Die verzamel ik niet (!), maar de kleine ingekleurde houtgravures met karikaturale neuzen vond ik zeer curieus. Het is, zoals u kunt zien, een tweetalige centsprent (nr. 52) door Franciscus Antonius Beersmans (1840-1897) in Turnhout uitgegeven tussen 1866 en 1897. Bovenaan staat: “Maar zie toch wat vieze kwasten, kon men hen van den neus ontlasten”.
Wie op de website ‘Het geheugen van Nederland’ het zoekwoord ‘neuzen’ intypt komt behalve deze centsprent nog twee andere tegen uit de collectie (Aernout) Borms waaronder een iets vroeger exemplaar: “Panorama van Fraaije neuzen” (uitgegeven door Lutkie en Cranenburg tussen 1848 en 1881). Bovendien levert het zoeken op dit trefwoord daar een tekst op van een ‘Neuzen-revue’, van rond 1910 en een ‘Neuzenlied’ uit dezelfde periode. De tekst van de laatste komt overigens in het geheel niet overeen met het meer recente ‘Neuzenlied’ van Bert & Ernie uit Sesamstraat!
Even neuzen op internet leverde zo veel interessante gegevens op dat ik, voor ik het wist, serieus zocht naar allerlei uitgaven die ons reukorgaan tot onderwerp hebben. Ik legde mij voorlopig wel een aantal beperkingen op.
1. Het medische aspect mag wel aan bod komen maar het moet geen handleiding zijn voor de keel-, neus en oorarts. Puur medische uitgaven vallen dus af.
2. Geen sprookjes- of verhaalboeken die specifiek voor kinderen zijn geschreven.
Verleidelijk maar misleidend zijn publicaties als:
“De Neus van Stalin” (Baarn, 1994), “De neus van Mussolini” (Utrecht, 2011), “De neus van Cleopatra”(Amsterdam, 1975) en de “De neus van Pinokkio” (Amsterdam, 1990). Ze hebben de neus allerminst tot onderwerp en behoren dus niet in een echte neuzenbibliotheek te staan.
Wel aanwezig en wellicht uniek in zijn soort is: “De neus van Frederik van Eeden, Een beschouwing over de betekenis van reuk en geur in zijn werk” (Amsterdam, 1996), geschreven door Prof.dr. R.Th.R. Wentges.
Dan is er nog een grote groep boeken die nauw verwant is aan het onderwerp waaronder: “Het Parfum” (Amsterdam, 1985) van Patrick Süskind en “Pestdamp en bloesemgeur” (Nijmegen, 1986) van Alain Corbin. Deze twee - meer iets voor geurspecialisten - staan wel in mijn boekenkast maar behoren feitelijk niet tot het verzamelgebied.
Er blijft al met al een select groepje over.
Mijn neuzenbibliotheek, tevens bibliotheek om in te neuzen, bevat momenteel niet meer dan een tiental uitgaven. Zuiver getalsmatig is ‘bibliotheek’ daarom een wat wijds begrip (de term ‘collectie’ zou hier beter op zijn plaats zijn) maar heel veel meer dan wat ik nu heb verzameld zal er (denk ik) niet zijn en ik heb niet de illusie dat het onderwerp ooit een hele boekenkast zal vullen. Een plankje om te neuzen is al mooi genoeg. Het zijn stuk voor stuk leuke, soms weinig voorkomende, publicaties die grofweg uiteenvallen in drie categorieën; Humor, Literatuur of (pseudo) Wetenschap.
Humor lijkt erg voor de hand te liggen, maar ik bezit slechts twee uitgaven die echt in deze categorie thuishoren.
Het gaat om het “Neuzenboek” (Hazerswoude-dorp, 1983) met karikaturen van Bert Witte en het uiterst grappige boekje van R. Flicket: “Haal meer uit uw neus: de kunst van het peuteren” (Amsterdam, 1996). De laatste (uit het Engels vertaald) behandeld “de geschiedenis en techniek van een onuitputtelijke liefhebberij, met een unieke raad en daad-sectie voor zelfhulp en doortastend advies bij peuterproblemen”. Aanhangsel 6 achterin is een verzamelblad met vakjes waar ‘pulken’, nadat ze zijn gedroogd, kunnen worden ingeplakt.
Alleen ‘afkomstig van’ en ‘datum’ invullen en klaar. Handig, want je kunt zo gauw zien welke pulken, van wie nog ontbreken en welke je dubbel hebt om te ruilen teneinde je verzameling zo compleet mogelijk te maken…
Met humor geschreven en dus nauw verwant aan deze categorie is het sprookje van Nikolaj Vasiljewitsj Gogol (1809-1852):
“De neus”, waarvan een bibliofiele uitgave verscheen bij Stichting De Roos (Utrecht, 1980) in een oplage van 175 exemplaren (mijn exemplaar draagt nr. 102). Feitelijk behoort zijn sprookje tot de Literatuur.
Hierop gebaseerd is een opera getiteld:
“De Neus (opus 15)”, geschreven door Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj (1906-1975), die op 18 januari 1930 in première ging in het Maly theater in Leningrad.
Eveneens Literatuur is het boek van Laurence Sterne (1713-1768) “The Life and Opinions of Tristram Shandy, Gentleman” (London, 1759-1767) dat in 1852 in een Nederlandse vertaling verscheen bij de Haarlemse uitgever Kruseman. Weliswaar niet geheel aan de neus gewijd bevat het vierde deel een verhandeling van ene Hafen Slawkenbergius over neuzen. Het wordt op internet in diverse uitgaven veelvuldig aangeboden en ik moet nog een keuze maken welke daarvan te zijner tijd in mijn neuzenbibliotheek mag plaatsnemen.
Mocht u willen meeneuzen... alle tips zijn welkom.