Als verzamelaar in spé, ruim veertig jaar geleden, zag ik in het Amsterdamse antiquariaat regelmatig de uitgaven van de Amsterdamse stadshistoricus Jan Wagenaar (1709-1773) voor forse bedragen te koop staan. Kon ik er destijds alleen maar van dromen, tegenwoordig is zijn werk voor mij betaalbaar geworden.
Dat bleek eens te meer toen ik op de novemberveiling van Bubb Kuyper Wagenaar's "Vaderlandsche Historie vervattende de geschiedenissen der nu Vereenigde Nederlanden, inzonderheid die van Holland, van de vroegste tyden af" (Amsterdam 1749-1759) kon bemachtigen voor driehonderdvijftig euro (exclusief veilingkosten). Het gaat om de eerste druk, 21 delen (incl. register) compleet met 5 kaarten (van Nederland), 1 plattegrond (de belegering van Leiden in 1573/1574), 41 historieplaten en 82 portretten. Als extraatje - en ongenoemd in de beschrijving van dit kavel (3196) - zit achterin deel 21 (het register): "De Vaderlandsche historie verkort; en by vraagen en antwoorden voorgesteld" (Amsterdam, 1759). Daarvan bezit ik overigens al de geïllustreerde editie uit 1770 (zie mijn aanwinsten van juni 2018 (nr. 4). Alle 21 delen zijn gebonden in uniforme contemporaine perkamenten spitselbanden met blindgestempelde platten. Een zeer fraaie set dus voor relatief weinig geld! Saillant detail. In deel 21 trof ik een vergeelde enveloppe aan van A.J. van Huffels antiquariaat in Utrecht met in potlood de opmerking dat deze serie in 1939 voor negenendertig gulden was ge-/verkocht.
Wagenaar's "Vaderlandsche Historie" wordt regelmatig op veilingen en in het (online) antiquariaat aangeboden. Wie op zoek daarnaar rondsnuffelt zal het direct opvallen dat deze titel niet alleen in diverse 'verpakkingen' wordt verkocht zoals (sier)papieren omslagen, leer, perkament of (modern) linnen maar ook dat het aantal aanwezige kaarten, illustraties en portretten enorm kan verschillen. En dan heb ik het verder maar niet over de talrijke vervolgdelen geschreven door andere historici, zoals Hendrik van Wijn, Petrus Loosjes en (het zogenaamde 'keezenvervolg' door) Johannes Munniks.
Wie zich verdiept in de bibliografische verschillen tussen de diverse edities van Wagenaar's eenentwintigdelige magnum opus (of de vervolgdelen) kan niet om het artikel heen van Th.J.I. Arnold in: "
Bibliographische adversaria" ('s Gravenhage, 1876-77,
deel III, blz. 123-139 en 159-189).
Arnold, die zich overigens vergist in het aantal portretten in de eerste editie (81 i.p.v. 82) schrijft dat een paar jaar na het verschijnen van de eerste uitgave in 1761 een serie van twaalf nagekomen portretten verscheen bij uitgever en boekhandelaar
Isaak Tirion (1705-1765). Het gaat om de afbeeldingen van: Maarten van Rossum, Kenau Simon Hasselaer,
J. de Moor, C.P. Hooft, A. Bicker, J. Huydekoper, J. de Witt, A. Bankert, C. Evertsen,
J. Verheye, C. van Citters en W. van Citters.
Een tweede serie van twaalf volgde bij het verschijnen van de derde editie. Ditmaal betrof het de portretten van: Karel V, Alva, Filips II, Maria van Reigersbergen, Albertus van Oostenrijk, Ambrosius Spinola, Isabella Clara Eugenia, Filips IV, Pieter Florisz., Aert van Nes, Abraham van der Hulst en Izaak Zweers (alle portretten werden gegraveerd door
Jacob Houbraken).
De derde - tevens laatste druk - uitgegeven tussen 1790-1796 door
Johannes Allart (1754-1816) was daarom volgens boekengoeroe
Piet Buijnsters (1933-2022) de beste editie van de "
Vaderlandsche Historie" (in: "
Het verzamelen van boeken. Een handleiding" (Utrecht, 1992, blz. 196).
Voor wat betreft de illustraties is dat wel duidelijk, 106 tegen 82 portretten in de eerste druk (Het aantal kaarten en historieplaten bleef overigens hetzelfde). Maar hoe zit het met de tekstuele informatie?
Het is interessant om te lezen wat Wagenaar's historiograaf L.H.M. Wessels daarover schreef in: "Bron, waarheid en de verandering der tijden. Jan Wagenaar (1709-1773), een historiografische studie" (Den Haag, 1997).
Hij constateerde namelijk op basis van een uitgebreide steekproef dat de wijzigingen in de tweede uitgave (die vanaf 1770 verscheen) zeer miniem waren. De bladspiegel was vrijwel onveranderd en het voor de eerste druk opgestelde uitvoerige register (deel 21) kon daarom inclusief de paginaverwijzingen ongewijzigd worden herdrukt!
Toch waren er wel degelijk ingrepen van meer substantiële aard die door Wagenaar werden toegelicht in een voor deel 21 van de tweede editie geplaatst 'Berigt'. Het ging vooral om de verwerking van monumentale bronnenuitgaven die bij het samenstellen van de eerste druk nog niet konden worden geraadpleegd (zoals bijvoorbeeld het "
Groot Charterboek" van Frans van Mieris) maar ook om het verwijderen van negentig verwijzingen naar de kroniek van Klaas Kolijn die
een falsificatie bleek te zijn. Echter, zo schreef Arnold: "
Nauwgezet als de schrijver was als geschiedschrijver, was hij ook mensch. Hij kon niet dulden dat de koopers van den eersten druk van zijn werk zouden ondervinden, dat deze door het verschijnen van een tweede, verbeterde uitgave in waarde verminderde". Daarom verschenen Wagenaar's verbeteringen, op- en aanmerking ook apart onder de titel: "
Berigt wegens de byvoegsels en verbeteringen in de eerste uitgaaven der Vaderlandsche Historie, door Jan Wagenaar" (z.p. [Amsterdam?], z.j. [1770]). Deze uitgave kon op eenvoudige wijze worden losgesneden om vervolgens achterin de desbetreffende delen te worden ingevoegd. Over de derde druk kunnen we kort zijn. Die is namelijk wat zetsel betreft identiek aan de tweede uitgave.
Nadat ik op een regenachtige maandag mijn aanwinst had afgehaald bij Bubb Kuyper in Haarlem reed ik door naar
antiquariaat Goltzius in Lisse. In het verleden heb ik regelmatig met hen contact gehad (en met name portretgravures gekocht), maar ik was er nog nooit op bezoek geweest. Behalve persoonlijk kennismaken met Ard van der Steur, zijn assistente Janneke Verdijk en gezellig theedrinken kwam ik daar ook iets afhalen. Al geruime tijd geleden namelijk had ik gezien dat zij Wagenaar's "
Berigt wegens de byvoegsels en verbeteringen..." voor vijfenveertig euro te koop aanboden! Thuisgekomen heb ik mijn "
Vaderlandsche Historie" natuurlijk meteen daarmee verrijkt! Met deze update maakte ik mijn eerste druk, net als de kopers daarvan destijds, informatief gelijk met de tweede (verbeterde) editie!
Vervolgens besloot ik om te kijken of het mogelijk was om ook die 24 extra portretten te bemachtigen die in de illustratief meest volledige editie zitten. Via Boekwinkeltjes vond ik bij antiquariaat Schot in Hendrik-Ido-Ambacht een incompleet en beduimeld sloopexemplaar van de derde editie. Daaraan ontbraken twee delen en alle kaarten waren er al uit. Daarmee won ik twintig van de vierentwintig portretten. Ook separeerde ik het illustratieoverzicht (dat ik achter het illustratieoverzicht in mijn editie plakte) en bewaar ik de interessante "Naamlyst der inteekenaren" (op de derde editie).
De resterende vier portretten verwierf ik grotendeels via Marktplaats bij particuliere aanbieders. Bij elkaar was ik een kleine tweehonderd euro lichter (inclusief verzendkosten), gemiddeld € 8,33 euro per portret. Wellicht dat ik deze kosten kan terugverdienen met de vele resterende portretten en talrijke historieplaten uit mijn sloopexemplaar...
Inmiddels zitten alle vierentwintig extra portretten naadloos in mijn nieuwe aanwinst. Daarmee is mijn eerste druk nu ook wat betreft afbeeldingen up-to-date met de laatst verschenen - meest volledige - editie! Hoewel...
Het stond de liefhebbers destijds (en tegenwoordig) natuurlijk vrij om naar eigen smaak en portemonnaie
nog meer illustraties toe te voegen.
En nu? De vervolgdelen natuurlijk, maar dat gaat me wat meer tijd (en geld) kosten...