herinner was zijn verontwaardigde verbazing dat hij van het kerkhoflied nauwelijks wat verkocht. Zijn verbazing deelde ik toen niet.
De Amsterdam International Antiquarian Book & Map Fair was en is nou eenmaal een evenement waar vooral het oude boek centraal staat. Ik vond zijn verkoopstand daarom meer iets voor de (toen nog) jaarlijkse 'Boekkunstbeurs' in de Leidse Pieterskerk. 


Een beetje melancholisch en geïnspireerd door de Belgische bibliofiel Jan Bib (Jan van Herreweghe), die op zijn Facebook-pagina schreef dat in zijn bibliotheek een vijftiental publicaties bewaart van De Carbolineum Pers, besloot ik om - net als hij - een duik te nemen in mijn collectie om eens te inventariseren wat ik in de loop der jaren verzamelde/kocht van deze bijzondere Belgische private press.
Over mijn eerste kennismaking met De Carbolineum Pers heb ik lang geleden geschreven in: "Gek geworden" (2011). Het was bij boekhandel Minotaurus in de Amsterdamse Sint Antoniesbreestraat - een piepklein winkeltje waar destijds Nol Sanders de scepter zwaaide - dat ik 'blindelings en zonder aarzeling' “De Bibliomaen” (Kalmthout, 2010) kocht. Het is een gedichtje van de Gentse stadsarchivaris en dichter Prudens Van Duyse (1804-1859), dat in een oplage van slechts 55 exemplaren bij De Carbolineum Pers verscheen en waarvan ik nummer 25 sindsdien mag koesteren.


Niet lang daarna kocht ik bij Boris Rousseeuw de eerste integrale Nederlandse vertaling van het boek van Richard de Bury: “Philobiblon” (Kalmthout, 2006) met de prospectus.
In "Obrigado Boris" wordt deze uitgave (208 pagina's met de hand gezet) meermaals en in diverse bijdragen genoemd als het magnum opus van De Carbolineum Pers. Toegegeven, ook ik was onder de indruk van deze zorgvuldig vormgegeven Nederlandse editio princeps, zozeer zelfs dat ik vrijwel onmiddellijk na ontvangst (en met vriendenkorting) "Lof der stront" (Kalmthout, 2000) kocht bij mijn Haagse boekenvrienden van antiquariaat Fokas Holthuis. 


In 2012 tekende ik in op: “Sonetti Lussuriosi” (Kalmthout, 2012), een pornografische erotische klassieker van Pietro Aretino (1492-1556). Gedrukt in een oplage van vijfenvijftig genummerde exemplaren gesigneerd door beide vertalers (een getrouwe vertaling door Jan-Paul van Spaendonck en een vrijere door Geerten Meijsing), met illustraties van Jimi Dams. Mijn exemplaar - op naam - is nummer 26. Ik schreef erover in: "Met rode oortjes" (2012). Apart hierbij hoort een in rood kartonnen omslag losbladig "Naar buiten met dat nawoord!" (blz. 139 t/m 156). Dit is een van de weinige uitgaven van De Carbolineum Pers gedrukt op A4 formaat. Inmiddels kende Boris mijn blog (zoals blijkt uit zijn commentaar bij: "Avonturen met Anna") en sindsdien stuurde hij mij diverse malen een fraai gedrukte prospectus (waarover ik schreef in: "Prospectus"). Ik bewaar ze in een aparte omslag en bezit er momenteel achttien. Vaak is het een enkel dubbelgevouwen blad met houtsnede maar twee daarvan zijn met een cahiersteek gebonden in een handgemarmerd omslag. Het gaat om het prospectus voor "De liefde is gelijck een zee" (Kalmthout, 2012), 48 onbekende drank- en liefdesliederen uit de achttiende eeuw met houtsneden van Isabelle Vandenabeele en: "Nihil obstat", waarover later meer.
Overigens ontving ik bij mijn "Sonetti Lussoriosi" helaas geen prospectus, want die waren op. Boris vond een goed alternatief en stuurde me in plaats daarvan een paar bladen proefdruk. Daar wordt toch elke bibliofiel blij van!


2019 was een rijk jaar met tal van aanwinsten van De Carbolineum Pers die ik allemaal bij Minotaurus kocht. Het begon in februari met O. Uzanne: "Bibliofiele verhalen. Gekozen, vertaald en toegelicht door Frans Willem Verbaas. Met pentekeningen van Stijn Felix" (Kalmthout, 2018). Mijn exemplaar (41) is een van de vijftig genummerde exemplaren.
Het eindigde dat jaar met de diep betreurde definitieve sluiting van Minotaurus. Bij de laatste uitbater - Hans van Daalen - sloeg ik destijds in de uitverkoop mijn slag en kocht ik maar liefst drie uitgaven voor boterzachte prijsjes. Het waren achtereenvolgens: J. Goudswaard (1870-1959): "Uit het leven van een boekenleurder" (Kalmthout, 2017). Dit is een bibliofiele heruitgave met een uitgebreid en lezenswaardig nawoord van verzamelaar/hoogleraar P.J. Buijnsters. Mijn exemplaar is genummerd 12 (van de tweede serie van vijftig genummerde exemplaren). Daarnaast verwierf ik J.-K. van West (1889-1969): "De opvoeding van de bibliofielen. Kanttekeningen van een boekbinder" (Kalmthout, 2018), nummer 33 (in kartonnen band) van de eerste druk van zestig genummerde exemplaren. De derde uitgave was de "Catalogus Librorum Werbrouck. Met een inleiding van Boris Rousseeuw" (Wildert, 1997). Geheel met de hand gezet en gedrukt op geschept Zerkall-papier (nummer 18 van de vijftig Arabisch genummerde exemplaren).


In 2020 verscheen bij De Carbolineum Pers: "Ton Kok. Zestig jaar antiquaar" (Kalmthout, 2020) in twee delen in cassette in een oplage van 50 genummerde exemplaren (ik bezit nummer 13). De herinneringen van Ton (die eerder verschenen in: "De Boekenpost") gingen er als zoete koek in. In 2023 volgde het tweede en laatste deel van zijn memoires getiteld: "Stapelen en omstapelen" (Kalmthout, 2023). Wederom fraai uitgegeven in cassette, oplage 50 genummerde exemplaren (daarvan staat hier nummer 16). Ik was er snel genoeg bij en kocht ze direct bij Boris. Een eendelige publiekseditie (4de verbeterde en aangevulde druk, oplage 300 exemplaren en gedrukt bij De Buitenkant) wordt thans nog steeds bij Kok verkocht voor vijfendertig euro.

In 2021 kocht ik bij Boris de uitgave van F.B. Hotz: "Joop, Jan en meneer Ginsberg" (Kalmthout, 2021). Het gaat om de jeugdherinneringen van schrijver F.B. Hotz (1922-2000) aan de Leidse antiquariaten en leest als een trein. Oplage: 65 genummerde exemplaren met geelpapieren band in cassette (ik bezit nr. 12).

Een smakelijke uitgave die prima past bij mijn kleine verzameling met uitgaven over scatologie. Deze uitgave is prachtig verlucht met 55 originele houtsneden van Isabelle Vandenabeele. Net als "Philobiblon" gebonden in kalfsperkament, in foedraal, in een oplage van 50 genummerde exemplaren (ik heb hier nr. 12 op naam van Peter Simoens, van wie ik het kocht).
Was dat het? Nee! 
Toen ik voor dit stukje op zoek ging naar alle besproken uitgaven en door mijn bibliotheek en dozen dwaalde vond ik ook nog: "Request van de Antwerpse boekbinders (1756)" (Wildert, 2002). Het is nummer 55 (van de 60) in kartonnen band met cassette (29 blz.) en: "Ordonnancie ende Coustume" (Kalmthout, 2012), nummer 188 (van 190), in bedrukte kartonnen omslag met cahiersteek. De laatste uitgave is tevens de eerste van de 'Vrienden van het Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet vzw(en nieuwjaarsgeschenk voor 2013). Ik moet ze beide ergens voor 2018 hebben gekocht, mogelijk via Boris die als 'Boekengek' ook via Boekwinkeltjes uitgaven van De Carbolineum Pers verkocht. Daar bood hij overigens als hobby-antiquaar ook veel interessant oud drukwerk aan.


Kortom, in mijn bibliotheek bevinden zich thans veertien uitgaven van De Carbolineum Pers (en achttien prospectussen). Ongetwijfeld komen er in de toekomst uitgaven bij en ik zal ze hieronder in een naschrift vermelden. Hoog op mijn wensenlijstje staat bijvoorbeeld: "De Laude Scriptorum" (Kalmthout, 2009) van Johannes Trithemius (de prospectus daarvan heb ik al). Kwestie van geduld, toeval en snuffelen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten