In elk antiquariaat, op elke boekenmarkt, achter elke stapel schuilt een verborgen schat. Het enige wat je moet doen is nieuwsgierig zijn, snuffelen, bladeren, lezen en vooral de tijd nemen.
Verscholen onder een ‘Arendsoog’ lag een oud boekje dat door zijn zwartgroene kleur mijn aandacht trok. Hebbes, dacht ik…
In mijn handen lag: “Van waarzeggende menschen en geluidmakende huizen”
(Amsterdam, 1920) met vijftig fraaie pentekeningen van Leendert Jurrian Jordaan (1885-1980). Zeg nou zelf, van zo’n surrealistische boekband en curieuze titel wordt iedere boekenliefhebber toch opgewonden?
Antiquarisch is zijn repertoire her en der verkrijgbaar. Daarvan is een klein aantal titels zeer schaars geworden. Ik maak al jaren jacht op de meest curieuze exemplaren, gebonden in smaakmakende boekbanden. Eindelijk had ik er weer eens één tussen mijn vingers en dat voor het luttele bedrag van tien euro.
Op de linnen uitgeversband zien we een monsterachtig wezen. Een sfinx met het bebrilde hoofd van een oude vrouw. Ze houdt speelkaarten in haar klauwen, er staat een koffiepot, een ei in eierdop en rechts – ten voeten uit - Jan Feith die druk aan het schrijven is.
Waarover dan?
Over: “spiritualisten en spiritisten, occultisten en magnetisten, voorspellers en clairvoyanten, planeetlezers en komeetkijkers, koffie-dik-raadsters en eierdoormengsters, raadgevers en gedachtelezers, schriftgeleerden en duimafdrukkers, gezondbidders en geestverdriivers, kaartlegsters en waarzegsters”.
De kranten stonden begin twintigste eeuw vol met hun advertenties en op elke straathoek werden strooibiljetten uitgereikt zoals dat van ene Mej. IDA, planeetlezeres, dat ik ooit in een ander oud boekje vond.
Je bent onderzoeksjournalist of niet dus Feith wilde daarvan wel eens het fijne weten. Gewapend met pen en bloknoot dompelde hij zich onder in volkse achterafbuurtjes en duistere kamertjes om er smakelijk verslag van te doen. Goedgelovig volk, sluwe bedriegers, handige oplichters, fantasten en malloten kruisten zijn pad.
Na 167 bladzijden vol ‘vergiegelde’ en mislukte seances en koude maar lege spookhuizen vat hij zijn onderzoek in één treffende zin samen: “Van iemand, die in blakenden ijver had willen leeren griezelen. En het maar niet kon!”.
'I want to believe' lectuur maar dan uit een lang vervlogen tijd….toch?
Noot. Dit stukje werd geschreven voor Best Beschreven Boeken (Week van het Oude Boek 2015)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten