Ik moet u wat bekennen.
Ik ben naast bibliofiel ook een perfectionist die streeft naar compleetheid.
Daar moest ik aan denken toen ik ’s avonds met een kop koffie voor de computer zat.
Het was een mooie vrije vrijdag geweest, zonovergoten bovendien, die ’s ochtends was gestart met het wekelijkse ritueel van boodschappen doen met mijn moeder (82 jaar).
Mijn moeder weet van mijn buitenechtelijke relatie met boeken.
Ik vertelde haar dat ik na de boodschappen nog even de stad in zou gaan om een boekje op te halen en over de boekenmarkt op het Spui te lopen.
Ze reageerde heel begripvol en besloot om de gezamenlijke lunch (die ik als boodschappenhulp altijd krijg) over te slaan en mij tien euro te geven zodat ik in de stad zelf een broodje kon kopen. Ik kan u vast verklappen dat die tien euro nooit in broodjes zijn omgezet.
In mijn tas had ik nog een half zakje gedroogde abrikozen die over waren van de couscous die ik de avond tevoren had gemaakt.
‘Het gezonde tussendoortje’, daar heb ik op overleefd.
Dat gaat prima zolang je maar wordt afgeleid door het denken aan boeken, praten over boeken en kopen van boeken. Nadrukkelijk last van luidruchtige ‘flatulentie’ aan het eind van de middag moet je dan wel voor lief nemen.
Hoofddoel was een bezoekje aan antiquariaat ‘Verglheden’ in de Koningsstraat in Amsterdam. Dat schijnt daar al decennia te zitten maar ik kende noch de winkel noch de eigenaar. Er lag een boekje voor mij klaar dat ik via internet had gekocht voor vijftien euro. Het ging om het boek van Theo Meder: “Vertelcultuur in Waterland. De volksverhalen uit de collectie Bakker” (Amsterdam, 2001).
Een uitgave onlosmakelijk verbonden met een ander boek dat ik een maand eerder had gekocht (€ 12,50 euro) bij Steven Sterk: “Vertelcultuur in Nederland. Volksverhalen uit de Collectie Boekenoogen (ca. 1900)” (Amsterdam, 2005).
De taalkundige en volkskundige Gerrit Jacob Boekenogen (1868-1930) verzamelde eind negentiende eeuw vanuit heel Nederland volksverhalen en volksrijmpjes (en wordt wel eens vergeleken met de Duitse gebroeders Grimm). De verzameling Boekenoogen is ondergebracht in het (P.J.) Meertens Instituut in Amsterdam.
Boekenoogens’ beste informant was een arts, Cornelis Bakker (1863-1933) uit Broek in Waterland. Die stuurde hem zoveel materiaal op (ruim 500 verhalen) dat het in de verzameling Boekenoogen een aparte deelcollectie vormt.
Kortom; pas als je beiden boeken hebt ben je compleet en bezit je zeg maar alle ‘Kinder- und Hausmärchen’ van de Lage Landen.
Maar ‘Verglheden’ was pas aan het eind van die warme zomerse dag.
Eerst was er die klamme rit in een overvolle tram zweterige toeristen. Terwijl de haltes voorbij kropen knabbelde ik gestaag mijn abrikoosjes weg. Eindelijk... het Spui.
De zak gedroogde abrikoosjes verdween in mijn tas om plaats te maken voor een sigaartje. Sigaren passen veel beter bij boeken dan abrikozen. Bovendien verdrijven ze de drommen toeristen die zich doelloos als dikke wolken muskieten voor de boekenstalletjes bewegen.
Zoals wel vaker op boekevenementen ben ik meer tijd kwijt aan praatjes dan aan snuffelen en sneupen. Wat ik overigens niet zo erg vind, want je hoort en leert altijd wat. Ditmaal had ik een wat uitgebreide conversatie met Arnoud Bosch (antiquariaat De Salamander uit Almere) waar ik Simon Blok (antiquariaat Israel uit Bergen N.H.) tegen kwam.
Bij Axe van Maanen (antiquariaat Klikspaan uit Leiden) maak ik altijd wel een praatje. Dat leverde (ook) ditmaal weer wat op. Ik kocht er van mijn lunchgeld (dankjewel, ma!) een exemplaar van Marco Gouds’: “Een ondraaglijke drukfout” (Woubrugge, 2005). Een uitgave van de Avalon Pers (oplage: 300 exemplaren) “uitgereikt aan de aanwezigen bij de overdracht van het Naenia-exemplaar van Karel Nijkerk aan de directeur van het Museum Meermanno en (-) toegezonden aan de patroons en begunstigers van het Museum”.
