De afgelopen week stond in het teken van het bibliofiele drukwerk.
Ik ben gek op: “een uitgave die op grond van typografische verzorging en/of boekband bijzondere waarde heeft voor boekenverzamelaars; vaak in beperkte oplage, al dan niet genummerd”. Deze definitie nam ik over uit één van mijn nieuwe bibliofiele aanwinsten, een boekje van A.J. Vervoorn, toepasselijk getiteld: “Een bibliofiel boekje” (Eindhoven, 1992), dat in een oplage van 200 exemplaren werd uitgegeven (mijn exemplaar is nr. 174).
Ik kocht het op de boekenmarkt op het Amsterdamse Spui bij antiquariaat Klikspaan, die meer fraai drukwerk had liggen, vooral van margedrukkerij De Ammoniet. Voor een vriendelijk prijsje werd ik de nieuwe eigenaar van het stapeltje waaronder: P. Verkruijsse: “Een 97e druk???” (Leiden, 1994. Oplage 197 exemplaren). Van de bekende boekhistoricus B. van Selm: “Alles komt teregt” (Leiden, 1991. Oplage 450 exemplaren), over de befaamde Haagse uitgever, boekhandelaar en geleerde Wouter Nijhoff (1866-1947).
Nadat ik de boekenmarkt had verlaten, namijmerend over het laatste nieuws (de bekende Haagse antiquaar Bob Loose is overleden en al gecremeerd!), kocht ik bij antiquariaat Brinkman het boekje “Carmina Equestra” (Sint Niklaas, 1980). Het is in een oplage van 505 genummerde exemplaren uitgegeven, waarvan mijn exemplaar nr. 222 is (gedrukt op ‘Ingres d’Arches’).
Wat mij, behalve het door Joke van den Brandt fraai gekalligrafeerde schrift, bijzonder aantrok waren de illustraties. Acht lithografieën, vervaardigd door niemand minder dan Hitler’s officiële staatsbeeldhouwer ‘professor’ Arno Breker (1900-1991)!
De oplage werd bovendien door hem evenals de auteur en kaligraaf gesigneerd. Extra leuk is dat mijn exemplaar blijkens het ex-libris voorin ooit deel uitmaakte van de bibliotheek (ca. 20.000 banden) van de bekende Belgische bibliofiel dr. August Keersmaekers (1920-2009). Voor maar tien euro kon ik deze uitgave echt niet laten liggen (u wel?).
Op de terugweg naar huis even langs De Slegte in de Kalverstraat waar de spiksplinternieuwe biografie lag: “Frits Lugt 1884-1970. Leven voor de kunst” (Bussum/Parijs, 2010), geschreven door J.F. Heijbroek (conservator bij het Rijksmuseum). Weliswaar geen bibliofiel drukwerk maar voor twee tientjes spotgoedkoop en bovendien aangename en leerzame lectuur voor iemand met een passie voor cultureel erfgoed. Inpakken dus!
Toeval of niet maar een week geleden kocht ik, ook voor maar twee tientjes, Heijbroek’s: “Sierpapier. Marmer, brocaat- en sitspapier in Nederland” (Amsterdam, 1994).
Vervolgens nog even langs de Minotaurus boekwinkel, voor een babbeltje met Nol Sanders, maar ook om de onlangs verschenen fraaie uitgave aan te schaffen: “Het ideale boek. Honderd jaar private press in Nederland, 1910-2010” (Nijmegen, 2010). Daarover is door verschillende collegabloggers al geschreven. Inderdaad een prachtig boek en bovendien leuk om dingen die je zelf in je collectie hebt (zoals het ‘Hornboek’) terug te zien of om ideeën op te doen voor een volgende boekenjacht…
Thuis realiseerde ik mij dat er een goede uitgave bestaat over de bekende margedrukkerij De Ammoniet en wel “’t Geluk waeit niemand in den Mond” (Amsterdam/Middelburg, 2000. Oplage 750 exemplaren). Auteur is de drukker/eigenaar Gerard Post van der Molen zelf, samen met Ronald Rijkse die een uitvoerige bibliografie geeft van alle tussen 1978 en 1999 gedrukte uitgaven van De Ammoniet.
Meteen maar via Boekwinkeltjes.nl bij antiquariaat De Boekenbeurs in Middelburg besteld zodat ik op mijn gemak mijn bibliofiele schatjes verder kan uitpluizen.
En ach… om verzendkosten te besparen gelijk een exemplaar van “Het koppermaandag prentenboek” er bij gekocht. Vijfentwintig fraaie koppermaandagprenten van evenzoveel margedrukkers, waaronder natuurlijk ook weer De Ammoniet (oplage rond de 550 exemplaren).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten