Die vraag is mij al regelmatig gesteld, zeker nu ik op zoek ben naar werk in het cultureel erfgoed. Antiquaar worden is toch niet moeilijk? Je koopt goedkoop een partij boeken in en verkoopt ze vervolgens duurder via internet. Beschrijvingen kun je indien nodig kopiëren uit de online catalogi van erkende gerenommeerde antiquariaten en de prijs moet altijd net iets lager zijn dan bij de concurrent zodat je als eerste je handel verkoopt.
Ik acht het zeer waarschijnlijk dat dit de gedachte is bij 90 % van de verkopers die hun waren aanbieden via Marktplaats en Boekwinkeltjes. Wat mij betreft ben je hiermee op zijn best handelaar in boeken maar nog geen antiquaar.
Daar komt bij dat het vak feitelijk alleen maar in de praktijk valt te leren. Er bestaat helaas geen opleiding of cursus ‘antiquaar worden’. Een poging daartoe, vanuit de Nederlandse Vereniging van Antiquaren (NVVA), is er na de oorlog wel geweest maar helaas mislukt.
Zijn er dan wellicht nog lesboekjes? Als ik zo in mijn collectie grasduin kom ik er vier tegen die met dat doel zijn geschreven.
Ik acht het zeer waarschijnlijk dat dit de gedachte is bij 90 % van de verkopers die hun waren aanbieden via Marktplaats en Boekwinkeltjes. Wat mij betreft ben je hiermee op zijn best handelaar in boeken maar nog geen antiquaar.
Daar komt bij dat het vak feitelijk alleen maar in de praktijk valt te leren. Er bestaat helaas geen opleiding of cursus ‘antiquaar worden’. Een poging daartoe, vanuit de Nederlandse Vereniging van Antiquaren (NVVA), is er na de oorlog wel geweest maar helaas mislukt.
Zijn er dan wellicht nog lesboekjes? Als ik zo in mijn collectie grasduin kom ik er vier tegen die met dat doel zijn geschreven.
Twee Duitse boekjes, een van P. Schroers en B. Hack: “Das Antiquariat” (Söcking, 1949) en wat uitgebreider B. Wendt: “Der antiquariats-buchhandel: ein lehrbuch fur junge antiquare” (Hamburg, 1952) en twee Nederlandse boekjes, een van A.J. Roebert: “Antiquariaat en veilingwezen” (Amsterdam, 1959) en de ander van B. de Graaf: “Het Antiquariaat” (Amsterdam, 1968). Je zou zeggen dat er na ruim veertig jaar sinds de laatste publicatie weer eens wat nieuws moet verschijnen, maar ik zie dat (helaas) niet gauw gebeuren.
Daarnaast zijn er nog herinneringen en ervaringen van de antiquaren zelf maar Piet Buijnsters constateerde al in zijn “Geschiedenis van het Nederlandse antiquariaat” (Nijmegen, 2007) dat in Nederland jammer genoeg maar een enkeling zijn belevenissen heeft opgeschreven. Weliswaar van origine geen Nederlander, maar wel antiquaar in Nederland was W. Junk.
Hij schreef: “50 Jahre antiquar” (’s-Gravenhage, 1949); een boek dat tot de verplichte literatuur behoorde in de opleidingstijd van antiquaar A. Gerits (zie blz. 70, in zijn: “Op dubbelspoor en Pilatusbaan. Boeken als middel van bestaan” (Zutphen, 2000).
Daarnaast zijn er nog herinneringen en ervaringen van de antiquaren zelf maar Piet Buijnsters constateerde al in zijn “Geschiedenis van het Nederlandse antiquariaat” (Nijmegen, 2007) dat in Nederland jammer genoeg maar een enkeling zijn belevenissen heeft opgeschreven. Weliswaar van origine geen Nederlander, maar wel antiquaar in Nederland was W. Junk.
Onlangs kocht ik een exemplaar van Junk’s boek met het bekende ex-libris van Ger Brouwer (1919-2005), oud bibliothecaris van de Vereniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels te Amsterdam (thans de Bibliotheek van het Boekenvak). 'By the way' rookte Ger? Zijn boeken ruiken altijd naar tabak...
Wie Junks boek leest proeft nog iets van een leermeester die meer wil dan alleen maar zijn herinneringen opschrijven en zijn ervaringen doorgeven. Dat had ik al een stuk minder tijdens het lezen van het boek van Gerits maar ook bij het later verschenen boekje van Menno Hertzberger: “Boeken, veel boeken – en mensen” (Nijmegen, 2008). Dat neemt niet weg dat het uitermate plezierig en nuttig leesvoer is en de oproep van Junk aan het einde van zijn boek blijft dan ook onverkort van kracht: “Ich schliesse mit dem Ausdruck der Ueberzeugung, dass es nützlich wäre, wenn jeder alte Antiquar seine Erfahrungen, die er durch Jahrzehnte gesammelt hat, nicht mit sich in das Grab nehmen würde”.
Volgende week begint de Summerschool ‘In de ban van het boek’ bij de Universiteit van Amsterdam. Ik volg een cursus, een workshop en een lezing. Samen met eerdergenoemde boekjes moet ik het daarmee voorlopig doen. Nu nog een werkplek bij een ‘echte’ antiquaar!
Wie Junks boek leest proeft nog iets van een leermeester die meer wil dan alleen maar zijn herinneringen opschrijven en zijn ervaringen doorgeven. Dat had ik al een stuk minder tijdens het lezen van het boek van Gerits maar ook bij het later verschenen boekje van Menno Hertzberger: “Boeken, veel boeken – en mensen” (Nijmegen, 2008). Dat neemt niet weg dat het uitermate plezierig en nuttig leesvoer is en de oproep van Junk aan het einde van zijn boek blijft dan ook onverkort van kracht: “Ich schliesse mit dem Ausdruck der Ueberzeugung, dass es nützlich wäre, wenn jeder alte Antiquar seine Erfahrungen, die er durch Jahrzehnte gesammelt hat, nicht mit sich in das Grab nehmen würde”.
Antiquaar worden is hardstikke moeilijk, daar de een na de andere antiquaar de deuren moet sluiten. Vertel mij wat, ik was het [en ben het in feite nog steeds of altijd, sentimenteel gezegd] , en zou het graag weer willen zijn, maar of dat lukt betwijfel ik. Maar goed, je weet nooit. Heb in ieder geval het geluk gehad bij enkele gerenommeerde antiquarische plekken gewerkt te hebben.
BeantwoordenVerwijderenSander
rond1900.nl
Waarde Sander,
BeantwoordenVerwijderenHet echte winkelantiquariaat maakt plaats voor de winkel (op afspraak) aan huis om vervolgens geheel over te gaan op bestelling en verzending via internet. Juist dat winkelantiquariaat a la Van der Steur in Haarlem en voorheen a la Brabant (inmiddels winkel aan huis) in Den Bosch heeft en had zijn charme. Uit mijn weblog blijkt ook wel dat m.n. het snuffelen en sneupen, het meeste plezier geeft. Dat (en dus de kans op een koopje/verrassing) gaat helaas verdwijnen.