vrijdag 19 april 2024

De boekbandstempels van Hendrik Giltaij


Tijdens het snuffelen op Marktplaats, enkele weken geleden, viel mijn oog op een advertentie met foto's van een gestempelde reliëfband in violet purper binderslinnen met daarop in gouden letters: "Afdrukken van stempels ter versiering van ingebonden boeken ontworpen en gegraveerd door H. Giltay, geboren 1814, overleden 1880, te Dordrecht". Het achterplat, eveneens in reliëfdruk, is onderaan gesigneerd "H. Giltay, Inv. et Sculps.". Het gaat om een uiterst zeldzaam modellenboek (27.5 cm bij 19 cm.) met acht ongenummerde bladen van karton, bekleed met bruin linnen. Op vijftien bladzijden zijn bijna zestig stempels afgedrukt in goud. Twee bladzijden vertonen een reliëfdruk in zwart. Volgens een handgeschreven inscriptie voorin was het (een geschenk?) "van M.C. Lebret en E. Lebret, Giltay".
Ik vond na enig zoeken nog één ander exemplaar in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek, gekocht uit de veiling bij Van Gent in december 1989 (lot 343). Van dat exemplaar is echter alleen het voorplat online zichtbaar. Om die reden geef ik mijn aanwinst hier in zijn geheel weer.


Ik ken geen ander soortgelijk modellenboek en het belang ervan wordt duidelijk als we lezen wat enkele specialisten hebben geschreven over de negentiende eeuwse uitgevers- en industriële boekband in Nederland. 


Bijvoorbeeld A.S.A. (Albert) Struik (1926-2006), Nederlands grootste verzamelaar van dergelijke banden vervaardigd tussen 1840 en 1940. Na zijn overlijden werd zijn collectie van 11.000 delen verdeeld tussen Huis van het Boek (Meermanno) in Den Haag, die 3000 buitenlandse banden kreeg en de universiteitsbibliotheek van Amsterdam (Allard Pierson) die 8000 Nederlandse banden ontving.
In: "Het verzamelen van boekbanden. In gesprek met A.S.A. Struik. Hans Hafkamp en Carla van der Poel" (In "De Boekenwereld", jaargang 12 (1995/1996) gaat Struik uitvoerig in op de hobbels en kuilen die hij tegenkwam bij het verzamelen van informatie over de kunstenaars en vormgevers van uitgeversbanden en industriële boekbanden uit de negentiende/begin twintigste eeuw. Behalve een groot gebrek aan archivalia was dat mede omdat boekbanden pas omstreeks de eeuwwisseling (met de opkomst van de 'Nieuwe Kunst') werden gesigneerd. "Helaas zijn de Nederlandse stempelsnijders te bescheiden om hun naam op de band kenbaar te maken, zodat over hen weinig bekend is. Jammer, want het fraaiste ontwerp staat en valt met de manier waarop het door de graveur wordt vertaald in het reproduktiemateriaal.".





Overigens had Struik datzelfde beeld al eerder geschetst in zijn (samen met Fons van der Linden) uitgegeven: "De Jas van het Woord. De boekband en de uitgever 1800-1950" (Alphen aan den Rijn, 1989). Daarin schreven zij: "Over de makers van de banden worden in het algemeen maar weinig gegevens verstrekt. Soms heeft de graveur zijn naam in de stempel gegraveerd; vooral bij Franse banden komt dat nog al eens voor, maar het geeft ons geen uitsluitsel over de vraag of de graveur ook de ontwerper van de stempel is", en even verder: "Er is bijzonder weinig bekend over de ontwerpers van Nederlandse banden uit deze periode. Uit spaarzame signaturen moet men afleiden dat veel stempels door Franse graveurs geleverd zijn en weten wij ook dat veel Nederlandse boeken hier in banden zijn gezet die in Duitsland waren gefabriceerd." (blz. 11). 




Interessante informatie voor mijn fraaie aanwinst is wat bovengenoemde Fons van der Linden (1923-1998) - in samenwerking met Albert Struik - schreef in: "In Linnen gebonden. Nederlandse uitgeversbanden van 1840 tot 1940" (Veenendaal, 1987). Van der Linden interviewde voor zijn uitgave verschillende personen uit het boek- en uitgeversbedrijf die hij regelmatig aan het woord laat. In het hoofdstuk "Bedrijven en mensen" (blz. 54) noemt hij een aantal Nederlandse 'boekbinderijen (met stempelpers)' van vóór 1850.
Eén van zijn gesprekspartners is de heer J. van Dijl, die tot op hoge leeftijd directeur was van boekbinderij J. Giltaij & Zoon te Dordrecht. Deze vertelde Van der Linden over Jaap (Jacob) Giltaij (geboren Dordrecht 1817 en aldaar overleden in 1897), zoon van een uit Schotland geïmmigreerde familie, die na in Engeland het vak te hebben geleerd in 1842 in Dordrecht een uitgaafbinderij begon. Mogelijk was zijn bedrijf in Nederland het eerste dat zich zo specialiseerde. Waar haalde deze Jacob Giltaij zijn boekbandstempels vandaan? Volgens Van Dijl verkreeg hij die onder ander van zijn broer Hendrik Giltaij, een goudsmid (blz. 62). Zijn verklaring kon destijds niet worden getoetst maar dit modellenboek toont de waarschijnlijkheid daarvan aan.


Het is tijd om ons wat meer te verdiepen in Hendrik Giltaij (Giltay). Hij werd geboren op 30 juli 1814 in Dordrecht en overleed aldaar op 20 december 1880. Hendrik staat inderdaad te boek als goud- en edelsmid maar ook als pentekenaar en lithograaf. Op 19 februari 1840 trouwde hij in Dordrecht met Johanna Helena Moll (die daar op 11 augustus 1816 werd geboren en op 15 september 1891 overleed). Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren; Elisabeth Giltay (1845-1936) en (de latere instrumentenmaker) Jan Willem Giltay (1851-1929).


Elisabeth Giltay - van wie ik bovenstaande foto vond op de website van MyHeritage - trouwde op 3 oktober 1866 in Dordrecht met koopman Martinus Cornelis Lebret (1833-1894). Dit echtpaar was dus opdrachtgever van deze verzameluitgave. Waarom en voor wie zij dat deden (familieleden, hun kinderen?) blijft voorlopig in nevelen gehuld, maar het vormde in ieder geval een tastbare herinnering aan een ambachtelijk-kunstzinnige voorvader.
Dankzij hun initiatief leren wij Hendrik Giltaij kennen als stempelsnijder en bandontwerper en kunnen we verschillende negentiende eeuwse boekbanden die met één van de weergegeven stempels in dit stempelboek zijn versierd aan hem toeschrijven.


Van drie uitgaven is dat (dankzij de meegedrukte titelgegevens) meteen duidelijk.
Het zijn: J. van Lennep: "Romantische/Poëtische werken" (M. Wijt & Zonen, Rotterdam 1856-1872), totaal 27 delen. 


W. Oudshoff: "Italiaansch boekhouden" (C.L. Brinkman, Amsterdam 1864), en "De Bijbel. Prachtuitgave voor alle standen van al de kanonyke boeken van het oude en nieuwe testament volgens de staten-overzetting" (H.C.A Campagne, Tiel, z.j. [vanaf 1863 in afleveringen verschenen]).


De stempel met het opschrift: "Geneeskundig zakboek", kon ik niet zo gauw thuisbrengen en voor de overige stempels van ornamenten en sierkaders zullen de boekbanden uit de tweede helft van de negentiende eeuw moeten worden bekeken.
Inmiddels heeft mijn boekrestaurator en -binder Hans Pieterse de verzwakte en verbleekte linnen rug voorzien van een nieuw ruggenbord, de kop en staart licht gerestaureerd en het geheel weer op kleur gebracht. Tevens maakte hij er een overslagdoos voor, zodat dit pareltje goed beschermd de toekomst tegemoet kan zien.

1 opmerking:

  1. Wat een fantastische vondst! De banden in de 19e eeuw zijn relatief in nevelen gehuld. De aandacht is er tot op heden maar weinig naar uit gegaan. Dit is zeker een pareltje voor de collectie.

    BeantwoordenVerwijderen