In de rubriek 'Het jaar geboekt' (zie tabblad bovenaan) houd ik bij wat ik gedurende het lopende jaar per maand bij elkaar verzamel. Na afloop van de maand verplaats ik de lijst met aanwinsten naar de startpagina c.q. homepage en geef ik 'de cijfers'. In de rubriek blijven de voorgaande maand(en) als hyperlink aanwezig. Raadpleeg dus regelmatig de nieuwe rubriek om te zien of er aanwinsten zijn bijgekomen (of wacht op het maandoverzicht).
December 2018; de cijfers...
Totaal aantal objecten: 8.
Gekocht: 5.
Gekregen: 3.
Totaal uitgegeven: € 49,70 euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 5 is gemiddeld: € 9,94 euro per object.
Via Boekwinkeltjes: 1 (8).
Via kringloopwinkel: 3 (4, 5, 7).
Via Marktplaats: 1 (6).
Modern: 5 (2, 3, 4, 5, 7).
Marge & klein bibliofiel drukwerk: 1 (1).
Old & rare: 2 (6, 8).
December 2018: de aanwinsten...
1. R. Storm: "De Brahman-canon. Tien gedichten van J.A. dèr Mouw" (Leiden & Den Haag, 2018). Bibliofiel curiosum; oplage slechts 40 hand-genummerde exemplaren.
Uitgegeven in eigen beheer en bestemd voor bezoekers van de Menno ter Braak-middag in de Universiteitsbibliotheek Leiden op 29 november 2018, die werd georganiseerd in samenwerking met de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Ik ontving van boekenvriend Reinder Storm (conservator cartografie, geografie en reizen BC/UvA) nummer 12, het voorlopig enige exemplaar met persoonlijke opdracht: "voor de enige, echte Perkamentus, met boekenvriendengroet, van Reinder. Den Haag 30.XI.2018".
Het traditionele najaarsuitje van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen op zeven december 2018 naar de universiteitsbibliotheek van Tilburg leverde Perkamentus twee gratis boekjes op (2 en 3)!
2. "Bibliothèque de François Mitterrand. Livres modernes de 1900 a nos jours avec quelques manuscrit" (Paris, 2018). Veilingcatalogus van Piasa die op 29 en 30 oktober 2018 de boeken verkocht uit de bibliotheek van oud-president François Mitterrand (1916-1996). Vooral interessant door zijn vele opdrachtexemplaren en het feit dat tal van werken zeer fraai werden ingebonden door zijn echtgenote Danielle Mitterrand-Gouze.
3. "In Brabant. Tijdschrift voor Brabants erfgoed" (Jrg. 8. Extra nummer,
's Hertogenbosch, 2017). Uitgave ter gelegenheid van de tentoonstelling Papieren Juweeltjes van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant.
De papieren schatten bevinden zich voornamelijk in de collectie van de Tilburg University (Brabant-Collectie).
Mijn voornemen was om deze maand geen boeken te kopen maar bij mijn kringloop liet ik mij verleiden en gaf € 3,80 euro uit voor twee boekjes (4 en 5).
4. S. Landmann: "Joodse humor"
('s-Gravenhage, 1990). Interessante studie naar de sociologische achtergrond van de Joodse witz (niet te verwarren met de 'Sam en Moos' moppen!) met uiteraard een ruime verzameling joodse witzen, bijvoorbeeld:
"Bij de rabbi komt een arme, kinderrijke jood met de vraag:
'Bestaat er een religieus geoorloofd en volkomen veilig voorbehoedsmiddel?'
Rabbi: 'Bestaat. Limonade drinken...'.
De arme Jood: 'Ervoor of erna?'.
Rabbi: 'In plaats van".
5. A.O. Kouwenhoven (redactie): "Handboek Bibliografie. Een nieuwe gids naar bronnen van gepubliceerde informatie" (Assen, 1995). Voor mijn plankje boekwetenschap!
6. J.C. de Jonge: "Henrik van Wyn als geleerde en staatsman geschetst" ('s-Gravenhage, 1832). Via Marktplaats gekocht voor € 13,90 euro (incl. verzendkosten). Met portret van Nederlands eerste rijksarchivaris Hendrik van Wijn (1740-1831), in originele blauwe uitgeversband (die restauratie behoeft). Van Wijn werd opgevolgd door de auteur, Jhr. mr. J.C. de Jonge (1793-1853) die volgens het ruitvormige etiketje en handschrift voorin ('Van den schrijver') dit exemplaar schonk aan zijn medewerker Johannes Andries de Zwaan cz., (1799-1862) commies chartermeester in hetzelfde archief. Beiden moeten Van Wijn goed hebben gekend. Blijkens het inktstempel stond het boekje later in het 'Geslachtkundig Archief' van de Haagse genealoog Jurriaan van Toll (1895-1970). Hij publiceerde rondom de jaren '40-'45 diverse boekjes en artikelen (vooral in het blad 'Sibbe', van het Nederlands Verbond voor Sibbekunde) bij de Haagse uitgeverij Liebaert. Meer over deze aanwinst hier.
7. H. Pleij: "De eeuw van de zotheid. Over de nar als maatschappelijk houvast in de vroegmoderne tijd" (Amsterdam, 2007). Voor €1,50 euro meegenomen bij mij tweede kringloopbezoek deze maand. Ik hou wel van de boekjes van Herman Pleij. In dezelfde kringloopwinkel kocht ik in oktober een ander boekje van hem (aanwinst 10).
8. I. Disraeli: "Curiosities of literature" (London & New York, 1881). Driedelige uitgave in de reeks ‘Chandos Classics’. Deze uitgave bezorgd en met een levensbeschrijving door de Earl of Beaconsfield (zijn zoon Benjamin Disraeli). Met een index in deel drie. In totaal circa 250 artikelen over de meest uiteenlopende vormen van boek- en leescultuur, literaire geschiedenis, biografische anekdotiek, etc.
Ik hoef u niet uit te leggen dat ik gek ben op al die bijzondere en curieuze verhaaltjes. Mijn blog is niet veel meer dan dat en ik heb hier al eens geschreven over een antiquarisch Nederlandse voorbeeld: "Curiositeiten van allerlei aard" (drie delen). Dergelijk uitgaven werken inspirerend bij het zoeken naar - en vinden van onderwerpen voor volgende blogbijdragen. Gekocht via Boekwinkeltjes uit de bibliotheek van Ed Schilders voor € 30,50 euro (incl. verzendkosten).
Een antiquarius over verzamelen, bibliofilie, historische objecten & cultureel erfgoed
maandag 31 december 2018
donderdag 27 december 2018
Idolatrie
Mijn dochter (16) is een onvoorwaardelijk en hartstochtelijk fan van een YouTube vlogger in Almere. Kosten noch moeite worden gespaard om in contact te blijven, online en offline. Kleding met zijn naam hangt in haar kast en Almere is opeens 'hot' geworden; de beste plek op aarde om te 'chillen', te leven, wonen en werken...
Die idolatrie heeft ze niet van mij (dacht ik vaak genoeg), maar onlangs sloeg de twijfel toe. Oordeelt u zelf.
Via Catawiki kocht ik voor een luttel bedrag (bijna € 64,- euro, alles inclusief) een uitgave van mijn boekenplankheld de achttiende eeuwse Amsterdamse (stads)historicus Jan Wagenaar (1709-1773). Het gaat om: "’T verheugd Amsterdam ter gelegenheid van het plegtig bezoek hunner doorlugtige en koningklyke hoogheden Willem, prinse van Oranje en Nassau, erfstadhouder der vereenigde Nederlanden, enz. enz. enz. en zyne gemaalinne Fredrica Sophia Wilhelmina Prinsesse van Pruissen, op maandag, den 30 May, en eenige volgende dagen des jaars 1768. Door Jan Wagenaar, Historieschryver der gemelde stad” (Amsterdam, 1768). Een populaire niet geïllustreerde volksuitgave (ik kocht de eerste druk van de twee die in octavo formaat verschenen). Het boekje kostte destijds slechts twaalf stuivers maar er verscheen voor de elite ook een rijk geïllustreerde editie op groot mediaan folio en 'best Fransch papier' voor twee gulden en twaalf stuivers (die ook in mijn bibliotheek staat).
In het oeuvre van Jan Wagenaar is deze uitgave een beetje een buitenbeentje.
Het is immers geen geschiedkundig werk maar een journalistiek verslag van een gebeurtenis die hijzelf van nabij meemaakte. Zijn doel was enerzijds om een blijvende herinnering te schrijven voor de deelnemers aan de 'Koninklijke' inhuldiging, anderzijds om voor de toekomstige lezers te beschrijven "hoe men 't hebbe aangelegd, om de woeligste plegtigheden, in eene zeer groote en volkryke Stad, genoeglyk en met orde, te doen afloopen" (blz. 8/9).
Mijn nieuwe aanwinst zit in een eenvoudige papieren omslag (kievitsmarmer) en is niet bepaald zeldzaam maar desondanks gaat het om een zeer begeerlijk object.
Het is namelijk een opdrachtexemplaar met voorin de handgeschreven tekst: "Den WelEd. Heere Mr. Nicolaas Bondt. Van zijne WelEd. D.W. Dienaar Jan Wagenaar".
Een uniek boekje dus waarbij onmiddellijk de vraag in mij opkwam of er meer opdrachtexemplaren bekend zijn van hem (?). In ieder geval bezit ik nu ook iets persoonlijks van mijn idool; zijn handtekening! Niet zo maar zijn signatuur, verweesd, afgeknipt van een brief door (met name negentiende eeuwse) verzamelaars van autografen maar, zoals deze bibliofiel het graag ziet, in één van zijn uitgaven. Een nieuw hoogtepunt in mijn Wagenaar collectie!
Wat ooit in mijn vroege bibliofiele tienerjaren begon met het kopen van wat losse prentjes uit de werken van Jan Wagenaar is anno 2018 gegroeid tot een verzameling met diverse uitgaven, en verschillende portretten. Mijn vorige hoogtepunt was de aanschaf van zijn zeldzame doodsbericht maar dit unieke opdrachtexemplaar is een nieuwe bekroning van mijn Wagenaarverzameling.
Het boekje was destijds een geschenk aan mr. Nicolaas Bondt (1732-1792). Bondt was een rechtsgeleerde met interesse in literatuur en wetenschap, die pas in 1758 Amsterdams poorter werd. Bij het Amsterdams stadsbestuur had hij veel aanzien en werd hij regelmatig geraadpleegd op het gebied van zijn specialisatie; het handelsrecht (zee-, wissel- en verzekeringsrecht). Wagenaar heeft hem waarschijnlijk leren kennen in zijn functie als eerste klerk ter secretarie op het stadhuis van Amsterdam. Bondt was zodoende, mede gezien de formulering van de opdracht ('Jan' i.p.v. 'J.' en 'Dienaar'), een goed bevriende zakelijke relatie. Na het overlijden van Bondt werd zijn bibliotheek verkocht. In de veilingcatalogus komen we dit boekje tegen op blz. 53, nr. 706.
Het boekje verkeerde in goede staat, maar de papieren omslag kon wel wat cosmetische restauratie gebruiken (de rug ontbrak). Bovendien wilde ik er (ter bescherming) een passende cassette voor laten maken. Last 'but not least' leek het mij leuk om aan de cassette twee portretgravures toe te voegen. Eén van Jan Wagenaar door Jacob Houbraken en wel het portret dat soms in de tweede druk van deze uitgave voorkomt en het (iets later vervaardigde) portret van Nicolaas Bondt door Reinier Vinkeles uit: "De Vaderlandsche Historie" (het vervolg op de oorspronkelijke serie van Jan Wagenaar, deel 25, Amsterdam, 1800).
Voor de portretten nam ik contact op met antiquariaat Goltzius (van Ard van der Steur) bij wie ik in juli al een ander portret van Jan Wagenaar had gekocht (zie hier, aanwinst 8).
Voor € 45,- euro werd ik eigenaar van beide portretten. Leuke bijkomstigheid is dat ik nu vrijwel alle verschillende contemporaine portretgravures van Jan Wagenaar bezit (die allemaal teruggaan op het geschilderde portret van Jacobus Buys uit 1766).
Voor de restauratie en cassette benaderde ik Natasha Herman van de Redbone Bindery in Groningen die ik ken als lid van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen. Ik mailde haar wat gegevens en een tweetal ontwerpschetsen en maakte vervolgens een afspraak om op de Amsterdam International Antiquarian Book & Map Fair 2018 het een en ander te bespreken. Op basis hiervan maakte ze een ontwerp en offerte. Het werd een buitencassette in donkerbruin linnen ('clamshell box') en een binnencassette in lichtbruin linnen. De laatste voorzien van twee 'titeletiketten'; de eerste een kopie van de titelpagina (met aan de achterzijde het portret van Jan Wagenaar), de tweede met de tekst "Jan Wagenaar (1709-1773) AAN Nicolaas Bondt (1732-1792)" (met op de achterzijde het portret van Nicolaas Bondt). Beide portretten in een sierrand van kievitsmarmer. Het boekje ligt verdiept in het middengedeelte en kan er makkelijk worden uitgehaald door het brede bruine lint iets omhoog te trekken. Het is een fraai geheel geworden zoals u op de foto's kunt zien.
Ik hoor u denken, wat kost dat nou?
Welnu, voor de restauratie van het boekje betaalde ik € 170,- euro en de cassette kostte
€ 510,- euro (beiden exclusief 21 % btw en € 20,- verzendkosten). Ik ben het met u eens, een fors bedrag (alles bij elkaar € 847,- euro) voor deze boektempel die er mag zijn en die veel weg heeft van een triptiek, een religieus drieluik, dat zo af en toe open gaat voor de boek liefhebbende gemeente die er in vrome aanbidding van kan genieten.
Bibliofiele idolatrie in optima forma!
Die idolatrie heeft ze niet van mij (dacht ik vaak genoeg), maar onlangs sloeg de twijfel toe. Oordeelt u zelf.
In het oeuvre van Jan Wagenaar is deze uitgave een beetje een buitenbeentje.
Het is immers geen geschiedkundig werk maar een journalistiek verslag van een gebeurtenis die hijzelf van nabij meemaakte. Zijn doel was enerzijds om een blijvende herinnering te schrijven voor de deelnemers aan de 'Koninklijke' inhuldiging, anderzijds om voor de toekomstige lezers te beschrijven "hoe men 't hebbe aangelegd, om de woeligste plegtigheden, in eene zeer groote en volkryke Stad, genoeglyk en met orde, te doen afloopen" (blz. 8/9).
Mijn nieuwe aanwinst zit in een eenvoudige papieren omslag (kievitsmarmer) en is niet bepaald zeldzaam maar desondanks gaat het om een zeer begeerlijk object.
Het is namelijk een opdrachtexemplaar met voorin de handgeschreven tekst: "Den WelEd. Heere Mr. Nicolaas Bondt. Van zijne WelEd. D.W. Dienaar Jan Wagenaar".
Een uniek boekje dus waarbij onmiddellijk de vraag in mij opkwam of er meer opdrachtexemplaren bekend zijn van hem (?). In ieder geval bezit ik nu ook iets persoonlijks van mijn idool; zijn handtekening! Niet zo maar zijn signatuur, verweesd, afgeknipt van een brief door (met name negentiende eeuwse) verzamelaars van autografen maar, zoals deze bibliofiel het graag ziet, in één van zijn uitgaven. Een nieuw hoogtepunt in mijn Wagenaar collectie!
Het boekje was destijds een geschenk aan mr. Nicolaas Bondt (1732-1792). Bondt was een rechtsgeleerde met interesse in literatuur en wetenschap, die pas in 1758 Amsterdams poorter werd. Bij het Amsterdams stadsbestuur had hij veel aanzien en werd hij regelmatig geraadpleegd op het gebied van zijn specialisatie; het handelsrecht (zee-, wissel- en verzekeringsrecht). Wagenaar heeft hem waarschijnlijk leren kennen in zijn functie als eerste klerk ter secretarie op het stadhuis van Amsterdam. Bondt was zodoende, mede gezien de formulering van de opdracht ('Jan' i.p.v. 'J.' en 'Dienaar'), een goed bevriende zakelijke relatie. Na het overlijden van Bondt werd zijn bibliotheek verkocht. In de veilingcatalogus komen we dit boekje tegen op blz. 53, nr. 706.
Het boekje verkeerde in goede staat, maar de papieren omslag kon wel wat cosmetische restauratie gebruiken (de rug ontbrak). Bovendien wilde ik er (ter bescherming) een passende cassette voor laten maken. Last 'but not least' leek het mij leuk om aan de cassette twee portretgravures toe te voegen. Eén van Jan Wagenaar door Jacob Houbraken en wel het portret dat soms in de tweede druk van deze uitgave voorkomt en het (iets later vervaardigde) portret van Nicolaas Bondt door Reinier Vinkeles uit: "De Vaderlandsche Historie" (het vervolg op de oorspronkelijke serie van Jan Wagenaar, deel 25, Amsterdam, 1800).
Voor de portretten nam ik contact op met antiquariaat Goltzius (van Ard van der Steur) bij wie ik in juli al een ander portret van Jan Wagenaar had gekocht (zie hier, aanwinst 8).
Voor € 45,- euro werd ik eigenaar van beide portretten. Leuke bijkomstigheid is dat ik nu vrijwel alle verschillende contemporaine portretgravures van Jan Wagenaar bezit (die allemaal teruggaan op het geschilderde portret van Jacobus Buys uit 1766).
Voor de restauratie en cassette benaderde ik Natasha Herman van de Redbone Bindery in Groningen die ik ken als lid van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen. Ik mailde haar wat gegevens en een tweetal ontwerpschetsen en maakte vervolgens een afspraak om op de Amsterdam International Antiquarian Book & Map Fair 2018 het een en ander te bespreken. Op basis hiervan maakte ze een ontwerp en offerte. Het werd een buitencassette in donkerbruin linnen ('clamshell box') en een binnencassette in lichtbruin linnen. De laatste voorzien van twee 'titeletiketten'; de eerste een kopie van de titelpagina (met aan de achterzijde het portret van Jan Wagenaar), de tweede met de tekst "Jan Wagenaar (1709-1773) AAN Nicolaas Bondt (1732-1792)" (met op de achterzijde het portret van Nicolaas Bondt). Beide portretten in een sierrand van kievitsmarmer. Het boekje ligt verdiept in het middengedeelte en kan er makkelijk worden uitgehaald door het brede bruine lint iets omhoog te trekken. Het is een fraai geheel geworden zoals u op de foto's kunt zien.
Ik hoor u denken, wat kost dat nou?
Welnu, voor de restauratie van het boekje betaalde ik € 170,- euro en de cassette kostte
€ 510,- euro (beiden exclusief 21 % btw en € 20,- verzendkosten). Ik ben het met u eens, een fors bedrag (alles bij elkaar € 847,- euro) voor deze boektempel die er mag zijn en die veel weg heeft van een triptiek, een religieus drieluik, dat zo af en toe open gaat voor de boek liefhebbende gemeente die er in vrome aanbidding van kan genieten.
Bibliofiele idolatrie in optima forma!
donderdag 13 december 2018
De eerste reinheid en de zesvleugelige engelen
Op de Amsterdamse Spui boekenmarkt zag ik voor twintig euro het boek liggen van R. Wrede:
"Die Körperstrafen bei allen Völkern von den ältesten Zeiten bis auf die Gegenwart" (Dresden, 1898).
Terwijl ik er doorheen bladerde en wat stukjes las moest ik denk aan deze uitgave en kwam tot de conclusie dat onze oosterburen een naam hebben hoog te houden als het gaat om diepgravende studies over bizarre onderwerpen!
Maar liefst vijfhonderd pagina's met een overzicht van alle mogelijke lijfstraffen, op de meest vindingrijke manieren (met verhelderende illustraties) in verschillende landen en culturen door de eeuwen heen, passeren de revue.
Eén van de meest interessante hoofdstukken (16) gaat over: "Das Skopzentum" (blz. 258 t/m 273).
De Skopzen waren een Russische -, Roemeens religieuze sekte die zijn oorsprong vond in het midden van de achttiende eeuw en halverwege de vorige eeuw is verdwenen.
Vermoedelijk heeft u nog nooit van hen gehoord maar ik leerde ze al halverwege de jaren tachtig kennen toen ik geschiedenis studeerde (en ook al boeken verzamelde).
In het Amsterdamse filiaal van De Slegte in de Kalverstraat kocht ik destijds het boek van Karlheinz Deschner (1924-2014): "De kerk en haar kruis" (Amsterdam, 1980).
Het is een bijzonder vermakelijke en vlot geschreven uitgave over de wonderlijke en bizarre geschiedenis van de seksualiteit in het Christendom, waarin ook aandacht wordt besteed aan de Skopzen (blz. 93/94).
De informatie die Deschner over het religieus fanatisme van de Skopzen geeft komt overeen met wat ik lees bij Wrede maar de laatste is uitgebreider en gruwelijker in zijn details en bovendien is zijn informatie voorzien van statistisch materiaal en illustraties. Daarvoor putte hij uit een ander, zeer zeldzaam, medisch en cultuurhistorisch werk geschreven door
E. Pelikan: "Gerichtlich-Medicinische Untersuchungen uber das Skopzenthum in Russland nebst Historischen Notizen" (Giessen, 1876). Antiquarisch beter verkrijgbaar en over de Skopzen (en andere sekten) zeer informatief is het tweedelig overzichtswerk van K.K. Grass: "Die russische Sekten" (Leipzig, 1907-1914).
Perkamentus is gek op dit soort obscure en bizarre onderwerpen die in het stof en de nevelen der tijd zijn verdwenen en vele van mijn lezers vermoedelijk ook; dus daar gaan we dan!
Volgens het boek van Wrede werd de Russische overheid voor het eerst in 1771 opmerkzaam gemaakt op het bestaan van de Skopzen toen men vernam dat een boer genaamd Andrei Iwanow in het dorp Bogdanowska, gouvernement Orloff (Orjol), dertien andere boeren had weten te overtuigen om zich te laten castreren! Een bijzondere prestatie (al zeg ik het zelf) waarbij hij hulp had gehad van ene Kondratii Sseliwanow. Door de autoriteiten werd onmiddellijk een gerechtelijk onderzoek ingesteld en vanaf dat moment werden de leden van de sekte vervolgd, onderworpen aan lijfstraffen en verbanning (met name in de negentiende eeuw).
Kondratii Sseliwanow ontsprong voor korte tijd de dans en zette zijn castratiepromotie prediking ondertussen gewoon voort tot zijn arrestatie in 1797. Hij werd in een gekkenhuis opgesloten en enige tijd later in het armenhuis en kwam in 1802 vrij. Tot zijn overlijden in 1832 zou hij een geestelijk leider van de Skopzen blijven. Zijn woonhuis gold als een middelpunt voor sekteleden en werd wel Nieuw-Jerusalem of het hemelse Sion genoemd.
Grass geeft in zijn eerdergenoemde overzichtswerk diverse verklaringen voor de herkomst van de Skopzen waaronder, meest waarschijnlijk, dat zij voortkwamen uit de zeventiende eeuwse 'Chlysten', de Russische geselbroeders of flagellanten. Skopzen werden ook wel 'witte duiven' genoemd (wit als symbool van sexuele reinheid!) en de schrijver Fjodor Dostojevski (1821-1881) noemde hen 'oudgelovigen'.
Sekteleden waren vooral te vinden in en rond de Russische steden Moskou, Sint-Petersburg, Morschansk en Odessa. In Roemenië vooral in en om Jassy en Boekarest. In het midden van de negentiende eeuw waren er nog geen 5.000 Skopzen met name onder de arme Russische boerenbevolking.
Binnen de sekte leefde de overtuiging dat wanneer er 144.000 Skopzen waren (Openbaringen, Johannes 14!), hun leidsman de troon zou innemen om het laatste oordeel over de wereld uit te stellen door een algehele castratie van de mensheid! Die zou vervolgens rein en in ware gelukzaligheid eeuwig verder leven.
Hun geestelijk leven bestond uit Bijbellezingen en het zingen van spirituele verzen.
Ze hadden geen kerk(en) maar gebedsruimten thuis die ze versierden met mystieke en allegorische afbeeldingen zoals het alziende oog, engelen, Adam en Eva en uitgeknipte portretten (uit Russische vertalingen) van Duitse mystici, zoals Johan Heinrich Jung (1740-1817) en Karl von Eckartshausen (1752-1803). De Antichrist was volgens hen Napoleon Bonaparte (1769-1821), die naar hun mening een bastaard was van Catherina II van Rusland (1729-1796) en de Duivel.
Dansen vormde een essentieel onderdeel van de geloofsbeleving. Het extatisch en spiritueel dansen (net als bij derwisjen!) tot een staat van verdoving of uitputting werd gezien als het werken 'in God' en "Radenije" genoemd. Er bestonden vier dansvormen:
1. De boot: hierbij werd een kring gevormd en sprongen de dansers met grote sprongen en in ganzenpas door elkaar.
2. De wand: waarbij de dansers tegen de muur stonden, schouder aan schouder, en van links naar rechts bewogen en sprongen.
3. Het kruis: waarbij vier of acht mannen afzonderlijk of in paren in de hoeken van de ruimte in een snel tempo door elkaar heen sprongen.
4. Man voor man. Waarbij verschillende mensen in het midden van een kamer stonden en snel om hun as draaiden.
Zending en het winnen van zieltjes, soms door verleiding (het vereffenen van schulden) soms door het kopen van kinderen uit arme gezinnen om als leerling of personeel te werken (en vervolgens onder druk te zetten) schijnt te zijn voorgekomen, maar er deden wel meer demoniserende verhalen de ronde. Zo zouden de Skopzen zich schuldig maken aan satanische bloedmissen, inclusief mensenoffers en kannibalisme, maar enig bewijs daarvoor is nimmer gevonden.
Kernpunt van hun leer (en meest tot de verbeelding sprekend) was de religieus gemotiveerde rituele castratie zowel bij mannen als vrouwen. Degene die dit ondergingen bewezen dat ze trouwe en standvastige dienaren en strijder voor Christus waren. Ware martelaren die vrijwillig het reinigingsritueel hadden ondergaan en hun bloed hadden vergoten om Christus wille en die aan alle vleselijke lusten ontkwamen en zuiver in de hemel konden worden opgenomen.
In de vroegste periode bestond de operatie, die alleen toegankelijk was voor sekteleden, bij mannen uit het afbinden en het wegbranden van de balzak (het scrotum) met een gloeiend ijzer. Daarom stond deze handeling bekend als 'de vuurdoop'.
Later werd voor de castratie in plaats van een gloeiend ijzer ook wel een scheermes of bijl gebruikt. Op onderstaande illustratie zijn wat van deze snij-instrumenten te zien met geheel rechts het ijzer dat gloeiend heet werd gemaakt. De bloeding werd gestopt met koud water, olijfolie of in zalf gedrenkte lappen en genas in vier tot zes weken.
Deze vorm van castreren bleef tot ver in de twintigste eeuw bestaan en werd wel het kleine of 'eerste zegel' genoemd of 'de eerste reinheid'. Daarmee verdween niet alle wellust en daarom was er voor fanatiekelingen nog een tweede reinheid, bekend onder de naam van het 'Tsarenzegel'.
Die bestond uit het totaal verwijderen van de geslachtsorganen, dus ook de penis, vaak gelijk met de balzak, soms enige tijd daarna. De afgebeelde spijker (met touwtje) werd dan in het urinekanaal (de pisbuis) gestoken zodat deze vrij bleef voor urinelozing en niet kon dichtgroeien...
Vrouwelijke Skopzen kenden de volgende graden van verminking.
1. Het wegsnijden of wegbranden van één of beide borsttepels.
2. Het (gedeeltelijk) wegsnijden van één of beide borsten.
3. Het symmetrisch insnijden of kerven van één of beide borsten.
4. Het weghalen van de kleine schaamlippen soms gelijk met de clitoris.
5. Het wegsnijden van de grote en kleine schaamlippen en de clitoris.
In de geschiedenis zouden de Skopzen voor het laatst op de voorgrond treden in de jaren 1929/1930 toen zij wegens religieuze - en anti-sowjetische propaganda na sensationele showprocessen werden veroordeeld tot verbanning naar Siberië. Enkele decennia later was de sekte verdwenen. Hoewel..., Siberië is koud, ver weg, erg groot en zeer verlaten. Wie weet...
"Die Körperstrafen bei allen Völkern von den ältesten Zeiten bis auf die Gegenwart" (Dresden, 1898).
Terwijl ik er doorheen bladerde en wat stukjes las moest ik denk aan deze uitgave en kwam tot de conclusie dat onze oosterburen een naam hebben hoog te houden als het gaat om diepgravende studies over bizarre onderwerpen!
Maar liefst vijfhonderd pagina's met een overzicht van alle mogelijke lijfstraffen, op de meest vindingrijke manieren (met verhelderende illustraties) in verschillende landen en culturen door de eeuwen heen, passeren de revue.
Eén van de meest interessante hoofdstukken (16) gaat over: "Das Skopzentum" (blz. 258 t/m 273).
De Skopzen waren een Russische -, Roemeens religieuze sekte die zijn oorsprong vond in het midden van de achttiende eeuw en halverwege de vorige eeuw is verdwenen.
Vermoedelijk heeft u nog nooit van hen gehoord maar ik leerde ze al halverwege de jaren tachtig kennen toen ik geschiedenis studeerde (en ook al boeken verzamelde).
In het Amsterdamse filiaal van De Slegte in de Kalverstraat kocht ik destijds het boek van Karlheinz Deschner (1924-2014): "De kerk en haar kruis" (Amsterdam, 1980).
Het is een bijzonder vermakelijke en vlot geschreven uitgave over de wonderlijke en bizarre geschiedenis van de seksualiteit in het Christendom, waarin ook aandacht wordt besteed aan de Skopzen (blz. 93/94).
De informatie die Deschner over het religieus fanatisme van de Skopzen geeft komt overeen met wat ik lees bij Wrede maar de laatste is uitgebreider en gruwelijker in zijn details en bovendien is zijn informatie voorzien van statistisch materiaal en illustraties. Daarvoor putte hij uit een ander, zeer zeldzaam, medisch en cultuurhistorisch werk geschreven door
E. Pelikan: "Gerichtlich-Medicinische Untersuchungen uber das Skopzenthum in Russland nebst Historischen Notizen" (Giessen, 1876). Antiquarisch beter verkrijgbaar en over de Skopzen (en andere sekten) zeer informatief is het tweedelig overzichtswerk van K.K. Grass: "Die russische Sekten" (Leipzig, 1907-1914).
Perkamentus is gek op dit soort obscure en bizarre onderwerpen die in het stof en de nevelen der tijd zijn verdwenen en vele van mijn lezers vermoedelijk ook; dus daar gaan we dan!
Volgens het boek van Wrede werd de Russische overheid voor het eerst in 1771 opmerkzaam gemaakt op het bestaan van de Skopzen toen men vernam dat een boer genaamd Andrei Iwanow in het dorp Bogdanowska, gouvernement Orloff (Orjol), dertien andere boeren had weten te overtuigen om zich te laten castreren! Een bijzondere prestatie (al zeg ik het zelf) waarbij hij hulp had gehad van ene Kondratii Sseliwanow. Door de autoriteiten werd onmiddellijk een gerechtelijk onderzoek ingesteld en vanaf dat moment werden de leden van de sekte vervolgd, onderworpen aan lijfstraffen en verbanning (met name in de negentiende eeuw).
Kondratii Sseliwanow ontsprong voor korte tijd de dans en zette zijn castratie
Grass geeft in zijn eerdergenoemde overzichtswerk diverse verklaringen voor de herkomst van de Skopzen waaronder, meest waarschijnlijk, dat zij voortkwamen uit de zeventiende eeuwse 'Chlysten', de Russische geselbroeders of flagellanten. Skopzen werden ook wel 'witte duiven' genoemd (wit als symbool van sexuele reinheid!) en de schrijver Fjodor Dostojevski (1821-1881) noemde hen 'oudgelovigen'.
Sekteleden waren vooral te vinden in en rond de Russische steden Moskou, Sint-Petersburg, Morschansk en Odessa. In Roemenië vooral in en om Jassy en Boekarest. In het midden van de negentiende eeuw waren er nog geen 5.000 Skopzen met name onder de arme Russische boerenbevolking.
Binnen de sekte leefde de overtuiging dat wanneer er 144.000 Skopzen waren (Openbaringen, Johannes 14!), hun leidsman de troon zou innemen om het laatste oordeel over de wereld uit te stellen door een algehele castratie van de mensheid! Die zou vervolgens rein en in ware gelukzaligheid eeuwig verder leven.
Hun geestelijk leven bestond uit Bijbellezingen en het zingen van spirituele verzen.
Ze hadden geen kerk(en) maar gebedsruimten thuis die ze versierden met mystieke en allegorische afbeeldingen zoals het alziende oog, engelen, Adam en Eva en uitgeknipte portretten (uit Russische vertalingen) van Duitse mystici, zoals Johan Heinrich Jung (1740-1817) en Karl von Eckartshausen (1752-1803). De Antichrist was volgens hen Napoleon Bonaparte (1769-1821), die naar hun mening een bastaard was van Catherina II van Rusland (1729-1796) en de Duivel.
Dansen vormde een essentieel onderdeel van de geloofsbeleving. Het extatisch en spiritueel dansen (net als bij derwisjen!) tot een staat van verdoving of uitputting werd gezien als het werken 'in God' en "Radenije" genoemd. Er bestonden vier dansvormen:
1. De boot: hierbij werd een kring gevormd en sprongen de dansers met grote sprongen en in ganzenpas door elkaar.
2. De wand: waarbij de dansers tegen de muur stonden, schouder aan schouder, en van links naar rechts bewogen en sprongen.
3. Het kruis: waarbij vier of acht mannen afzonderlijk of in paren in de hoeken van de ruimte in een snel tempo door elkaar heen sprongen.
4. Man voor man. Waarbij verschillende mensen in het midden van een kamer stonden en snel om hun as draaiden.
Zending en het winnen van zieltjes, soms door verleiding (het vereffenen van schulden) soms door het kopen van kinderen uit arme gezinnen om als leerling of personeel te werken (en vervolgens onder druk te zetten) schijnt te zijn voorgekomen, maar er deden wel meer demoniserende verhalen de ronde. Zo zouden de Skopzen zich schuldig maken aan satanische bloedmissen, inclusief mensenoffers en kannibalisme, maar enig bewijs daarvoor is nimmer gevonden.
Kernpunt van hun leer (en meest tot de verbeelding sprekend) was de religieus gemotiveerde rituele castratie zowel bij mannen als vrouwen. Degene die dit ondergingen bewezen dat ze trouwe en standvastige dienaren en strijder voor Christus waren. Ware martelaren die vrijwillig het reinigingsritueel hadden ondergaan en hun bloed hadden vergoten om Christus wille en die aan alle vleselijke lusten ontkwamen en zuiver in de hemel konden worden opgenomen.
In de vroegste periode bestond de operatie, die alleen toegankelijk was voor sekteleden, bij mannen uit het afbinden en het wegbranden van de balzak (het scrotum) met een gloeiend ijzer. Daarom stond deze handeling bekend als 'de vuurdoop'.
Later werd voor de castratie in plaats van een gloeiend ijzer ook wel een scheermes of bijl gebruikt. Op onderstaande illustratie zijn wat van deze snij-instrumenten te zien met geheel rechts het ijzer dat gloeiend heet werd gemaakt. De bloeding werd gestopt met koud water, olijfolie of in zalf gedrenkte lappen en genas in vier tot zes weken.
Deze vorm van castreren bleef tot ver in de twintigste eeuw bestaan en werd wel het kleine of 'eerste zegel' genoemd of 'de eerste reinheid'. Daarmee verdween niet alle wellust en daarom was er voor fanatiekelingen nog een tweede reinheid, bekend onder de naam van het 'Tsarenzegel'.
Die bestond uit het totaal verwijderen van de geslachtsorganen, dus ook de penis, vaak gelijk met de balzak, soms enige tijd daarna. De afgebeelde spijker (met touwtje) werd dan in het urinekanaal (de pisbuis) gestoken zodat deze vrij bleef voor urinelozing en niet kon dichtgroeien...
Vrouwelijke Skopzen kenden de volgende graden van verminking.
1. Het wegsnijden of wegbranden van één of beide borsttepels.
2. Het (gedeeltelijk) wegsnijden van één of beide borsten.
3. Het symmetrisch insnijden of kerven van één of beide borsten.
4. Het weghalen van de kleine schaamlippen soms gelijk met de clitoris.
5. Het wegsnijden van de grote en kleine schaamlippen en de clitoris.
Castratie en verminking van de lendestreek werd door de Kaukasische Skopzen voor een hoge graad van volmaaktheid gehouden. De gelukkigen die dit hadden ondergaan mochten zich vijfvleugelige Engelen noemen. De hoogste graad echter was die van de zesvleugelige Engelen (de Bijbelse Serafijnen!). Deze personen droegen ook nog ferme, vaak kruisvormige, littekens op beide kanten van de borst en rug.
In de geschiedenis zouden de Skopzen voor het laatst op de voorgrond treden in de jaren 1929/1930 toen zij wegens religieuze - en anti-sowjetische propaganda na sensationele showprocessen werden veroordeeld tot verbanning naar Siberië. Enkele decennia later was de sekte verdwenen. Hoewel..., Siberië is koud, ver weg, erg groot en zeer verlaten. Wie weet...
zaterdag 1 december 2018
Het jaar geboekt, november 2018
In de rubriek 'Het jaar geboekt' (zie tabblad bovenaan) houd ik bij wat ik gedurende het lopende jaar per maand bij elkaar verzamel. Na afloop van de maand verplaats ik de lijst met aanwinsten naar de startpagina c.q. homepage en geef ik 'de cijfers'. In de rubriek blijven de voorgaande maand(en) als hyperlink aanwezig. Raadpleeg dus regelmatig de nieuwe rubriek om te zien of er aanwinsten zijn bijgekomen (of wacht op het maandoverzicht).
November 2018; de cijfers...
Totaal aantal objecten: 17.
Gekocht: 16.
Gekregen: 1.
Totaal uitgegeven: € 256,41 euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 16 is gemiddeld: € 16,03 euro per object.
Via Boekwinkeltjes: 1 (11).
Via kringloopwinkel: 6 (2, 3, 4, 5, 6, 7).
Via (online) antiquariaat: 2 (8, 9).
Via boekwinkel: 1 (10).
Via boekenmarkt: 6 (12, 13, 14, 15, 16, 17).
Modern: 9 (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 12).
Old & rare: 8 (8, 9, 11, 13, 14, 15, 16, 17).
November 2018: de aanwinsten...
1. P. Dijstelberge: "Wat is een boek? Een kleine geschiedenis" (Amsterdam, 2018). Presentexemplaar gekregen van de uitgever. Eenskijken lezen of ik nog weet wat een boek is...
Een rondje in mijn kringloop leverde vier aanwinsten op (2, 3, 4 en 5) voor bij elkaar
€ 8,25 euro.
2. S. Schama: "Overvloed en onbehagen. De Nederlandse cultuur in de Gouden Eeuw" (Amsterdam, 1988). De Nederlandse vertaling van de Engelstalige klassieker: "The Embarrassment of Riches. An interpretation of Dutch culture in the Golden Age" (London, 1987), die al sinds zijn verschijning bij mij in de kast stond. Behalve inhoudelijke verbeteringen zitten er in de Nederlandse editie ook kleurenafbeeldingen.
3. H. Roodenburg: "Onder censuur. De kerkelijke tucht in de gereformeerde gemeente van Amsterdam 1578-1700" (Hilversum, 1990). Handelseditie van het academisch proefschrift (Vrije Universiteit) van H.W. Roodenburg. Bekende studie die prima aansluit bij mijn collectie verboden boeken, kerkelijke tucht en geschiedenis van Amsterdam.
4. A.M. Numan: "Noord-Hollandse kerken en kapellen in de Middeleeuwen, ca. 720-1200. Een archeologische, bouwhistorische en historische inventarisatie" (Zutphen, 2005). Voor mijn collectie lokale geschiedenis, Amstelland en omstreken. Vele naburige (verdwenen) dorpskerken passeren hierin de revue waaronder die in Ouderkerk aan de Amstel (blz. 162/163). Foutief daarbij is de vermelding 'gemeente Amstelveen' in plaats van 'gemeente Ouder-Amstel'!
5. A.P. van den Band en E.H.P. Cordfunke (redactie): "Archeologie in veelvoud. Vijftig jaar Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland" (Utrecht, 2001). Archeologie heeft nog altijd mijn belangstelling. In mijn tienerjaren heb ik veel in de binnenstad gegraven (lees: "Bizar" en "Proost"!) en ook in AWN-verband was ik later - zij het kort - actief.
Zo groef ik op de voormalige locatie van Kostverloren aan de Amstel en bij de dorpskerk in Oud-Diemen. Op de laatste locatie deed ik een topvondst.
Terwijl Paul Hoogers (die de opgraving leidde) en anderen aan de zuidzijde van de kerk groeven, waar o.m. een grote roodkleurige zandstenen grafkist lag, verplaatste ik mijn graafactiviteiten naar de toren om te kijken hoe deze aansloot op het schip. Op mijn buik liggend groef ik met mijn hand en een klein schepje in de hoek. Vlakbij lag de enorme grafzerk van Catharina Maria Best en er was maar weinig beweegruimte. Plotseling voelde ik wat hards. Het bleek te gaan om het zandstenen hoofdje van een bebaarde man met muts. Al gauw volgden andere kleine en grote gebeeldhouwde fragmenten en verzamelden enkele leden van de groep zich rond mij om te zien wat er allemaal naar boven kwam.
Op blz. 126/127 staan een aantal van deze fragmenten afgebeeld die ooit deel hebben uitgemaakt van een sacramentshuisje.
Een tweede bezoek een week later leverde nog twee titels op (6 en 7) voor bij elkaar € 3,- euro.
6. H. Petroski: "The book on the book shelf" (New York, 1999). Interessante studie over het bewaren van boeken op de plank in de boekenkast door de eeuwen heen.
7. "De Praagse Golem. Joodse verhalen uit het getto" (Praag, z.j.). Ik heb vele jaren geleden een driedaags flitsbezoek gebracht aan Praag en daar natuurlijk ook het schilderachtige Joodse kwartier en de befaamde drukbezette Joodse begraafplaats bekeken. De verhalen uit het Praagse getto over de Golem en Rabbi Löw zijn wereldberoemd.
8. [H. Riemsnijder]: "Galante dichtluimen" (z.p. ['s-Gravenhage], 1780). Bijzonder zeldzaam erotisch dichtbundeltje (met, naaste de Franse titelpagina en de typografische titelpagina, ook de gegraveerde titelpagina). In: "Gepeins over zeldzaam (galante dichtluimen)", beschreef ik dit verjaardagscadeau en hoe ik met behulp van een afbeelding van de originele omslag een facsimile omslag maakte op oud achttiende eeuws papier. Gekocht en afgehaald voor € 80,00 euro (inclusief verjaardagskorting) bij het Amsterdamse antiquariaat Boek en Glas.
9. J.H. Halbertsma: "Aanteekeningen op het vierde deel van den Spiegel Historiael van Jacop van Maerlant" (Deventer, 1851). In fraai halfleren band, gekocht via Boekwinkeltjes bij De Slegte in Antwerpen voor € 35,50 euro (incl. verzendkosten). Lijvige aanvulling van Halbertsma op de twee jaar daarvoor afgesloten editio princeps van de Spiegel Historiael van Jacob van Maerlant (die ik alweer drie jaar geleden voor weinig kocht en waarover ik schreef in: "De veiling van een winkeldochter").
10. M. Hageman: "De geschiedenis volgens Bicker 1746-1812" (Amsterdam, 2018). Gekocht op de drukbezochte boekpresentatie bij Scheltema in Amsterdam op 30 november 2018. Gesigneerd exemplaar ("Bij onze eerste kennismaking, van Mariëlle Hageman voor Perkamentus Antiquarius") € 22,50 euro. Ik nam natuurlijk meteen het gratis voorpublicatieboekje mee dat Mariëlle ook voor me signeerde.
Perkamentus koopt zelden boeken nieuw maar het vooruitzicht om haar en vele anderen Twitter vrienden 'in the flesh' te ontmoeten leek mij leuk en trok mij over de streep.
Dat beviel velen overigens zo goed dat er wellicht nog eens een aparte 'TweetMeet' volgt.
11. J.W. Gunning: ”Over de faecaliën in maart en april 1872 met de Liernur'sche toestellen verzameld in de Looijersloot en de bouwkas te Amsterdam”.
Gesepareerd artikel uit het "Tijdschrift uitgegeven door de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid" (Haarlem, jaargang 1872, deel XXXV).
Gekocht voor € 7,66 euro (inclusief verzendkosten) via Boekwinkeltjes.
De laatste mooie dag van november was een bibliofiele topdag.
Ik scoorde op de vrijdagse boekenmarkt op het Amsterdamse Spui maar liefst zes bijzondere boeken (12, 13, 14, 15, 16 en 17). Het wordt weer een hele toer om daarvoor een plekje te vinden in mijn overvolle boekenkasten. En dan te bedenken dat het jaar nog niet voorbij is, laat staan het verzamelen...
12. B. Paasman: "J.F. Martinet. een Zutphense filosoof in de achttiende eeuw" (Zutphen, 1971). Interessante studie van de auteur van het "Huisboek voor vaderlandsche huisgezinnen" (Amsterdam, 1793), waarover ik eerder schreef. € 4,50 euro.
13. "Gaudeamus. liederenbundel voor de studenten van Hageveld" (Breda, 1901). Onvindbare pocket uitgave (14,5 cm. x 8,5 cm.), 'Niet in den Handel', van het roemruchte kleinseminarie in Heemstede (destijds nog in Voorhout). In felrode omslag en in onberispelijke staat voor € 15,- euro. Boekenvriend Jos Swiers van De Althaea Pers bezit overigens een exemplaar van deze bundel in gele band en publiceerde hieruit lied nummer elf: "Hageveld's bloei". Zelf herkende ik natuurlijk nummer drieënvijftig: "'k Zag twee beren", met de slotopmerking: "Ad libitum laat men alle dieren in dit vers optreden, b.v.:
'k Zag twee vlooien: mutsen plooien.
'k Zag twee spreeuwen: schuiten breeuwen.
'k Zag twee apen: wortelen schrapen.
'k Zag twee muizen: touw uitpluizen. enz.".
14. "Kleine katechismus of kort begrip der geschillen onder de katholijken in Holland" (Amsterdam, 1820). Klein gebonden boekje (ongeveer hetzelfde formaat als nummer 13), in een smaakvolle nieuwe handmarmeren omslag met titeletiket. Zeldzaam, inhoudelijk curieus, goedkoop (slechts € 10,- euro) en daarom gekocht. Uitgave van de Oudkatholieke Kerk destijds beter bekend als de 'Rooms Katholijke Klerezie' met aan het eind een "Lijst der boeken welke achtereenvolgens door meer gevorderden over de aanhangende Kerkgeschillen zouden kunnen gelezen worden, en bij de drukker en uitgever dezes Potgieter en van Balen, verkrijgbaar zijn". Het is mijn derde catechismus. Over de andere twee exemplaren in mijn collectie schreef ik al eerder hier.
15. G.D.J. Schotel: "Geschied-, Letter- en Oudheidkundige uitspanningen" (Utrecht, 1840).
Ik bezit al enkele boekjes van Schotel over verschillende cultuurhistorische onderwerpen maar nog niet deze schaarse uitgave met verschillende korte bijdragen, waaronder (hoe actueel!) één over het Sint-Nicolaasfeest (blz. 145) dat in Dordrecht al in 1360 door de kinderen werd gevierd. Ondanks het feit dat in dit exemplaar - wonderlijk genoeg - de zes (VI) pagina's inleiding ontbreken is de € 25,- euro die ik ervoor betaalde beslist weinig! Aardig detail; dit boekje, in originele contemporaine halflinnen band met gemarmerde platten, komt uit de bibliotheek van het Amsterdamse leesgezelschap Doctrina & Amicitia.
16. R. Wrede: "Die Körperstrafen bei allen Völkern von den ältesten Zeiten bis auf die Gegenwart" (Dresden, 1898). Uitputtende, Duitse studie (rijk geïllustreerd) van een auteur met een toepasselijke achternaam. Maar liefst vijfhonderd pagina's met een overzicht van de vele foltermogelijkheden (met bijbehorende instrumenten) en de diverse soorten lijfstraffen in verschillende landen en culturen door de eeuwen heen. Hieruit blijkt dat er destijds in vele Duitse gevangenissen, werk- en armenhuizen nog steeds harde lijfstraffen bestonden, met name stokslagen (tot zestig toe): "wozu der Haselnussstock und das spanische Rohr verwendet wird, auf den Rücken oder auf das Gesäss". Ook dit boek komt blijkens zijn bibliotheekstempel uit de voormalige boekerij van Doctrina & Amicitia. Van deze uitgave bestaat overigens een moderne herdruk uit 1980. € 20,- euro.
17. Th. Griesinger: "De Jesuïeten, volledige geschiedenis hunner openbare en geheime werkzaamheid van de stichting der orde tot op heden, aan het volk verhaald" (Utrecht, 1888). Het boek (ruim 550 blz.) eindigt met: "Achten wij den baardeloozen, langgerokten vijand niet te gering! Dat zij van dit boek de slotsom en de waarschuwing"! In fraaie contemporaine rode stempelband gekocht voor slechts € 25,- euro.
November 2018; de cijfers...
Totaal aantal objecten: 17.
Gekocht: 16.
Gekregen: 1.
Totaal uitgegeven: € 256,41 euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 16 is gemiddeld: € 16,03 euro per object.
Via Boekwinkeltjes: 1 (11).
Via kringloopwinkel: 6 (2, 3, 4, 5, 6, 7).
Via (online) antiquariaat: 2 (8, 9).
Via boekwinkel: 1 (10).
Via boekenmarkt: 6 (12, 13, 14, 15, 16, 17).
Modern: 9 (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 12).
Old & rare: 8 (8, 9, 11, 13, 14, 15, 16, 17).
November 2018: de aanwinsten...
1. P. Dijstelberge: "Wat is een boek? Een kleine geschiedenis" (Amsterdam, 2018). Presentexemplaar gekregen van de uitgever. Eens
Een rondje in mijn kringloop leverde vier aanwinsten op (2, 3, 4 en 5) voor bij elkaar
€ 8,25 euro.
2. S. Schama: "Overvloed en onbehagen. De Nederlandse cultuur in de Gouden Eeuw" (Amsterdam, 1988). De Nederlandse vertaling van de Engelstalige klassieker: "The Embarrassment of Riches. An interpretation of Dutch culture in the Golden Age" (London, 1987), die al sinds zijn verschijning bij mij in de kast stond. Behalve inhoudelijke verbeteringen zitten er in de Nederlandse editie ook kleurenafbeeldingen.
3. H. Roodenburg: "Onder censuur. De kerkelijke tucht in de gereformeerde gemeente van Amsterdam 1578-1700" (Hilversum, 1990). Handelseditie van het academisch proefschrift (Vrije Universiteit) van H.W. Roodenburg. Bekende studie die prima aansluit bij mijn collectie verboden boeken, kerkelijke tucht en geschiedenis van Amsterdam.
4. A.M. Numan: "Noord-Hollandse kerken en kapellen in de Middeleeuwen, ca. 720-1200. Een archeologische, bouwhistorische en historische inventarisatie" (Zutphen, 2005). Voor mijn collectie lokale geschiedenis, Amstelland en omstreken. Vele naburige (verdwenen) dorpskerken passeren hierin de revue waaronder die in Ouderkerk aan de Amstel (blz. 162/163). Foutief daarbij is de vermelding 'gemeente Amstelveen' in plaats van 'gemeente Ouder-Amstel'!
5. A.P. van den Band en E.H.P. Cordfunke (redactie): "Archeologie in veelvoud. Vijftig jaar Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland" (Utrecht, 2001). Archeologie heeft nog altijd mijn belangstelling. In mijn tienerjaren heb ik veel in de binnenstad gegraven (lees: "Bizar" en "Proost"!) en ook in AWN-verband was ik later - zij het kort - actief.
Zo groef ik op de voormalige locatie van Kostverloren aan de Amstel en bij de dorpskerk in Oud-Diemen. Op de laatste locatie deed ik een topvondst.
Terwijl Paul Hoogers (die de opgraving leidde) en anderen aan de zuidzijde van de kerk groeven, waar o.m. een grote roodkleurige zandstenen grafkist lag, verplaatste ik mijn graafactiviteiten naar de toren om te kijken hoe deze aansloot op het schip. Op mijn buik liggend groef ik met mijn hand en een klein schepje in de hoek. Vlakbij lag de enorme grafzerk van Catharina Maria Best en er was maar weinig beweegruimte. Plotseling voelde ik wat hards. Het bleek te gaan om het zandstenen hoofdje van een bebaarde man met muts. Al gauw volgden andere kleine en grote gebeeldhouwde fragmenten en verzamelden enkele leden van de groep zich rond mij om te zien wat er allemaal naar boven kwam.
Op blz. 126/127 staan een aantal van deze fragmenten afgebeeld die ooit deel hebben uitgemaakt van een sacramentshuisje.
Een tweede bezoek een week later leverde nog twee titels op (6 en 7) voor bij elkaar € 3,- euro.
6. H. Petroski: "The book on the book shelf" (New York, 1999). Interessante studie over het bewaren van boeken op de plank in de boekenkast door de eeuwen heen.
7. "De Praagse Golem. Joodse verhalen uit het getto" (Praag, z.j.). Ik heb vele jaren geleden een driedaags flitsbezoek gebracht aan Praag en daar natuurlijk ook het schilderachtige Joodse kwartier en de befaamde drukbezette Joodse begraafplaats bekeken. De verhalen uit het Praagse getto over de Golem en Rabbi Löw zijn wereldberoemd.
8. [H. Riemsnijder]: "Galante dichtluimen" (z.p. ['s-Gravenhage], 1780). Bijzonder zeldzaam erotisch dichtbundeltje (met, naaste de Franse titelpagina en de typografische titelpagina, ook de gegraveerde titelpagina). In: "Gepeins over zeldzaam (galante dichtluimen)", beschreef ik dit verjaardagscadeau en hoe ik met behulp van een afbeelding van de originele omslag een facsimile omslag maakte op oud achttiende eeuws papier. Gekocht en afgehaald voor € 80,00 euro (inclusief verjaardagskorting) bij het Amsterdamse antiquariaat Boek en Glas.
9. J.H. Halbertsma: "Aanteekeningen op het vierde deel van den Spiegel Historiael van Jacop van Maerlant" (Deventer, 1851). In fraai halfleren band, gekocht via Boekwinkeltjes bij De Slegte in Antwerpen voor € 35,50 euro (incl. verzendkosten). Lijvige aanvulling van Halbertsma op de twee jaar daarvoor afgesloten editio princeps van de Spiegel Historiael van Jacob van Maerlant (die ik alweer drie jaar geleden voor weinig kocht en waarover ik schreef in: "De veiling van een winkeldochter").
10. M. Hageman: "De geschiedenis volgens Bicker 1746-1812" (Amsterdam, 2018). Gekocht op de drukbezochte boekpresentatie bij Scheltema in Amsterdam op 30 november 2018. Gesigneerd exemplaar ("Bij onze eerste kennismaking, van Mariëlle Hageman voor Perkamentus Antiquarius") € 22,50 euro. Ik nam natuurlijk meteen het gratis voorpublicatieboekje mee dat Mariëlle ook voor me signeerde.
Perkamentus koopt zelden boeken nieuw maar het vooruitzicht om haar en vele anderen Twitter vrienden 'in the flesh' te ontmoeten leek mij leuk en trok mij over de streep.
Dat beviel velen overigens zo goed dat er wellicht nog eens een aparte 'TweetMeet' volgt.
11. J.W. Gunning: ”Over de faecaliën in maart en april 1872 met de Liernur'sche toestellen verzameld in de Looijersloot en de bouwkas te Amsterdam”.
Gesepareerd artikel uit het "Tijdschrift uitgegeven door de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid" (Haarlem, jaargang 1872, deel XXXV).
Gekocht voor € 7,66 euro (inclusief verzendkosten) via Boekwinkeltjes.
De laatste mooie dag van november was een bibliofiele topdag.
Ik scoorde op de vrijdagse boekenmarkt op het Amsterdamse Spui maar liefst zes bijzondere boeken (12, 13, 14, 15, 16 en 17). Het wordt weer een hele toer om daarvoor een plekje te vinden in mijn overvolle boekenkasten. En dan te bedenken dat het jaar nog niet voorbij is, laat staan het verzamelen...
12. B. Paasman: "J.F. Martinet. een Zutphense filosoof in de achttiende eeuw" (Zutphen, 1971). Interessante studie van de auteur van het "Huisboek voor vaderlandsche huisgezinnen" (Amsterdam, 1793), waarover ik eerder schreef. € 4,50 euro.
13. "Gaudeamus. liederenbundel voor de studenten van Hageveld" (Breda, 1901). Onvindbare pocket uitgave (14,5 cm. x 8,5 cm.), 'Niet in den Handel', van het roemruchte kleinseminarie in Heemstede (destijds nog in Voorhout). In felrode omslag en in onberispelijke staat voor € 15,- euro. Boekenvriend Jos Swiers van De Althaea Pers bezit overigens een exemplaar van deze bundel in gele band en publiceerde hieruit lied nummer elf: "Hageveld's bloei". Zelf herkende ik natuurlijk nummer drieënvijftig: "'k Zag twee beren", met de slotopmerking: "Ad libitum laat men alle dieren in dit vers optreden, b.v.:
'k Zag twee vlooien: mutsen plooien.
'k Zag twee spreeuwen: schuiten breeuwen.
'k Zag twee apen: wortelen schrapen.
'k Zag twee muizen: touw uitpluizen. enz.".
14. "Kleine katechismus of kort begrip der geschillen onder de katholijken in Holland" (Amsterdam, 1820). Klein gebonden boekje (ongeveer hetzelfde formaat als nummer 13), in een smaakvolle nieuwe handmarmeren omslag met titeletiket. Zeldzaam, inhoudelijk curieus, goedkoop (slechts € 10,- euro) en daarom gekocht. Uitgave van de Oudkatholieke Kerk destijds beter bekend als de 'Rooms Katholijke Klerezie' met aan het eind een "Lijst der boeken welke achtereenvolgens door meer gevorderden over de aanhangende Kerkgeschillen zouden kunnen gelezen worden, en bij de drukker en uitgever dezes Potgieter en van Balen, verkrijgbaar zijn". Het is mijn derde catechismus. Over de andere twee exemplaren in mijn collectie schreef ik al eerder hier.
15. G.D.J. Schotel: "Geschied-, Letter- en Oudheidkundige uitspanningen" (Utrecht, 1840).
Ik bezit al enkele boekjes van Schotel over verschillende cultuurhistorische onderwerpen maar nog niet deze schaarse uitgave met verschillende korte bijdragen, waaronder (hoe actueel!) één over het Sint-Nicolaasfeest (blz. 145) dat in Dordrecht al in 1360 door de kinderen werd gevierd. Ondanks het feit dat in dit exemplaar - wonderlijk genoeg - de zes (VI) pagina's inleiding ontbreken is de € 25,- euro die ik ervoor betaalde beslist weinig! Aardig detail; dit boekje, in originele contemporaine halflinnen band met gemarmerde platten, komt uit de bibliotheek van het Amsterdamse leesgezelschap Doctrina & Amicitia.
16. R. Wrede: "Die Körperstrafen bei allen Völkern von den ältesten Zeiten bis auf die Gegenwart" (Dresden, 1898). Uitputtende, Duitse studie (rijk geïllustreerd) van een auteur met een toepasselijke achternaam. Maar liefst vijfhonderd pagina's met een overzicht van de vele foltermogelijkheden (met bijbehorende instrumenten) en de diverse soorten lijfstraffen in verschillende landen en culturen door de eeuwen heen. Hieruit blijkt dat er destijds in vele Duitse gevangenissen, werk- en armenhuizen nog steeds harde lijfstraffen bestonden, met name stokslagen (tot zestig toe): "wozu der Haselnussstock und das spanische Rohr verwendet wird, auf den Rücken oder auf das Gesäss". Ook dit boek komt blijkens zijn bibliotheekstempel uit de voormalige boekerij van Doctrina & Amicitia. Van deze uitgave bestaat overigens een moderne herdruk uit 1980. € 20,- euro.
17. Th. Griesinger: "De Jesuïeten, volledige geschiedenis hunner openbare en geheime werkzaamheid van de stichting der orde tot op heden, aan het volk verhaald" (Utrecht, 1888). Het boek (ruim 550 blz.) eindigt met: "Achten wij den baardeloozen, langgerokten vijand niet te gering! Dat zij van dit boek de slotsom en de waarschuwing"! In fraaie contemporaine rode stempelband gekocht voor slechts € 25,- euro.
Abonneren op:
Posts (Atom)