In 1880 verscheen in Londen een curieus boekje getiteld: “The enemies of books” van William Blades (1824-1890). Blades, een Engelse boekdrukker en zelf een boekenverzamelaar, beschreef in negen hoofdstukken de diverse gevaren waaraan boeken bloot stonden. De vijanden van boeken waren achtereenvolgens: vuur, water, gas en hitte, stof en verwaarlozing, onwetendheid en schijnheiligheid, de boekenworm, ander ongedierte, boekbinders en verzamelaars (ja, die ook!). In de latere herziene druk kwam daar een hoofdstuk bij over bedienden en (natuurlijk) kinderen. “Pleased, too, are they, if, with mouths full of candy, and sticky fingers, they can pull in and out the books on your bottom shelves, little knowing the damage and pain they will cause”. Snoepgoed lusten ze allemaal maar Blades maakt wel een onderscheid tussen de vernielzucht van meisjes en die van jongens. “Boys, however, are far more destructive than girls, and have, naturally, no reverence for age, whether in man or books. Who does not fear a schoolboy with his first pocketknife?"
Pfffff…! Dan bof ik toch maar weer met slechts één kind en nog wel een meisje!
Het meest bekende hoofdstuk uit zijn boek is waarschijnlijk dat over de boekenworm die hij beschreef en waarmee hij experimenteerde (ik heb het uiteraard over insecten en niet over boekenliefhebbers die zich als zodanig manifesteren).Blades kreeg in 1879 een specimen toegezonden van mr. Birdsall, een boekbinder uit Northampton, dat hij in een doosje bewaarde om te kijken hoe het kleine beestje zich gedroeg en ontwikkelde. Hij voerde de worm een paar fragmenten van een incunabel en een blad van een 17de eeuws boek. Ondanks of dankzij dit bibliofiele feestmaal bleef het beestje slechts drie weken leven. In 1885 ontving hij opnieuw twee exemplaren, ditmaal van mr. Garnett, van het British Museum.
Eén daarvan bleef achttien maanden in leven. “I treated him as well as I knew how; placed him in a small box with the choice of three sorts of old paper to eat, and very seldom disturbed him”. Maar, helaas… “He resigned his life with extreme procrastination, and died ‘deeply lamented’ by his keeper, who had long looked forward to his final development”.
Boekenvijanden zijn nog steeds veelvuldig en veelvormig aanwezig en Blades lijstje zou makkelijk aangevuld kunnen worden met nieuwe ‘moderne’ vijanden zoals bijvoorbeeld de verzuring van 19de en 20ste eeuws (houtpulp)papier.
Mijn collectie telt vier verschillende exemplaren van Blades befaamde boek. Een oorspronkelijke, 3de editie uit 1881, ingebonden door de beroemde Joseph Zaehnsdorf (1816-1886), met zeven afbeeldingen waaronder een foto van een half opgevreten kostbare ‘Caxton’ incunabel en een uitklapplaat van een boekenworm (naar mijn bescheiden mening is het een zilver- of papiervisje!). Een wat eenvoudige populaire uitgave van The Book-Lover’s Library uit 1902, ‘revised and enlarged by the author’ en tot slot twee bibliofiele miniatuuruitgaven.
Een Amerikaanse van de Black Cat Press uit 1981: "An Extract from The Enemies of Books" (2 3/8" x 1 3/4" inch), met bruin leren bandje en op de voorkant in goud een vrolijk kijkende boekenworm (249 exemplaren) en een Nederlandse miniatuuruitgave van de The Catharijne Press uit 1985 (60 x 40 mm, nr. 9 van de 250 exemplaren), met alleen het laatste hoofdstuk en drie illustraties, gebonden in gemarmerd papier door Luce Thürkôw.
Als ik internet moet geloven wordt een exemplaar van “The enemies of books” niet aangeboden in antiquarisch Nederland. Dat is verbazingwekkend en zeer opmerkelijk want Blades boek moet onder boekverzamelaars hier toch wel enige bekendheid genieten. Boudewijn Büch schreef al over hem in “Bibliotheken”(1984), maar vreemd genoeg niet in zijn “Boekenpest” (1988) en ook Gerrit Komrij, in “Verzonken boeken”(1986) en Ed van Eeden in “Boeken-wurmen & ander ongedierte”(1992) noemen Blades.
Mocht u dus belangstelling hebben dan zit er niets anders op dan via internet te winkelen in Engeland of Amerika. Maar dat is voor u, als echte boekenworm (of is het boekenwurm?), natuurlijk geen probleem.