maandag 10 december 2012

Echt egt-reglement


Op Marktplaats werd voor slechts drie tientjes aangeboden het: “Echt-Reglement. Over de Steden, ende ten Platten Lande, in de Heerlijckheden, ende Dorpen staende onder de Generaliteyt” (Den Haag, 1664). Ruim driehonderd jaar oud drukwerk verkrijgbaar voor de prijs van een modern boek vind ik nog altijd iets verbazingwekkends.
Natuurlijk weet ik ook wel dat dergelijk drukwerk antiquarisch goed verkrijgbaar is. Er zijn in de 17de eeuw talloze overheidsbepalingen gedrukt en slechts enkele zijn bijzonder. Ook dit reglement is volop terug te vinden in de Short Title Catalogue Netherlands (STCN), zowel onder ‘Egt-‘ als ‘Echt-Reglement’. Wat het ‘Echt-Reglement’ speciaal maakt is dat, eeuwen later, de weerslag ervan nog steeds belangrijk is voor iedereen die onderzoek doet naar zijn familiegeschiedenis in het Limburgse gebied voor 1800.


Dat uitpluizen van je familiegeschiedenis, ‘stamboomonderzoek’ oftewel genealogie lijkt typisch een bezigheid voor na je pensionering (als je die tenminste haalt!) maar voor mij ligt het alweer enig tijd achter me.Vooral tussen 1989 en 2002 was ik erg actief en wist ik al gauw door te dringen tot het midden van de 17de eeuw alwaar ik belandde in het Limburgse dorp Schinveld (thans gemeente Onderbanken).
Ter illustratie van al die dorre geboorte-, doop-, huwelijk- en overlijdensdata was ik ook een verwoed verzamelaar van ‘Limburgensia', boeken over de geschiedenis van Limburg, m.n. de oostelijke mijnstreek (Heerlen, Brunssum, Nieuwenhagen, Schinveld) en het grensgebied met Duitsland (Heinsberg, Gangelt, Aken). Onmisbaar was het door Régis de La Haye geschreven boek: “Limburgse voorouders. Handleiding voor genealogisch onderzoek in Limburg” (Maastricht 2005). Uiteraard komt daarin (blz. 121 t/m 125) ook dit ‘Echt-Reglement’ ter sprake maar waar ging dat nou precies over?


De huidige provincie Limburg bestaat pas sinds 1839. Voor die tijd was het Limburgse land lange tijd een politieke lappendeken. In de zeventiende eeuw behoorde bepaalde gedeelten dankzij veroveringen in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tot de ‘Generaliteitslanden', viel onder ‘Staats’ bestuur, omdat ze direct werden geregeerd door de Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het Katholieke geloof werd daar onderdrukt en vele pastoors moesten zelfs uitwijken of onderduiken.

In deze delen gold sinds 18 maart 1656 het ‘Echt-Reglement’ waarbij bepaald werd dat eenieder wettelijk moest trouwen, ofwel ten overstaan van de gereformeerde predikant, ofwel te overstaan van de schepenbank (-). Deze verordening leidde ertoe dat veel huwelijken in die periode tweemaal zijn geregistreerd. Illegaal voor ‘mijnheer pastoor’ en legaal, want verplicht, voor de predikant. Juist die laatste inschrijvingen zijn genealogisch heel interessant. Ze bevatten vaak (veel) meer informatie om de eenvoudige reden dat ‘Hollandse’ predikant, anders dan de lokale pastoor, zijn trouwlustigen niet kende. Kortom elke familievorser checkt in deze periode zowel de Rooms-katholieke als Protestantse huwelijksregisters.


In de vijfennegentig artikelen van dit reglement wordt verder tot in detail uitgelegd hoe de formaliteiten rond het huwelijk moesten plaatsvinden. Verder lezen we over het verbod van huwelijken tussen familieleden, met minderjarigen of ongedoopten.
Over het verbod om te trouwen met ‘Melaetsche’, Joden, heidenen en ‘Mahumetanen’. Over valse huwelijksgeloften, scheiding van tafel en bed en hertrouwen, over het ontvoeren van bruiden, het defloreren van ‘eerbare’ dochters, bijslaap, concubinaat, koppelarij, overspel en het weren van ‘Bordeelen, Hoer-huysen Mot-ende Ravot-huysen’. En hoe zat het met hertrouwen omdat je echtgenoot, op zakenreis, wat al te lang wegbleef? Lees artikel negentig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten