Dankzij Catawiki bezit ik sinds kort het befaamde: “Huisboek voor vaderlandsche huisgezinnen” (Amsterdam, 1793), van Johannes Florentius Martinet (1729-1795).
Zoals ik wel vaker doe met oude boeken heb ik aan mijn uitgave een portret van Martinet toegevoegd (zie bijvoorbeeld hier, hier of hier) dat ik via antiquariaat Van der Steur kon bemachtigen.
Martinet behoorde nog tot de fysico-theologen die in de wonderen der natuur een bewijs voor het bestaan van God zagen. De orde en harmonie die er heerste in Gods schepping werden door hem verheerlijkt en aan het huisgezin tot voorbeeld gesteld. Door verbetering van het gezinsleven hoopte Martinet uiteindelijk de gehele samenleving te verbeteren.
Rond 1800 bevond die samenleving zich volop in een veranderingsproces op weg naar een industriële (19de eeuwse) maatschappij waarin werk- en privésfeer steeds meer gescheiden werden. “Door de scheiding van huis en werk werd het gezin geleidelijk aan een gesloten gemeenschap, die werd gekenmerkt door 'Innerlichkeit', 'Intimität' en 'Emotionalität' en de afwezigheid van conflicten, concurrentie en arbeid. De openheid van de traditionele familie werd vervangen door de geslotenheid en intimiteit van het burgerlijke gezin, die nu diende als schuilplaats voor het materialisme en de immoraliteit van de maatschappij. Het gezin werd een gemeenschap die min of meer los stond van de maatschappij. Het werd 'Innenraum' en 'Gegenwelt' tegenover een vijandige buitenwereld. Binnen deze familie leefde men in toenemende mate alleen met de directe verwanten wat de band tussen deze familieleden intensiveerde en emotioneler maakte” (B.L.M. Hijstek in: “De Burgerlijke 19e eeuw: ‘My house is my castle’”).
Kortom ook het gezin veranderde en zo bekeken gaf Martinets huisboek wellicht een steuntje in de rug en voorzag het kennelijk in een grote behoefte want er bestaat ook een 2de druk uit 1803 bij dezelfde uitgever en zelfs een 3de druk uitgegeven in 1831 bij J. Noman & Zn. in Zaltbommel.
Uit de hoofdstukjes ‘de Ouden van dagen’ en ‘Dienstbooden’ in dit boek blijkt wel dat ook inwonende (schoon)ouders konden behoren tot het gemiddelde huisgezin. Alleen bij de gegoede stand kwam daar uiteraard het dienstpersoneel nog bij. Beide categorieën zouden pas na de Tweede Wereldoorlog het huisgezin verlaten. Ondertrouwde lieden en jonge echtgenoten werden ook door Martinet toegesproken waarbij natuurlijk vooral werd gewezen op de wederzijdse huwelijkse en huiselijke plichten.
Niet lang na mijn aanwinst liep ik op de Amsterdamse Spui boekenmarkt tegen een ander ‘huis-boekje’ aan dat ik niet kende.
De titel luidt: “Huis-boekje voor verloofden en pas-gehuwden en voor dezulken, die eenmaal den huwelijken-staat zullen omhelzen” (Amsterdam, 1823). Het heeft nog zijn originele groen kartonnen bedrukte uitgeversbandje met aan de achterzijde van het voorplat het ex-libris van Ulco Proost (1885-1966). Als bibliofiel werd Proost vooral bekend om zijn collectie bijbels en fraaie boekbanden maar kennelijk schuwde hij ook dergelijke curieuze uitgaven niet.
Deze uitgave is veel zeldzamer dan het boek van Martinet.
Het exemplaar dat ik op de boekenmarkt vond werd in mei 2016 geveild bij Bubb Kuyper in Haarlem (veiling 64/3236). Het bracht een bescheiden zeventig euro op exclusief veilingkosten. Koper destijds was Arnoud van antiquariaat Salamander (in Almere).
Ik werd de nieuwe eigenaar voor honderd euro.
Arnoud maakte dus een bescheiden winst, temeer omdat ik er twee andere boekjes, van enkele euro’s per stuk, gratis bij kreeg.
Alleen de Koninklijke Bibliotheek en Bijzondere Collecties van de UVA bezitten een exemplaar van dit bijzondere boekje. Zowel het huisboek van Martinet als dit 'huis-boekje' zijn gedigitaliseerd zodat u er zelf even in kunt bladeren en lezen.
Het huisboekje voor verloofden en jong gehuwden verscheen oorspronkelijk in 1821 in Leipzig onder de titel: “Hausbedarf für Verlobte und Neuverehelichte und solche, die es noch werden wollen”. De auteur was de dichter en predikant Christian Friedrich Traugott Voigt (1770-1814).
De 153 bladzijden bevatten geen illustraties. Alleen op de titelpagina is een kleine afbeelding gegraveerd door Abraham Lion Zeelander (1789-1856).
De vertaler is onbekend maar hij (of zij) verwijst al in de eerste zin van het voorwoord naar het huisboek van Martinet.
Wat opvalt in dit boekje is het veel explicieter taalgebruik.
Woorden als: zwanger(schap), natuurlijk zuivering (menstruatie), teedere kusjes, echtelijke omhelzing, zinnelijk genot/-reinheid, huwelijksgenot, bijslaap, boeleerster (hoer), voortplanting, en liefkozende driften kom je bij Martinet niet tegen. Het ging er dan ook om - zo lezen we in het voorwoord aan de verloofden en pas gehuwden - om de kern van het verhaal met korte doch krachtige woorden toe te lichten. En waar draaide het dan uiteindelijk om? Natuurlijk om de ultieme daad met het ultieme resultaat; het “vaderland eenen gezonden burger te leveren”.
Of dit destijds weinig verhullende boekje net zo’n bestseller was als het ‘Huisboek’ van Martinet mag worden betwijfeld. De nauwkeurige lezer zal inmiddels hebben gezien dat op de voorkant van de uitgave nog een prijs staat van ƒ1,50 maar in de advertentie (uit de Opregte Haarlemsche Courant van 3 juli 1824), is dat nog maar ƒ1,25. En ruim veertig jaar later is deze uitgave nog steeds verkrijgbaar voor zestig cent bij boekhandelaar G.D. Bom in Amsterdam (zie onderstaande advertentie uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 5 november 1864).
Geachte heer Perkamentus, "Huisboekje" deed mij denken aan "Schatzkästlein des rheinischen Hausfreundes" van Johann Peter Hebel. Een alleraardigste verzameling almanakverhalen in fraai Duits, die prima de tijd heeft doorstaan. Weet u toevallig of wij in het Nederlandse taalgebied ook zoiets hebben?
BeantwoordenVerwijderen