Het is een wat frivool Chinees exemplaar van wat in het Westen algemeen bekend staat als ‘het Rode Boekje’ en in China “Máo Zhǔxí Yǔlù” heet, oftewel 'Citaten van voorzitter Mao Zedong'. De 427 citaten van de ‘Grote Roerganger’ zijn verdeeld over drieëndertig thematische hoofdstukken.
De meest gangbare exemplaren zijn vaak iets groter maar passen nog steeds in het vest- of borstzakje van de grauwe communistische garderobe. Zo lag het direct voor het grijpen bij partijmanifestaties en werd er druk mee gewuifd onder het scanderen van leuzen als “Máo Zhǔxí wansui, wan wan sui!” (voorzitter Mao, lang mag hij leven!).
Het was in Mao’s China verplichte studiekost en lectuur. Ieder die het boekje op verzoek van de Rode Garde niet onmiddellijk kon tonen moest rekenen op een pak slaag of zelfs gevangenisstraf.
De eerste versies van Mao’s Rode boekje circuleerden al in 1964 maar pas in mei 1965 verscheen de eerste officiële uitgave (als ‘tweede druk’). Sindsdien zijn er meer dan een miljard van verschenen in vijfenzestig talen, meer dan dertig formaten (van krantenformaat tot luciferdoosje) en verschillende kleuren. Sommige schattingen spreken zelfs van vijf tot zes en half miljard exemplaren die alleen al tijdens China’s Culturele Revolutie (1966-1976) zouden zijn uitgegeven maar deze ongelofelijke aantallen zijn nooit officieel bevestigd.
Een ding is zeker; het ‘Rode Boekje’ is na de Bijbel en de Koran het meest gedrukte boek ter wereld.
1966 was voor deze uitgave een bijzonder jaar. Het Ministerie van Propaganda van de Volksrepubliek China besloot toen tot export en vertaling van het Rode Boekje.
De eerste Nederlandstalige uitgaven verschenen in 1967. In België een geautoriseerde uitgave vertaald uit het Engels bij Het Internationale Boek (Brussel) en in Nederland een niet geautoriseerde uitgave bij Bruna (Utrecht) in de Zwarte-Beertjesreeks (nr. 1090). Beiden staan hier gebroederlijk naast de Chinese uitgave in mijn bibliotheek.
Over die Nederlandstalige uitgaven is onlangs nog geschreven in het NRC (15 maart 2014) door Gerard Groeneveld. Een smakelijk verhaal waaruit het onderstaande citaat komt. “Eind 1966 kwam Wim van Beusekom, redacteur bij uitgeverij Bruna, op het idee het Rode Boekje in Nederlandse vertaling uit te geven. Bruna-directeur Piet Hagers zocht contact met het Sinologisch Instituut in Leiden, waar Cornelis Schepel werd aangezocht voor de vertaling.
Hoewel officieel geen toestemming voor de vertaling was vereist, omdat de Volksrepubliek China niet aangesloten was bij enige internationale auteursrechtenconventie, zocht Hagers toch contact met de Chinese ambassade. Want Schepel was van de Chinezen afhankelijk voor zijn visa en wilde de autoriteiten niet tegen zich in het harnas jagen.
Men koos de weg van de glimlach. Bruna wilde het boekje absoluut niet in de oorspronkelijke vorm uitbrengen, om elke politieke implicatie te voorkomen. Maar de Chinese ambassade was niet erg toeschietelijk bij het idee dat de uitspraken van hun beminde leider in de met name door detectives populair geworden Zwarte-Beertjesreeks zouden verschijnen. (NB. Pas in 1978 zou er een tweede Nederlandse druk verschijnen bij uitgeverij Ordeman (Rotterdam) die qua vormgeving en uitvoering op het originele Rode Boekje leek).
Hagers werd door de Chinese diplomaten ontvangen in een immens vertrek van de ambassade in Den Haag, met veel rood pluche en muren die rijkelijk van Chinese karakters waren voorzien en die ongetwijfeld de zegeningen van de rode revolutie uitdrukten. 'In totaal heb ik in dat vertrek drie sessies van vele uren doorstaan, met veel geginnegap, veel bleke thee en veel hooiachtige sigaretten, voor ik me - net bijtijds - van hun chicanes en vertragingstactiek heb weten te bevrijden', herinnerde de uitgever zich later.
De Chinezen wilden een editie die als twee druppels water leek op hun eigen uitgave, compleet met vloeipapiertje over Mao's portret. Als vertaler wilden ze per se een 'maoïstisch denker'. Hun keus viel uitgerekend op de sinoloog-diplomaat Robert van Gulik, schrijver van de populaire reeks Rechter Tie. Hagers moest alle zeilen bijzetten om de Chinezen ervan te overtuigen dat Schepel een verantwoorde keus was.
Het was een taaie klus. Schepel probeerde niet zozeer vloeiend Nederlands van de tekst te maken, maar hij hield vast aan het staccato van het Chinese origineel. 'Deze citaten zijn niet bedoeld als bellettrie, maar als leerstellingen en motto's die men - ieder voor zich, maar vooral in groepsverband - leest, voorleest en creatief bestudeert en toepast', schreef hij in de inleiding. (-)
Het werkje vond zonder moeite zijn weg naar een Nederlands lezerspubliek. Piet Hagers meent dat de oplage rond de 150 duizend stuks moet hebben gelegen. In België verscheen vrijwel tezelfdertijd een uitgave, uit het Engels vertaald. Deze uitgave verscheen wél met de goedkeuring van Peking. Dat leek een detail, maar in sommige linkse kringen luisterde dat zeer nauw. Zo adverteerde het Nederlands marxistisch-leninistische maandblad De Rode Tribune alleen met de Belgische editie onder zijn aanhang”.
Zowel in de Belgische als in de Nederlandse uitgave zit een ‘facsimile’ afbeelding van het handgeschreven voorwoord (bij de tweede druk) in Chinese karakters van Lin Biao, door Schepel vertaald in: “Bestudeer de geschriften van voorzitter Mau, gehoorzaam de woorden van voorzitter Mau en handel volgens de aanwijzingen van voorzitter Mau”.
Lin Biao (1908-1971), Chinees politicus en militair leider, was lang beoogd opvolger van Mao Zedong. In 1971 viel hij echter in ongenade.
Met zijn familie vluchtte hij naar de Sovjet-Unie maar halverwege onderweg stortte zijn vliegtuig neer, vermoedelijk door brandstofgebrek, waarbij alle inzittenden omkwamen. Lin’s val in ongenade had tot gevolg dat zijn voorwoord uit talloze Rode Boekjes werd gescheurd en nieuwe edities voortaan zonder verschenen. Ook in mijn kleine frivole aanwinst ontbreekt het, al sluit ik niet uit dat het er nimmer heeft ingezeten.
Overigens, niet alle rode boekjes zijn Rode Boekjes! Mao heeft wel meer geschreven dat in een roodplastic kaft werd uitgegeven! Zo kocht ik laatst voor een paar euro een Chinese uitgave (uit 1970) van iemand die dacht dat het om Mao’s Rode Boekje ging. De tien Chinese karakters op de voorkant (bij het Rode Boekje vijf) verraden echter een andere titel. Het is een uitgave van “Máo Zhǔxí de wu pian zhexue zhu zuo” oftewel ‘Vijf essays van voorzitter Mao over filosofie’. Ook hierin vinden we achter het portret van Mao een kalligrafisch voorwoord van Lin Biao.
Mao’s bewind kostte naar schatting veertig tot zeventig miljoen Chinezen het leven. Veel meer slachtoffers dan we Adolf Hitler (1889-1945) in zijn schoenen kunnen schuiven, wiens “Mein Kampf” in oplage van ‘slechts’ tien miljoen exemplaren verscheen (waarvan honderdvijftig duizend in het Nederlands). Hitler’s boek is nog steeds verboden, de boeken van Mao zijn in China toeristische handelswaar en wereldwijd verkrijgbaar.
Het kan verkeren…