Het oude
boek bevat meerdere verhalen. De gedrukte tekst is er één van. Daarnaast
vertellen zaken als bindwijze, band en herkomstkenmerken zoals een ex-libris of
handgeschreven aantekeningen hun eigen verhaal.
Veel blijft desondanks verborgen zoals de relatie tussen de auteur en de drukker, kosten, oplage, verspreiding, ontvangst bij het publiek. Het verhaal achter het boek is vaak minstens zo spannend of, zoals in dit geval, dramatisch.
Veel blijft desondanks verborgen zoals de relatie tussen de auteur en de drukker, kosten, oplage, verspreiding, ontvangst bij het publiek. Het verhaal achter het boek is vaak minstens zo spannend of, zoals in dit geval, dramatisch.
Isaac le Long (1683-1762) is bij de liefhebbers van het oude boek een bekende bibliofiel. Hij bouwde een formidabele collectie op, maar hoe hij die betaalde en waar hij zijn schatten vandaan peuterde is vrij duister.
Nog bij leven en welzijn liet hij zijn collectie veilen. Uniek drukwerk werd voor dubbeltjes verkocht en de hele collectie (385 manuscripten en ongeveer 6500 incunabelen, postincunabelen e.d.) bracht amper 5.000 gulden op.
Als Le Long ter sprake komt, zoals bij P.J. Buijnsters in zijn boeken
over het Nederlands antiquariaat en de Nederlandse bibliofilie, wordt steevast
gerefereerd aan de “Boek-Zaal der Nederduytsche
Bybels” (Amsterdam, 1732), dat nog steeds bruikbaar is. Le Long’s andere publicaties worden niet vaak genoemd of het moet gaan om
zijn ‘getrouwelyk uytgegeven’ ”Spiegel
Historiaal of Rym-Spiegel; zynde de Nederlandsche Rym-Chronyk van Lodewyk van Velthem…” (Amsterdam, 1727). Een uitgave extra interessant door de
bijgevoegde naamlijst ‘der heeren inteekenaars van dit werk’, waaronder twee
vrouwen: Susanna Lups en Juffrouw Radys.
Een paar jaar geleden kon ik een exemplaar bemachtigen van zijn: “Historische beschryvinge van de reformatie der stadt Amsterdam…” (Amsterdam, 1729). Een boek waar eenentwintig jaar later door de stadshistoricus Jan Wagenaar (1709-1773), in zijn inleiding op de driedelige geschiedenis van Amsterdam, weinig vleiend over werd geschreven. De uitgave was volgens Wagenaar min of meer een uitvloeisel geweest van een mislukt project om een nieuwe beschrijving van Amsterdam uit te geven waarbij Le Long betrokken was geweest. Het boek vond hij geen vlees en geen vis. Het droeg weinig bij aan de in 1694 verschenen tweedelige stadsbeschrijving door Caspar Commelin (1636-1693) en voor wat betreft de geschiedenis van de reformatie was het werk van Gerard Brand (1626-1685) veel beter.
Dat er een bijzonder verhaal achter deze uitgave van Le Long zat was me
al gebleken uit zijn eigen enigszins raadselachtige woorden in het ‘Bericht aan
den leeser’: “Hadden andere, die ik altydt voor myne goede
Vrienden heb gehouden, in de plaats van my wat honing om den mondt te smeeren,
sonder misleydinge te werk gegaan, soo soude ik dese stoffe tot een ander Werk
gebruykt hebben.. ”. Met dat andere werk werd natuurlijk dat mislukte
project bedoeld, maar wat was er precies gebeurd?
Na geduldig zoeken in mijn bibliotheek vond ik een uitvoerig antwoord in
het onvolprezen standaardwerk van mejuffrouw I.H. van Eeghen (1913-1996): “De Amsterdamse boekhandel 1680-1725” (Amsterdam
1960-1978, deel IV, blz. 121 t/m 124).
In 1723 verwierven een viertal boekhandelaren (Andries van Damme,
Johannes Ratelband, Antony van Aaltwijk en Hermanus Uytwerf) de rechten op de eerdergenoemde
Amsterdamse stadsbeschrijving door Caspar Commelin. Hun bedoeling was om te
zijner tijd een derde aanvullend deel uit te geven. Om de bezitters van de eerste
druk niet te benadelen verscheen daarom (ruim dertig jaar later!) in 1726 de
tweede druk van Commelin’s uitgave ongewijzigd, maar met ‘verbeeterde figuren’.
Ondertussen werd er druk documentatie- en illustratiemateriaal verzameld
waaronder afbeeldingen uit de atlas van Andries Schoemaker (1660-1735). Le Long
die bij dit proces betrokken was en contacten onderhield met de boekhandelaren
Van Damme en Ratelband moet enige tijd in de veronderstelling zijn geweest dat
hij het vervolgstuk zou schrijven.
Groot was zijn teleurstelling toen bleek dat de advocaat Pieter Vlaming
(1686-1733) zich hiermee bezig hield. Daarop besloot Le Long om met zijn documentatie-materiaal
‘over te lopen’ naar de uitgeverij van Johannes van Septeren, waarvoor hij veel
vertaalwerk deed. Van Septeren rook een buitenkansje en kondigde eind 1728 de verschijning
aan van Le Long’s boek dat het jaar daarop uitkwam onder de titel: “Historische beschryvinge van de reformatie der stadt Amsterdam…”.
Ondertussen
lieten de vier boekhandelaren het er echter niet bij zitten en waarschuwden zij
in advertenties potentiële kopers en lezers voor het “zoogenaamde
fraeije werk” van Le Long dat op een “baetzuchtige
en malitieuse wijze in ’t licht is gekomen, dat so’er al iets in mocht zijn van
waerde, ’t zelve onder een veel grooter verzameling van gedenkstukken tot de
geestelijke gestigten van Amsterdam specteerende, binnen den jare 1729, het
licht zal zien, in ongelijk schooner luyster en order, door de heer Pieter
Vlaming…”.
Bovendien
ondernamen zij juridische stappen en met succes. Van Septeren werd gedwongen om
met hen een zeer nadelige overeenkomst aan te gaan die inhield dat hij: “alle de platen behorende tot dat werk
mitsgaders ’t regt van copij aen deselve heeft moeten overgeven en daerenboven
volgens contract belooft te betalen ƒ 750,- zijnde het selve boek daardoor en
door de tegen advertissementen in sodanig dicredit gebragt dat genoegsaam alle
die hem bestelt waren zijn afgeschreven en de exemplaren die eers voor ƒ 10,-
zijn verkogt naderhand in publicque verkoping niet meer als ƒ 3.5,- hebben
mogen gelden, waerdoor hij groote schade heeft geleden als hebbende den req. ’t
selve werk gekost aen den schrijver ƒ 1425,-, aen drukloon van groot en klijn
papier ƒ 1100,-, aen drukloon van de platen ƒ 420,-, aen drie plaatsnijders
voor de platen ƒ 1400,-, aen bourdeaux drukpapier ƒ 875,-, aen mediaen
schrijfpapier ƒ 350,- aen de vergaerder ƒ 40,-, (tezamen) ƒ 5600,-, waertegens
hij van de verkogte exemplaren heeft ontvangen ƒ 1350,- en zulx aen schade ƒ
4250,-“.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten