Ik las onlangs op de Facebookpagina van Bijzondere Collecties (UvA) dat als je kennis wilt maken met de kookkunst uit het verleden je bij hen aan het juiste adres bent. “De collectie Geschiedenis van de Voeding bevat vrijwel alle belangrijke Nederlandse en een groeiend aantal buitenlandse kookboeken uit voorbije eeuwen. Daarnaast bevat de collectie boeken over diëten, voedingsleer, huishoudkunde, tafelversiering, etiquette en talloze andere (w)etenswaardige onderwerpen”.
Ik moet dan meteen denken aan Johannes van Dam (1946-2013) die samen met Joop Witteveen (1928-2016) en Bart Cuperus oprichters zijn van de Gastronomische Bibliotheek die sinds 2006 wordt beheerd door Bijzondere Collecties (UvA).
De ‘Dikke van Dam’ van Johannes staat natuurlijk ook hier in de kast maar mijn eerste gedachten - zodra zijn naam wordt genoemd - gaan naar zijn kookboekwinkeltje in de Runstraat 26 waar hij tussen 1983 en 1989 zat.
Daar leerde ik namelijk deze lekkerbek kennen als verzamelaar van boeken op zijn gebied en aan hem verkocht ik voor vijfhonderd gulden mijn exemplaar van: “De Verstandige Kock, of Sorghvuldige Huyshoudster“ (Amsterdam, 1667). Ik had het boekje een jaar daarvoor voor vijfenzeventig gulden in de Oudemanhuispoort gekocht en wist dat het terzelfdertijd bij antiquaar Nico Israël (1919-2002) voor duizend gulden werd aangeboden.
Of ik ook kookboeken verzamel?
Nee, maar ik heb niet lang geleden een uitzondering gemaakt en de zesde editie gekocht van het kookboek van Saartje Vos (1852-1917): “Oorspronkelijk Israëlietisch Kookboek” (Amsterdam, 1921). Waarom?
Het was in 1893 het eerste Nederlandse kookboek over de Joodse keuken dat verscheen (met opvallend oer-Hollandse gerechten). In 1978 verscheen een facsimile van de vijfde editie uit 1914. Alle originele edities van dit kookboekje zijn schaars, zeker in een goede conditie, want het zijn typische gebruiksboekjes; dus beduimeld, gescheurd en bevlekt. Bovendien werd deze editie van Saartjes boek op een allerbelabberdste kwaliteit papier gedrukt en in een simpel halflinnen bandje met kartonnen platten uitgegeven.
Schaarste, conditie maar ook een vriendelijke vraagprijs (twintig euro) waren mijn motieven om het boekje te kopen. Daaraan kan nog het motief ‘iconische waarde’ worden toegevoegd.
Het was immers Saartje die in de vroegste edities haar kookrecepten graag begon met de bekende woorden: “Men neme…”, en daarmee zichzelf vereeuwigde.
Behalve aan Johannes van Dam en zijn kookboekjes moest ik ook denken aan het echtpaar Heijting die in 2013 hun belangrijke collectie gedrags-, huishoud- en kookboeken, uit de negentiende en vroege twintigste eeuw, aan Bijzondere Collecties (UvA) schonken.
Beiden ken ik als leden van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen (NGB) en ik weet dus ook dat zij sindsdien zijn blijven verzamelen en regelmatig hun schenking met nieuwe aanwinsten verrijken. Als zij aanwezig zijn op bijeenkomsten van het genootschap is hun verzamelgebied regelmatig onderwerp van ons gesprek.
Elke keer weer ben ik verbaasd om te horen hoeveel boeken er op dat gebied nog ontbreken in de openbare collecties in Nederland.
Het gaat dan helemaal niet over dure banden of kostbare uitgaven maar over heel gewone gebruiksboekjes die vaak diverse (her)drukken beleefden, soms mateloos populair waren, en desondanks schaars zijn geworden of spoorloos zijn verdwenen.
Bij mij staan maar enkele uitgaven die behoren tot hun verzamelgebied, maar ik sluit niet uit dat het er meer worden.
Mijn oudste uitgave is een boek uit het Duits vertaald met de titel: “Ik kan huishouden, het boek om een huishouding billijk, practisch en goed te besturen” (Leiden, 1911).
Zowel Atria (Kennisinstituut voor emancipatie en Vrouwengeschiedenis) als Bijzondere Collecties (UvA) bezit een exemplaar van deze eerste druk die - in goede staat - antiquarisch minder vaak wordt aangeboden dan de daaropvolgende drukken.
Het is een uitgave die oorspronkelijk in tien losse afleveringen verscheen (twintig cent per stuk) maar ook - zoals mijn exemplaar - ingebonden in linnen band verkrijgbaar was voor twee gulden veertig. Vrijwel tegelijkertijd verschenen "Ik kan koken" en "Ik kan costuumnaaien".
Het is alweer enige tijd terug dat ik op een zomerse boekenmarkt aan de Amstel: "Ik kan huishouden", tussen vele andere boeken, zag liggen.
De vrijwel ongeschonden foto van twee dienstboden op het voorplat van de uitstekend bewaard gebleven bruin linnen band trok mijn aandacht. Ik bladerde er wat in, las wat, en werd het vervolgens eens met de verkoper over de prijs (twintig euro).
Conditie en een goede prijs waren ook hier de motieven die leidde tot aanschaf. Maar misschien moet ik daaraan een soort van ‘romantisch sentiment motief’ toevoegen.
Dat laatste motief gold ook bij een andere uitgave die ik tegenkwam in mijn kringloopwinkel voor één euro vijftig. Het is de tweede druk van: “Wat gij moet weten. Encyclopaedie voor de Huisvrouw” (Amsterdam, 1928).
De gebundelde adviezen en raadgevingen door 'Huismoeder, medewerkster aan de vrouwenrubriek van het Algemeen Handelsblad' zijn heerlijk gedateerd ‘ouderwetsch’ en staan soms mijlenver van het moderne huishouden een eeuw later. Zo was de aanwezigheid van dienstpersoneel nog zeer vanzelfsprekend en vinden we daarover nuttige tips in het hoofdstukje over ‘Dienstboden’ (blz. 125 t/m 128) met onderwerpen als: ‘Godspenning’, ‘Kostgeld’, ‘De Nieuwjaarsfooi’, ‘Opzegging van dienstbetrekking’, ‘Vacantie voor onze dienstmeisjes’ en ‘Zieke dienstboden’.
Ook deze uitgave wordt antiquarisch maar af en toe aangeboden. Wat mij destijds vooral verbaasde was de goed bewaard gebleven oorspronkelijke stofomslag.
Die maakt mijn exemplaar vermoedelijk uniek en dat was een extra