In mijn gemeente staan twee prachtige neogotische rooms-katholieke kerken (in Bovenkerk en Nes aan de Amstel) gebouwd door de befaamde architect Pierre Cuypers (1827-1921) en zijn zoon Joseph Cuypers (1861-1949). Sommigen vinden de overdadige ornamentiek en versiering kitsch, maar ik hou wel van die neogotische pracht en praal, met voor mij als ultiem lievelingsobject Kasteel de Haar in Haarzuilen.
De neogotiek heeft als kunststroming ook duidelijke sporen achtergelaten in de boekdrukkunst. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar één van de mooiste titelpagina’s die ik ken, speciaal door Pierre Cuypers ontworpen, voor de catalogus: “Tentoonstelling van hulpmiddelen voor den boekhandel 1881” (Amsterdam, 1881). Deze catalogus verscheen ter gelegenheid van de eerste, zeer succesvolle, tentoonstelling van de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels (VBBB) in het Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam.
Er bestaat een bijzonder smaakvol huwelijk tussen de neogotiek en het rooms-katholicisme. Dat is niet alleen te zien aan eerdergenoemde kerken maar ook aan theologische en religieuze uitgaven die toen verschenen, waaronder talrijke exclusieve (Romeinse) pronkmissalen. Op mijn bibliofiele wensenlijstje stond al geruime tijd zo'n fraai behouden antiquarisch Missale Romanum en plotseling kwam ik op Marktplaats het ultieme voorbeeld tegen. Onmiddellijk bood ik de vraagprijs en werd de koop gesloten. De advertentie – met de melding 'gereserveerd' en pas enkele uren oud - werd vervolgens snel verwijderd (want de verkoper werd gek van alle e-mails met vragen om informatie).
Zoals u geheel bovenaan ziet gaat het om een oogverblindend neogotisch altaarmissaal (36 cm. hoog x 25 cm. breed en 7 cm. dik). De band - zonder schaafplekken of verkleuringen - is uitstekend bewaard gebleven. Het zijn (eiken)houten platten bekleed met chagrijnleer in rood en zwart, rijk met goud gestempeld en voorzien van verzilverd sierbeslag en boeksloten.
Op de uitbundig gekleurde titelpagina lezen we: "MISSALE / ROMANUM / Ex decreto sacros. concilii Tridentini / restitutum / S. PII V. Pontificis Maximi / jussu editum / Clementis VIII. et Urbani VIII. / auctoritate recognitum" ('Editio decimatertia, hujus forma quintae', Ratisbonae [Regensburg], 1882). Een fors boek: 580 bladzijden met nog eens 188 bladzijden aanvullingen en een index (IV blz.). Voorts bevat het extra's als de 'Missae novissimae' (1883), 'Missae votivae per annum' (1883), 'Missae propriae sanctorum dioecesis Harlemensis' (1873), 'Proprium missarum Societatis Jesu' (1877), 'Praefationes in festis et missis votivis S. Joseph, sponsi B.M.V.' (1919) en drie later toegevoegde bladen met aanvullingen/wijzigingen van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten gedateerd 1924, 1925, 1926. Tussen de bladen zitten bovendien nog verschillende aanvullingen/wijzigingen, gedrukt op een kleiner formaat papier, vooral uit de jaren vijftig van de vorige eeuw, de laatsten van 1961. Dit missaal werd up-to-date gehouden blijkt wel, er werd mee gewerkt, er werd mee geleefd.
Voor zover bekend werd het eerste 'Missale Romanum' gedrukt in Milaan in 1474. In 1570 kreeg het onder Paus Pius V (1504-1572) een definitieve vorm die bijna vier eeuwen standhield tot Paus Paulus VI (1897-1978) in 1969 het vernieuwde Romeins Missaal bekrachtigde. In de loop der eeuwen verscheen het in vele vormen op de markt, uitgegeven door verschillende drukkers en uitgevers, in diverse formaten en uitvoeringen. In de tweede helft van de negentiende eeuw was de beroemdste uitgever op dit gebied de Duitse firma Pustet, gevestigd in Regensburg. Deze uitgeverij en boekhandel bestaat nog steeds en werd opgericht in 1826 door Friedrich Pustet Sr. (1789-1882). Vanaf 1860 zette zijn drie zoons Friedrich, Clemens en Karl het bedrijf, de technische uitvoering en de papierfabriek voort. Langzaam maar zeker specialiseerde Pustet zich in uitgaven op het gebied van liturgie en kerkmuziek. Al in 1845 verscheen bij hen een (overigens toen nog weinig succesvol) Missale Romanum, maar hun vakmanschap steeg snel en bereikte een hoogtepunt in de tweede helft van de negentiende eeuw. Dat blijkt duidelijk uit het hieronder afgebeelde buitengewoon rijkversierde pronkmissaal uit 1858 waarvan maar twee exemplaren bekend zijn. Eén in de bibliotheek van het Vaticaan en de ander in de Bischöfliche Zentralbibliothek Regensburg.
Het duurde dan ook niet lang of Rome kreeg de prachtvolle, goed verzorgde uitgaven van Pustet in het vizier en dat leidde al snel tot belangrijke privilegiën van de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten.
"Als die zwei größten Erfolge des Hauses Pustet unter Leitung Friedrich Pustets des Jüngeren sind die Privilegien zu verzeichnen, welche die Kongregation der Heiligen Riten zu Rom in den Jahren 1868 und 1884 erteilte und damit die Verlagsleistungen von höchster Stelle aus anerkannte: Das Privileg von 1868 zuerkannte dem Haus Pustet auf 30 Jahre den ausschließlichen Nachdruck des Graduale Romanum und Antiphonarium in der sogenannten Medicäa-Ausgabe, die aus der von Kardinal de Medici im 17. Jahrhundert in Rom errichteten Druckerei hervorgegangen war. So entstanden in Regensburg eine Monumentalausgabe des Graduale Romanum in Imperial-Foliobänden 1872/73 und eine ebenso großartige Ausgabe des Antiphonarium und Psalterium 1879-85. Da aber die übergroßen Bände die Buchständer kleinerer Kirchen nicht fassen konnten, wurden auch Handausgaben herausgegeben.
Uit hetzelfde dagblad blijkt ook dat Bergmans lange tijd vertegenwoordiger is geweest van Pustet. In 1892 won hij met zijn 'zeer belangwekkend ' fonds voor 'EE, HH, Geestelijken en R.K. Zangkoren' nog de gouden medaille op de Internationale Tentoonstelling voor Boekhandel en Aanverwante Vakken in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt.
Mooie aanwinst, Perkamentus. Een echt pronkstuk!
BeantwoordenVerwijderenNiet mis, deze schitterende aanwinst. Wauw!
BeantwoordenVerwijderen