De titel trok mijn aandacht: “Verlegenheid, beschroomdheid, Vrees, Verwarring en de middelen tot radicale genezing” (Amsterdam, 1931).
Oorspronkelijk rond 1907 verschenen in Duitsland en geschreven door ene dr. G.H. Berndt. Ik ben niet verlegen maar wel erg nieuwsgierig. Wat waren de oorzaken van verlegenheid die dr. Berndt met ons wil bespreken? Legio… Er zijn hoofdstukjes over verlegenheid uit zuiver maatschappelijke oorzaken, verlegenheid tengevolge van belachelijke en slechte gewoonten zoals nagelbijten, zonderlingheden (het verzamelen van lichaamshaar en nagelstukjes!) en verkeerdheden (smakken, snuiven en “het uitpeuteren der tanden”). Het openhouden van de mond en andere ‘tics’, zoals het vertrekken van gezicht en ledematen.
Verlegenheid ten gevolge van het bewustzijn van lichaamsgebreken. Nerveuze stoornissen zoals bovenmatig zweten, kwalijk riekende adem, ontsiering van het gelaat, stotteren, blozen en mensschuwheid.
Verlegenheid en angst ten gevolge van dwanggevoelens en dwanggedachten, geestelijke radeloosheid, examenvrees, openbaar optreden, ‘spreek- en lampenkoorts’ enz., enz., enz.
Maarliefst een heel hoofdstuk (III) is gewijd aan de verlegenheid ten gevolge van onanie. Onawie?
Mocht het woord bij u geen blos van herkenning maar opgetrokken wenkbrauwen oproepen, kijk dan even in het woordenboek. “(1) zaaduitstorting buiten de vagina, bij de geslachtelijke gemeenschap en (2) zelfbevrediging”. Verlegenheid door masturberen; aftrekken (en vingeren) dus. In de moderne zelfhulpboekjes over verlegenheid zult u dit onderwerp wel niet meer aantreffen, vermoed ik.
Tegenwoordig is “Onanie, der ganz normale Spass“, maar daar dacht onze dr. Berndt, ruim honderd jaar geleden, nog anders over. Toen herkende men de onanist(e!) van mijlenver aan zijn matte onzekere houding, knikkende knieën en zwetende slap afhangende handen. Aan zijn bleek ingevallen gezicht met twee diepliggende roodomrande ogen.
“Het bij onanisten overheerschend en wel gerechtvaardigd gevoel dat zij iets gemeens doen, de voortdurende strijd tusschen die oppermachtigen hartstocht en de zedelijke plicht werkt zeer aangrijpend en uitputtend“.
En dat, beste lezers, zorgde voor een heel scala aan klachten. Last van matheid, krachteloosheid, prikkelbaarheid, psychisch lijden, moedeloosheid, angst, schrikachtigheid of onverschilligheid? Bent u mensenschuw, hoogmoedig, eigenzinnig, zwaarmoedig, gedrukt of verlegen? Bemerkt u karakterveranderingen, koudhartigheid, driftbuien, geheugenverlies of zwaarte van het hoofd?
Allemaal door de onanie.
Gelukkig kent onze dr. Berndt daarvoor de juiste oplossing en middelen.
“Zoo heeft men doelmatige belettingswerktuigen voor armen en voeten en beschermingsgordels voor de schaamdelen uitgevonden. Zeer doelmatig zijn de pantsers, broeken zonder opening, hemden die op verschillende wijze worden toegebonden, enz. Men hecht groot gewicht aan een strenge, voortdurende contrôle en men gaat daarin terecht zoover dat men den onanist een bewaker geeft, die hem onder geen voorwaarde verlaat, hem zelfs op ‘zekere plaats’ volgt en al zijn bewegingen observeert”.
De onanist moet verder de eenzaamheid vermijden, een voedzaam maar vet- en prikkelloos dieet (geen scherpe kruiden) volgen en zeer weinig alcohol nuttigen (absoluut geen bier!). Een warm verenbed is de goden verzoeken. Een matras van paardenhaar en een wollen deken zijn absoluut veel beter. Verder vooral niet op de rug liggen want dat bevordert de zaaduitstorting! Bovendien zijn dagelijkse zee- en koudwaterbaden aan te raden.
Natuurlijk zijn er altijd ‘troostelooze gevallen’ bij wie dat alles niet helpt. Als laatste redmiddel valt dan te denken aan een hypnotische behandeling waarbij afkeer van onanistische manipulaties en de neiging tot coïtus (en volkomen vertrouwen op het lukken daarvan) moeten worden ingeprent.
Op deze manier, schrijft dr. Berndt, werd een twintigjarige student door hem van zijn nare kwaal verlost. Na een eerste sessie liet deze dankbare patiënt met blijdschap weten dat hij voor het eerst in een bordeel was geweest en de daad goed was gelukt. Na de tweede sessie volgde een hartverwarmende bedankbrief:
“Ik ben nu op den besten weg het knappe kamermeisje in mijn hotel tot mijn wenschen over te halen. Wij kussen elkaar reeds enz. Wat mijn vroeger kwaad betreft, kan ik u verzekeren, dat ik, sedert ik de eer had door u behandeld te worden, nooit meer geonaneerd heb en ook nooit meer de behoefte daaraan gevoelde”.
Applaus voor dr. Berndt!