maandag 6 februari 2012

Vaag boekje

Toen ik een tijdje geleden in Amsterdam langs de tweedehands boekenmarkt wandelde viel mijn oog op een oud-ogend boekje. Het leek op mij te wachten, dus kocht ik het”.
Dat overkwam mij drie weken geleden ook en het ging nota bene om hetzelfde boekje: “Paracelsus. De doolhof der geneesleer (labyrinthus medicorum)”, uitgegeven in 1913 te Amsterdam door de N.V. Theosofische Uitgevers-Maatschappij, als eerste deel in de serie
Klassieken van het occultisme”.

Normaal gesproken zou ik het hebben laten liggen (‘Theosofie = Vaag’) maar dit exemplaar (“kost je vijf euro”) was gebonden in een luxe perkamenten bandje met goud bewerkt, gemarmerde schutbladen en rondom goud op snee. Nogal ongewoon dus en ik vroeg mij af wat de reden voor deze luxe kon zijn geweest. Op het titelblad staat met potlood ‘A. v.d. Vijsel, Den Dolder’.
Dezelfde persoon heeft het boekje ook gesigneerd, als bij een brief, direct onder het op 21 juli 1912 te Amsterdam geschreven voorwoord. Waarom daar?

Wat zoeken op internet leverde in Den Dolder (provincie Utrecht) ene Adriaan van de Vijsel op die in 1917 een kruidentuin vestigde tussen de spoorlijn, Dolderseweg, Baarnseweg en Paltzerweg. Adriaan werd in 1877 in Amsterdam geboren en overleed in 1976 in Den Dolder.
In het jaar dat hij met zijn kruidentuin begon trouwde hij in Zeist met de uit Baarn afkomstige Edith Apeldoorn. Adriaan had veel verstand van geneeskrachtige kruiden en was destijds redelijk bekend al haalde hij nooit de aandacht die later kruidenvrouw ‘Klazien uut Zalk’ ten deel zou vallen. Hij hield diverse lezingen over kruiden en bezat ook een redelijk grote bibliotheek over dit onderwerp. Veel meer is er over hem niet te vinden en die informatieschaarste geldt ook voor dit curieuze boekje.


Het is de eerste vertaling in modern Nederlands van “Labyrinthus Medicorum Errantium” (geschreven in 1538) door Philippus Aureolus Theophrastus Bombastus von Hohenheim, een controversieel arts, theoloog en alchemist, beter bekend als Paracelsus (1493 of 1494-1541). De verschijning ervan in 1913 ging niet geheel onopgemerkt voorbij. Een jaar later schreef Henri Wilhelm Philippus Elize van den Bergh van Eysinga (1868-1920) een recensie waarin hij ook schreef waarom deze uitgave werd opgenomen in de serie “Klassieken van het occultisme”. Wie echter andere delen uit deze serie zoekt komt tot de verrassende ontdekking dat die niet bestaan. Het bleef kennelijk bij dit ene deel. Waarom? 

De oplage was vermoedelijk zeer beperkt. Er bevind zich geen enkel exemplaar in de Koninklijke Bibliotheek en ook antiquarisch wordt het niet aangeboden.
Uiteraard beschikt de Theosofische Vereniging in Nederland over drie exemplaren. Die zullen er al vanaf 1913 staan want hun bibliotheek in Amsterdam, een van de oudste en grootste esoterische bibliotheken van Nederland, dateert van 1899.


Sinds 2003 bestaat er ook een nieuwe tweetalige uitgave van Elke Bussler getiteld: “Artsen op dwaalwegen” (in een oplage van 777 genummerde exemplaren). Deze werd inhoudelijk besproken door professor dr. Jan Godderis, psychiater en hoogleraar aan de Universiteit van Leuven.

