Toen ik een aantal jaren ouder was heb ik een tijd lang intensief aan amateur-archeologie gedaan. Als schatgraver in Amsterdam beerputjes leegscheppen en later ook wel in georganiseerd verband met de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWN).
Tot het vondstenrepertoire behoorde vaak gebroken gebruiksglas van met name 17de en 18de eeuwse flessen en glazen. Van dat broze groene glas dat door zijn lange ondergrondse verblijf en de inwerking van veenzuren (irisatie) zo prachtig alle kleuren van de regenboog vertoonde. Compleet vond ik nooit wat, alleen van de stevige delen zoals bij wijnflessen de ingestulpte onderkant, de zogenaamde ziel, waar de ponti had gezeten (een ijzeren staaf die de geblazen bol van de blaaspijp overneemt om de fles aan de bovenkant af te werken) of de hals met de gedraaide glasdraad ter versteviging bij het afsluiten door een kurk. Van de zeer breekbare drinkglazen vond ik vaak alleen de halzen van Roemers met de bekende braamnoppen nog min of meer compleet.
Dankzij die grote bak bleef er toch ook wel het een en ander achter dat langs de kant werd gestort en zo vond ik daar (eindelijk) mijn eerste gave bolvormige 18de eeuwse fles (die nog steeds bij mijn moeder thuis staat). Van de kort daarop gevonden volgende twee exemplaren heb ik er één aan een antiquair verkocht en een ander gehouden.
Het vinden van een complete Roemer is altijd een illusie gebleken. Een aantal jaren terug kocht ik een fraai 18de eeuws exemplaar (via Marktplaats).
Zo af en toe drink ik er wijn uit... en denk aan mijn vroege archeologische expedities
Wel oppassen natuurlijk want gebroken exemplaren heb ik genoeg gezien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten