In 1873 en 1874 verscheen in het maandblad: "
Het Leeskabinet. Mengelwerk tot gezellig onderhoud voor beschaafde kringen" (Amsterdam, 1834-1903) een serie artikelen onder de titel: "
Kijkjes in de hoofdstad" geschreven door ene 'Urbaen'. Achter dit pseudoniem ging de in
Nieuwer-Amstel geboren
Martinus Kalf(f) (1847-1898) schuil die een gepassioneerd liefhebber was van de geschiedenis van de hoofdstad. Kalf(f) werd later redacteur van "
't Handelsblad" en wist wel hoe je smakelijke stukjes moest schrijven...
"
Een eindje verder staat insgelijks een afstammeling van Mozes, die een 'onverbreekbaar middel' aanbiedt, om alle gebroken porselein, glas en aardewerk te lijmen. Hij doorspekt zijn aanprijzing met allerlei uitheemsche woorden, en menige huismoeder, wijzende hoe zij de kanten van het gebroken voorwerp slechts heeft te 'besmeren' met een weinig van het lijmpoeder opgelost in water, smeert hij alvast een pakje gemalen krijt aan. Van klagen heeft hij nooit last; want niemand wil om zulk een bagatel weten, dat hij bedrogen is.Alweer iets verder staan de nakomelingen van het uitverkoren volk met oudroest en nieuw ijzerwerk, zuur en eieren, schrijfbehoeften, kramerijen, kleedingstukken en honderden zaken meer. Als een der belangrijkste en uitgebreidste winkelgelegenheden, komen de boekenstalletjes in aanmerking, die dagelijks, uitgenomen Zon- en Feestdagen, aanwezig zijn. Op de weekmarkt vooral zijn ze rijk voorzien, inzonderheid van bijbels en kerkboeken, die de buitenlui altijd met graagte verslinden. De meesten dier zogenaamde 'boekenjoden' houden er tevens winkels op na en zijn zeer welvarend. Met een weinig overleg, komt men gewoonlijk goed bij hen terecht. Zij overvragen naar gelang zij hun kooper al of niet bij de pinken achten, maar meestal kan men toch meer dan driederden afdingen. Als men ze uit hun luim wil helpen, moet men ze geven wat ze eischen; want dan hebben ze spijt tot over hun ooren, van niet meer te hebben gevraagd." ("Kijkjes in de Hoofdstad; XVI. De Botermarkt").
De historische 'kijkjes' van Kalf(f) "meestal in den vorm van luchtige en vluchtige causerieën" werden geschreven in een tijd dat de stad zijn vleugels uitsloeg en buiten de 19de eeuwse grachtengordel tot ontwikkeling kwam. "Niet alleen zijn talrijke gemeenschapswegen, met fraaie bruggen, aangelegd en zijn ontelbare huizen opgetrokken, maar geheele kaden, straten en wijken zijn in aanbouw; terwijl gelijktijdig twee prachtige Roomsche kerken, in dertiende-eeuwsch-Gothieken stijl, uit de grond zijn opgerezen". Grootse plannen (Plan van Van Niftrik, later Plan Kalff) en veranderingen dus; ook op het gebied van de infrastructuur, zoals het verdwijnen van het open havenfront door de gedeeltelijke demping van het IJ, ten behoeve van de aanleg van een spoorweg en de bouw van een nieuw centraal personenstation (Station Amsterdam Centraal).
De stukjes van Kalf(f) bleken mateloos populair bij het grote publiek.
Ze werden gezocht, verzameld en gebundeld. Een dergelijke particuliere verzamelbundel, gebonden in bruin halflinnen band met gemarmerde platten, kocht ik onlangs bij het Haagse
antiquariaat Arine van der Steur. Mijn aanwinst bevat alle eenentwintig stukjes met de illustraties die in 1873 in "
Het Leeskabinet" verschenen. Bijna de volledige serie, op zes na die in 1874 verschenen, maar in ieder geval uitgebreider dan
de verzamelbundel die te raadplegen is via Google.
Die heeft, opmerkelijk genoeg, een identieke boekband maar bevat alleen de eerste zeventien afleveringen. Alle in 1874 verschenen stukjes kunt u overigens
hier lezen.
De in "
Het Leeskabinet" verschenen serie is de bron voor de later verschenen gebundelde uitgaven van Kalf(f) en veel van wat werd beschreven vinden we (soms letterlijk) terug in: "
Amsterdam in plaatjes en praatjes" (Amsterdam 1876, herdrukt in 1878) en "
In 't hartje der stad. Oud en nieuw Amsterdam" (Amsterdam, z.j. [1880]), een premie-uitgave van de "
Amsterdamsche Courant" (met lithografieën van
Johan Braakensiek). Dit kopieer- en plakwerk geldt nadrukkelijk niet voor de gelithografeerde afbeeldingen van Amsterdam.
Die zijn in elke uitgave weer anders en geven een mooi beeld van de sfeer in de hoofdstad aan het einde van de negentiende eeuw. Vreemd genoeg vond ik een aantal daarvan - waaronder de in dit stukje getoonde illustraties - niet terug in
de beeldbank van het stadsarchief Amsterdam.
Kalf(f) behoort met zijn 'Amstelodamica' tot de negentiende eeuwse stadsbeschrijvers van Amsterdam maar is veel minder bekend dan zijn tijdgenoot
Jan ter Gouw (1814-1894), die altijd bereid was om Kalf(f) van informatie te voorzien en hem zei: "
Je weet net genoeg van Amsterdam om te begrijpen, dat je er niets van weet".
De sfeervolle schetsen van Kalf(f) zijn nog steeds de moeite waard om gelezen te worden en ze geven, naast bekende historische gegevens, regelmatig bijzondere informatie over zijn eigen tijd, die weer niet in andere bronnen is terug te vinden. Bovendien vind ik zijn onderwerpskeuze soms verrassend. Wie anders heeft er zo uitvoerig geschreven over 'De Viadukt' (het spoorwegviaduct tussen de huidige Buiten Oranjestraat en de Grote Bickerstraat) met het aangrenzende landhoofd, bestaande uit 75 penanten en 72 overwelfde openingen, (thans '
Tussen de Bogen') dat de Staatsspoorweg in 1870 liet aanleggen aan de westkant van het Centraal Station? Waar anders vinden we een sfeervol schetsje (
met afbeelding!) van ''t Hol', een sloppenbuurtje hartje centrum iets ten noorden van de Nieuwe Kerk waar iedereen tante Piet kende, "
een figuur van acht koppen"?
Bijlage: Overzicht van de historische schetsen en afbeeldingen (lithografieën) verschenen in "Het Leeskabinet".
In 1873:
I. De Schouwburg
II. De Omnibus
III. Eene nieuwe Schilderijzaal
IV. Het Vondelpark
V. Het Paleis voor Volksvlijt
VI. De Viadukt
VII. De Beurs
VIII. Arti et Amicitiae
IX. De IJzeren Kapel
X. De Dam
XI. Het Paleis
XII. De Handelmaatschappij
XIII. De Nederlandsche Bank
XIV. Het Oostindische Huis
XV. Het Grootboek (St. Jorishof)
XVI. De Botermarkt
XVII. De Nieuwmarkt
XVIII. Het Zeemanshuis
XIX. Zeemanshoop
XX. Het Post- en Telegraafkantoor
XXI. De Schreierstoren
De afbeeldingen, twee op één bladzijde, zijn alle (m.u.v. nummer acht) van lithograaf
C.C.A. Last (1808-1876) en gedrukt door steendrukkerij P. Blommers in Den Haag). Ze tonen:
- De viaduct van den Staatspoorweg (Doorgang vóór de Bikkerstraat) / Gezicht op den Viaduct en het Landhoofd
- Het Paleis / De Beurs
- De Handelmaatschappij / De Nederlandsche Bank
- De Waag (Nieuwe Markt) / Rembrandt (Botermarkt)
- Arti et Amicitiae / Paleis voor Volksvlijt
- Het Zeemanshuis / Zeemanshoop
- Het Post- en Telegraafkantoor / De Schreierstoren
- Uitslaande afbeelding (facsimile) van het tolprivilege van Graaf Floris de V, uit 1275
In 1874 verschenen in "Het Leeskabinet" nogmaals zes stukjes die, wonderlijk genoeg, niet zijn genummerd XXII t/m XXVII maar XX t/m XXV!:
XX. De Westermarkt
XXI. De Lieve Vrouwenkerk
XXII. Het Trippenhuis (NB. foutief genummerd XVI)
XXIII. Felix Meritis
XXIV. Het Binnen Gasthuis
XXV. Het Werkhuis
Met afbeeldingen van:
- De Westerkerk / Onze Lieve Vrouwekerk
- Het Trippenhuis / Felix Meritis
- Het Gasthuis / Het Werkhuis
'bij boekenjoden kan men tot meer dan driederden afdingen'. Hoeveel is 3/3? Zoeken op google levert een jurk op met 'driederde mouw'. Ik zou dat een driekwart mouw noemen.
BeantwoordenVerwijderen3/3 = 3/4
De volle mep is 100%. Dus driederde lijkt mij 75% van de (vraag) prijs...
Verwijderen