Ik heb in 2010 de boekenschat (zo’n honderd vijftig verhuisdozen) van Hans Oldenbroek, oud gemeentebode van Amstelveen, helpen inventariseren en waarderen.
Hij verzamelde vooral boeken over boeken, de geschiedenis van Amsterdam, Amstelland, kunst, transport en openbaar vervoer. Hans had weliswaar erg veel, ook bijzondere oude uitgaven en soms twee- driedubbel, maar de kwaliteit viel over het algemeen tegen en hij was bepaald geen bibliofiel.
Dat laatste heeft mij bij het uitsorteren en beschrijven regelmatig doen
Van beduimelde of wat verbruinde papierranden in oude boeken moest hij niks hebben.
Ze werden met een schaartje – elk blad ongelijk - afgeknipt.
Oude 17de en 18de eeuwse halfleren en perkamenten boekbanden, waaronder kostbare Amsterdamse stadsbeschrijvingen van Pontanus en Van Domselaer, waren verstevigd en beplakt met plakplastic (motief: rode ruitjes) bedoeld voor keukenkastjes! Dat kreeg ik er, onder wat binnensmonds gevloek, goddank vaak goed af al bleef de originele band wat kleverig. Een gedeelte van de collectie, vooral moderne uitgaven over Amstelveen en omstreken, bleef op het gemeentehuis. Een tweede klein gedeelte bestond uit bijzondere oude boeken die ik beter op zijn plaats vond bij Bijzondere Collectie's van de Universiteit van Amsterdam of het Amsterdamse Stadsarchief. Het overgrote deel van de collectie werd verkocht aan antiquaar Max van Til en de opbrengst (€ 15.000,-) werd door de Amstelveense burgemeester Jan van Zanen op 30 november 2011 uitgereikt in/aan het Ronald MacDonaldhuis, naast het Amsterdamse VU-ziekenhuis.
Een aantal van de mooiste boeken en pamfletten uit zijn collectie bevindt zich nu in die van mij. U begrijpt wel, ik moest desondanks her en der zelf 'dokteren'. Professioneel iets laten restaureren is duur en dus koop ik mijn oude drukwerk liefst in goede tot zeer goede staat maar je hebt het niet altijd voor het kiezen.
Mijn
(-stijfsel), een rol Aslantape, een flesje medicinale alcohol en een voorraadje origineel (handgeschept) oud papier. Verder een schaar, gummetje, stanleymesje, ijzeren liniaal en wat lijmkwastjes.
Scheurtjes in bladen, stofomslag of (sier)papieren omslagen komen het meest voor. Die repareer ik met Aslantape want “cellotape is een uitvinding van de duivel” (citaat van boekengoeroe Piet Buijnsters). Dit wordt ook in restauratieateliers gebruikt. Het is ragfijn transparant, mat, zelfklevend en zuurvrij. Het is makkelijk met water te verwijderen en onzichtbaar bij het kopiëren. U ziet hieronder het resultaat (en verschil) op de rand van een blad 18de eeuws handgeschept papier. Plakband glimt, zal uiteindelijk verharden en vergelen en het papier eronder aantasten.
Grote reparaties in oude boeken, zoals het 'helen' van afgescheurde bladzijden, gaten in het papier, vastzetten van de ‘paste-down’ (het blad geplakt tegen de binnenzijde van de band) of het repareren dan wel inzetten van een 'free endpaper', doe ik altijd met origineel oud handgeschept papier (waarbij ik erop let dat de 'kettinglijnen' in het papier verticaal lopen!) en wat boekbinderslijm.
Medicinale alcohol lost lijmresten op en is effectief bij het verwijderen van oude 'plakkers', zoals die kermisstickertjes van Hans. De meeste papiervlekken verwijder ik met een gummetje en soms voorzichtig met een heel licht schuurpapiertje.
Pamfletjes zonder omslag krijgen van mij een op maat gesneden zuurvrij handmarmeren omslagje, vastgezet met boekbinderslijm.
Wat ik nodig heb haal ik bij Vlieger in Amsterdam, zo’n beetje de enige winkel in mijn omgeving waar alles op dit gebied nog verkrijgbaar is. Zoals laatst zuurvrij fel oranje papier om de, door plakband en bibliotheekstickers ontsierde, papieren rug te restaureren van een brochure getiteld: "Heerlen als mijn- en industriestad. Het centrum der Limburgsche industrie", uitgegeven door het VVV rond 1930.
Hiermee heeft u zo'n beetje een overzicht van alles wat ik zelf kan (en wil!) dokteren. Mocht u zelf handige tips hebben dan zijn reacties bijzonder welkom!
Mijn motto is; wees vooral voorzichtig en werk met zuurvrij reversibel materiaal. Grote en ingrijpende restauraties zijn toch echt een vak apart en het is raadzaam daarover eens wat boeken te lezen. Die benadrukken vaak 'don't try this at home!'.
Ouderdomskenmerken als het min of meer gelijkmatig verbruinen van papier of een enkele vlek door waterschade vind ik overigens niet zo’n probleem. Conditie is belangrijk maar je kunt van een boek dat honderd of meer jaar oud is niet verwachten dat het er als nieuw uitziet. Persoonlijk meer moeite heb ik met ‘foxing’, bruine roestkleurige vlekjes en vlekken waarvan de oorzaak niet precies bekend is en waaraan eigenlijk niet veel valt te doen, behalve het wassen of bleken van het papier (en dat is een discutabele 'restauratie'!). Soms is er 'foxing' door het hele boek, soms op enkele willekeurige pagina’s.
Ik heb ooit voor vijftien euro een originele uitgave gekocht van de bekende “Camera Obscura” (Haarlem, 1884) van Nicolaas Beets (1814-1903), geïllustreerd door Ferdinand Carl Sierig (1839-1905). Een fraaie rood met goud bestempelde reliëfband, goud op snee met talloze illustraties.
Een prachtuitgave dus maar het boek zit zo vol met deze visuele irritatie, dat ik voor hetzelfde bedrag (!) ook de facsimile uitgave heb aangeschaft van uitgeverij Amsterdam Boek B.V. uit 1976. Daarvan is de band weliswaar niet in reliëf bestempeld maar de inhoud vlekkeloos. Puur om de verhalen lees ik in mijn facsimile maar om van het boek als esthetisch object te genieten bewonder en betast ik liever de band van het origineel...