Een antiquarius over verzamelen, bibliofilie, historische objecten & cultureel erfgoed
vrijdag 27 november 2015
Woordenboeken uit mijn kringloop
Woordenboeken behoren tot de categorie boeken die het niet gaan redden.
Talloze exemplaren verdwijnen in de vuilnis- of papierbak. Voor sommigen is het weggooien van boeken nog net een stap te ver (en gelukkig maar!). De lokale kringloopwinkel is dan vaak de ‘next best’ dumpplek.
Ik merk dat aan mijn eigen kringloopwinkel. De stroom woordenboeken is onafzienbaar en ze worden vaak voor enkele euro’s nog flink verkocht. Zo staat er altijd wel een exemplaar van Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal, beter bekend onder de naam ‘de Dikke Van Dale’.
Daar hebben we allemaal wel een editie van thuis staan (of gehad).
Wellicht zal het u verbazen, maar ik koop in mijn kringloop (en eigenlijk alleen maar daar) nog regelmatig woordenboeken, jawel!
Bijvoorbeeld de drie bijzondere herdrukken van uitgeverij Verba zoals die van de eerste echte Van Dale uit 1872 (Hoevelaken, 1992) voor € 2,50 euro.
Uiteraard "Woordenschat" (Hoevelaken, 1993), waarvan ik ook een origineel bezit zoals u hier kunt lezen en tot slot: "Boeven & Gabbertaal" (Soest, 1999).
De laatste twee titels voor € 2 - euro per stuk. In deze drie uitgaven zit bovendien een lezenswaardige inleiding door Ewoud Sanders.
Waar ik mij vooral over verbaas is de diversiteit aan bijzondere & ongebruikelijke woorden woordenboeken die ik in mijn kringloop tegenkom voor diep gedaalde prijzen. Bijvoorbeeld het Bargoens woordenboek van drs. E. Endt, dat ik overigens alweer jaren geleden kocht in de reguliere boekhandel.
Geheel nieuw voor mij was het "Woordenboek van platte taal" (Den Haag, 2007) geïllustreerd met een alfabet door Jacques Tange. Voor € 2,- euro kon ik het niet laten staan en verhuisde het linea recta naar mijn bibliotheek.
En zo kwam ik in de loop der tijd ook de volgende drie woordenboeken tegen voor telkens € 1,50 euro per stuk. Het "Soldatenwoordenboek" (Amsterdam, 1995), "Het eerste Nederlandse Studentenwoordenboek" (Amsterdam, 1991) en J. Vandaal’s "Vandalismen >>schertswoordenboek<<" (Baarn, 1986).
Ook leuk en voor nog minder meegenomen (€ 1,- euro) is: "Woorden van de Duivel" (Alphen a/d Rijn, 1993). Het is een bloemlezing uit het (enige) verboden Nederlandse woordenboek van Adriaen Koerbagh (1633-1669) "Een Bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet..." (Amsterdam, 1668) door Ewoud Sanders.
Wat exotischer maar niet minder smakelijk is de “Dictionary of the vulgar tongue” (Illinois 1971), een pocketuitgave “unabridged from the original 1811 edition with a foreword by Robert Cromie” die ik graag voor € 1,50 euro overnam.
Mijn laatste aanwinst op dit gebied is de schaarse uitgave van Barentz: “Woordenboek der Engelsche Spreektaal, Anglicismen en Americanismen. Slang, Cant, Colloquialisms and Idiomatic phrases” (Amsterdam, 1895).
Alle destijds minder geschikt geachte woorden en uitdrukkingen in een apart woordenboekje “als supplement op alle Engelsch-Nederlandsche Woordenboeken”.
Een prachtboek voor maar € 5,- euro dat doorgaans voor bedragen ruim boven de honderd euro in het antiquariaat wordt aangeboden. Ik heb het met veel plezier blad voor blad gelezen en me geen moment verveeld!
Nou hoop ik alleen nog op een onverwachts rendez-vous met het woordenboek van J.G.M. Moormann (1889-1974): “De geheimtalen” (Zutphen 1932-1934) dat in 2002 werd heruitgegeven en aangevuld onder redactie van Nicoline van der Sijs. Geduld, toeval en blijven snuffelen dus!
Ik weet wel, veel staat tegenwoordig ook online, maar ja, je bent bibliofiel of niet.
vrijdag 20 november 2015
Best Beschreven Boeken
Op initiatief van de Bond van handelaren in Oude Boeken (BOB) vond dit jaar de week van het Oude Boek plaats (13 t/m 20 november 2015) met diverse activiteiten. Doel was om aandacht te vragen voor het (oude) boek in tijden van ontlezing en winkelsluiting en het thema luidde: ‘Het oude boek leeft!’
Eén van de activiteiten was een boekenmarkt in de Amsterdamse Hallen waar bovendien de prijsuitreiking zou plaatsvinden van de Best Beschreven Boeken, een initiatief van de Groningse antiquaar Michel de Vries.
En dus spoedde Perkamentus zich die storm- en regenachtige zondag naar deze bibliofiele hotspot om te sneupen en te praten met - maar vooral ook vóór antiquaren en verzamelaars.
Alweer enige tijd geleden werd ik namelijk door Heske Kannegieter van De Kan benaderd met de vraag of ik niet een toespraakje kon houden in het voorprogramma van de Best Beschreven Boeken.
"Natuurlijk", zei ik spontaan, me niet realiserend dat ik hiermee voor het eerst publiekelijk zou optreden.
Maar goed, beloofd is beloofd en zo hield ik samen met Erik Geleijns, curator oude boeken van Museum Meermanno en Lisa Kuitert, hoogleraar Boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam een korte inleiding die bij mij ging over mijn blog, en bibliofiel bloggen.
Daarnaast heb ik natuurlijk ook zelf meegedaan aan de Best Beschreven Boeken met drie bijdragen (!) waarvan ik er twee “I want to believe” en “De schrijver is de gekte nabij” (met de desbetreffende illustraties) voorafgaande aan de prijsuitreiking op mijn blog publiceerde.
De jury die bestond uit Liza Kuitert, Ewoud Sanders en Inger Leemans koos tot winnaar de bijdrage van Sander Bink, een beschrijving van de roman “Jean Lefort. Een Greep uit het Parijsche Leven. Met een voorwoord van mr. H. Louis Israëls” (Amsterdam, z.j. (1900).
De eervolle tweede en derde plaats gingen respectievelijk naar Anneke van Ammelrooy met “De Goden gaan naar huis” (Amsterdam, 1966) van A. den Doolaard en naar antiquaar Casper Schuckink Kool die een beschrijving geeft van het “Termijnbetalingsboekje van het verkoopkantoor van EMO stofzuigers”.
Alle aanwezige deelnemers ontvingen na afloop een exemplaar van de fraaie gelegenheidsuitgave (oplage 100 exemplaren) die bij deze eerste prijsuitreiking van Best Beschreven Boeken verscheen. Het is een plexiglas doosje met gezeefdrukt deksel (ontwerp Jelle Jespers) met daarin losbladig alle negenendertig inzendingen.
Ik ben natuurlijk erg blij met deze fraaie aanwinst die drie korte verhaaltjes van mij in druk bevat. Dat wordt een collectoritem en om de bibliofiele begeerte wat bij u aan te wakkeren kan ik u verklappen dat ik mijn derde inzending niet op dit blog zal publiceren maar exclusief houd voor deze uitgave!
Als het aan Michel de Vries ligt hebben we er dus in Nederland een boekenprijs bij en is dit het begin van een jaarlijks terugkerende festijn. Ik juich elk initiatief toe dat leidt tot een verhoogde waardering voor het antiquarische boek en zeker in deze vorm.
Want zeg nou zelf, ook al gaat de hoofdprijs van vijfhonderd euro boekengeld naar een ander, een fraaie exclusieve uitgave met je verhaal in druk houd je er altijd aan over!
Kortom, mocht er volgend jaar een Best Beschreven Boeken wedstrijd zijn dan is Perkamentus weer van de partij.
U toch ook?
Kortom, mocht er volgend jaar een Best Beschreven Boeken wedstrijd zijn dan is Perkamentus weer van de partij.
U toch ook?
vrijdag 13 november 2015
'De schrijver is de gekte nabij'
Bij de boekenkraam van Jos Albers op het Waterlooplein bestudeerde ik een in rood karton gebonden boekje met een opmerkelijk en uitvoerig titelblad.
“Besmettelijke zielsziekten voorheen en thans. De Danszucht, de Naaktloperij, de Geeselaarsvertooning en de hand-over-hand-toenemende SPORTEPIDEMIE en hare bevorderaars (SPORTARTSEN enz.) met een Naschrift gericht tegen een artikel van Prof. Snapper over ''HET SPORTHART''.” (Baarn, 1931). Helaas was het net verkocht aan een antiquaar.
Auteur en titel bleven lang in mijn hoofd zeuren en enkele maanden later zocht ik thuis nieuwsgierig naar informatie.
Evart van Dieren (1861-1940), zo bleek, was een respectabel geneesheer in goede doen geweest. Daarnaast was hij een beroepsquerulant in het kwadraat. Onder het motto ‘ik heb altijd gelijk’ nam hij de pen op tegen alles en iedereen en publiceerde tal van spraakmakende artikelen, brochures en rare boekjes. ‘Besmettelijke zielsziekte’ geldt als idioot hoogtepunt in zijn oeuvre.
Antiquarisch kom je zijn uitgaven overigens niet zo vaak tegen. Veel van zijn publicaties verschenen (uitzonderingen daargelaten) voor eigen rekening en in beperkte oplagen.
Jaap Bos heeft uitvoerig gepubliceerd over deze zonderlinge, thans geheel vergeten, figuur in: “Evart van Dieren. Een kroniek van het falen” (Amsterdam, 2008). Over dit boekje schreef hij:
“Men kan op iedere willekeurige bladzijde binnenvallen en na een paar bladzijden weet men al evenveel als wanneer men het hele boek zou lezen. Van Dieren was er zelf ook verbaasd over.
‘En zoo zijn we dan vàn de Naaktlooperij en het Socialisme en Bolsjewisme (Heijermans en Pieck) over de Godsdienstbestrijding, de achterlijke Cultuur en de opzettelijke onzindelijkheid héén, weer ongemerkt terecht gekomen bij de Sport! Zonder toelichting zou het haast een al te gekke overgang lijken, maar als we ons dan herinneren dat Jan Feith in 1928 schreef… [enz.].’
En dan zijn we pas op pagina 43 en hebben we er nog meer dan honderd voor de boeg, waarin het zal gaan over de Duitse keizer, Napoleon, een gedicht van Jan Engelman, en nog veel meer, en ook, af en toe, over de sportbeoefening, waarover het boek eigenlijk had moeten gaan.
De schrijver is de gekte nabij, oordeelde Boudewijn Büch in een krantenartikeltje een halve eeuw later”.
Kijk! Dergelijke informatie is voor elke rechtgeaarde boekenliefhebber die van knotsgekke boekjes houdt (‘boeken met een verhaal’) een eersteklas aanbeveling!
Op internet begon ik digitaal te sneupen en vond een exemplaar bij Boekwinkeltjes.
De verkoper bleek Harry van 'Hopi Bukinan' te zijn. Dezelfde die me op het Waterlooplein was voorgeweest...!
Noot. Dit stukje werd geschreven voor Best Beschreven Boeken (Week van het Oude Boek 2015)
“Besmettelijke zielsziekten voorheen en thans. De Danszucht, de Naaktloperij, de Geeselaarsvertooning en de hand-over-hand-toenemende SPORTEPIDEMIE en hare bevorderaars (SPORTARTSEN enz.) met een Naschrift gericht tegen een artikel van Prof. Snapper over ''HET SPORTHART''.” (Baarn, 1931). Helaas was het net verkocht aan een antiquaar.
Evart van Dieren (1861-1940), zo bleek, was een respectabel geneesheer in goede doen geweest. Daarnaast was hij een beroepsquerulant in het kwadraat. Onder het motto ‘ik heb altijd gelijk’ nam hij de pen op tegen alles en iedereen en publiceerde tal van spraakmakende artikelen, brochures en rare boekjes. ‘Besmettelijke zielsziekte’ geldt als idioot hoogtepunt in zijn oeuvre.
Antiquarisch kom je zijn uitgaven overigens niet zo vaak tegen. Veel van zijn publicaties verschenen (uitzonderingen daargelaten) voor eigen rekening en in beperkte oplagen.
Jaap Bos heeft uitvoerig gepubliceerd over deze zonderlinge, thans geheel vergeten, figuur in: “Evart van Dieren. Een kroniek van het falen” (Amsterdam, 2008). Over dit boekje schreef hij:
“Men kan op iedere willekeurige bladzijde binnenvallen en na een paar bladzijden weet men al evenveel als wanneer men het hele boek zou lezen. Van Dieren was er zelf ook verbaasd over.
‘En zoo zijn we dan vàn de Naaktlooperij en het Socialisme en Bolsjewisme (Heijermans en Pieck) over de Godsdienstbestrijding, de achterlijke Cultuur en de opzettelijke onzindelijkheid héén, weer ongemerkt terecht gekomen bij de Sport! Zonder toelichting zou het haast een al te gekke overgang lijken, maar als we ons dan herinneren dat Jan Feith in 1928 schreef… [enz.].’
En dan zijn we pas op pagina 43 en hebben we er nog meer dan honderd voor de boeg, waarin het zal gaan over de Duitse keizer, Napoleon, een gedicht van Jan Engelman, en nog veel meer, en ook, af en toe, over de sportbeoefening, waarover het boek eigenlijk had moeten gaan.
De schrijver is de gekte nabij, oordeelde Boudewijn Büch in een krantenartikeltje een halve eeuw later”.
Kijk! Dergelijke informatie is voor elke rechtgeaarde boekenliefhebber die van knotsgekke boekjes houdt (‘boeken met een verhaal’) een eersteklas aanbeveling!
Op internet begon ik digitaal te sneupen en vond een exemplaar bij Boekwinkeltjes.
De verkoper bleek Harry van 'Hopi Bukinan' te zijn. Dezelfde die me op het Waterlooplein was voorgeweest...!
Noot. Dit stukje werd geschreven voor Best Beschreven Boeken (Week van het Oude Boek 2015)
vrijdag 6 november 2015
I want to believe...!
Boekensneupen is spannend.
In elk antiquariaat, op elke boekenmarkt, achter elke stapel schuilt een verborgen schat. Het enige wat je moet doen is nieuwsgierig zijn, snuffelen, bladeren, lezen en vooral de tijd nemen.
Verscholen onder een ‘Arendsoog’ lag een oud boekje dat door zijn zwartgroene kleur mijn aandacht trok. Hebbes, dacht ik…
In mijn handen lag: “Van waarzeggende menschen en geluidmakende huizen”
(Amsterdam, 1920) met vijftig fraaie pentekeningen van Leendert Jurrian Jordaan (1885-1980). Zeg nou zelf, van zo’n surrealistische boekband en curieuze titel wordt iedere boekenliefhebber toch opgewonden?
Voor de doorgewinterde bibliofiel, want dat ben ik, valt er veel te ontdekken en genieten in het omvangrijke repertoire van auteur Jan Feith (1874-1944). Wat hij schreef is alweer bijna een eeuw oud. Desondanks lezen zijn boekjes vlot en dat is niet verwonderlijk want Feith was een journalist, het schrijven ging hem makkelijk af.
Antiquarisch is zijn repertoire her en der verkrijgbaar. Daarvan is een klein aantal titels zeer schaars geworden. Ik maak al jaren jacht op de meest curieuze exemplaren, gebonden in smaakmakende boekbanden. Eindelijk had ik er weer eens één tussen mijn vingers en dat voor het luttele bedrag van tien euro.
Op de linnen uitgeversband zien we een monsterachtig wezen. Een sfinx met het bebrilde hoofd van een oude vrouw. Ze houdt speelkaarten in haar klauwen, er staat een koffiepot, een ei in eierdop en rechts – ten voeten uit - Jan Feith die druk aan het schrijven is.
Waarover dan?
Over: “spiritualisten en spiritisten, occultisten en magnetisten, voorspellers en clairvoyanten, planeetlezers en komeetkijkers, koffie-dik-raadsters en eierdoormengsters, raadgevers en gedachtelezers, schriftgeleerden en duimafdrukkers, gezondbidders en geestverdriivers, kaartlegsters en waarzegsters”.
De kranten stonden begin twintigste eeuw vol met hun advertenties en op elke straathoek werden strooibiljetten uitgereikt zoals dat van ene Mej. IDA, planeetlezeres, dat ik ooit in een ander oud boekje vond.
Je bent onderzoeksjournalist of niet dus Feith wilde daarvan wel eens het fijne weten. Gewapend met pen en bloknoot dompelde hij zich onder in volkse achterafbuurtjes en duistere kamertjes om er smakelijk verslag van te doen. Goedgelovig volk, sluwe bedriegers, handige oplichters, fantasten en malloten kruisten zijn pad.
Na 167 bladzijden vol ‘vergiegelde’ en mislukte seances en koude maar lege spookhuizen vat hij zijn onderzoek in één treffende zin samen: “Van iemand, die in blakenden ijver had willen leeren griezelen. En het maar niet kon!”.
'I want to believe' lectuur maar dan uit een lang vervlogen tijd….toch?
In elk antiquariaat, op elke boekenmarkt, achter elke stapel schuilt een verborgen schat. Het enige wat je moet doen is nieuwsgierig zijn, snuffelen, bladeren, lezen en vooral de tijd nemen.
Verscholen onder een ‘Arendsoog’ lag een oud boekje dat door zijn zwartgroene kleur mijn aandacht trok. Hebbes, dacht ik…
In mijn handen lag: “Van waarzeggende menschen en geluidmakende huizen”
(Amsterdam, 1920) met vijftig fraaie pentekeningen van Leendert Jurrian Jordaan (1885-1980). Zeg nou zelf, van zo’n surrealistische boekband en curieuze titel wordt iedere boekenliefhebber toch opgewonden?
Antiquarisch is zijn repertoire her en der verkrijgbaar. Daarvan is een klein aantal titels zeer schaars geworden. Ik maak al jaren jacht op de meest curieuze exemplaren, gebonden in smaakmakende boekbanden. Eindelijk had ik er weer eens één tussen mijn vingers en dat voor het luttele bedrag van tien euro.
Op de linnen uitgeversband zien we een monsterachtig wezen. Een sfinx met het bebrilde hoofd van een oude vrouw. Ze houdt speelkaarten in haar klauwen, er staat een koffiepot, een ei in eierdop en rechts – ten voeten uit - Jan Feith die druk aan het schrijven is.
Waarover dan?
Over: “spiritualisten en spiritisten, occultisten en magnetisten, voorspellers en clairvoyanten, planeetlezers en komeetkijkers, koffie-dik-raadsters en eierdoormengsters, raadgevers en gedachtelezers, schriftgeleerden en duimafdrukkers, gezondbidders en geestverdriivers, kaartlegsters en waarzegsters”.
De kranten stonden begin twintigste eeuw vol met hun advertenties en op elke straathoek werden strooibiljetten uitgereikt zoals dat van ene Mej. IDA, planeetlezeres, dat ik ooit in een ander oud boekje vond.
Je bent onderzoeksjournalist of niet dus Feith wilde daarvan wel eens het fijne weten. Gewapend met pen en bloknoot dompelde hij zich onder in volkse achterafbuurtjes en duistere kamertjes om er smakelijk verslag van te doen. Goedgelovig volk, sluwe bedriegers, handige oplichters, fantasten en malloten kruisten zijn pad.
Na 167 bladzijden vol ‘vergiegelde’ en mislukte seances en koude maar lege spookhuizen vat hij zijn onderzoek in één treffende zin samen: “Van iemand, die in blakenden ijver had willen leeren griezelen. En het maar niet kon!”.
'I want to believe' lectuur maar dan uit een lang vervlogen tijd….toch?
Noot. Dit stukje werd geschreven voor Best Beschreven Boeken (Week van het Oude Boek 2015)
Abonneren op:
Posts (Atom)