dinsdag 26 november 2019

Over voorkennis, titeluitgaven en Piet Mondriaan


Voor de bibliofiele verzamelaar en antiquaar kunnen boeken om verschillende redenen interessant zijn. Inhoud, band, illustraties, provenance of een combinatie van verschillende factoren maken bepaalde uitgaven bijzonder begeerlijk.
Omdat je als bibliofiel verzamelaar niet alles kunt weten, ook Perkamentus niet, en mijn verzamelterrein bovendien erg breed is (lees mijn blog!), is het van groot belang om in contact te staan met bibliotheekmedewerkers, boekwetenschappers, antiquaren en medeverzamelaars, al dan niet verenigd in het Nederlands Genootschap van Bibliofielen (NGB).
Daardoor groeit niet alleen mijn kennis over verborgen schatten maar natuurlijk ook mijn bibliotheek! Over het belang van de opbouw van vakkennis (= voorkennis!) en contacten in/met het boekenwereldje gaan de volgende twee voorbeelden.


In mei 2011 ontstond er onder boekenliefhebbers enige beroering toen in Haarlem op de veiling van Bubb Kuyper (nr. 54) een doodgewone Delftsche studenten almanak voor
€ 1300,- euro (exclusief veilingkosten!) werd verkocht.
Waarom werd dit godsvermogen betaald voor een boekje uit een serie die elk jaar opnieuw in flinke oplagen was verschenen? Een boekje dat je normaal gesproken op de boekenmarkt in de welbekende één euro bakken verwacht?
Welnu, de koper wist dat in de almanak van 1919 op bladzijde 77 een kleine vierkante illustratie staat (7.3 x 6.3 cm.) ‘Groentyd’, rechtsboven gesigneerd ‘MCE’.
Die signatuur is van niemand minder dan Maurits Cornelis Escher (1898-1972), en dit prentje is de eerste publicatie van deze later zo beroemd geworden grafisch kunstenaar.
Dat er op dat moment meer goedgeïnformeerde bieders in de zaal zaten dreef de richtprijs
(€ 500,- / € 700,- euro) voor dit vroege werk van Escher aanmerkelijk op!
Niet alle doorsnee boekverkopers en verzamelaars weten dat en omdat het om een vrij simpele uitgave gaat die in een flinke oplage is verschenen kun je nog steeds zomaar op boekenmarkten (of Marktplaats) voor een paar euro deze 'verborgen' Escher tegenkomen en voor een zacht prijsje kopen!

Als tweede voorbeeld een persoonlijk avontuurtje, dat alweer drie jaar geleden begon op de Amsterdam International Antiquarian Bookfair 2016 in het Amsterdam Marriott hotel.
Vooral die eerste beursdag is het altijd een drukte van belang. Er wordt natuurlijk driftig gekeken, gesnuffeld en gekocht maar het is toch vooral ook een gezellige reünie van vrienden en bekenden die elkaar na enige tijd weer zien. Behalve vele antiquaren die ik ken komen er ook tal van medeverzamelaars op af onder wie natuurlijk leden van mijn Genootschap.
Al groetend, pratend en snuffelend bereikte ik na een uur in een hoekje de boekenplanken van antiquariaat De Boekenbeurs uit Middelburg. Aandachtig bekeek ik de rijtjes toen ik naast mij een bekende stem hoorde van iemand die mij begroette. Het was Wim Heijting, een mede bibliofiel verzamelaar en oud-bestuurs-/redactielid van ons Genootschap.
Terwijl we wat nieuwtjes met elkaar uitwisselden en het over boeken en verzamelen hadden viel zijn oog op een in zwart halfleer gebonden boek met de titel: “Het boek der martelaren of de geschiedenis van de vervolgingen der Christenen” (uitgegeven door D. Bolle, Rotterdam, z.j. [1901]), 'naar de beste bronnen bewerkt' door de Zuid-Afrikaanse dominee dr. Pieter Daniël Rossouw (1845-1896).
"Is dat niet?…" mompelde hij, terwijl hij het boek pakte... Na wat geblader en bevestigend geknik vroeg hij aan mij of ik misschien belangstelling had om goedkoop een aantal tekeningen van Piet Mondriaan te bemachtigen?
Goedkope tekeningen van Mondriaan?


Ik ken Piet (Cornelis) Mondriaan (1872-1944) natuurlijk – en vele Nederlanders met mij – als de schilder van abstracte schilderijen (neoplasticisme) met als hoogtepunt zijn vermaarde (onvoltooide!) Victory Boogie Woogie waarvoor in 1997 maar liefst 82 miljoen gulden werd betaald aan de Amerikaanse eigenaar. De Nederlandsche Bank schonk het vervolgens aan de Staat der Nederlanden en sindsdien hangt het in het Kunstmuseum Den Haag.
Wat Wim daarna vertelde was echter nieuw voor mij...
Zijn zuster Lien Heijting die regelmatig over kunsthistorische onderwerpen publiceerde had ooit eens beschreven hoe Piet Mondriaan, twintig jaar oud, in het najaar van 1892 in Amsterdam arriveerde, om te gaan studeren aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten aan de Stadhouderskade. Piet (geboren in Amersfoort) woonde destijds in Winterswijk, waar zijn vader hoofdonderwijzer was op een protestants-christelijke school. Hij vond onderdak bij de tweelingzoons van Johan Adam Wormser (1845-1916) een goede vriend van Mondriaan senior. Wormser had met zijn schoonvader Henricus Höveker (1807-1889) een uitgeverij aan de Herengracht 296 (na 1896, Singel 230) en een boekhandel in de Kalverstraat 154. Boven de boekhandel vond Mondriaan niet alleen onderdak, maar via Wormser voorzag hij ook in zijn levensonderhoud. Als tegenprestatie maakte Piet (die zich in 1892 bij de gemeente had laten inschrijven als 'tekenonderwijzer') negenentwintig tekeningen die als boekillustratie in deze uitgave zitten. 

Antiquariaat De Boekenbeurs was hiervan op de hoogte en dat bleek behalve uit de beschrijving op het prijskaartje ook uit de forse vraagprijs van tweehonderd euro.
Wim vermoedde echter dat je – net als hij - voor een paar tientjes nog wel ergens een exemplaar zou kunnen vinden want het verhaal is niet algemeen bekend en de categorie waartoe het boek behoort (religie/theologie) is niet bijzonder gezocht of mateloos populair onder doorsnee boekenliefhebbers.

Thuisgekomen begon ik onmiddellijk met speuren naar informatie. Al snel vond ik het artikel van Sander Bink: "De Zuid-Afrikaanse gruwelprenten van Piet Mondriaan" (11-1-2012) met ongeveer hetzelfde verhaal. Sander noemt hierin echter twee andere Höveker uitgaven waarin deze gruwelprenten voorkomen. Het leek mij daarom noodzakelijk om eens de juiste chronologie van deze uitgaven met illustraties van Mondriaan uit te zoeken terwijl ik ondertussen zocht naar een fraai exemplaar voor mijn eigen bibliotheek. Dat onderzoek leidde al snel tot een verrassende conclusie!


Piet Mondriaan's negentwintig tekeningen verschenen bij Höveker in: “Het nieuwe martelaarsboek: eene geschiedenis van de vervolgingen der Christelijke kerk” (Amsterdam, z.j. [1896]). Dit was een uitgave van de vereniging ter bevordering van christelijke lectuur, een speciaal voor Zuid-Afrika vertaalde bewerking van het martelarenboek van John Foxe (1516-1587): "Book of Martyrs" (London, 1563). De laatste kende talrijke edities tot ver in de negentiende eeuw. Höveker gebruikte voor zijn uitgave ook talrijke illustraties uit andere boeken waaronder dat van S.F. Hershey (1852-1931) e.a.: "Errors of the Roman Catholic Church: and its insidious influence in the United States and other countries by the most profound thinkers of the present day and the history and progress of the American protective association, including the sufferings and deaths of the protestant martyrs, under popish persecutions" (Saint Louis, 1894).


Het martelarenboek van Höveker is niet gedateerd. Op basis van het jaartal 1894 onder het voorwoord door Andrew Murray, wordt vaak verondersteld dat het in dat jaar verscheen.
Dat is niet juist zoals onder meer blijkt uit de bombastische aanbeveling in het "Gereformeerd maandblad; godsdienstig en maatschappelijk tijdschrift voor Zuid-Afrika" van 1896.
In klare taal staat daar: "Dit boek wordt thans voor het eerst in Zuid Afrika uitgegeven in het vertrouwen, dat het velen tot grooten zegen zal worden. Elke afstammeling van de Hollanders, die in een tachtigjarigen oorlog honderdduizenden in den dood hebben opgeofferd ter wille van de vrijheid van het geloof, dat zij ons nalieten, schaft zich een aan. Elke Hugenoot, die zijne kinderen leeren wil van waar zij komen, of wat hen herwaarts heeft gebragt, en wat hun offerpligt is, zie dat zijne kinderen het te lezen krijgen; of, nog voor dat zij lezen kunnen, dat zij uit de prenten leeren wat het zegt voor Christus te leven, te lijden, en te sterven"!


