Ik heb al eens iets geschreven over de verschillende bibliotheekstempels die ik in mijn boeken tegenkom. Dat stukje eindigde toen met de opmerking dat ik de volgende keer een fotocollage zou maken van de ex-librissen die schuil gaan in mijn boekencollectie.
Over wat een ex-libris is lezen we in Wikipedia: “Ex-libris (Latijn: uit de boeken; meervoud 'ex librissen' maar ook 'ex libris') is een papieren eigendomsplaatje dat in een boek wordt geplakt ter preventie van diefstal. Zo'n eigendomsmerk kan ook direct in het boek worden gestempeld of gestanst. Een ex libris toont vaak de woorden ex libris (dat wil zeggen 'uit de boekencollectie van ...'), de naam van de eigenaar van het boek en een figuratieve, emblematische afbeelding. Dat kan een familiewapen zijn, een monogram of een vrije voorstelling. De afbeelding is vaak sterk verbonden met de eigenaar. Soms vermeldt het ex libris een persoonlijke spreuk of motto. Het ex libris wordt voorin het boek geplakt (vaak in wat duurdere exemplaren, zoals bibliofiele uitgaven), meestal op het schutblad”.
In de collage zitten verschillende exemplaren van bekende verzamelaars; bijvoorbeeld van de boek- en pamflettenverzamelaar Isaac Meulman (1807-1868), de ex-libris verzamelaar Ir. E.L.C.M. (Eugene) Strens wiens collectie in Museum Meermanno berust, de neerlandicus en hoofdbibliothecaris van de Vrije Universiteit H.A. Höweler (1899-1976), de Portugees-Joodse verzamelaar en amateur historicus Daniel Henriques de Castro (1806-1863), de Utrechtse numismaat W. Kreeft, het ‘stickertje’ van de Belgische boeken-
verzamelaar en professor in de Letterkunde A. Keersmaekers, van de papiermagnaat en bibliofiel verzamelaar Ulco Proost (1885-1966), van de jurist en bibliofiel mr. F.C. Koch (1873-1945) enz, enz.
Ook al ben ik geen verzamelaar van ex-librissen, als bijvangst in een boek – oud of nieuw – stel ik ze op prijs. Soms betreur ik het dat bibliofielen als Isaac le Long (1683-1762) of Boudewijn Büch (1948-2002) geen ex-libris hadden. Het kan namelijk een hulpmiddel zijn bij het reconstrueren van privébibliotheken, al bezitten we van beide laatstgenoemden ook de veilingcatalogus.
In mijn collectie bevindt zich één boek met meerdere ex-librissen. Het gaat om de uitgave van Wouter van Gouthoeven (1577-1623): “D'oude Chronijcke ende Historien van Holland (met West-Vriesland) van Zeeland ende van Utrecht…” (’s-Gravenhage, 1636).
Op de achterzijde van het titelblad zitten vier heraldische ex-librissen. Twee daarvan zijn uit de achttiende eeuw, en daarmee tevens mijn oudste exemplaren.
De bovenste heb ik kunnen identificeren als dat van David ten Hove, heer van Sleeburg, den Bosch, den Breur en Nieuwwaal (1724-1787): “In zwart een gouden schuinkruis, vergezeld van een dubbele adelaar van ’t zelfde in ’t schildhoofd en van drie gouden droogscheerdersscharen met de punten omlaag, twee aan weerszijden van het schuinkruis en een in den schildvoet” (J.E. Elias: “De Vroedschap van Amsterdam 1578-1795”, blz. 1087).
En ik?
Ik heb nog geen ex-libris maar mocht dat er ooit komen dan ga ik een dagje plakken.
Heb je ondertussen zelf een ex libris? Vind jij het verantwoord om in antiquarische boeken een modern ex libris te plakken? Ik overweeg om mijn eigen verzameling te voorzien van een ex libris, hoe sta jij daarin? Groetjes Peter.
BeantwoordenVerwijderenNee, Perkamentus heeft (nog steeds) geen ex-libris. Een smaakvol ontworpen persoonlijk (en modern) ex-libris kan wat mij betreft prima, ook in oude boeken. Maar alsjeblieft geen voorgedrukte Anton Pieck invul ex-librisplaatjes!
BeantwoordenVerwijderen