De spotprenten van de Islamitische profeet Mohammed die op 30 september 2005 verschenen in de Deense 'Jyllands-Posten' zorgden onder veel moslims voor ophef. Over cartoonist Lars Vilks werd zelfs een fatwa uitgesproken. Het afbeelden van de Profeet (vrede zij met hem) is op zich al omstreden, maar bovendien werd hij in de tekeningen als hond afgebeeld of in verband gebracht met terrorisme; de ultieme vijand in onze moderne tijd.
Spotten is van alle tijden, spotten met iemands geloof ook.
Een goed voorbeeld daarvan trof ik aan in “Histori der Nederlandsche Vorsten, uit de Huizen van Beijere, Borgonje en Oostenrijk…” (‘s-Gravenhage 1732-1735).
De boeken zijn geschreven door Frans van Mieris 'de Jonge', kunstschilder, verzamelaar van munten en penningen en auteur van diverse historische uitgaven.
Het zijn drie kloeke folianten, ruim 1500 bladzijden, waarin hij de geschiedenis vanaf het midden van de 14de eeuw tot het overlijden van Keizer Karel V in 1558 beschreef en illustreerde aan de hand van meer dan duizend penningen (geen munten!), uit zijn eigen en diverse andere particuliere collecties.
De talloze kleine en grote penningen zijn zeer gedetailleerd afgebeeld. Dat is goed te zien als we een vergelijk maken tussen een afbeelding uit het boek, de feitelijke penning en een schilderij uit de collectie van het museum het Catharijneconvent in Utrecht.
Het gaat het om een afbeeldingen van de Paus met Pontificale Tiara die tevens, als je het beeld op zijn kop zet, de duivel met horentjes is. Deze spotafbeeldingen stammen uit de 16de eeuw toen het protestantisme stormenderhand opkwam, met dank aan verschillende kerkhervormers als Ulrich Zwingli (1484-1531), Johannes Calvijn (1509-1564) en Martin Luther (1483-1546).
De afbeelding uit het derde deel van Van Mieris (blz. 112) laat ons de voor- en achterzijde van vier verschillende penningen zien (één boven, twee midden en één onder). Het halve maantje erboven geeft aan dat de penningen van zilver zijn. Niet bepaald bedoeld voor de massa van destijds maar er waren ook goedkopere penningen van onedel metaal in omloop, zoals blijkt uit een exemplaar in de collectie van de stichting religieus erfgoed. Om aan te geven van welke collectioneur de penning was gebruikte Van Mieris letters zoals hier de M. (collectie Van Mieris) en Syp. (collectie Mr. Cornelis Ascanius van Sypesteyn, Raad en President Schepen te Haarlem).
Op de penningen staan (van boven naar beneden en van links naar rechts) verschillende Latijnse randteksten: “REDDE RATIONUM.DE LUC I” (Geef rekenschap van Lucas 16), “STULTI VA CORA” (Zij zijn zeer dwaas in hunne harten), “ECCLESIA PERVERSA TENET FACIEM DIABOLI” (De kerk omgekeerd heeft het aangezicht des duivels), “STULTI ALIQUANDO SAPIENTES” (De gekken zijn somtijds wijzen). Van deze penning ziet u hier links ook een echt zilveren exemplaar. Vervolgens, midden rechts: “MALA OVVA MALI CORVI” (Kwade eieren, kwade raven), “ET STULTI ALIQUANDO SAPITE PSALM 94” (En gij dwazen, wanneer zult gij verstandig worden? Psalm 94).
De onderste afgebeelde penning tot slot is een variant op de voorgaande uit het kamp van de Rooms-katholieke tegenpartij. Weliswaar zijn de afbeeldingen gelijk maar het randschrift rondom de Paus en duivelkop luidt: "IOAN.CALVINUS.HERESIARCH.
PESSIMUS” (Johannes Calvijn de snoodste aartsketter). Van Mieris vond deze afbeelding in “La Science des Médailles Antiques et Modernes…” (Paris, 1692) van L. Jobert).
Of deze spotpenningen destijds ernstige consequenties konden hebben voor de vervaardiger, zoals in het geval van Lars Vilks, de verspreider of bezitter weet ik niet. Ongetwijfeld zullen er nog steeds Christenen zijn die zich ongemakkelijk voelen bij dergelijke zaken. Excommunicatie, de brandstapel of een zelfmoordaanslag uit die hoek verwacht ik echter niet; dus ik waag het er maar op.