Stofomslagen… Let u er wel eens op?
Ikzelf maar weinig maar dat komt vooral omdat ik toch meer in ‘het oude boek’ zit.
Trouwens, wat is het eigenlijk? De stofomslag of het stofomslag?
Het nadrukkelijk najagen van boeken met een onberispelijke stofomslag associeer ik vooral met Amerikaanse verzamelaars en bibliofielen. Die verzamelen vaak ‘modern first editions’ waarbij vooral de staat van de ‘dust jacket’ enorme invloed kan hebben op de waarde. Een goed voorbeeld ter illustratie is de iconische 'dust jacket' van de roman van
F. Scott Fitzgerald: "The Great Gatsby" (New York, 1925).
Onder Nederlandse boekverzamelaars is de waardering voor stofomslagen, geloof ik, nogal wisselend. Zo is van de rasbibliofiel Jhr. Dr. Matthieu René Radermacher Schorer (1888-1956) bekend dat hij altijd als eerste de stofomslag in de prullenbak gooide alvorens zijn aanwinst in de kast te zetten.
Stofomslagen (stofwikkels) om de boekband zijn een negentiende eeuwse uitvinding.
De tot dusver oudste stofomslag werd in 2009 in de Oxford Bodleian Library gevonden en is van 1830. Het vroegst bekende voorbeeld in Nederland zit om een exemplaar van Starters “Bloemlezing uit den Friesche lusthof en andere gedichten van Jan Janszoon Starter”, uitgegeven in 1862 bij W. Eekhoff in Leeuwarden.
De tot dusver oudste stofomslag werd in 2009 in de Oxford Bodleian Library gevonden en is van 1830. Het vroegst bekende voorbeeld in Nederland zit om een exemplaar van Starters “Bloemlezing uit den Friesche lusthof en andere gedichten van Jan Janszoon Starter”, uitgegeven in 1862 bij W. Eekhoff in Leeuwarden.
Over het algemeen waren die eerste stofomslagen vrij eenvoudig, puur functioneel en uitsluitend bedoeld ter bescherming van het boek. Het aantal boeken dat met stofomslag verscheen bleef echter beperkt en zou pas in het laatste kwart van de negentiende eeuw toenemen. Vaak werden ze weggegooid, als niet behorende bij het boek, zodat je stofomslagen van vóór 1900 maar zelden tegenkomt.
Het benutten van de communicatieve en decoratieve mogelijkheden van stofomslagen begint pas goed rond 1920. Er verschijnen illustraties en korte tekstjes op de voor- en achterkant en de zijflappen. Vaak een korte schets van de inhoud, een beknopte auteursbiografie en/of reclame van de uitgever. Hoorde stofomslagen er oorspronkelijk niet helemaal bij, in de loop der jaren zijn ze steeds meer deel gaan uitmaken van het boek, temeer omdat ze nogal eens informatie bevatten die niet in het boek zelf is terug te vinden.
Een voorbeeld van optimale benutting van de stofomslag vond ik om de gebonden uitgave van Alberto Manguel: “Een geschiedenis van het lezen” (Amsterdam, 2006). Zelfs de binnenzijde werd bedrukt met een ‘Chronologie van de lezer’.
Het benutten van de communicatieve en decoratieve mogelijkheden van stofomslagen begint pas goed rond 1920. Er verschijnen illustraties en korte tekstjes op de voor- en achterkant en de zijflappen. Vaak een korte schets van de inhoud, een beknopte auteursbiografie en/of reclame van de uitgever. Hoorde stofomslagen er oorspronkelijk niet helemaal bij, in de loop der jaren zijn ze steeds meer deel gaan uitmaken van het boek, temeer omdat ze nogal eens informatie bevatten die niet in het boek zelf is terug te vinden.
Een voorbeeld van optimale benutting van de stofomslag vond ik om de gebonden uitgave van Alberto Manguel: “Een geschiedenis van het lezen” (Amsterdam, 2006). Zelfs de binnenzijde werd bedrukt met een ‘Chronologie van de lezer’.
In september 2007 kocht ik op de Haagse boekenmarkt de tweede druk van het bekende dagboek van Anne Frank (1929-1945): “Het Achterhuis” (Amsterdam, 1947), zonder stofomslag, voor vijfennegentig euro.
Een vriendelijke vraagprijs, want een tweede druk van “Het Achterhuis” was toen al net zo schaars als een eerste druk. Ik heb er nimmer spijt van gehad want een mooier bewaard gebleven exemplaar ben ik sindsdien niet meer tegengekomen. De antiquarische vraagprijzen, in het bijzonder voor een eerste of tweede druk (beiden verschenen in 1947) blijven nog steeds stijgen.
Over de oplage van de eerste drie drukken schreef Lisa Kuitert: “Uit het Contact archief blijkt dat de eerste oplage van Het Achterhuis 3036 exemplaren bedroeg, dus niet 1500 zoals in de inleiding van de wetenschappelijke uitgave staat. Deze waren op 34 exemplaren na meteen uitgeleverd aan de boekhandel wat uitzonderlijk is. De 2de druk bedroeg 6830 exemplaren, de derde 10.500 exemplaren” (De Boekenwereld, jrg. 24, 2007-2008).
Een vriendelijke vraagprijs, want een tweede druk van “Het Achterhuis” was toen al net zo schaars als een eerste druk. Ik heb er nimmer spijt van gehad want een mooier bewaard gebleven exemplaar ben ik sindsdien niet meer tegengekomen. De antiquarische vraagprijzen, in het bijzonder voor een eerste of tweede druk (beiden verschenen in 1947) blijven nog steeds stijgen.
Over de oplage van de eerste drie drukken schreef Lisa Kuitert: “Uit het Contact archief blijkt dat de eerste oplage van Het Achterhuis 3036 exemplaren bedroeg, dus niet 1500 zoals in de inleiding van de wetenschappelijke uitgave staat. Deze waren op 34 exemplaren na meteen uitgeleverd aan de boekhandel wat uitzonderlijk is. De 2de druk bedroeg 6830 exemplaren, de derde 10.500 exemplaren” (De Boekenwereld, jrg. 24, 2007-2008).
Dat zijn nog best behoorlijke aantallen - hoor ik u denken - maar er is een keerzijde. Uitgeverij Contact liet het boekje namelijk drukken op een slechte kwaliteit naoorlogs papier, gebonden in een dito beroerd kartonnen bandje met een sombere nietszeggende stofomslag. Het gevolg is dat bij antiquarisch aangeboden exemplaren de stofomslag altijd ontbreekt en er vaak van alles mankeert aan de boekband, het boekblok of het papier. Juist bij een uitgave als “Het Achterhuis” telt ‘condition, condition, condition’ erg zwaar als het gaat om de waardebepaling. Daarom betaal je tegenwoordig voor mooie exemplaren van die vroegste drukken (zonder stofomslag!) al gauw enkele honderden euro’s (en in Amerika duizenden dollars!).
De stofomslag van “Het Achterhuis” (ontwerp Helmut Salden) is trouwens een verhaal apart. Ze zijn zo zeldzaam geworden dat ze de vraagprijs van het boekje gauw verdubbelen.
Door dat rode buikbandje (een rariorum!) vielen mij opeens de rode letters op van ‘Anne Frank’.
Bij de eerste druk waren die geel (en een buikbandje zal daar wel nooit om hebben gezeten. NB. Lees het naschrift!).
Maar welke kleur was het bij de tweede druk? Bij Catawiki werd ooit een matig exemplaar van de tweede druk geveild met de resten van een blauwkleurig buikbandje.
Stond de naam van ‘Anne Frank’ dus in blauwe letters op de stofomslag?
Na enig gezoek vond ik een exemplaar van de tweede druk op AbeBooks.com met stofomslag (voor $ 5.000,- US-dollar!) en een ander met een gehavende stofomslag, die bovendien een misdruk is, in de collectie van het Catawiki verzamelaarsplatform. Nu weet ik het zeker...
De kleuren van “Het Achterhuis” waren achtereenvolgens: GEEL, BLAUW en ROOD.
Naschrift
Op 29 juni 2016 ontving ik een e-mail (met fotobijlagen) van 'Erwin' Strip- en Boekantiquariaat (Kampen) dat eind jaren negentig, begin jaren tweeduizend, een exemplaar van de eerste druk van "Het Achterhuis" werd aangeboden via veilingsite Ebay (NL) met stofomslag en met geel buikbandje!
Naschrift
Op 29 juni 2016 ontving ik een e-mail (met fotobijlagen) van 'Erwin' Strip- en Boekantiquariaat (Kampen) dat eind jaren negentig, begin jaren tweeduizend, een exemplaar van de eerste druk van "Het Achterhuis" werd aangeboden via veilingsite Ebay (NL) met stofomslag en met geel buikbandje!