De "Gebruiksaanwijzing voor het kondoom" was een bijsluiter die samen met het product werd verkocht in een neutrale verpakking. De instructie volgt puntsgewijs de meer uitgebreide beschrijving die is terug te vinden in het middelenboekje van de 'Nieuw-Malthusiaansche Bond' (NMB) uit 1936 (en vermeldt hetzelfde adres). Mijn Twitterbericht met afbeelding werd vele duizenden malen bekeken en deed nogal wat stof opwaaien. Vooral de opmerking bij punt 2. "zonder dat de vrouw het merkt" zorgde voor hilarische reacties, die ik hier niet ga herhalen. Punt 7 wekte vooral verwondering. Hergebruik! Kortom; condooms na gebruik uitspoelen, drogen en bepoederen met talk. Daarvoor waren zelfs speciale roestvrij metalen droogrekjes verkrijgbaar, inclusief 'kondoom poeder'. Ze staan afgebeeld in een handzame geïllustreerde brochure, gedrukt op beroerd papier (11,5 breed en 15,8 cm. hoog): "Ter voorkoming van groote gezinnen. Het meest gezochte adres is Mej. Edeling Ouden Dijk 224b : Rotterdam" (z.p. [Rotterdam?], z.j. [tussen 1926-1928]). Hoeveel exemplaren hiervan gedrukt zijn is mij onbekend (alleen de middelenboekjes van de NMB vermelden jaar en oplage). Hoogstwaarschijnlijk is het inmiddels een uniek exemplaar en daarom heb ik het hieronder in zijn geheel afgebeeld (klik op de foto voor een vergroting). Op pagina 13 staat een afbeelding van het condoom droogrekje.
Mejuffrouw A. Edeling verkocht natuurlijk ook diverse soorten condooms "van prima kwaliteit en volkomen betrouwbaar" (blz. 11). De prijs varieerde van vijfentwintig tot zestig cent per stuk afhankelijk van de kwaliteit en dikte. De uitwasbare condooms (zie illustratie geheel bovenaan van een exemplaar uit ca. 1930), konden na herhaald gebruik krimpen en moesten dus een maatje groter worden gekocht! Het dunne (en dus wat duurdere) visblaascondoom, dat heel lang naast het relatief dikke rubberen condoom verkrijgbaar was, werd door haar niet meer verkocht. Wel waarschuwde zij nog: "Een ernstig bezwaar tegen het gebruik van kondooms is, dat de vrouw er zoo machteloos tegenover staat, wanneer de man het middel eens mocht verzuimen. Geheel machteloos is ze echter niet. Verkeert b.v. de man in beschonken toestand en vreest de vrouw juist daarom nog te meer het verwekken van ongelukkige kinderen, dan kan zij hem het kondoom soms nog aan doen; liefst ongemerkt. Zoo ook wanneer de man te weinig wilskracht heeft, om er zelf altijd aan te denken. In elk geval zal de vrouw wèl doen, er voor te zorgen dat er altijd een paar kondooms in voorraad bij de hand zijn" (blz. 14).
Negentiende eeuwse condooms, industrieel vervaardigd van gevulkaniseerd rubber (of 'caoutchouc' en 'guttapercha', de toen gebruikelijk termen voor rubber- en gummiwaren), waren vrij dik met een oncomfortabele productienaad in de lengte. Ze droogden gauw uit en waren dus beperkt houdbaar. Het 'preservatif' werd opgerold verpakt en verkocht: "zoodat ze het voorkomen eener sigarette hebben". Uiteraard waren ze puur functioneel, ter voorkoming van zwangerschap en geslachtsziekten, recht toe, recht aan. Lust- en genot opwekkende frivoliteiten zoals ribbels, uitsteeksels en diverse kleuren en smaakjes zouden pas veel later tijdens de seksuele revolutie opduiken.
Aanvankelijk had het condoom zelfs geen reservoir; niet te strak aantrekken dus... Condooms met reservoir deden hun intrede aan het einde van de negentiende eeuw, zoals blijkt uit mijn oudste brochure (1898): "Ook worden in den laatsten tijd gummi condooms vervaardigd met reservoir (klein zakje) ter opname van het sperma". Pas vanaf de jaren dertig van de twintigste eeuw verdrong het goedkopere latexcondoom (uitgevonden door de Amerikaanse Youngs Rubber Company) de rubberen varianten.
Ook het vrouwencondoom (dat in Nederland nooit populair zou worden) is ouder dan u denkt. Het 'Amerikaansche preservatif van gummi' komen we al tegen in de brochure "De Vrouw..." (ca. 1907) evenals in mijn prijscourant van 'De Noorderpost' (ca. 1910), die het merk 'Olifant' (oersterk en onverslijtbaar) verkocht. In: "Waarschuwing aan de mannen!", een brochure die ergens in de jaren rond 1930 verscheen, staat dit vrouwencondoom nog steeds als de 'Fransche ontvanger voor dames'!
Het is opvallend dat de termen ‘Préservatifs’, 'Kondooms' en 'Capotjes' vaak door elkaar heen werden gebruikt. Alleen in het middelenboekje van de 'Nieuw-Malthusiaansche Bond' uit 1936 wordt een onderscheid gemaakt tussen het 'Kondoom (Preservatium Penis)' dat over de gehele penis werd geschoven en het 'Kapotje (Preservatium Glandis)' dat alleen de eikel bedekte (eikelcondoom). De laatste was veel minder betrouwbaar en zou al gauw uit beeld verdwijnen.
Er waren talloze merken in omloop zoals 'Sport', 'Ideaal', 'Venus', 'Maltus', 'Sanitas', 'Samaritain', 'Samaritas', 'Mikado', 'Amora' en - meer heldhaftig - 'Hercules' en 'Apollo'. Sommige zijn overduidelijk buitenlands en geïmporteerd zoals 'Neverrip' en zeer waarschijnlijk ook 'Liberty'. Wie de krantenadvertenties in Delpher raadpleegt komt er wel meer tegen. In ieder geval honderd procent oer-Hollands en vanaf april 1901 verkrijgbaar waren 'Zijden hemdjes'...