"Het Labyrinthus medicorum errantium ('Artsen op dwaalwegen'), dat Paracelsus een paar jaar voor zijn dood uit zijn ganzenveer heeft laten vloeien, schetst in enkele grote lijnen zijn visie op al hetgeen met geneeskunst ('erznei') te maken heeft. Hij trekt er niet alleen van leer tegen de aanhangers van het 'humoralisme', zoals hij de volgelingen van Galênós noemt, en diegenen die met Avicenna, Mesue en Rhazes dwepen, die 'niet via de juiste deur in de geneeskunst zijn binnengegaan', maar zet er ook de bouwstenen neer voor een radicaal nieuwe vorm van geneeskunst, die neerkomt op een 'ingang via het licht van de natuur', waartoe de alchemie ('alchimei') dient te worden gerekend, 'zonder welk de arts geen arts kan zijn', naast de 'signatura', de therapeutische aanwijzing op grond van een overeenkomst in uiterlijke vorm waardoor 'aan elk orgaan kan gegeven worden wat het volgens zijn anatomie (de vorm) toekomt', en de 'magie' ('magica'), die de geheimen van de natuur openbaart. Verder wordt ook 'de inwendige genezer' in iedere mens besproken, naast de rol van God en de taak van de mens ten overstaan van de schepping, de taal van de sterren en elementen en niet in het minst ook het verschil tussen een empirisch gevonden verband en werkelijke ervaring ('experienz')".

Paracelsus stond aan de wieg van de homeopathie en daarin was Adriaan van de Vijsel als beroeps kruidenkweker natuurlijk bijzonder geïnteresseerd. Wellicht was hij van de uitgave uit 1913 de auteur van het voorwoord, de financier of zelfs de vertaler en was dit zijn eigen luxe exemplaar. Het blijft gissen, maar in ieder geval was het boekje hem dierbaar.
Een curieus boekje dat wel; vrijwel nergens te vinden noch te koop. Zo’n boekje dat je alleen bij toeval tegenkomt op een boekenmarkt als je oog er op valt.

12 opmerkingen:

  1. Ha, leuk en interessant. Op diezelfde boekenmarkt viel mijn oog ook op het boekje, dat ik nog nooit gezien had, mocht dat iets zeggen, maar besloot het uiteindelijk niet te kopen, want inderdaad, theosofie ook niet direct mijn belangstelling. Toch mooi terecht gekomen nu.
    sander
    www.rond1900.nl

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En vergeet natuurlijk het exemplaar niet in de Bibliotheca Philosophica Hermetica (De Ritman Bibliotheek) te Amsterdam niet. Ook daar blijkt overigens dat zich geen andere delen uit die serie in de bibliotheek bevinden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Toch nog een aanvulling.
    De Universiteitsbibliotheek van Amsterdam beschikt ook over een exemplaar. Bovendien blijkt dat van dit boekje in 1999 een film is gemaakt.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Tot slot:
    Ook de universiteitsbibliotheek te Leiden en de bibliotheek van het Museum Boerhave te Leiden beschikken over een exemplaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @Sander. Dan ben jij nummer drie! Ook het oog van Nol Sanders (van boekwinkel Minotaurus) viel erop en ook hij had het boekje in zijn handen en kocht het toch maar niet.

    @Jos. Leuk weer eens wat van je te horen (al had ik in de tussentijd een gesprek met een kennis van je toen ik daar het boek van Spoelder over prijsbanden afhaalde). Dank voor de aanvullingen. Ah... Ritman, ja natuurlijk heeft die een exemplaar! Bij de UVA had ik het inmiddels ook gevonden. Die film zou ik wel eens willen zien. Kan me daar niks bij voorstellen.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Film = microfilm, 'gedigitaliseerd' boek.
    Sander

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Ah! Dus geen nieuwe film van Dick Maas met in de hoofdrol Joop van den Ende als Paracelsus...

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Wat zoeken op internet leverde in Den Dolder (provincie Utrecht) ene Adriaan van de Vijsel op die in 1917 een kruidentuin vestigde tussen de spoorlijn, Dolderseweg, Baarnseweg en Paltzerweg. Adriaan werd in 1877 in Amsterdam geboren en overleed in 1976 in Den Dolder.