Behalve deze vurige reclameboodschap zijn er nog twee aanwijzingen dat het boek in 1896 verscheen.
Ten eerste opende Höveker pas in 1896 twee filialen in Zuid-Afrika; een fiasco dat zou leiden tot de ondergang van zijn firma (en de overname door W. ten Have, in 1906).
Ten tweede begon Höveker in 1896, begin 1897, in Nederlandse kranten te adverteren met dezelfde uitgave onder een andere titel. De verschijning van deze titeluitgave: “Medeërfgenamen van Christus. Geschiedenis van de vervolgingen der christelijke kerk. Bewerkt door dr. D.P. Rossouw. Met eene voorrede van dr. Andrew Murray” (Amsterdam, z.j. [1896/1897]) vinden we terug in Brinkman's "Alfabetische lijst van boeken..." over 1896 (51ste jrg., blz. 156) en 1897 (52ste jrg., blz. 150). Compleet in drie delen kostte het boek zes gulden (gebonden zeven gulden vijftig).


Eind negentiende eeuw werd het uitgeversrestant overgenomen door de Rotterdamse boekhandelaar en uitgever P.D. Bolle (1841-1913). Die voorzag het van zijn eigen titelpagina en begon in oktober 1901 te adverteren met: “Het boek der martelaren" (Rotterdam, z.j. [1901]) dat in 'prachtband' voor slechts ƒ 3,75 gulden bij hem werd 'uitverkocht' (verramsjt) in zijn 'Bazaar van Goedkoope Boeken'.


Tussen de drie uitgaven bestaat (soms) een opmerkelijk inhoudelijk verschil. Zo ontbreekt in Höveker's: “Medeërfgenamen van Christus..." het eerste hoofdstuk: "Lijden en marteldood van Christus" ('Onze Heiland - Zijne geboorte - Zijne wonderwerken - Zijn lijden en sterven'). Dat hoofdstuk kom in de editie van Bolle soms wel, soms niet voor. Er bestaan dus ook twee verschillende inhoudsopgaven!

A. De oorspronkelijke inhoudsopgave gelijk aan: “Het nieuwe martelaarsboek: eene geschiedenis van de vervolgingen der Christelijke kerk”. Die begint met:
Algemeen overzicht (blz. 1).
I.  Lijden en marteldood van Christus (blz. 5)
II. Marteldood van Christus apostelen en evangelisten (blz. 10).


B.
De nieuwe inhoudsopgave, die begint met:
I. Algemeen overzicht (blz. 9). NB. met de tekst daarvan op één bladzijde.
II. Marteldood van Christus apostelen en evangelisten (blz. 10).
In deze variant ontbreekt het hoofdstuk: "Lijden en marteldood van Christus" ('Onze Heiland - Zijne geboorte - Zijne wonderwerken - Zijn lijden en sterven').


Waarom het hoofdstuk "Lijden en marteldood van Christus" soms ontbreekt is raadselachtig. Wellicht omdat Jezus Christus in strikt gereformeerde zin niet tot de martelaren behoorde? "Het lijden van Christus was van geheel andere aard. (-) Veel martelaren werden meestal alleen lichamelijk gepijnigd, maar Christus heeft het diepst geleden in Zijn ziel. Dat lijden gaat veel dieper. Let ook op de oorzaak van het lijden. De martelaren leden onschuldig, niet om hun zonden of om de zonden van anderen. Christus leed wel om de zonde. Niet Zijn eigen zonde, maar Hij droeg de zonde van de wereld (Johannes 1 : 29). Hij droeg de toorn van God tegen de zonde van het hele menselijk geslacht (Heidelbergse Catechismus antwoord 37)", aldus ds. C.G. Vreugdenhil in een vraaggesprek in 2002.

Hoe dan ook; duidelijk is wel dat het hier gaat om één uitgave uitgebracht onder drie verschillende titels met in alle drie de negentwintig tekeningen van Piet Mondriaan. U kunt ze (bijna) allemaal hier bewonderen.


U vraagt zich af of ook de Mondriaankenners hiervan op de hoogte zijn? Over zijn leven (in Amsterdam) en zijn vroege teken- en schilderwerk tot ca. 1900 is veel onbekend gebleven; niet in de laatste plaats omdat Mondriaan dat zelf wilde. Mijn stukje boekgeschiedenis zult u in de talrijke uitgaven over Mondriaan tevergeefs zoeken.
Een aantal overzichtswerken noemt de prenten en geeft er één of meerdere afbeeldingen bij.
Eén van de eerste is C. Blotkamp: "Mondriaan. Deductie als kunst" (Zwolle, 1994, blz. 22/23) met een afbeelding van één martelaarprent. Daarna volgt: "Mondriaan compleet" (Blaricum, 2001) met in het overzicht, achterin, een afbeelding van de omslag van Höveker's "Medeërfgenamen van Christus..." en achtentwintig illustraties! Achtentwintig?


