De
verzamelaar anno 2011 heeft het maar makkelijk.
Jong en oud kan zich aansluiten bij
verenigingen.
Op haast elk gebied zijn er interessante handleidingen en/of specifieke publicaties en het regent het hele jaar door kleine en grote
verzamel(aars)beurzen.
De meeste verzamelaars beschikken over voldoende vrije tijd en geld en dankzij internet is de hele wereld jachtterrein geworden en kan een collectie snel worden opgebouwd en uitgebreid.
Dat alles schoot door mijn hoofd bij het doorbladeren en lezen van het “
Handboek voor den verzamelaar. Een praktisch boek, leerende het aanleggen, in orde maken en onderhouden van alle soorten van verzamelingen” (Leiden, 1880), geschreven door
Tiberius Cornelius Winkler (1822-1897), die vanaf 1864 conservator was van Nederlands eerste en oudste museum; het
Teylers museum in Haarlem.
Het boekje verscheen destijds bij de gerenommeerde Leidse uitgever
A.W. Sijthoff in afleveringen en omvat zeven delen; (I) De kever-, vlinder- en rupsenverzameling, (II) De planten-, varens-, mos-, korstmos-, paddestoel- en bladerverzameling, (III)
De mineralenverzameling, (IV) De schelpenverzameling, (V) De schedelverzameling, (VI) De eierenverzameling en (VII) Het aquarium, terrarium en insectarium.
Allemaal traditionele verzamelgebieden waarvan de objecten tot in de 18de eeuw vaak werden opgeborgen in het
naturaliënkabinet om mee te pronken.
Feitelijk was dit de eerste verzamelaars handleiding voor
jongens jongeren die in Nederland is verschenen. Winkler’s handboek is thans gezocht maar zeker in goede staat, schaars en duur goed. Op de afgelopen
Dordtse boekenmarkt zag ik voor het laatst een exemplaar liggen in originele uitgeversband. Het was duidelijk intensief gebruikt en dat is niet zo verwonderlijk want ik vermoed dat veel jonge verzamelaars van toen met het boek in de hand de natuur introkken om hun collectie te starten. Goed voor de verzameling, niet zo goed voor het boek. Desondanks werd voor dit exemplaar toch nog honderd vijftig euro gevraagd.
Winkler’s handboek was geen uitgesproken kinderboek ook al richt hij zich in zijn voorwoord tot ‘de jonge lezers van dit boek’. In zijn biografie over uitgever Sijthoff noemt, de in de boekenwereld bekende,
R. van der Meulen het: “
een eigenaardige uitgaaf, die, hoewel voornamelijk voor de jeugd bestemd, toch ook personen van elke leeftijd goede diensten kan bewijzen”. Mogelijk daarom werd het geen
bestseller. Er verscheen maar één editie en het restant daarvan lag een paar jaar later voor spotprijzen in de
ramsj zoals blijkt uit diverse krantenadvertenties.
Helemaal begrijpen doe ik dat niet, want Winkler’s boek is boeiend geschreven en bevat sfeervolle en instructieve illustraties. Deze waren overigens, samen met het idee voor deze uitgave, overgenomen van de Duitse uitgeverij Velhagen & Klasing. Bij hen verscheen enkele jaren eerder: “
Das Buch der Sammlungen. Praktische Anleitung zum Anlegen, Ordnen und Erhalten aller Arten von Sammlungen, überhaupt zur Unterstützung naturwissenschaftlicher und geschichtswissen-schaftlicher Liebhabereien.
Für die deutsche Jugend” (Bielefeld/Lpz., 1873).
In Duitsland kende het boek wél een redelijke mate van populariteit gezien de verschillende bijgewerkte edities die tot 1890 verschenen. Er verscheen ook een Engelse vertaling: “
The Home Naturalist; With Practical Instructions for Collecting, Arranging and Preserving Natural Objects” (Londen, ca. 1880).
Van alle illustraties geniet die van ‘de verzamelaar’ tegenover de titelpagina wellicht de meeste bekendheid.
De zonderlinge wat verstrooide figuur met zijn insectenhoed doet ons meer denken aan
Mijnheer Prikkebeen dan aan een
adolescent uit de beoogde doelgroep. Dat was toen ook al zo en daarom gaf de schrijver in zijn voorwoord een uitvoerige verklaring, typisch voor zijn tijd: “
Wat ’n rare vent! Zult gij misschien zeggen. Raar, ja zeker, raar wil zeggen zeldzaam, het is het fransche woord rare, dat wij in onze taal hebben overgenomen, maar daaraan de betekenis hebben gegeven van wonderlijk. Raar of zeldzaam is het zeker dat een oude heer zich zóó wil opschikken. En toch….. ik wensch u toe dat gij eens zulk een ‘rare oude heer’ moogt worden. Immers als gij zóó wordt, zijt gij ten 1sten oud, en dus niet jong gestorven, wat een geluk is. Ten 2den hebt gij nog krachten genoeg om tochtjes naar buiten te maken, en zijt gij dus niet zwak of gebrekkig, maar gezond, wat ook een geluk is. Ten 3den hebt gij lust om de natuurlijke historie van dieren en planten te bestudeeren, en hebt gij dus uwen geest geoefend in aangenamer en zielverheffender bezigheden, dan, bij voorbeeld, coupon-knippen. Ten 4den hebt gij tijd om verzamelingen aan te leggen en te onderhouden, en dus geen zorgen voor het dagelijksche brood, en dat alles is ook een geluk. Als ik u dus toewensch eenmaal zulk een rare oude heer te worden, wensch ik u geluk, en dat zult gij mij zeker niet kwalijk nemen.”.
De titelprent wordt voorafgegaan door een paginagrote vooraankondiging van de uitgever dat er al een vervolg op de pers lag.
Het ging om een deel geschreven door de Amsterdamse stadsarchivaris
Mr. N. de Roever Az. (1850-1893): “
Het verzamelen van Handschriften. Handboek voor het aanleggen van eene verzameling van handschriften” (Leiden, z,j,). Het zou evenals dat van Winkler een ‘praktisch boek’ worden ‘voor jongelui bewerkt’.
Uiteindelijk verscheen het samen met: “
Het verzamelen van zegels. Handboek voor het aanleggen van eene zegelverzameling” (Leiden, z.j.). Bovendien verscheen vrijwel gelijktijdig het door zijn Leidse collega
Mr. Ch. M. Dozy (1852-1901) geschreven: “
Het verzamelen van munten en penningen. Handboek tot het aanleggen van eene munt- en penningverzameling” (Leiden, z.j.).
Hoe interessant ook, men kan toch nauwelijks volhouden dat deze verzamelgebieden voor Nederlandse
jongens jongeren van toen makkelijk toegankelijk waren. De door Sijthoff geformuleerde termen ‘praktisch’ en ‘voor jongelui bewerkt’ komen in de titel niet meer terug en terecht want de inhoud is, anders dan Winkler’s boek, nog maar weinig op deze doelgroep gericht.
Het zal dan ook geen verwondering wekken dat ook van deze verzamelaars handboeken maar één editie verscheen die al spoedig in de ramsj lag, naast het boekje van Winkler. De delen van De Roever worden antiquarisch nog wel eens aangeboden maar dat van
Dozy’s moet vrij zeldzaam zijn (er verscheen een herdruk in 2005) en daarom ontbreekt het nog in mijn collectie. Tips aan
deze verzamelaar zijn welkom!