donderdag 15 april 2021

Vijf 'vieze boekjes'

In de tweede helft van de negentiende eeuw stond de Amsterdamse uitgever en boekverkoper Albert van Klaveren (1849-1891) bekend om zijn 'vieze boekjes'. Van Klaveren's veelomvattend fonds bevatte niet alleen 'realistische romans' (erotische lectuur) maar ook een hele trits aan pseudo populair-geneeskundige boek- en plaatwerken. Daarin draaide het vooral om de beeldende 'zinnenprikkelende' beschrijvingen die destijds (toen zelfs ontblote damesenkels nog voor blozende wangen zorgden) als uiterst pikant werden ervaren. Vele tienduizenden moeten er zijn verkocht.


Nop Maas verhaalt uitvoerig over hem in zijn onvolprezen boek: "Seks!... in de negentiende eeuw" (Nijmegen, 2006) en schreef: "Helaas zijn van een behoorlijk deel van zijn uitgaven geen exemplaren meer terug te vinden. Bezitters van de werken zullen ze in een aantal gevallen vernietigd hebben voor hun dood, en anders zullen weduwen en andere nabestaanden de reputatie van de overledene hebben beschermd door het belastende papier aan de vlammen prijs te geven, De vermelding in een catalogus van Van Klaveren is soms het enige spoor dat van een boek rest" (blz. 148). De naam 'Van Klaveren' werd welhaast synoniem voor het genre en tot ver na zijn dood verschenen er uitgaven onder zijn naam. Dat kwam omdat de ondernemende Amsterdamse boekhandelaar Dirk Buys Dz. na het overlijden van Van Klaveren de bedrijfsnaam evenals een groot deel van het fonds had overgenomen van zijn weduwe. Daaronder bevond zich ook 'Van Klaveren's Geïllustreerde Volksbibliotheek van het geslachtsleven'.


Uit krantenadvertenties blijkt dat deze serie in 1903/1904 op de markt verscheen. Uiteindelijk zouden de volgende vijf thema's verschijnen: I: "Het normale Geslachtsleven", II. "Het negatieve Geslachtsleven", III. "Organische ziekten van het Geslachtsleven", IV. "Zielsziekten van het Geslachtsleven" en V. "Afwijkingen van het geslachtsleven". Elk thema telde vijf boekjes van 25 cent per stuk.
Enkele weken geleden dook er plotseling op Boekwinkeltjes een compleet ingebonden setje op van: "Het negatieve Geslachtsleven". Ik hapte meteen toe want ik verzamel al sinds lange tijd de pikante onderwerpen die hierin worden behandeld, zoals u kunt lezen in mijn blogs: "De 'Z' van Zelfbewaring (Zelfbesmetting en Zelfbevlekking)" en "Vrouwenbeschutting", maar bovendien had ik nog geen van deze titels in mijn collectie. 


Het convoluut dat ik kocht werd gebonden in halflinnen band met gemarmerde platten en bevat de volgende titels:
1. W. Siegert: "De Onanie". Door W(ilhelm) Siegert, 'naar den 2en druk uit het Hoogduitsch'. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om: "Die Unkeuschheit, ihre Ursachen, Folgen und wirksame Bekämpfung: Heilung de Onanie und ihrer Folgen" (Berlin, 1896).
2. P. Mantegazza (1831-1910): "Het onvermogen". Bevat als aanhangsel (blz. 57-60): "De oorzaken van het onvermogen en zijn geneeswijze. Fragment uit 'El Ktab' door Paul Régla". Daarna volgen twee bladzijden met uitgeversreclame. 
3. P. Mantegazza: "De onvruchtbaarheid en de kunst van de voortplanting". 
4. H. Schröder: "De nieuwste middelen ter voorkoming van zwangerschap". Bevat een aanhangsel (blz. 62-70) met de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied zoals "de atakos van dr. Justus" (Justus von Liebig) inclusief aan het eind twee pagina's met een geïllustreerde beschrijving van voorbehoedsmiddelen die de firma L. Pool & Zonen in Amsterdam kon leveren. 


De tekst is identiek aan het derde (en grootste) gedeelte van de brochure van dr. Edw. Smithson: "De toepassing der voorbehoedmiddelen met afbeeldingen ter voorkoming v. zwangerschap, overbevolking en hoe haar te voorkomen" (uitgegeven door C.J. Koster Azn., Amsterdam, 12de druk, z.j. [1929]). Ook de voorbehoedsmiddelen (van de firma L. Pool & Zonen) zijn, zonder prijzen of beschrijving, overgenomen en staan verspreid door de tekst.


Anders dan de krantenadvertenties deden voorkomen (en zoals ik al schreef) ging het natuurlijk niet om serieuze populairwetenschappelijke medische uitgaven. Wie daarover nog in twijfel mocht verkeren werd in andere krantenartikelen al gauw uit de droom geholpen. Zo schreef ene 'Arts': "Deze serie van boekjes, beschrijvend het geslachtsleven en al wat hier aan vast zit, een druppel uit de stroom van literatuur het geslachtelijk leven behandelend, behoort allerminst tot aanbevelenswaardige lectuur. Van de vroegere ongezonde opvatting om kinderen en ouderen onkundig te laten over alles wat samenhangt met de geboorte, het geslachtsleven, en de veelvuldig voorkomende afwijkingen, zijn wij thans gekomen tot het andere uiterste, dat Jan en alleman zich gerechtigd acht over deze moeilijke onderwerpen te schrijven. En wanneer de titel bevat de zelfstandige naamwoorden: huwelijksleven, onanie, geslachtsleven, enz. dan heeft de uitgever de vrij grote zekerheid dat het boekje vlot verkocht zal worden. En van deze zekerheid wordt maar al te gretig gebruik gemaakt om onder het mom van door 'goede' voorlichting de menschheid van den kwaden weg af te houden, boeken aan den man te brengen, welke door griezeligheden en verhalen van uitspattingen op geslachtelijk gebied met graagte gelezen worden. De boekjes door v. Klaveren uitgegeven bevatten deels ontleedkundige beschrijvingen, voor de gewone menschen niet te begrijpen door veel vreemde namen en daarbij vaak onjuiste, deels voorstellingen, raadgevingen en beschrijvingen waarvan de eene al onjuister en onzinniger is dan de andere. Daartusschen zijn weer gedeelten die goed en frisch geschreven zijn, en dit maakt de lezing zoo gevaarlijk, daar de lezer getroffen door juiste opmerkingen, de rest voor zoete koek slikt. Dan komt daar nog bij dat de uitgever zich veroorlooft uit de werken van Mantegazza hier en daar wat bijeen te zamelen, en die gedeelten welke uit een opvoedkundig oogpunt minder geschikt zijn. Wij moeten dus den arbeiders raden hun geld beter te besteden" (Het volk; dagblad voor de arbeiderspartij, 19-11-1903).


Ook in de onlangs verschenen publicatie van Bert Sliggers: "De zedeloze jaren 30.
De gebroeders Taurel en de handel in erotica" (Amsterdam, 2020) komt deze serie ter sprake. Sliggers schreef: "Veel van deze werkjes goten een wetenschappelijk sausje over verhalen die weinig voorlichtend bedoeld waren. Zo las men in 'De geheime en openbare prostitutie' van A.J.B. Parent-Duchatelet uit 1903 dat ter bevordering van de zedelijkheid eerst de walgelijke misstanden moesten worden blootgelegd om de sluier op te lichten die de vreselijke praktijken had toegedekt. Daarom diende de lezer geïnformeerd te worden over de zwaarlijvigheid van sommige prostituees, de verandering van hun stem en 'de staat van haar aars'. De inhoud van dergelijke boekjes kon wedijveren met een zedeloze roman" (blz. 87/88).


In een krantenadvertentie van maart 1904 pochte de uitgever dat er al 10.000 delen van 'Van Klaveren's Geïllustreerde Volksbibliotheek van het geslachtsleven' over de toonbank waren gegaan. Wie allemaal kocht en las die viezigheid? "Ge begrijpt, m'n goede menschen, dat de lui die zulke boekjes koopen, jonge lui bijvoorbeeld, dit uitsluitend doen uit wetenschappelijke belangstelling. Ge begrijpt dat men de hééle serie koopt, de geheele Volksbibliotheek -
(V ò l k s b i b l i o t h e e k! verstaat ge?) - alleen om zich te ontwikkelen, en niet uit vuile, met opzet aangewakkerde nieuwsgierigheid naar wat er laags, en verrots, en ellendigs, en hartverscheurends door ongelukkige gedegenereerde menschenkinderen wordt gedaan.
Gij begrijpt dat 'Het Ziekelijk geslachtsleven voor de rechtbank' en de 'Vruchtafdrijving' niet door jonge meisjes gekocht wordt, of door jeugdigen knapen die er verkeerde gewoonten door aannemen... of erger. Ge begrijpt dat oude wellustelingen niet zwelgen in No.2 van die edele Vierde serie ('De pederastie en het saphisme') Dit begrijpt ge toch, niet waar??" (Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 1-10-1904). 
Ja, wij begrijpen het maar al te goed!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten