De afgelopen kerstvakantie kocht ik in mijn kringloop voor €
1,75 een leuk pocketboekje van Lynne Truss: “Eat, Shoots & Leaves. The Zero Tolerance Approach to Punctuation”
(New York, 2006).
In eerste instantie kon ik niet veel met de afbeelding van
panda’s op de voorkant maar toen ik de achterzijde las werd het me duidelijk:“A panda walks into a café. He orders a sandwich, eats it, then draws a gun and fires two shots in the air.
Why?’ asks the confused waiter, as the panda makes towards the exit. The panda produces a badly punctuated wildlife manual and tosses it over his shoulder. ‘I’ am a panda,’ he says at the door. ‘Look it up’.’The waiter turns to the relevant entry and, sure enough, finds an explanation. 'Panda. Large black-and-white bear-like mammal, native to China. Eats, shoots and leaves.”
Erg origineel vond ik de ‘punctuation repair kit’ voor- en
achterin. Stickervellen met leestekens; vooral komma’s en punten.
Mijn
belangstelling voor taal is redelijk groot (in een grijs verleden studeerde ik Nederlands
als bijvak) maar de belangrijkste reden voor deze aanschaf was omdat ik moest
denken aan mijn gesigneerde exemplaar van het boekje van Wim Daniëls: “De geschiedenis van de komma” ( De Haag,
1994).Geen gekke gedachte natuurlijk en toen ik thuis internet raadpleegde bleek bovendien dat Daniëls het boekje van Truss heeft vertaald (“Eten, vuren en beuken. Keiharde regels voor interpunctie” (Amsterdam, 2004). Op de voorkant daarvan geen panda’s maar een (hout)worm en uit de titelbeschrijving blijkt waarom:
“Twee houtwormen eten een broodje. Ineens pakken ze een revolver, schieten in de lucht, en tuigen onderweg naar de deur een argeloze cafébezoeker af. Terwijl de houtwormen met gierende banden wegscheuren, leest de ober in de gids die ze hem hebben toegeworpen: 'Houtwormen: algemeen voorkomende bruingele insectenlarven. Eten, vuren en beuken.”
Het veranderen van dierlijke eigenschappen lijkt mij biologisch onmogelijk maar taalkundig is het blijkbaar een fluitje van een cent. Allemaal dankzij het onjuist gebruik van zoiets simpels als een komma. Het belang van zo'n leesteken wordt nog eens onderstreept door dit raadselachtige oud-Hollandse versje:
“Al de meisjes in ons land
Hebben tien vingers aan elke hand
Vijf en twintig aan handen en voeten:
Hoe zal men dit begrijpen moeten?”
Antwoord: door goedgeplaatste komma’s want dan staat er:
“Al de meisjes in ons land
Hebben tien vingers, aan elke hand
Vijf, en twintig aan handen en voeten”.
Zelfs de betekenis van een zin kan door een komma veranderen.
Perkamentus verzocht, ons niet alles te vertellen.
Perkamentus verzocht ons, niet alles te vertellen.
Perkamentus verzocht ons niet, alles te vertellen.
Regelmatig wordt in het nieuws aandacht besteed aan interpunctie.
Denk bijvoorbeeld aan vorig jaar toen het
geheel verbouwde Rijksmuseum zijn nieuwe logo 'RIJKS MUSEUM' onthulde (een ontwerp van Irma Boom). Er bestaat zelfs
een website SOS (maar nog geen SOK!).Vlot geschreven artikelen en populaire boekjes over interpunctie zijn een modern verschijnsel maar het is niet de eerste keer in onze geschiedenis dat aan interpunctie aandacht wordt besteed.
Al vroeg in de 19de eeuw verschenen daarover publicaties zoals van Nicolaas Anslijn (1777-1838): “Aanleiding tot het plaatsen der schei- en zinteekens” (Leiden, 1827).
Er is zelfs een proefschrift over verschenen, geschreven door Johanna Greidanus (1887-1930): “Beginselen en ontwikkeling van de interpunctie, in 't biezonder in de Nederlanden” (Zeist, 1926). Een ook voor niet klassiek geschoolde lezers interessante en lezenswaardige dissertatie (ja die bestaan!) waarvan een exemplaar in mijn bibliotheek staat. Interpunctie, schreef Johanna, is langzaam historisch gegroeid. Het speelt een rol in gesproken, geschreven en gedrukte taal en is dus van belang voor lezers, schrijvers en boekdrukkers.
Over de oorsprong schreef zij voorts:
“Als uitvinder van dit interpunctiesisteem is lange tijd op het voetspoor van Salmasius, een 17e-eeuws theoloog en handschriftenkenner, genoemd Aristophanes van Byzantium, die ± 200 voor Chr. in Alexandrië werkzaam was, de bekende uitgever van Homerus en andere teksten. Volgens Salmasius zou hij ook een werkje geschreven hebben over de scheiding der woorden πεϱὶ λέξεων διαστολῆς. Dat hem de eer van de uitvinding toegekend wordt, berust op een verward stuk, getieteld πεϱὶ τῆς τῶν τόνων εὑϱέσεως ϰαὶ τῶν σχημάτων αὐτῶν ϰαὶ πεϱὶ χϱόνων ϰαὶ πνευμάτων. Het staat op naam van Arcadius en komt zgn. als 20e hoofdstuk voor in een van de vijf hss. van een uittreksel uit de Καϑολίϰη πϱοσῳδία van Heriodianus (2e e. na Chr.), en ook, gedeeltelik, in enkele hss. achter de Ars grammatica van Dionysius Thrax, een Alexandrijns geleerde tussen 170 en 90 voor Chr. Van een plotseling ‘uitvinden’ kan immers geen sprake zijn. Er bestond al lang een onderscheiding van de stof die aangeduid werd door een open ruimte, al of niet met paragraphos”.
Ik neem aan dat Johanna haar proefschrift destijds goed
heeft nagelezen op interpunctiefouten. Vermoedelijk zal dat de moderne lezer
verder worst wezen. Wat hem of haar meer zal opvallen is de toen gebruikelijke, voor ons ‘dikwels wonderlike’,
Nederlandse spelling!
Enfin, daarover zijn weer talrijke andere boeken verschenen. Ik wensch u een voorspoedig 2013!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten