vrijdag 17 maart 2023

Zuster Belinda: "Tussen haar benen scheen de zon"


In mijn kringloop lag voor € 10,- euro: "Zuster Belinda en het geheime leven van dokter Dushkind", de (succesvolste) roman van tekstschrijver en journalist Peter Andriesse (1941) in samenwerking met (de fictieve) Dr. S.J. Winterman. Een goed bewaard gebleven eerste druk (1971), gedrukt op slecht, zeer houtrijk papier, in geplastificeerde kartonnen band met de iconische cover-illustratie van omslagontwerper Hans C.J.E. Borrebach (1903-1991).
Het boekje (ca. 16,5 breed en 21 cm. hoog) telt 223 bladzijden (58 romeins genummerde hoofdstukken) verdeeld over drie delen: 1. "Als de grote stad lonkt..." (hoofdstuk I t/m XV),
2. "Dr. Dushkind zet door" (hoofdstuk XVI t/m XXXV) en tot slot 3. "Finale als voorspel" (hoofdstuk XXXVI t/m LVIII) dat afsluit met: "Amsterdam, maart-december 1970".
Het bevat (op de achterzijde van de titelpagina) een opdracht: "Voor Thomas Rap, wiens goede raad niet in de wind is geslagen" en een motto: "Ik zie de zon, al schijnt ze niet (Eddie Christiani)". Curieus is de bibliografie (op de achterzijde van bladzijde 223 met (19) geschriften die de auteurs hebben geraadpleegd om zich in 'de materie' te verdiepen...


Oorspronkelijk werd dit verhaal geschreven als feuilleton in "De Nieuwe Linie", een opinieweekblad (dat verscheen tussen 1963 en 1982). De eerste druk in boekvorm, verschenen bij De Bezige Bij, kom je niet meer zo gauw tegen, wel talloze herdrukken die voor bedragen tussen de € 3,50 en € 25,- euro worden aangeboden (zie Boekwinkeltjes).
In 1979 verscheen de 2de druk bij Loeb & van der Velden, uitgevers, gevolgd door de 3de druk in 1985, ditmaal bij Bert Bakker die ook tekende voor de uitgave als Ooievaar Pocket (284) in 1992. In onze eeuw verscheen de eerste herdruk in 2009 bij NRC boeken en vervolgens in 2017 bij uitgeverij Aspekt. Beide uitgaven kenmerken zich door een nieuw ontworpen omslagillustratie. Tot slot verscheen "Zuster Belinda" onlangs (2022) ook als digitaal e-boek bij uitgeverij Aspekt.


Het verhaal van "Zuster Belinda" zorgde in 1971 voor de nodige reuring in dag- en nieuwsbladen. Inhoudelijk spraakmakend, door zijn expliciete seks (inclusief seks met dieren en necrofilie) en natuurlijk die memorabele zin op blz. 81: "Tussen haar benen scheen de zon", maar ook curieus door bijvoorbeeld de namen van de hoofdpersonen, die vijftig jaar later herinneringen oproepen aan onze toenmalige rook- sigarettencultuur. Online vond ik zoveel informatie over deze uitgave dat ik besloot om een soort geïllustreerd dossier te maken van dit twintigste-eeuwse cultboek. Kortom een verzameling van op internet gevonden informatie (uiteraard met bronvermelding), zonder commentaar en gelardeerd met informatieve krantenknipsels uit Delpher.


1.
"Verpleegstersroman (doktersroman)
Roman waarin een verpleegster hoofdpersoon is: verpleegster wordt verliefd op een arts, of andersom, en na een reeks verwikkelingen volgt doorgaans een happy end(ing). Vanwege het stereotiepe verhaalverloop wordt de verpleegstersroman, net als de doktersroman, tot de triviaalliteratuur gerekend. Veel van dit type romans verscheen in de Bouquet-reeks en wordt verkocht in grootwinkelbedrijven of kiosken.
Peter Andriesse schreef een pastiche op deze damesromans in Zuster Belinda en het geheime leven van Dokter Dushkind (1971)" (DBNL).


2.
"Een boekje met drieënvijftig beweringen zonder bewijs en een quasi-doktersroman die een Amsterdamse sleutelroman blijkt.
Beweren en bewijzen is twee door Peter Andriesse bevat 53 beweringen en geen enkel bewijs. Dat laatste hoeft hier ook niet, want de beweringen vormen het apparaat dat de schrijver een greep op de wereld verschaft. Het is namelijk de afbeelding van ‘zijn’ werkelijkheid en omtrent iets zo persoonlijks valt niets te bewijzen. Voor de werkelijkheid van Andriesse is het genoeg, dat hij erin gelooft.
Een systeembouwer in ideologische zin is hij waarschijnlijk niet. Maar hij is ook geen rasindividualist. Zijn hier in beweringen ondergebrachte ‘waansysteem’ houdt immers, en dat maakt communicaties ook mogelijk, voeling met andere waansystemen – collectieve, als dat van Wittgenstein of George A. Kelly, en persoonlijke, als dat van Sade of W.F. Hermans.
“Er is maar één werkelijk woord”, citeert hij van de laatste: “chaos”. Maar daartegenover ziet hij natuurlijk ook wel in dat er een soort oerwaansysteem moet bestaan, de logica m.n., waar zonder andere waansystemen het niet kunnen stellen, zolang het ons niet mogelijk is antilogisch te denken.
Vooral die logica garandeert een minimum aan communicatie, zegt hij zelf. En toch maakt hij van dit “oerwaansysteem” geen hoeksteen voor zijn beweringen, waardoor zij een brug tussen het wetmatige van het rationele denken en die chaos van Hermans zouden vormen. Mijn indruk is dat Andriesse meer hecht aan gevoelsmatige inzichten als dit van de psycholoog Kelly met zijn “constructensysteem”, volgens welk het construct “lui” in verband kan worden gebracht met de constructen “vies”, “stinken”, “ongewassen” en “seksueel losbandig” (bewering 6). Op deze (en tegenovergestelde) manier kijken tal van mensen tegen de wereld aan, heeft iedereen zijn “filosofie” en niemand een bewijs. Dat zulke beweringen eenvoudig te falsifiëren zijn, alleen maar door op concrete gegevens uit de chaos te wijzen die een tegengestelde bewering staven, is duidelijk.


Beweren en bewijzen is twee is naar mijn mening eerder een ‘retorica’ dan het sluitend waansysteem van een denker of een idioot. Een retorica waarbij het niet gaat om literatuur, maar om de eigen persoonlijkheid en de wereld. Meer dan eens doen Andriesses beweringen aan Multatuli’s Ideeën denken, en dan zeg ik iets heel moois van deze beweringen, vooral wanneer men bedenkt dat Andriesses tweede boek van dit jaar, Zuster Belinda en het geheime leven van dokter Dushkind in geen enkel opzicht met de Max Havelaar te vergelijken is.
Want wel geeft Zuster Belinda vorm aan een waansysteem, maar dat is niet dit van de schrijver. Het is het waansysteem van het damesbladverhaal, het meisjesboek, de roman naar het ontwerp van Rebecca.
Zo’n boek schrijven kan niet moeilijk zijn: zet een aantal clichés op en de lezer weet door herkenning meteen op het vervolg vooruit te lopen. In overeenstemming met een van de beweringen (de vijfde) kan men zeggen dat Zuster Belinda een consistent systeem is: alle volgende clichés zijn uit het eerste af te leiden. Het belangrijkste cliché van dit boek is het uitgangspunt: dat lezers van doktersromans in boeken nu eenmaal een nabootsing van de realiteit menen te zien. Dat Zuster Belinda een sleutelroman is, waar praktisch heel schrijvend Amsterdam herkenbaar in voorkomt, versterkt het nabootsende of mimetische karakter niet weinig.

Het verhaal is iets knulligs over een plattelandsmeisje dat op weg naar de grote stad Amsterdam waar ze als verpleegster komt werken, de dokter van haar leven leert kennen. Aangezien ze hierna een tweede minnaar zal ontmoeten, Geert, een schrijver, moet ze van een aantal remmingen worden verlost. Tot dat doel wordt haar een levenswijze opgedrongen waarin alleen, in boeken althans, dorpsmeisjes schijnen te trappen. Natuurlijk trouwt ze met haar arts (dat is het meisjesboekaspect), maar die ontpopt zich dan al snel als een waardig leerling van Sade, hoewel hij voor het oog van de wereld een hoogstaande moraal vertegenwoordigt (hier worden de Rebecca-aspecten actueel). Geert besluit Belinda, die van alle lichtzinnigheid is afgestapt, te redden. Maar dat mislukt. Dushkinds image is te hecht gevestigd en de twee geliefden komen in een psychiatrische kliniek terecht. Met een verwijzing naar bewering 10 concludeert de lezer dat hun enige krankzinnigheid die van de deugd is. Ongelukkig worden ze er niet door. Geert schrijft er zijn roman, en de beginregels ervan zijn identiek met deze waar Zuster Belinda mee aanvangt.

De taal die beloofde een afbeelding van de werkelijkheid te geven, blijkt opeens met die werkelijkheid niets te maken te hebben: het slot sluit Belinda, Geert en Dushkind in een structuur in, wat betekent dat ze uit het leven in de fysische realiteit worden gestoten. Onze voorbarige opvatting dat Zuster Belinda een consistent systeem zou zijn, moeten we hier dus herzien. De compositie levert immers (net als bij Eschers hiaatloze prenten) een ‘restfiguur’ die even interpretabel is, als de figuur vanwaar we zijn uitgegaan
"("Schrijver Peter Andriesse hanteert waansystemen" op het blog: "De open ruimte. Volledig werk en blogbiografie van R. (Rudy) A. Cornets de Groot". Bron: "Het Parool", 22 januari 1972).



3.
"Zuster Belinda of het geheime leven van dokter Dushkind.
Het was een parodie op zowel de verpleegstersroman als de detective en het grootste succes van de journalist Peter Andriesse. Iedereen had er wel een mening over en nog steeds kun je er commentaar op terugvinden, als je een beetje om je heen googlet.
Dit verhaal uit 1971 heb ik vooral in mijn bezit, omdat het een omslag van Hans Borrebach heeft. Een spraakmakende omslag, die meer deed denken aan zijn pornografische dan aan zijn illustratieve kant. Alsof dokters met zijn allen tegelijk Belinda de kleren van het lijf rukken. Zo erg is het niet. Het gaat niet alleen over seks, maar wel veel.
Seks van en met dokter Dushkind vooral. Die doet het trouwens niet alleen met Belinda, maar met alles en iedereen en overal. Incest met zijn beide dochters, waarvan hij er een heeft vermoord en geconserveerd. Zowel necrofilie als incest, dus. Hij doet het met zichzelf en hij doet het met zijn paard. Grappig? Nou nee, eerder absurd.
Dushkind was een sigarettenmerk. Belinda ook. Alle personen in het boek hebben namen van tabak. Er is een dokter Winfield en een dokter Stuyvesant. Een dokter Drum en een dokter Van Nelle. Een zuster Camel en een Miss Blanche. Dat maakt het dan wel weer grappig om te lezen. Maar ook een beetje vermoeiend.
Dan is er nog de schrijver Geert die verliefd is op Belinda. Een opname in een zwakzinnigeninrichting en de moorden die dokter Dushkind pleegt om chef de clinique te worden. Tja. Het hoort bij mijn Borrebach verzameling. Daarom staat het in de kast.
En het is verantwoord geschreven, want er heeft een dokter aan meegewerkt. In samenwerking met dokter Sj. Winterman, staat er op de titelpagina. Bovendien heeft Peter zelf verpleegsterspulp gelezen, voor hij aan deze roman begon. Dat heeft hij allemaal keurig als bron vermeld" 
(Marieke op haar blog: "Hoe verzin je het. Over oude boeken en de lol van het herlezen", 24 februari 2011).


4.
"Moderne doktersroman, gevolgd door een curieuze bibliografie van ‘geschriften […] geraadpleegd teneinde zich in de materie te oriënteren’: onder meer Blaman, Cronin, Hermans en een ‘ongepubliceerd manuscript in bezit van de auteurs, 1970’ van Brouwers.
In 1972 verliet Josefine Meijer haar echtgenoot Peter Andriesse voor Jeroen Brouwers" (catalogus 56 (133), 2012, antiquariaat Fokas Holthuis).


5.
"Zuster Belinda en het geheime leven van dokter Dushkind" is een opvallend boek vanwege de omslag van Hans Borrebach. Grijpgrage handen ontdoen zuster Belinda van haar bovenkleding. Het was in 1971 bij verschijning misschien nog wel gewaagd. Na ruim 40 jaar is de inhoud nog steeds niet onomstreden.
Het boek begint als een onschuldige parodie op de doktersroman. Een jonge naïeve verpleegster komt naar de grote stad (Amsterdam) en is al snel gefascineerd door de uitstraling van dokter Dushkind. Geleidelijk aan wordt het verhaal meer een erotische roman, waarin dokter Dushkind geen geweld schuwt. In het verhaal maakt Dushkind zich onder andere schuldig aan verkrachting, pedofilie en necrofilie. Wanneer slachtoffers deels genieten van dit seksuele geweld is het de vraag of dit acceptabel is, ook al is het een humoristisch boek.
Het is ook een parodie op de misdaadroman en de schrijver maakt creatief gebruik van allerlei tabaksnamen. Het leest vlot, maar gezien eerdere opmerkingen kan je toch wel de nodige bedenkingen hebben tegen dit boek
" (Bol.com. Review van KritischeKees (50-59 jaar), 26 februari 2012).


6.
"Schrijven is schrappen.’ Deze inmiddels tot cliché geworden wijsheid (van Godfried Bomans als ik mij niet vergis) geldt voor sommige auteurs ook ná publicatie van een tekst. In februari 1986 kocht ik, nieuw, de niet lang daarvoor verschenen derde druk van Peter Andriesse – Zuster Belinda en het geheime leven van dokter Dushkind (Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 1985).
Onlangs – in oktober 2013 – ‘verwierf’ ik een eerste druk van datzelfde boek (De Bezige Bij, Amsterdam 1971). Twee zaken vielen mij meteen op: 1. de derde druk is een fotografische herdruk van de eerste; en 2. op de titelpagina van de eerste druk staat ‘door Peter Andriesse in samenwerking met dr. Sj. Winterman’, terwijl de derde druk slechts vermeldt ‘door Peter Andriesse’.
Hela hola, dacht ik, een fotografische herdruk waaraan de in het origineel wel genoemde Winterman niet heeft meegewerkt – hoe zit dat? (Een Winterman, zo bleek al snel, over wie ik nergens iets kon vinden.) Ik legde Peter Andriesse de vraag voor: wie is toch die Sj. Winterman, ‘in samenwerking met’ wie (volgens de eerste druk) ‘Zuster Belinda etc.’ geschreven werd?
Andriesse antwoordde: Dr. Sj. Winterman is een fancynaam, er werd al eens verondersteld dat W.F. Hermans werd bedoeld. Dan toch eerder Jeroen Brouwers, met wie ik tijdens het schrijven van het feuilleton bevriend was en regelmatig briefwisselde (hij woonde in België). Hij schreef soms een aflevering van “Belinda” in zo’n brief, daaruit pikte ik wel enkele fragmenten of liever namen en eigenschappen. Zo is mevr. Ribbius met het houten been afkomstig van Brouwers, ook de Gigolo Angelostraat, en nog zo het e.e.a.

Schrapte Peter Andriesse alleen een naam van het titelblad, de door hem genoemde W.F. Hermans herzag de tekst van al zijn boeken voor iedere herdruk – voor alleen al het noemen van al die Hermansvarianten zijn waarschijnlijk honderden pagina’s nodig, dus daaraan begin ik hier niet eens. De andere door Andriesse genoemde auteur, Jeroen Brouwers, is in dat opzicht wat bescheidener. De enige roman die hij daadwerkelijk herzag, na een aantal drukken, is Het verzonkene – de eerste druk verscheen in 1979 bij De Arbeiderspers. Brouwers schrapte in (uit) dat boek de polemische passages tegen het ‘experimenteel’ of ‘ander’ proza. Omdat hij die stukken te gedateerd vond nadat de bloeitijd van dat experimentele proza voorbij was – het werd nauwelijks nog geschreven en nog minder gelezen.


Wat Brouwers ook schrapte: enkele complete verhalen uit zijn vroege bundels Het mes op de keel (Manteau, Brussel/Den Haag 1964) en De toteltuin - gevallen van de sfinx (A. Manteau n.v., Brussel/Den Haag 1968). De bundels mochten van Brouwers niet worden herdrukt, omdat hij er niet langer tevreden over was. In de verzamelbundel Verhalen en levensberichten (Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1983) nam hij slechts één verhaal op uit Het mes op de keel (hij schrapte er drie: ‘Orpheus’, ‘Dode vrucht’ en ‘Geestelijke dochter’), en dan nog in de herschreven versie waarin dat verhaal – ‘Thijmen Hoolwerf’ – werd afgedrukt in De toteltuin. Uit De toteltuin schrapte Brouwers alleen het titelverhaal voor de herdruk in de hierboven genoemde verzamelbundel.
Maar een auteur kan meer schrappen uit zijn of haar debuut dan Brouwers deed. Enter Chrétien Breukers.
Op de website van Poëzie-uitgeverij WEL heeft Breukers een auteurspagina. Op die pagina de gebruikelijke auteursinformatie, in dit geval staat er (de pagina is voor het laatst bewerkt op ‘woensdag 21 oktober 2009 18:18’):
Chrétien Breukers (Leveroy, º1965) maakte bij WEL zijn debuut met ‘De rand van het domein’ in 1989. Hij studeerde Algemeen Literatuurwetenschap in Nijmegen, was redacteur van het tijdschrift Tristan en de bekende poëziereeks De Windroos en is momenteel o.a. redacteur van De Contrabas en freelance tekstschrijver. Samen met Hein Aalders stelde hij ‘Alles is er nog’ samen, de verzamelde gedichten van Jan Kostwinder (Thomas Rap, 2003). Of deze zoon van Limburg zijn eerste dichtbundel verloochent weet ik niet, maar Chrétien Breukers schrapte hem in zijn geheel. En dat leverde op de site van WEL een prachtige readymade op:

OP VERZOEK

Omdat de dichter geen enkel gedicht uit

zijn debuutbundel nog goed genoeg vindt,

respecteren we zijn wens

om er niets uit te publiceren.

Hier geldt: schrappen is schrijven
"


7.
"Haar blond omrankte ‘eigenheidje’.
Enigszins ranzige parodie op de verpleegstersromans uit de jaren zestig.
Leerling-verpleegster Belinda Vinken verruilt de provincie voor Amsterdam om daar in een ziekenhuis te gaan werken. Ze valt niet alleen als een blok voor de knappe en ambitieuze chirurg dr. Dushkind, maar krijgt ook warme gevoelens voor haar leeftijdsgenoot Geert Wolfmann, die op een verzekeringskantoor werkt en in zijn vrije tijd verhalen en gedichten schrijft. Als dr. Dushkind Belinda toch nog vrij onverwacht ontmaagd (M’n pantalon is helemaal verpest) legt zuster Stella uit wat er van haar verwacht wordt: Het hoort nu eenmaal bij ons vak: het dienen der mensheid, niet alleen de patiënten, maar ook de artsen. Ze hebben een zwaar bestaan en een verpleegster kan daar zo nu en dan eens wat verlichting in brengen. Dat is onze taak en je zult merken dat die taak op den duur geen belasting meer is, ze kan zelfs een bron van intens genot worden.

Belinda neemt de raad van Stella ter harte en geeft zich volledig over aan ‘haar roeping’ en aan Stella zelf. Ineen sprong Stella overeind, knielde tussen Belinda’s roomblanke dijen en duwde haar hoofd tegen Belinda haar blond omrankte eigenheidje.
Sinds die tijd gaf ze zich volledig over aan haar roeping, eerst nog wat onwennig, maar allengs met meer plezier. Ze gilde niet meer als ze plotseling een kamer werd binnengetrokken, blijmoedig vervulde ze haar taak… Ze had het afgeleerd tijdens haar werkuren nog een onderbroekje te dragen, dat was toch slechts een lastig obstakel tijdens het vervullen van haar plichten.
Belinda neemt afstand van Geert. Alles gaat zo een tijdje door totdat dr. Stuyvesant zich ermee bemoeit en ze zwanger blijkt te zijn.


Peter Andriesse (1941) studeerde psychologie en was tekstschrijver en journalist. Hij schreef een aantal verhalen. Dit boek was zijn eerste roman, het werd door velen als een soort cultboek gezien, ‘vol humor en spannende seks’. Het boek is kennelijk één op één herdrukt, want de spelling wijkt af van wat tegenwoordig gangbaar is.

De humor blijkt onder meer uit de naamgeving van de verschillende artsen: naast dr. Dushkind (die ooit een romance had beleefd met de Amerikaanse hartspecialiste Miss Blanche) en dr. Stuyvesant zijn er onder meer dokter Bastos, dokter Mantano, dr. Winfield en dr. Gladstone en de assistenten Samson en Drum. En dan was er ook nog zuster Van Nelle, de ‘vreselijke weduwe’. De namen van de patiënten lijken ’toevallig’ op die van bekende schrijvers uit die tijd, zoals de oude heer Puddingh, meneer Wolters (schrijver van Turkse bloemen), de volksjongen Jan Kremers en meneer Marsman.

Deze parodie op voormalige schrijvers en sigarettenmerken doet nu wat gedateerd aan. Van de vrolijke erotiek moet je houden, maar daar is op zichzelf niets mis mee. Maar daar blijft het niet bij. Er is in dit boek ook sprake van pedofilie, incest en seks met dieren, hoe luchtig beschreven ook en dan verder nog de toen en nu verwerpelijke necrofilie. Het is moeilijk te achterhalen hoe men hier destijds over dacht, maar anno 2017 vind ik dit niet kunnen.

Soms grappig, maar vaak gedateerd en bij vlagen verwerpelijk
" (Els R. recensent op het blog "Leeskost", 10 juni 2017).

8.
"Borrebach werd bekend om zijn ‘Borrebachmeisjes’: onwaarschijnlijk slanke, modieus geklede, anatomisch onmogelijke fantasiewezens, eerder miniatuurdames dan tieners, met inwisselbare glimlachende gezichtjes, in de stijl van de Amerikaanse filmposter en reclametekening. ‘Niks geen boezem of zo, erotisch volstrekt oninteressant’, vond hij er zelf van.
Dat lag uiteraard anders in zijn onder de toonbank verkochte erotische romans (Striemen en priemen, 1970) en strips (De overwinning op de zwaartekracht, 1948), waarin ontblote dames in zwart leer elkaar tuchtigen ‘met de leren nijlpaardzweep’. Het moet een mooi moment voor de illustrator zijn geweest toen De Bezige Bij hem op zijn oude dag het scabreuze omslag liet maken voor Zuster Belinda en het geheime leven van dokter Dushkind van Peter Andriesse
" (Erik van den Berg: "De ‘creatiefste viespeuk van Den Haag’ wilde gezien worden met zijn Borrebachmeisjes" in: "De Volkskrant", 9 augustus 2019).

vrijdag 3 maart 2023

Het jaar geboekt, februari 2023

In de rubriek 'Het jaar geboekt' (zie tabblad bovenaan) houd ik bij wat ik gedurende het lopende jaar per maand bij elkaar verzamel. Na afloop van de maand verplaats ik de lijst met aanwinsten naar de startpagina c.q. homepage en geef ik 'de cijfers'. In de rubriek blijven de voorgaande maand(en) als hyperlink aanwezig. Raadpleeg dus regelmatig de nieuwe rubriek om te zien of er aanwinsten zijn bijgekomen (of wacht op het maandoverzicht).

Februari 2023; de cijfers...

Totaal aantal objecten: 18.

Gekocht: 18.

Totaal uitgegeven: € 208,- euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 18 is gemiddeld: € 11,56 euro per object.

Via boekenmarkt: 2 (10, 11).
Via Marktplaats: 7 (12.a, 12.b, 12.c, 12.d, 12.e, 12.f, 13).
Via kringloopwinkel: 5 (5, 6, 7, 8, 9).
Via (online) antiquariaat: 4 (1, 2, 3, 4).

Modern: 7 (2, 3, 4, 5, 6, 7, 8).
Marge & klein bibliofiel drukwerk: 1 (1).
Old & rare: 10 (9, 10, 11, 12.a, 12.b, 12.c, 12.d, 12.e, 12.f, 13).

Februari 2023: de aanwinsten...

Het antiquariaat (op de vierde verdieping) van boekhandel Scheltema in Amsterdam - waarover ik onlangs nog een lofzang publiceerde ("Bij Scheltema Amsterdam, op de 4de verdieping...") - gaat dit jaar helaas sluiten! Erg jammer, maar daarom kreeg ik wel extra korting op een drietal uitgaven (1, 2 en 3) waarvoor ik bij elkaar slechts € 37,50 euro betaalde.

1. "10 geboden voor de boekenmarktbezoeker & 1 aanbeveling" (z.p. [Haarlem], 2016). 'Gedrukt onder de Korenmaat' (www.hofvanjan.nl). De aanbeveling luidt: "Als u op een boekenmarkt twijfelt of u een bepaald werk al dan niet zult aanschaffen, is het raadzaam tot koop over te gaan, want achteraf krijgt u vaak spijt en kunt u het nergens meer vinden, en dat wilt u niet, want het betreft een dooretterende soort spijt".


2
. J. Storm van Leeuwen: "De achttiende eeuwse Haagse boekband in de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum" ('s-Gravenhage, 1976). Proefschrift van boekbandenspecialist Jan Storm van Leeuwen die ik natuurlijk ken van het Nederlands Genootschap voor Bibliofielen. Los toegevoegd de 12 stellingen alsmede het kaartje met uitnodiging voor de receptie na afloop.


3. J.A. Lane & M. Lommen: "Letterproeven van Nederlandse gieterijen/Dutch typefounders' specimens" (Amsterdam, 1998). Voor het beperkte aantal letterproeven in mijn bibliotheek een onmisbaar naslagwerk.


4. T. Spruijt: "Woordenboek van de stoelgang" (Amsterdam/Antwerpen, 2004). Voor mijn verzameling bijzondere woordenboeken en scatologie. Gekocht bij De Slegte in Amsterdam voor € 6,- euro.


Ook ditmaal vond ik weer diverse aantrekkelijk boeken in mijn lokale kringloop voor weinig geld. In totaal betaalde ik voor de hiernavolgende uitgaven (5, 6, 78 en 9) slechts € 33,- euro waarvan nr. 9 (uiteraard) de duurste was (€ 20,- euro).

5. H.Schatz: ""Lik op stuk. Het dialect van Amsterdam" ('s-Gravenhage, 1987). Leuk boekje voor mijn collectie woordenboeken en Amstelodamiana.


6. S. Leydesdorff: "Wij hebben als mens geleefd. Het Joodse proletariaat van Amsterdam 1900-1940" (Amsterdam, 1987). Belangrijk uitgegeven proefschrift (met illustraties) waarvan onlangs een heruitgave verscheen. Voor de 'jodenhoek' in mijn bibliotheek.


7. A. Korteweg (verantwoording): "'T is vol van schatten hier. Nederlandse literatuur van 1750 tot 1940 tentoongesteld in het Letterkundig Museum" (Amsterdam, 1986). Tweedelige uitgave - in uitstekende staat - gekocht om zijn beknopte Nederlandse schrijversportretten en omdat het nog steeds een fraaie platenatlas is (ca. 600 afbeeldingen). Deze prijzige uitgave (vijfenzeventig gulden!) verscheen destijds bij de permanente tentoonstelling in het Nederlands Letterkundig Museum (thans Literatuurmuseum) in Den Haag.


8. J. Lendering: "Bedrieglijk echt. Oude papyri, moderne controverses" (Utrecht, 2020). 


9T. Tal: "Oranjebloesems uit de gedenkbladen van Neerlands Israel" (Amsterdam, 1898). Zeldzame feestuitgave in groenlinnen stempelband door de Haagse opperrabbijn Tobias Tal (1847-1898). Verschenen ter gelegenheid van de inhuldiging van H.M. Wilhelmina, Koningin der Nederlanden. Het bevat een (niet geïllustreerd) geschiedkundig overzicht over de verhouding tussen de Nederlandse joden en het koningshuis (vanaf Willem de Zwijger), waarmee - zo wordt wel beweerd - het ideologisch fundament werd gelegd van het Joods Orangisme.


De Amsterdamse Spui boekenmarkt leverde deze maand twee antiquarische titels op (10 en 11):

10. I.V.V. (Joost van den Vondel): "Altaer-geheimenissen ontvouwen in drie boecken" (Keulen, 1645) met titelgravure. Samen met:

11. I.V.V. (Joost van den Vondel): "De heerlyckheit der Kercke. Haer Ingang, Opgang en Voortgang, begrepen in drie boecken" (Kolen, 1663). 
Gebonden in een nieuw bruinleren bandje met reliefversiering en de titels in goud op de rug. Ex-libris Karel Bostoen (1943-2016), universitair hoofddocent Oudere Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Leiden. Gekocht bij antiquariaat Klikspaan voor € 80,- euro.


Via Marktplaats kocht ik voor € 14,55 euro (incl. verzendkosten) de zesdelige serie "Monumenten der boekdrukkunst" uitgegeven door de Haagse uitgeverij Trio. 
Van Trio had ik al de hieraan voorafgaande serie, uitgegeven onder de noemer "Typografische Kruidtuin" (Ik schreef er over in: "Een kruidtuin voor vrienden"). 


Mijn aanwinst bevat de volgende titels:
12.a. "Voorgangers van Coster en Gutenberg" ('s-Gravenhage, 1950), door F. Kerdijk.
b. "Blokboeken, een tussenspel in houtsneden: uit de voorgeschiedenis van stereotypie en galvanoplastiek" ('s-Gravenhage, 1951), door H. van Krimpen.
c. "De drukkunst der late Middeleeuwen en op de drempel van de Gouden Eeuw"
('s-Gravenhage, 1951), door L. Ronner.
d. "Van Renaissance tot Romantiek" ('s-Gravenhage, 1952), door H. de la Fontaine Verwey.
e. "Flitslicht op het tijdperk der mechanisatie (1850-1950)" ('s-Gravenhage, 1953), door
D. Dooijes.
f. "Het Boek der Boeken geschreven en gedrukt" ('s-Gravenhage, 1953), door. F. Kerdijk.

13. J.G. Ottema: "Thet Oera Linda Bok naar een handschrift uit de dertiende eeuw" (Leeuwarden, 1876). Antiquarisch vrijwel onvindbare tweede druk in groenlinnen band (met stempels van de marinebibliotheek Hellevoetsluis en Willemsoord). Van deze befaamde mystificatie had ik al een facsimile-uitgave in mijn bibliotheek staan (die ergens rond 1970 werd uitgegeven). Gekocht via Marktplaats voor een luttele € 36,95 euro (incl. verzendkosten).

vrijdag 17 februari 2023

Het jaar geboekt, januari 2023

In de rubriek 'Het jaar geboekt' (zie tabblad bovenaan) houd ik bij wat ik gedurende het lopende jaar per maand bij elkaar verzamel. Na afloop van de maand verplaats ik de lijst met aanwinsten naar de startpagina c.q. homepage en geef ik 'de cijfers'. In de rubriek blijven de voorgaande maand(en) als hyperlink aanwezig. Raadpleeg dus regelmatig de nieuwe rubriek om te zien of er aanwinsten zijn bijgekomen (of wacht op het maandoverzicht).

Januari 2023; de cijfers...

Totaal aantal objecten: 15.

Gekocht: 11.
Gekregen: 4.

Totaal uitgegeven: € 363,85 euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 11 is gemiddeld: € 33,08 euro per object.

Via Boekwinkeltjes: 3 (9, 10, 14).
Via kringloopwinkel: 1 (11).
Via boekenmarkt: 2 (6, 7).
Via (online) antiquariaat: 3 (5, 12, 13).
Via boekhandel: 1 (15).
Via Catawiki: 1 (8).

Modern: 1 (15).
Marge & klein bibliofiel drukwerk: 6 (1, 2, 3, 4, 5, 12).
Old & rare: 8 (6, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14).

Januari 2023: de aanwinsten...

1. P. Kemp: "Kat van het niets" (Den Haag, 2023). Evenals de voorgaande twee jaren ontving ik een bibliofiele kerstgroet van 'Iemand', c.q. boekenvriend en 'blogredacteur' Reinder Storm. De oplage bestaat uit 25 exemplaren. Perkamentus ontving nr. 15.


2. W. Heijting: "Schreeuwt er een reiger. Tien vogelhaiku's" (Zevenhven, 2023). Nieuwjaarsgeschenk van boekenvriend en mede bibiofiel genootschapslid W. Heijting.


3. I. Montijn: "Een jongen met een hond. Schets uit het leven van een Leids student 1945-1950" (Leiden, 2023). Speciaal gedrukt voor vrienden en relaties van het Leidse antiquariaat Klikspaan. Oplage 250 stuks, ik ontving nr. 239.


4. G. Kouwenaar: "Ik heb nooit" (uit: "Gedichten 1948-1978" (Amsterdam 1982)). Koppermaandaguitgave van Drukkerij/Uitgeverij De Buitenkant. Oplage: 750 exemplaren niet in de handel).


5. S. Jansen: "Kunstlullenkalender 1993" (z.p. [Amsterdam], 1992). Het colofon vermeldt: "Deel 1 uit de serie Hoogtijd. Ontwerp, fotografie en productie Seth Jansen. Oplage 150 exemplaren" (mijn exemplaar no. 116). Ongebruikt (inmiddels uniek?) exemplaar met geel (hilarisch) toelichtingsvel en blauw buikbandje. Gekocht voor € 35,- euro bij boekhandel Scheltema in Amsterdam. Over deze uitgave, zijn uitgever/vormgever en de serie 'Hoogtijd' schreef ik in: "Bij Scheltema Amsterdam, op de 4de verdieping...".  

6. Satirisch oblong pamflet in sierpapieren omslag met een uitnodiging voor de uitvaartdiensten van de "Ouderwetse Nederlandsche Patriot" (z.p., 1782). Hiervan is slechts één ander exemplaar bekend in de Koninklijke Bibliotheek (pflt 20267). De anonieme schrijver gaat helemaal los en zijn verwensingen en vervloekingen zijn vindingrijk en komisch tegelijk. Verschillende bekende namen uit de boekenwereld passeren al dan niet verminkt (maar herkenbaar voor de lezers van toen) de revue. Gekocht bij antiquariaat De Uilenspiegel op de Spui Boekenmarkt in Amsterdam voor € 10,- euro.


7. Kort bericht, wegens twee belangryke fondsen" (z.p. [Amsterdam], z.j. [1800]). Gratis uitgegeven strooibiljet, dubbelzijdig bedrukt (192 mm. breed x 254 mm. hoog) verkrijgbaar bij "de Erve Stichters, in de Warmoesstraat, schuin over de Wyde kerksteeg, en ten huize van Hendrik Koopman, op de Eglantiersgraft Z.Z. tusschen de Prinsegraft en eerste Dwarstraat, in No 202". Vermoedelijk uniek exemplaar m.b.t. de oprichting van een huwelijks-sociëteit onder de zinspreuk: "Het is niet goed dat de mensch alleen zy", en een sociëteit voor Kraamvrouwen met als zinspreuk: "Zyt vruchtbaar en vermenigvuldigt". Waarschijnlijk zijn beide sociëteiten nooit van de grond gekomen want behalve een krantenaankondigingen in juni 1801 - dat dit gratis uitgegeven kort bericht verkrijgbaar was - is er geen spoor van terug te vinden. Gekocht bij antiquariaat De Salamander op de Spui boekenmarkt in Amsterdam voor € 10,- euro.


8. S. Doekes (samenstelling/bewerking): "Gedichten van Petrus Scriverius, benevens een uytvoerige beschryving van het leeven des dichters..." (Amsteldam, 1738). Dit is een mooie aanvulling op de verschillende boeken die ik hier heb staan van de 17de eeuwse geschiedkundige en antiquarius Petrus Scriverius (1576-1660). Deze postuum verschenen uitgave bevat zijn dichtwerk, een levensbeschrijving en drie afbeeldingen van hem (naast het titelvignet met Scriverius aan zijn schrijftafel in zijn bibliotheek een uitslaande portretgravure van Jan van de Velde II, naar een portret van Frans Hals, en een portretgravure van Jacob Houbraken naar een tekening van Cornelis Visscher). Gekocht via Catawiki voor € 172,20 euro (inclusief veiling- en verzendkosten).


9. P, Scheltema: "Oud en nieuw uit de Vaderlandsche Geschiedenis en Letterkunde" (Amsterdam, 1844/1847). Diverse historische opstellen van 'Piet Perkament', Amsterdams eerste stadsarchivaris. Twee delen, gebonden in een zwarte halfleren band (twee titelplaten plus register(s); VIII en 239 blz. resp. XX en 256 blz.).
Gekocht via Boekwinkeltjes voor € 40,- euro (incl. verzendkosten).


10. B.H. van Breemen: "I-Dicht IJ-Rijm en eenige andere rijmen" (Amsterdam, z.p. [1880]). Gekocht via Boekwinkeltjes voor € 9,15 euro (incl. verzendkosten). Eén van mijn best gelezen blogs schreef ik in 2017 onder de titel: "Antiquarische taalspelletjes". Daarin noemde ik - naast het bekende "A-saga, E-legende, O-sprook" (Amsterdam, 1879) - verschillende andere zeldzame uitgaven met lipogrammen. Dit is daar één van.


11. Anthonia Margaretha (pseud. van A.M. Lindeboom-de Jong (1875-1947)): "Vormen en manieren. De eischen der Wellevendheid toegelicht voor onze Christelijke Kringen" (Kampen, 1922). Etiquette-boekje in nieuwstaat gekocht bij mijn kringloop voor € 5,- euro.


12. Th. Kaefer (nawoord): "Kack dichten. Een coprofiele selectie uit het werk van H. Bruno & J. Jonker & M.G. Tengnagel & P. de Neyn" (Amsterdam, 1995). De titel van het nawoord door ene dr. Thor Kaefer SJ luidt: "De Peristaltiek in de Poëzie". Mooie aanvulling op mijn verzameling scatologische uitgaven. Gekocht bij antiquariaat Kok in Amsterdam voor € 4,- euro.


13. "Amsterdam in 55 afbeeldingen" (Haarlem, 1883). Schaarse uitgave in originele roodlinnen stempelband met een fraaie serie sfeervolle houtgravures van 19de eeuws Amsterdam. Destijds verschenen (in het Nederlands/Frans) ter gelegenheid van de Amsterdamse wereldtentoonstelling, speciaal voor (buitenlandse) toeristen. Gekocht in Amsterdam bij antiquariaat Brinkman voor € 40,- euro.


14. Lord Monroe (A. Splingard): "Clarisse of het leven eener blanke slavin in de negentiende eeuw" (Amsterdam, z.j. [ca. 1887]).
Vroege, derde druk, in originele papieren omslag uitgegeven door de roemruchte Amsterdamse boekverkoper A. van Klaveren. Antiquarisch onvindbare (tendenz)roman vertaald uit het Frans ("La Clarisse du XIXe siècle, ou la Traite des blanches, roman français, par lord Monroe", Londres 1882). Gekocht via Boekwinkeltjes voor € 23,50 euro. Voor meer informatie lees: "Blanke slavinnen; een bibliografie" (nr. 9).


15. G. Verhoeven: "Ik zoek geluk in druk te vinden. Verhalen van een boekenjutter" (Zutphen, 2023). Twaalf verhaaltjes over bijzondere boekenvondsten door boekhistoricus Garrelt Verhoeven. In het voorwoord nadrukkelijk aandacht voor de overleden boekhandelaar van het Waterlooplein Jos Albers (1952-2021) die ook in diverse artikelen op dit blog figureerde (zie bijvoorbeeld hier en hier). Te koop voor € 15,- euro in de boekhandel maar ook bij Laila, de dochter van Jos Albers op het Waterlooplein, waar ik mijn exemplaar kocht en liet signeren: "Op het Waterlooplein v. Leila 27/1/2023").

vrijdag 3 februari 2023

2022 geboekt. Een jaar in feiten en cijfers


Dit is alweer het vijfde jaaroverzicht op mijn blog. Begin 2022 kwam er eindelijk langzaam maar zeker een einde aan alle corona-maatregelen die zo'n belemmerende werking hadden op het dagelijks leven, waaronder mijn bibliofiele activiteiten. In plaats daarvan begon de oorlog in de Oekraïne met als gevolg een economische (energie)crisis en torenhoge inflatie. Privé echter ging het mij - zeker financieel - nog nooit zo goed als afgelopen jaar. Mede door een erg laag vast gas/elektra-contract (dat tot maart 2026 loopt!) en de enorme loonstijging in mijn beroepsgroep dankzij een schreeuwend tekort aan nieuwe medewerkers/collega's had ik nergens last van.

Dat laatste is ook terug te zien in mijn maandelijkse uitgavenpatroon. Het overzicht per maand ziet er als volgt uit.
1. Januari: uitgegeven € 271,11 euro voor 7 objecten is € 38,73 euro per object (3 gekregen).
2. Februari: uitgegeven € 259,50 euro voor 7 objecten is € 37,07 euro per object (4 gekregen).
3. Maart: uitgegeven € 153,60 euro voor 35 objecten is € 4,51 euro per object (1 gekregen).
4. April: uitgegeven € 29,-  euro voor 4 objecten is € 7,25 euro per object (5 gekregen).
5. Mei: uitgegeven € 563,62 euro voor 17 objecten is € 33,15 euro per object.
6. Juni: uitgegeven € 268,29 euro voor 12 objecten is € 22,36 euro per object.
7. Juli: uitgegeven € 313,44 euro voor 7 objecten is € 44,78 euro per object (1 gekregen).
8. Augustus: uitgegeven € 119,90 euro voor 7 objecten is € 17,13 euro per object.
9. September: uitgegeven € 215,04 euro voor 9 objecten is € 23,89 euro per object (1 gekregen).
10. Oktober: uitgegeven € 525,70 euro voor 12 objecten is € 43,81 euro per object.
11. November: uitgegeven € 464,90 euro voor 10 objecten is € 46,49 euro per object (1 gekregen).
12. December: uitgegeven € 131,10 euro voor 6 objecten is € 21,85 euro per object (1 gekregen).


Totaal uitgegeven: € 3315,20 euro (2021: € 3031,76 euro) voor 133 objecten (2021: 104) is
24,93 euro per object (2021: € 29,15 euro). 17 objecten kreeg ik (2021: 37). In mei gaf ik het meeste geld uit, in april het minst. Kijk je echter naar het totaalbedrag versus het aantal objecten dan was de maand maart het goedkoopst.
Het meeste geld voor één boek (zie hier, aanwinst 1) betaalde ik voor C. Tacitus: "Jaarboeken en Historien, ook zyn Germanië, en 't leeven van J. Agricola" (Amsterdam, 1684).

Mijn boekbinder/-restaurator Hans Pieterse zag ik het afgelopen jaar een paar maal. Hij nam de rug van enkele delen van Bilderdijk's: "Geschiedenis des Vaderlands" (Amsterdam, 1832-1853) onder handen, wat mij € 242,- euro kostte (zie hier, aanwinst 10).
Daarnaast maakte Hans een fraaie overslag-doos voor de bijzondere elfdelige serie voorbeelddrukwerk "(Enz.)>" (z.p. (Amsterdam)/z.j.) van de Haarlemse uitgeverij Joh. Enschedé voor € 152,60 euro (zie hier, aanwinst 5). Investering die ik vermoedelijk nooit zal terugverdienen mocht ik ooit gaan verkopen maar ik ben nou eenmaal geen handelaar maar bibliofiel verzamelaar. 

Wat mijn uitgaven betreft was 2022 dus een absoluut topjaar want alles bij elkaar (boeken, restauratiekosten alsmede de kosten voor een aantal antieke objecten (een cliché en vier brandspuit-penningen) die straks nog ter sprake komen gaf ik ruim € 4000,- euro uit.


Zoals gebruikelijk hield ik ook het aantal nieuwe aanwinsten per bron bij. Waar vond Perkamentus zijn aanwinsten in 2022? Het totaallijstje (met tussen haakjes de cijfers van 2021) ziet er als volgt uit:

Boekwinkeltjes: 40 (31).
kringloopwinkel: 25 (24).
- boekhandel: 3 (2).
- drukker/uitgever: 4 (3).
- boekenmarkt: 7 (10).
- (online) antiquariaat: 25 (12).
Marktplaats: 10 (6).
- Museumwinkel: 17 (0).
- Burgersdijk & Niermans veiling: 1 (0).
- Bubb Kuyper veiling: 1 (0).


U ziet dat ik (nog steeds) vrij veel online vind en koop. De opmerkelijke stijging van aankopen uit een 'Museumwinkel' komt grotendeels door de verschillende uitgaven (waaronder de eerdergenoemde elfdelige serie: "(Enz.)>" (z.p. (Amsterdam)/z.j.)) die ik kocht in het Noordhollands archief in Haarlem, waar het Nederlands Genootschap van Bibliofielen (NGB) zijn jaarvergadering hield.

Vervolgens kijken we naar de verdeling in categorieën met tussen haakjes de cijfers van 2021.

- Modern: 58 (62).
- Marge & klein bibliofiel drukwerk: 14 (24).
- Old & rare: 77 (55).

Zoals elk jaar bestaat een groot deel van het 'marge & bibliofiel drukwerk' uit privé geproduceerde (nieuwjaars)uitgaven voor vrienden en koppermaandagdrukwerk voor relaties dat mij gratis wordt toegestuurd. De grote stijging in 'old & rare' is grotendeels te danken aan de aanschaf van een convoluut met 22 midden negentiende eeuwse anti-katholieke traktaatjes (zie hier, aanwinst 6).

Voor het eerst sinds ik blog heb ik ook boeken weggedaan, min of meer gedwongen door een toenemend ruimtegebrek. Ik schreef erover in: "Zeven dozen, honderdveertig boeken". Antiquariaten, opkopers en kringloopwinkels bleken geen interesse te hebben om ze gratis af te halen en dus besloot ik om ze te schenken aan de Vereniging Historisch Amstelveen (VHA), die met de verkoop de verenigingskas zal spekken. Toen de dozen uiteindelijk - enkele maanden later - door de VHA werden afgehaald zaten er zo'n tweehonderd boeken in. 


Het afgelopen jaar schreef ik ook een twee blogs over historische objecten die ik op Marktplaats vond en waarvan de aanschafkosten niet zijn terug te vinden in het maandoverzicht.
Het gaat om een blog over de vondst van een bijzonder (lijn)cliché waarvoor ik € 40,- euro betaalde. In: "Cliché voor de Klare Waarheid" schreef ik over dit thans geheel vergeten gilde en koppelde ik het cliché aan een zeldzame jubileumbrochure in mijn collectie.
Een ander blog verscheen naar aanleiding van het plotseling opduiken op Marktplaats van een aantal bijzondere achttiende eeuwse brandspuit-penningen uit mijn omgeving die ik (omdat ze de lokale geschiedenis raken) niet kon laten lopen. In: "Brandspuit-penningen van de Overtoom, Nieuwer- en Ouder-Amstel", beschreef ik uitvoerig wat er bekend is uit literatuur en archieven over deze penningen en gaf ik een overzicht van vrijwel alle thans bekende exemplaren in diverse (meest openbare) collecties. Voor vier brandspuit-penningen (Amsterdam, de Overtoom, Nieuwer- en Ouder-Amstel) betaalde ik in totaal € 350,70 euro.
Er was - zeker bij numismaten en brandweerliefhebbers - veel belangstelling voor dit stuk, maar volgens mijn statistieken was mijn populairste, meest gelezen blog in 2022: "De portretten bij de sententie van Hugo de Groot".


En hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit jaaroverzicht. Ik besluit - zoals gebruikelijk - met een speciaal woord van dank aan 'mijn blogredacteur' Reinder Storm, conservator cartografie, geografie en reizen bij de Bijzondere Collecties van de UvA, thans Allard Pierson. Hij leest de tekst vaak nog vóór dat deze online staat en zijn 'spijkertjes' c.q. verbeteringen, opmerkingen en suggesties werden (en worden) altijd in dank aanvaard en maken mijn blog uiteindelijk kwalitatief beter!

vrijdag 20 januari 2023

Bij Scheltema Amsterdam, op de 4de verdieping...

Ik maak er tegenwoordig een gewoonte van om na mijn strooptocht over de vrijdagse Spui boekenmarkt ook boekhandel Scheltema aan het Rokin te bezoeken. Daar kan ik mij warmen aan de boekenberg en tevens mijn blaas op aangename wijze legen i.p.v. ongemakkelijk en gehaast in zo'n kouwe krul op één van de grachten. Vervolgens bezoek ik de kast met nieuw verschenen geschiedenisboeken over Amsterdam e.o. en blader wat door verschillende uitgaven die ik ooit nog wel eens zal kopen, maar voor tweedehands (kringloop)prijzen. 


Afgelopen december bijvoorbeeld trof ik daar een stapel aan met het boek van Ranjith Jayasena: "Graaf- en Modderwerk. Een archeologische stadsgeschiedenis van Amsterdam" (Amsterdam, 2020). De vroegste geschiedenis van de stad laat zich alleen door het bodemarchief kennen en ik heb een (jeugd)zwakte voor archeologie. Ik stond op het punt om er eentje af te rekenen bij de kassa, maar toen ik voor alle zekerheid Boekwinkeltjes raadpleegde zag ik daar een exemplaar - als nieuw en inclusief verzendkosten - voor twaalf euro! Meteen besteld dus... (Uiteindelijk - maar dat wist ik toen nog niet - zou ik er slechts vijf euro voor betalen, omdat de verkoper het boek thuis bezorgde op weg naar een afspraak).

De ware boekenliefhebber bezoekt bij Scheltema natuurlijk ook de bovenste, vierde, verdieping waar de antiquarische en tweedehandsboeken staan. Ik maak daar vaak een praatje met Marc de Jong (die ik ooit als 'jongste bediende' bij De Slegte in de Amsterdamse Kalverstraat leerde kennen). Dan gaat het natuurlijk over het boekenwereldje maar ook over wat er aan nieuws is binnengekomen. Vaak is dat relatief jong maar wel bijzonder drukwerk voor bescheiden prijzen. Voor een bibliofiele omnivoor - zoals ik - is de verleiding soms te groot en onlangs nog zijn er twee items verhuisd naar mijn bibliotheek.


De eerste trof ik daar afgelopen december aan op de toonbank; "Bajesmaf" (Amsterdam, 1974). Boekjes over de bajes, gevangenis, lik of hoe je het ook noemen wilt interesseren mij en ik schreef er al eens eerder over (zoals hier en hier). In september vorig jaar kocht ik nog via Marktplaats: "Uit de cel. Schetsen en beelden uit de gevangenis" (Amsterdam, 1876). Eén van de meer interessante uitgaven van predikant en veelschrijver E. Laurillard, fraai gebonden in groen linnen band met goud op snee. 

Toen ik nieuwsgierig bladerde door "Bajesmaf" zag ik dat deze uitgave is verschenen bij een tentoonstelling met tekeningen van Siet Zuyderland (met als thema de gevangenis) in het Stedelijk Museum Amsterdam. Het bleek al gauw niet zomaar een exemplaar, maar eentje met een handgeschreven gedicht van P.C. Hooftprijswinnaar (1994) H.J. Marsman, pseudoniem J. Bernlef (1937-2012). 

Het gedicht "Leeg Celinterieur" is gesigneerd en komt niet voor in het gedichtenoverzicht "Achter de rug. Gedichten 1960-1990" (Amsterdam, 1997)! Tevens heeft Siet Zuyderland daaronder zijn handtekening gezet, in een tekeningetje van traliewerk. Voor € 60,- werd ik de nieuwe eigenaar. 

"Leeg Celinterieur

De muren wachtend op hallucinaties 
het verankerd prikbord opgeschoven door 
de spiegel op een man zittend op bed 
die van de cementspetters voor zijn schoenen 
naar de matglazen celruitjes net zo lang 
wacht tot hij kijkt. 

J. Bernlef".


Van geheel andere aard is de tweede aanwinst waarop mijn oog vorige week viel.
De "Kunstlullenkalender 1993" (z.p. [Amsterdam], 1992)... Dertig jaar oude gekkigheid van de bovenste plank gedrukt (285 mm, hoog x 175 mm breed) in een bibliofiele oplage van 150 exemplaren in ongebruikte staat met een toelichting gedrukt op geel papier en een blauw buikbandje ("Let op Deze kalender kan voor sommige mensen schokkende beelden bevatten"). Wie heeft er nog eentje? Inmiddels zal het wel gaan om een uniek exemplaar...


Lay-out en opmaak zijn van ene Seth Jansen (die destijds een grafisch bedrijf had in de Derde Schinkelstraat 27 in Amsterdam) en de toelichting erbij vond ik wel komisch.
"'U had van te voren moeten zeggen wat voor kalender het zou zijn', zegt de binder tegen mij over de telefoon. 'Ik heb hier twintig dames rondlopen die ik moeilijk deze kalender in elkaar kan laten zetten. Dat moet ik de mannen laten doen. Maar dit gaat u wel 50 cent per kalender meer kosten, want dit moet s'avonds gebeuren als de vrouwen naar huis zijn. Het zijn nogal schokkende foto's, moet u weten'.
Ik biedt mijn excuses aan en sputter nog tegen dat de foto's toch niet echt schokkend bedoelt zijn. De man neemt genoegen met mijn excuses en hangt op.

Prettige kerstdagen en een voorspoedige jaarwisseling.

Seth Jansen".


Blijkbaar was Seth meer kunstzinnigs van plan want zijn "Kunstlullenkalender 1993" is "deel 1 uit de serie Hoogtijd". Voor een paar tientjes werd nummer 116 van mij. Het leek mij interessant om te horen wat de geschiedenis was achter deze malle kalender, onbekende uitgever en zijn spoorloos verdwenen uitgaven. Ik besloot een poging te wagen om in contact te komen met Seth Jansen en vond na wat Googelen een bruikbaar email-adres.
Ik ontving het hiernavolgende uitvoerig bericht van hem.


"Beste Perkamentus,

Dank voor de digitale toezending van de ‘Kunstlullenkalender’. Zo had ik het ook in mijn gedachten zitten, maar leuk om weer eens te bekijken en aan Mariette te laten zien. Hierbij wat informatie over mijzelf, mijn grafische activiteiten en - zo goed mogelijk - over ‘Hoogtijd’. Als je nog vragen/opmerkingen hebt dan hoor ik wel.
Fijne dag en groet,

Seth Jansen.

Ik ben geboren op 14 oktober 1964 in Hoorn en heb de Grafische MTS in Amsterdam voltooid in 1987. Daarna ben ik gaan werken als assistent grafisch vormgever bij NBBS reisorganisatie bij grafisch ontwerpers Jaap Jongert en Bas Oudt. We zaten toen in bij drukkerij Debussy Ellermans & Harms, Warmoesstraat Amsterdam. Ik heb daar anderhalf jaar gewerkt. In januari 1989 kocht ik mijn eerste Apple Macintosh SE, en begon ik voor mijzelf. Het waren de beginjaren van de overname van de Apple ontwerpcomputer in de grafische industrie. Veel losse vakgebieden (opmaak, typografie, fotografie, illustratie etc.) kwamen op den duur samen op de Apple. Dit leidde tot een revolutie in de grafische industrie, maar ook tot ontslagen en sluiten van allerlei soorten grafische bedrijven.

Ik ben zelfstandig (assistent)grafisch vormgever geweest van 1989 t/m 1999. Ik heb op diverse plekken gewerkt. Geldersekade/Kloveniersburgwal/Nieuwe Spiegelstraat (1989-1992), Derde Schinkelstraat (studio met andere zelfstandigen, 1992-1995) en Westlandgracht (thuis, 1995-1999).
Mijn opdrachtgevers waren o.a. particulieren, andere vormgevers (o.a. Lex Reitsma Stedelijk Museum, Nederlandse Opera), allerlei soorten kleine/grote bedrijven (drukkerijen en uitgeverijen (o.a. Meulenhoff, Spaarnestad, Weekbladpers)).

De Apple revolutie van de grafische industrie leverde veel werk op en omdat er nog niet veel mensen op een Apple werkten werd ik vaak binnen gehaald als whizzkid. Wat ik niet was, maar ‘in het land der blinden is 1-oog Koning’. In 1992 was ik bijzonder moe van al dat digitale werk voor anderen en de regelmatig 7-daagse werkweken.
Ik ben op de Grafische MTS nog opgeleid met loden letters, Heidelpers etc. en miste het ambacht van zelf maken. Zonder opdrachtgevers, deadlines, stress en geleuter van anderen. Met veel plezier een mooi grafisch uitgave maken. Zo is 'Hoogtijd' ontstaan. De onderwerpen waren zaken die mij bezighielden. Ik heb alles zelf betaald, maar weet niet meer wat de kosten waren.

'Hoogtijd' was niet echt voor de verkoop. Ik stuurde het naar mijn klanten, vrienden en bekenden. En nieuwe klanten als eigen presentatie i.v.m. ‘kijk dat kan ik nog meer’. Dat werd niet altijd op prijs gesteld. Diverse kalenders werden teruggestuurd. Of het onderwerp (bv. bij Mieke) werd niet begrepen of leidde tot schrikreacties (‘moet je geen hulp zoeken?’).

Ik heb de 'Kunstlullenkalender' en 'Mieke' (1 of 2 stuks) in consignatie aangeboden in een aantal boekhandels. Bv. in de Staalstraat, Amsterdam zit/zat een kunstboekhandel en Athenaeum, Spui, Amsterdam. Deze verkochten allerlei zelfgemaakte kleine oplage boekjes, leaflets etc. Ik ben wel eens teruggegaan naar deze winkels om te kijken of mijn uitgave er nog stond. En soms was dat ook zo. Maar ik heb nooit afgerekend met de winkel als de uitgave er niet meer stond. Het was gewoon leuk om daar een eigen uitgave op de plank te hebben staan. Er zijn vier delen 'Hoogtijd' gemaakt.


1. Kunstlullenkalender 1993 (1992).  

Oplage 150 exemplaren. Geen exemplaar in mijn bezit. Omslag 2 kleuren, binnenwerk zwart/wit. 
Ik heb lange tijd op verschillende adressen in de binnenstad van Amsterdam gewerkt en na het werk liep/fietste/ging ik stappen in het Wallengebied. Etalages zijn altijd leuk om te kijken. En de etalages van seksshops staan altijd vol en zijn heel kleurig. Ik heb destijds diverse seksshops bezocht om kunstlullen te bekijken/kopen. In de Warmoesstraat was destijds
(en is nog steeds) ook de Condomerie. Leuke kleurige winkel. Ik had bij elke maand een evenement bedacht dat bij de maand paste (maand oktober, Dierendag) en daar een kunstlul/voorwerp bij gezocht. 
Ik sta zelf niet in de kalender (februari/een vriend, september/een broer). Ik heb alles zelf gefotografeerd in zwart/wit, vanwege de te hoge kosten van vierkleurendruk.  
Het drukken/ afwerken leidde wel tot vragen bij de drukker. Het was geen doorsnee drukwerkje. De afwerker wilde het uiteindelijk wel afwerken, maar alleen als de vrouwelijke medewerkers er niet waren, na werktijd en ik moest ook extra betalen. Vandaar het later bijgevoegde briefje en verpakking met ‘let op’ sticker.  

2 Mieke (1994).  

Oplage onbekend. Geen exemplaar in mijn bezit. Boekwerkje, vierkant, 28 cm, Omslag 2 kleuren, binnenwerk zwart/wit. Omslag was rechts dicht. Om de inhoud te zien moest het omslag rechts opengeknipt worden. Vier zwart/wit foto’s, gemaakt door Jerzy Frigge, gedrukt op spinnenwebmotief transparant papier (wat in de fotoalbum zit tussen de pagina’s). 
Tussenblad mooi papier met tekstje.
Vernoemd naar Mieke Telkamp – Waarheen, waarvoor. Songtekst. Destijds een veel gevraagd lied op begrafenissen. Inspiratie Gavin Friday and Maurice Seezer - Each man kills the thing he loves. Songtekst. When you’re sad and when you’re lonely and you haven’t got a friend. Just remember that death is not the end. And all that you’ve held sacred, falls down and does not mend. Just remember that death is not the end. Not the end... not the end.
Onderwerp over depressie/zelfmoord/reïncarnatie. Foto 1. De middelen. 2. Uitvoering 3. Opbaring 4. De terugkomst. Ik was zelf het gefotografeerde onderwerp. Alweer jaren geleden kwam ik er bij toeval achter dat Mieke is opgenomen in de bibliotheek van het Rijksmuseum.

3. Kill da Fuck (1995).

Oplage 25 exemplaren. Geen exemplaar in mijn bezit. Affiche A1. Vierkleuren zeefdruk. 
Een vriend had apparatuur om te zeefdrukken. En daar heb ik staan zeefdrukken. Graffiti-achtig ontwerp met schietschijfpersoon (wat je op een schietschijf van de politie wel ziet in Amerikaanse films). Observatie over agressie in het verkeer. Ik reed veel op de fiets door het verkeer in Amsterdam en zag regelmatig veel agressie. De tekst op het affiche roept de agressieve verkeersdeelnemer op om vooral te relaxen en thuis voor het affiche te gaan staan en dan denkbeeldige te schieten op het doelwit. En dan roepend: ‘Kill-da-fuck’! 

4. Knijntje (1996). 

Oplage onbekend. Geen exemplaar in mijn bezit. 10 x 10 cm boekje. Vierkleurendruk op eigen betaalbare kleurenprinter/plotter. 
Handgebonden. Dat was net een nieuwe uitvinding van de industrie en zeer geschikt om kleine oplages te printen. 
Dick Bruna - Nijntje illustraties/kinderboekjes als inspiratiebron. Ik zag steeds meer familie/vrienden kinderen krijgen, maar dat leidde soms tot te weinig opvoeding en irritante kinderen. Klein boekje (4 pagina’s), elke pagina een digitaal gemaakte illustratie, over het kind dat de omgeving terroriseert.


Eind 1999 ben ik gestopt met mijn werk als zelfstandig grafische ontwerper. Het werd me allemaal te digitaal/technisch met veel programmeerwerk (internet) en te veel concurrentie met steeds lager wordende uurprijzen. Ik ben biologisch dynamisch landbouw gaan leren (tweejarige opleiding), heb gewerkt op de zaterdag Noordermarkt, Amsterdam (groenten/fruitboer) en bij allerlei gangbare/biologische boeren. 
Tussen 2005 t/m 2017 was ik zelfstandige tuinder/kok/organisator van tuinfeesten/trouwerijen van vruchtentuin den Heyligen Berg van Landgoed de Heijligenberg, Leusden.
Sinds 2018- heden ‘Lichtfladderaars’ samen met mijn vrouw Mariette. Grafisch vormgever, administrateur, manusje-van-alles. En vanaf eind 2019 ons nieuwe huis voor 95% zelf volledig gestript en duurzaam verbouwd (isolatie, gasloos, warmtepomp, zonnepanelen, waterrecycling)".

U begrijpt wel, waarde lezer, dat de overige deeltjes van de reeks 'Hoogtijd' inmiddels op mijn zoeklijstje staan. Ik heb weinig hoop, maar prijs mij gelukkig dat ik in ieder geval met mijn blog het verhaal achter deze bijzondere aanwinst - evenals de geschiedenis van de uitgever/vormgever en zijn reeks 'Hoogtijd' - aan de vergetelheid heb ontrukt.
Dat heeft die gelauwerde Bernlef niet nodig...