P.C. Boutens (1870-1943) schreef en publiceerde in 1903 het (lijk)gedicht: “Naenia” in een oplage van circa veertien exemplaren waarvan er elf te traceren zijn (zes in particulier bezit). Illustrator was Jan Toorop (1858-1928). “Naenia” wordt wel gezien als het zeldzaamste boek van de twintigste-eeuwse Nederlandse literatuur. Boutens moet ook een perfectionist zijn geweest want er stond, naar zijn mening, 'een ondragelijke drukfout’ in. In de laatste regel van de derde strofe staat het woord ‘U’!
“De ingevoegde U moet een kleine u zijn en geen hoofdletter. Als U de letters nog gezet hebt staan, zag ik dit nog graag veranderd”, schreef Boutens destijds aan drukker Enschede. Die moest de schrijver teleurstellen. Het zetsel was al uit elkaar genomen en het benodigde papier was op vanwege de vele drukproeven die Boutens had verlangd.
Ik kan me Boutens ergernis goed voorstellen.
Ik kom nog regelmatig ‘ondragelijke’ foutjes tegen als ik weer eens een oud stukje op mijn blog nalees. Kennelijk is het maken van foutjes onlosmakelijk verbonden met het proces van schrijven, lezen, herschikken, veranderen en schaven van (je eigen) teksten.
Ik verbeter ze natuurlijk altijd...
Ik besloot op weg naar ‘Verglheden’ nog even langs te wippen bij Bijzondere Collecties van de UvA.
De afgelopen maand had ik al twee keer per e-mail verzocht om een reproductie van de
‘Historische Kaart van Amsterdam’ (1878) van Jan ter Gouw (1814-1894), maar geen antwoord ontvangen. Vakantietijd?
Die kaart was destijds verkrijgbaar als bijlage bij Ter Gouws’ achtdelige stadsbeschrijving: “Geschiedenis van Amsterdam” (Amsterdam, 1879-1893). De serie kocht ik onlangs bij antiquariaat Brinkman, maar zoals gewoonlijk zonder de historische kaart.
Bijzondere Collecties bezoek ik wel vaker als ik in de stad ben op boekenstrooptocht. Je kunt er prima naar een schoon toilet, het is er lekker koel en boekjes kijken bij Nijhof & Lee is gratis en altijd leuk.
Met dat laatste begon ik natuurlijk het eerst terwijl ik af en toe een abrikoosje wegwerkte.
Verhip! Er lagen zowaar nog enkele gesigneerde exemplaren van Irma Boom: “The Architecture of the Book” (Amsterdam, 2013). Een tweede druk, ‘revised and updated’ van haar “Biography in Books” (Amsterdam, 2010). Ik kocht gelijk nr. 45/50 door ‘la Boom’ gesigneerd ter gelegenheid van de ‘museumweek ‘15’.
Ik heb er nu vier in drie variaties!
Twee maal een gesigneerde eerste druk waar tegenwoordig minstens driehonderd euro voor wordt gevraagd. En twee exemplaren van de gesigneerde tweede druk, waarvan één verscheen bij de opening van haar tentoonstelling in Parijs (2013). Die laatste zit in een afwijkende omslagdoos met een extra blauw boekje in het Frans.
Wat me nu eigenlijk pas opvalt, is dat de eerste druk (4 x 5 cm.) een paar millimeter (3 x 5 mm.) kleiner is. Bovendien telt die minder bladzijden (704, tweede druk 800) en foto’s (450, tweede druk 515). Ben ik nou compleet? Uuhh, nou nee… Er is nog de XXL-editie maar die is onbetaalbaar.
Ach... dat was slechts 'bijvangst'. Ter Gouw moest compleet!
Op zoek naar een losse euro voor de garderobelocker vond ik de laatste twee abrikoosjes. Met malende kaken en licht borrelende darmen besteeg ik de trappen naar de Kaartenzaal.
Deze is trouwens ook leuk en die heb ik op de Rotterdamse markt gekocht:
BeantwoordenVerwijderenNederlandse overleveringen. van auteur K. Ter. Laan
Zutphen, Thieme & Cie. 1932, 2 delen. 288 en293 pp. Titels in rood en zwart Geillustreerd.