Voor wie mijn blog of getwitter volgt en/of mijn maandelijkse overzichten met aanwinsten leest zal het geen verrassing zijn dat ik vaak bijzondere vondsten doe in mijn lokale kringloopwinkel.
Ditmaal trof ik daar een exemplaar aan van M.J. Leendertse (red): "De hechte band tusschen Vorstenhuis en Vaderland" (Amsterdam, 1935), ingeleid door de minister van Staat mr. D. Fock (1858-1941) en opgedragen aan Hare Majesteit Koningin Wilhelmina (1880-1962) ter gelegenheid van haar vijfenvijftigste verjaardag.
Mijn kringloop vroeg veertien euro voor dit 'nationale prachtwerk van blijvende waarde' en dat is een topprijs voor een locatie waar het gros van de boeken minder dan drie euro kost. Antiquarisch is het geen zeldzame uitgave; vanaf vijf euro kunt u zelf ook een exemplaar aanschaffen. Ik had het boek dan ook laten liggen ware het niet dat het om één van de tweehonderdvijftig luxe exemplaren ging, geschept op 'hollandsch papier Van Gelder Zonen', gebonden in geheel lederen band en genummerd 93. Het bandontwerp is van Carel Adolph Lion Cachet (1864-1945) die wel vaker luxe banden heeft ontworpen en gemaakt voor boeken over (en voor) het Koninklijk Huis.
Een mogelijke voorstudie van Lion Cachet voor deze boekband zit in de collectie van het Rijksmuseum (RP-T-1969-677). Centraal op deze tekening staat een schild met een gekroonde 'W' waaromheen menselijke figuren zijn getekend. De gekroonde 'W' en vlakverdeling hielden stand. De menselijke figuren werden uiteindelijk (Oranje)leeuwen.
Daarvoor greep Lion Cachet terug naar eerder uitgevoerde ontwerpen zoals het ex-libris van het stoomschip Prinses Juliana (1910) en de paginagrote illustratie in het "Gedenkboek 1898-1923" (Voorschoten, 1923), onder redactie van W.G. de Bas, waar we vergelijkbare kaders met leeuwen tegenkomen.
De boekband van mijn exemplaar heeft aan de rugeinden en hoeken enkele minieme schaafplekjes, maar is over het algemeen goed behouden gebleven, en dat is voor de bibliofiele verzamelaar essentieel want daaraan ontleent deze uitgave voor een groot deel zijn waarde. Het papier is onafgesneden en het boekblok is op de kop verguld.
Deze luxe-editie kom je niet zo vaak tegen. Enkele jaren geleden werd een vergelijkbaar fraai exemplaar (nummer 79) geveild bij Catawiki voor zesendertig euro (exclusief veiling- en verzendkosten). Je hoeft geen boekbandenkenner te zijn of lid van het Belgisch-Nederlands Boekbandengenootschap om te begrijpen dat het bedrag dat mijn kringloop vroeg beslist niet (te) veel geld was. Overigens verscheen deze uitgave destijds ook (zonder band) in tien losse aflevering van vijftig cent per stuk en in een blauwlinnen stempelband voor zeven gulden vijftig. Die linnen band oogt nogal dof, zoals u hieronder kunt zien.
Een luxe-exemplaar kostte toen maar liefst vijfentwintig gulden. Dat was voor velen in de crisisjaren bijna een week arbeidsloon en dus onbetaalbaar (Overigens betaalde men in Nederlands-Indië destijds een rijksdaalder meer!).
In de kranten en op de radio werd destijds ruimschoots aandacht besteed (zelden kritisch) aan deze geïllustreerde jubileumuitgave die de bijzondere en hechte band met ons vorstenhuis vanuit diverse invalshoeken beschreef. De lijst van intekenaren achterin vermeldt 86 inschrijvingen maar dat betrof - volgens een los ingesloten kaartje - alleen zij die vóór 10 augustus 1935 bekend waren. De namen van hen die daarna bekend werden zouden in een los supplement worden opgenomen dat later (aan alle intekenaren) zou worden toegestuurd. Of dat ook werkelijk is gebeurd is mij onbekend.
De auteurs waren over het algemeen bekende (hoog)geleerde heren en enkele thans geheel vergeten dames zoals Ellen Russe (1889-1942) die de bijdrage 'Onze roman en Oranje' voor haar rekening nam en Tine Bonnema (1880-1952) die het hoofdstuk 'Batavia en Oranje' schreef; "Een Oranjedag in Oost-Indië verschilt hierin al dadelijk van dien in Holland, dat 'het volk' er nimmer joelt of tiert of luidruchtig is, noch ooit op straat zingt. Op het Koningsplein te Batavia dat, zoo u misschien bekend is, een uur wandelen in het vierkant is, kunnen duizenden menschen bijeen zijn, zonder dat er één luide stem wordt gehoord" (blz. 261). Opvallend is het sausje van typisch vooroorlogse Oranje-aanbidding waarin de meeste bijdragen zijn gedoopt. De huidige Oranjefans zullen er vermoedelijk van gruwen; veel te hoogdravend en gekunsteld taalgebruik.
Het is niet mijn eerste band van Carel Adolph Lion Cachet die ik voor een klein bedrag antiquarisch kon bemachtigen (dat is deze) of mijn meest bijzondere boekband uit de kringloop (dat is deze). Noch is het - zoals u hier duidelijk wordt - mijn eerste luxe band uit het interbellum. Het zijn wel allemaal prachtbanden voor een prikkie; het kan nog steeds!