maandag 25 juni 2012

Met rode oortjes

"Elke rechtgeaarde bibliofiel heeft, achter een groen gordijn, een speciale afdeling erotica.
Daar kan men dan zijn prooi, de vrouw van een vriend of het dienstmeisje, heen lokken om haar ‘iets zeer speciaals’ te laten zien, etcetera. Dat is tot op heden zo, omdat pornofilms voor de man in de straat worden gemaakt, en een verzameling erotica getuigt van goede smaak en stand
”.

De getuigen van mijn ‘goede smaak en stand’ staan niet achter een groen gordijntje en beslaan hooguit een, langzaam groeiend, half plankje.
Ik ben geen actief verzamelaar van bijzondere erotische bibliofiele uitgaven maar zo heel af en toe kan ik de verleiding niet weerstaan.

Mijn laatste aanwinsten op dit gebied zijn twee geheel verschillende uitgaven, beiden afkomstig uit België. De één van een gerenommeerde ‘private press’, de ander van een (in willekeurige volgorde) creatieve blogger, bibliofiel, dichter, uitgever, kunstenaar, huurling en stand-up comedian. Als het gaat om bijzonder drukwerk ben ik niet kieskeurig in mijn bronnen!

De eerste is een uitgave van de onvolprezen Carbolineumpers. Een op naam gezet exemplaar (nr. 26) van “Sonetti Lussuriosi”. Een pornografische erotische klassieker van Pietro Aretino (1492-1556) die in 1527 voor het eerst verscheen.
Bibliofiel en erotisch genot van de eerste orde op groot formaat. Gedrukt (156 blz.) op geschept Zerkall, in een omslag van bloedrood Fabriano Murillo en in schuifdoos, initialen in drie kleuren, handgezet uit de Perpetua, met een nawoord losbladig in een aparte omslag (waaruit ik het bovenstaande citaat – blz. 153 - ontleende).
Oplage vijfenvijftig genummerde exemplaren gesigneerd zowel door beide vertalers (een getrouwe vertaling door Jan-Paul van Spaendonck en een vrijere door Geerten Meijsing) als illustrator Jimi Dams.
De prospectus waarom ik per e-mail had gevraagd bleek helaas niet meer leverbaar maar in plaats daarvan ontving ik een paar proefdrukken waar ik bijzonder blij mee ben (nog bedankt Boris!).


Aretino’s sonnetten ken ik al sinds mijn studietijd dankzij Henk Jumelet, mijn docent middeleeuwse geschiedenis. Henk’s middeleeuwen werden regelmatig bevolkt door geile monniken, wellustige nonnen, listige echtgenotes en domme boeren.
Bijzonder vermakelijk en tot groot genoegen van talloze studenten, die het leslokaal menigmaal zweterig, met een blosje op de wangen en rode oortjes weer verlieten.
Eén van de boekjes waar hij destijds uit voorlas was Aretino’s “Wulpse sonnetten
(Hilversum 1981), vertaald door Ernst van Altena (1933-1999). Een week later stond het ook in mijn - toen nog bescheiden - bibliotheek. Naast de expliciete tekst maakten vooral de gravures indruk van Francois-Roland Elluin (1745-1810), gemaakt naar afbeeldingen van Antoine Borel (1743-1810) uit “L’Arétin Francois” (Londen, 1787) van François-Félix Nogaret (1740-1831).
De erotische afbeeldingen hebben soms iets weg van ware circusacrobatiek en werken nog het meest op de lachspieren. Het moeten flauwe aftreksels zijn geweest vergeleken met de kunstzinnige afbeeldingen die Aretino destijds inspireerden tot het schrijven van zijn sonnetten.
We zullen het ermee moeten doen want zijn inspiratiebron; de tekeningen van Gulio Romano (1499-1546) zijn verloren gegaan en van de hiernaar vervaardigde gravures van Marcantonio Raimondi (1480-1534) in “I modi” ofwel “De zestien genoegens” resten alleen nog fragmenten.


Mijn tweede erotische aanwinst is een bijzondere uitgave van (de grote) Akim A.J. Willems. Ik ken hem niet persoonlijk, maar hij is beslist veelzijdig en hij doet iets wat Perkamentus ook nog eens graag zou doen; zelf bibliofiele boekjes maken. Akim’s uitgaven verschijnen meestal in een mini-oplage (ik ontving nummer 2 van 3), zijn soms gratis (!) of tegen een vriendenprijsje te koop. Uiteraard bewaart hij altijd één exemplaar voor zijn eigen collectie, de bibliotheca Studentica & Erotica.

Zijn essay: “Sadomasochism & Fetishism in Popular & Classic Literature”, eerder gepubliceerd in het flamboyante magazine ‘Et alors?’ werd door hem uitgegeven als ‘hairfetish edition’ met een zelfvervaardigde kunstdruk als omslag en een leeslint van gevlochten vrouwenhaar (gedoneerd door vrouwelijke bewonderaars).
Vooral dat laatste idee, zeg maar ‘voor hem van haar’, vond ik bijzonder origineel en erg spannend. Oké, oké, het is nog geen boek gebonden in mensenhuid maar voorlopig wel ‘next best’!

Of ik wat heb met haar? …..  Nou vooruit dan, ik verklap u een klein geheimpje,….


Perkamentus heeft helemaal niets met haar!

3 opmerkingen:

  1. Op zoek naar info over Henk Jumelet stuitte ik op jouw blog....grappig, ik ben dus ook 1 van die studenten die college kreeg van Henk.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Tja, Henk behoorde ongetwijfeld tot de meest kleurrijke docenten die ik heb gekend. Het type overjarige hippie; kleurrijke kleding, lange gebreide shawls, kralenkettingen en een markant gezicht en dito stemgeluid. Vooral zijn lachje herinner ik me goed ;-)

      Verwijderen
  2. Leuk om te lezen hoe mijn oom, Henk Jumelet, herinnert wordt door zijn studenten.
    Met vriendelijke groet,
    Mirjam

    BeantwoordenVerwijderen