    Zijn dochter woont nog steeds op dit adres. Inmiddels 94 maar nog goed van geest, wie weet kan zij je meer vertellen.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Wat ook curieus is, is het feit dat mensen die door hun eigen levensbeschouwing gepredestineerd lijken om zo'n boek te vertalen en uit te geven, er vaak zo bedroevend weinig van bakken – zoals in dit geval.
    Bijvoorbeeld in het hoofdstuk over alchemie: Paracelsus betoogt dat God een begin heeft gemaakt aan de schepping, en de mens moet die voltooien. Als voorbeelden noemt hij: God heeft het ijzer geschapen, wij moeten er hoefijzers, stangen, sikkels enz. van maken. Leem groeit vanzelf; aan de mens om er aardewerk van te maken. 'Hoefijzer' wordt bij deze vertaler tot 'roest', 'vaatwerk' tot 'haven'. Begrijpt die eigenlijk waar hij het over heeft?
    Een bijl (axt in het Duits) wordt tot 'kunst' (p. 16), omdat de vertaler moeite heeft met het fractuurschrift en de x kennelijk voor een r aanziet.

    Maar wat het ergste is: continu is het logische verband tussen de zinnen en binnen de zinnen zoek. Bijvoorbeeld deze zin, dicht bij het origineel vertaald: "Omdat echter de mens op allerlei manieren geeft en neemt, kun je ook een rechtvaardige niet geloven, behalve na toetsing aan dit tweede boek, zoals goud door middel van spiesglans wordt getoetst." Dit wordt in de 'theosofische' versie: "Doordat men het steeds op andere wijze wil zoeken, gebeurt het dat men het ééne ware niet meer gelooven wil. Met behulp van dit tweede boek zal men beproeven hoe het goud door het spies glans (te maken is.)" (p. 14) Ten laatste na vertaling van dit hoofdstuk zal de vertaler toch opgemerkt moeten hebben dat het hier echt niet over het maken van goud gaat!

    En zo gaat het de hele tijd door. Afgaande op dit soort lectuur zou ik ook denken: Theosofie = vaag, en Paracelsus = vaag; terwijl Paracelsus een heel heldere denker is!
    Ik zat ooit in een studiegroep waar we Paracelsus hebben bestudeerd, en wel aan de hand van precies dit theosofische werkje. Uiteindelijk was ik de fouten zo zat dat ik iedere keer zelf een hoofdstuk heb vertaald, en hieruit ontstond later het eerste boek van De Woudezel.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Waarde Elke,

    Leuk om te weten. Zou eigenlijk jouw vertaling eens naast deze moeten leggen om te zien hoe jij bent omgegaan met de verwarring en vage zinnen. Dank voor je commentaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Beste Perkamentus,

    Adriaan van de Vijsel stond ook bekend als trekker van horoscopen. Hij is degene die in 1911-1912 de horoscoop trok van Piet Mondriaan. Waarschijnlijk leerde hij deze vaardigheid op een reis naar India, begin 20e eeuw.

    Voor meer informatie over de horoscoop verwijs ik je graag naar de website www.mondriaan.nl. Hier kun je de gehele horoscoop lezen en zie je op het gedrukte achterblad de naam Van de Vijsel staan.

    Binnenkort wordt de horoscoop opnieuw toegelicht op de site door Dr. Marty Bax, die promoveerde op het onderwerp Theosofie en Kunst.

    Proficiat met het boekje, het is een leuke vondst!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Wietse,

      Dank voor deze aardige informatie. En Marty is nog steeds bezig met Mondriaan lees ik. Het is alweer bijna twintig jaar geleden dat ik haar, na een lezing over 'Mondriaan aan de Amstel'(1994), naar huis bracht. Nog voordat ze met H.S. trouwde (die ik ook weer ken van het Stadsarchief Amsterdam). De wereld is klein ;-)

      Verwijderen