Het lijkt er op dat Mondriaan-expert en conservator moderne kunst bij het Kunstmuseum Den Haag H. Janssen dit foutieve aantal klakkeloos heeft overgenomen, want hij wijdt aan Mondriaans boekillustraties zelfs een apart hoofdstuk: "Achtentwintig illustraties voor het boek medeërfgenamen van Christus" (in: "Mondriaan in het gemeentemuseum Den Haag" (Den Haag, 2008, blz. 31).
En tot slot de uitgave samengesteld door C.W. de Jong: "Piet Mondriaan. Leven en werk" (Utrecht, 2015) met achterin 'Het complete werk van Piet Mondriaan' een gelijksoortige verwijzing en drieëntwintig gruwelprenten.

Zoals u weet stond Höveker's martelarenboek sinds het gesprek met Wim Heijting op mijn zoeklijstje. Pas enkele weken terug was het eindelijk raak. Toen ik weer eens wat trefwoorden intypte op Marktplaats waaronder 'Rossouw' verscheen er een advertentie met foto's van een fraaie (herbonden) Bolle editie in zijn originele roodbruine 'prachtband'! Nota bene een exemplaar met de nieuwe inhoudsopgave en het soms ontbrekende hoofdstuk "Lijden en marteldood van Christus"! Voor negentwintig echte Mondriaan illustraties hoefde ik geen miljoenen neer te leggen, noch tweehonderd euro, maar slechts vijf tientjes (zie mijn aanwinsten van november 2019).


Inmiddels heb ik mijn exemplaar liefkozend doorgebladerd en genoteerd op welke bladzijden een illustratie van Mondriaan staat:

In het deel: 'Vervolgingen tot op Constantijn de Groote'.

1. Marteldood van Laurentius (blz. 49).

In het deel: 'Vervolgingen onder het Pausdom'.

2. Het groote bloedbad (blz. 203).

In het deel: 'Vervolgingen in Engeland'.

3. Zes mannen en vier vrouwen tezamen verbrand (blz. 529),
4. Het bloedbad in Ierland in 1641 (blz. 533).


In het deel: 'Vervolgingen in Frankrijk'.

5. De wipgalg (blz. 541),
6. Vreeselijke dood van Jean de Klerck (blz. 549),
7. Uiteinde van Petrus Gaudet (blz. 553),
8. Het uitsnijden der tong (blz. 567),
9. Vijf studenten van Lausanne levend begraven (blz. 591),
10. Marteldood van Pieter van Rosseau 9blz. 597).
11. Tooneel uit den Bartholomeusnacht (blz. 625).


In het deel: 'De martelaren in de Nederlanden'.

12. Hendrik Voes en Johannes Esch verbrand (blz. 689),
13. Dood van Hendrik van Zutphen (blz. 693),
14. Jan de Bakker op den brandstapel (blz. 697),
15. Te Gent twee mannen verbrand en twee vrouwen levend begraven (blz. 701),
16. Joost Jusbergh te Brussel onthoofd (blz. 705),
17. Marteldood van Maarten Huerblok en anderen (blz. 709),
18. Betrand le Blas gemarteld (blz. 713),
19. Robert Oguier en zijn gezin voor den raad (blz. 721),
20. Gilles Verdict verworgd en verbrand (blz. 725),


21. Jan Herrewijn verworgd en verbrand (blz. 729),
22. Cornelis Halewijn en Herman Jansz naar de strafplaats gebracht (blz. 733),
23. Daniël Galland op de pijnbank (blz. 737),
24. Schrikkelijke dood van Fabritius (blz. 745),
25. Dood van Jan de Grave (blz. 757),
26. Vier gewezen priesters verbrand (blz. 761),
27. Anneken uit den hove levend begraven (776),
28. Jasper de Metzer naar den brandstapel gesleept (blz. 769),
29. Pieter Panis te Mechelen aan de galg (blz. 773).


Alle afbeeldingen zijn voorzien van het monogram ‘P.C.M. jr’. en - zoals u ziet - behoorlijk primitief getekend. Wie herkent in deze onbeholpen kindertekeningen de hand van de later zo beroemde schilder van Victory Boogie Woogie?

1 opmerking:

  1. Leuk en informatief stukje weer! Het Escher verhaal is volledig nieuw voor mij, de martelprenten van Mondriaan zijn onder Mondriaan liefhebbers en de Stijlverzamelaars(zoals ik) wel redelijk bekend. Ik heb jaren geleden op marktplaats voor €10 een exemplaar van ‘de medeerfgenamen’ weten te bemachtigen. Na het lezen van jouw blog krijg ik echter weer het gevoel incompleet te zijn met slechts 1 uitgave...

    BeantwoordenVerwijderen