Ik zeker niet. Gefascineerd kan ik voor het raam staan kijken naar de bliksem.
En ’s nachts in bed voelt het - met donder en bliksem buiten - extra veilig, warm en aangenaam.
Enige tijd terug arriveerde in huize Perkamentus een opmerkelijke uitgave die goed past in mijn groeiende collectie bizarre boekjes. Wellicht moet ik ooit nog eens een Nederlandse versie schrijven van: “Bizarre Books. A compendium of classic oddities” (New York, 2007)!
Het gaat om het “Handboekje over het Onweder. Bevattende Onderrigtingen, Behoedmiddelen en Gebeden” (Venlo, 1887).
Het is een kerkelijk goedgekeurde publicatie uitgegeven door J. Sauren (rector aan het St. Maria Hospitaal te Keulen) en vrij vertaald door ‘P(ater)SdM’. De oorspronkelijke uitgave verscheen in 1886 (Salzburg) onder de titel: “Gewitterbüchlein, enthaltend Belehrungen, Schutzmittel und Gebete”.
Zoals u kunt zien zit mijn exemplaar in zijn originele lichtgroene kartonnen uitgeversbandje met op de voorzijde titel- en publicatiegegevens en op de achterzijde reclame van de uitgeverij. Ook aanwezig op de voorzijde is een stempel van het department van Justitie, afdeling auteursrecht (uit wiens archief dit exemplaar kennelijk komt).
Op de titelpagina treffen we hetzelfde stempel nogmaals aan evenals twee belasting(zegel)stempels. Dwars op de titelpagina staat in goed leesbaar handschrift de volgende aantekeningen:
“De ondergetekende, wonende te Venlo verklaart dat dit werkje door haar is uitgegeven den 17 juni 1887 en op hare te Venlo gevestigde drukkerij is gedrukt.
Venlo 22 juni 1887.
Firma Wed. H.H Uyttenbroeck.
Eigenaar H.H.H. Uyttenbroeck”.
Geheel onderaan de titelpagina staat: “Geregistreerd (zie ommezijde)”.
Op de versozijde staat vervolgens:
“In duplo geregistreerd te Venlo, twee en twintig juni 1800 zeven en tachtig, deel 30 folio 10 recto, vak 7. Een blad zonder renvooi ontvangen (een gulden twintig) lees: voor recht een gulden twintig cent.
ƒ 1.20 De ontvanger J. van Blarkom”.
Het boekje bevat hoofdstukjes over het onweer beschouwd vanuit een natuurwetenschappelijk standpunt en vanuit het godsdienstig standpunt.
Vervolgens gaat het over de natuurlijke (bliksemafleider!) en godsdienstige ‘behoedmiddelen’ tegen onweer, zoals het luiden van de kerkklok en het aanroepen van je beschermengel. Daarna volgen de gebeden voor Priesters (in het Latijn en Nederlands) en de gebeden bedoeld voor alle gelovigen.
Tot slot is er een gedeelte met wat te doen na een onweer (lofzang zingen, psalm 148 lezen en een passend gebed doen).
Reek maakt wat mij betreft een goede kans als het gaat om de herkomst van een ander Donatus curiosum dat ik voor twee euro via Marktplaats bemachtigde en in mijn boekje bewaar.
Het strookje handgeschept papier van 13 cm. bij 6 cm. lijkt een uitgeknipte boekillustratie te zijn maar ik denk dat het gaat om een zogenaamd ‘donatus-briefje’, dat tot dezelfde categorie drukwerk behoort als devotieprentjes ('santjes') en bidprentjes.
De ets werd een aantal keer op één papiervel afgedrukt om vervolgens per stuk te worden afgeknipt en verkocht aan pelgrims.
Die konden het papierstrookje dan langs het beeld of de relieken van de heilige Donatus strijken en het als herinnering aan hun pelgrimage, en ter bescherming tegen onweer thuis, meenemen. Van dergelijk efemeer en zeldzaam devotioneel Donatus drukwerk zijn mij slechts enkele andere (onderstaande) voorbeelden bekend uit België (“Ce billet a touché les Reliques de St. Donat, dans l’Eglise des P.P. Capucins a Arlon”!).
Het versje naast de afbeelding van de geknielde heilige op mijn ‘donatus-briefje’ heb ik overigens niet in mijn boekje teruggevonden en ook niet in ouder bewaard gebleven drukwerk, uitgegeven door de broederschappen van de Heilige Donatus (zie hier en hier).
Mogelijk gaat het om een variant op een andere ‘weerspreuk’ zoals: “Sint Donatus kijk op ons neer en bescherm ons tegen onweer”. Wat ouderdom betreft doet dit curiosum achttiende eeuws aan, maar gezien de moderne spelling vermoed ik eerder dat het om negentiende eeuws drukwerk gaat.
Ik vond op internet slechts één verwijzing naar een boek waarin exact hetzelfde versje wordt gebruikt.
Het gaat om een passage uit een thans geheel vergeten antikatholieke sensatieroman ‘uit het priesterleven’, geschreven door W.A. Paap (1856-1923): “De kapelaan van Liestermonde” (Amsterdam, z.j., blz. 14):
“Hy (deken Vrancken) dronk nog eens van zyn thee en hernam
- Wel, wat wordt dat ineens donker! Zou het onweer loskomen?
- Het ziet er erg naar uit, antwoordde Heynsberg.
- Dan steek ik een kaars aan. Ik weet niet of u het doet, mynheer Heynsberg, maar bij onweer brand ik altyd een kaarsje ter eere van den heiligen Donatus.
Uit een lade van het buffet nam hij een gewyde kaars, een kaars dus van echte byenwas, waarover hy reeds vroeger, om haar te wyden, gebeden gestort, water gesprenkeld en kruisjes gemaakt had, stak haar aan en prevelde:
Mogelijk gaat het om een variant op een andere ‘weerspreuk’ zoals: “Sint Donatus kijk op ons neer en bescherm ons tegen onweer”. Wat ouderdom betreft doet dit curiosum achttiende eeuws aan, maar gezien de moderne spelling vermoed ik eerder dat het om negentiende eeuws drukwerk gaat.
Ik vond op internet slechts één verwijzing naar een boek waarin exact hetzelfde versje wordt gebruikt.
Het gaat om een passage uit een thans geheel vergeten antikatholieke sensatieroman ‘uit het priesterleven’, geschreven door W.A. Paap (1856-1923): “De kapelaan van Liestermonde” (Amsterdam, z.j., blz. 14):
“Hy (deken Vrancken) dronk nog eens van zyn thee en hernam
- Wel, wat wordt dat ineens donker! Zou het onweer loskomen?
- Het ziet er erg naar uit, antwoordde Heynsberg.
- Dan steek ik een kaars aan. Ik weet niet of u het doet, mynheer Heynsberg, maar bij onweer brand ik altyd een kaarsje ter eere van den heiligen Donatus.
Uit een lade van het buffet nam hij een gewyde kaars, een kaars dus van echte byenwas, waarover hy reeds vroeger, om haar te wyden, gebeden gestort, water gesprenkeld en kruisjes gemaakt had, stak haar aan en prevelde:
‘In onweer, stormen en gevaar
Bescherm ons Christi Martelaar’”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten