Nog een laatste blik op het plankje ‘Oranjehuis’, waar mijn oog viel op een apart gekleurd boekruggetje zonder titel. Het bleek te gaan om de “Catalogus der tentoonstelling van portretten en voorwerpen betrekking hebbende op het Huis van Oranje Nassau te houden ter gelegenheid van de inhuldiging van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina in het Fragmenten-gebouw van het Rijks-Museum te Amsterdam. 8 september-31 cotober 1898”. Ruim 120 pagina’s, grotendeels ongeopend, met achterin los bijgevoegd een kleine brochure met niet minder dan 21 bladzijden aanvullingen en verbeteringen!
De eerste verbetering betrof het titelblad "Cotober moet zijn: October”! Ai… dat moet de uitgever pijn gedaan hebben!
De inhoud bestaat uit een droge opsomming van meer dan 1300 objecten zonder ook maar één illustratie. Uitermate onaantrekkelijk dus, maar die boekband….
Die fraaie luxe band intrigeerde me enorm. Overduidelijk perkament maar bovendien op kunstzinnige wijze in Art Nouveau-/Jugendstilstijl bedrukt en met goud bewerkt.
Even apart leggen maar...
In hetzelfde boekenrijtje vond ik ook een publicatie van Marieke E. Spliethoff: “Feestelijke geschenken voor de jonge koningin 1898-1913” (Amsterdam, 1998). Tot mijn stomme verbazing trof ik daarin op bladzijde 44 een grote foto aan van dezelfde catalogus met als bijschrift: “Band van de Catalogus van de Oranje-Nassau tentoonstelling gehouden ter gelegenheid van de inhuldiging. Amsterdam 1898. Gebatikt perkament door C.A. Lion Cachet”.
Zijn bekendste ontwerp was ongetwijfeld het gebatikte Wilhelmina-bordje dat je op elke verzamelaarsbeurs ziet, een feestgave in 1898 aan de Amsterdamse schooljeugd (Petrus Regout & Co, Maastricht, in een oplage van 77.875 exemplaren!). Lion Cachet was de eerste kunstenaar die de batiktechniek op perkament toepaste.
Het zweet brak mij uit en koortsachtig las ik verder:
“Lion Cachet heeft vele opdrachten gekregen voor de levering van prachtbanden, portefeuilles en dozen in verband met de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898. De grootste opdracht hield verband met de Catalogus der tentoonstelling van portretten en voorwerpen betrekking hebbende op het Huis van Oranje Nassau, die van 8 september tot 31 oktober gehouden werd in het zogenaamde Fragmentengebouw van het Rijksmuseum. Aan de hand van meer dan 1300 voorwerpen werd de geschiedenis van het vorstenhuis vanaf de zestiende eeuw tot het moment van de troonsbestijging van Wilhelmina in beeld gebracht.
In een brief laat een der directeuren der uitgeverij aan de ondervoorzitter van het uitvoerend comité, J.F.M. Sterck op 17 juli 1898 weten: ‘Tegen de teekening van den omslag door den heer Lion Cachet bestaat mijnerzijds geen bezwaar, mits de uitnoodiging daartoe aan den heer L.C. van het comité uitgaat.
Bij ondervinding weet ik dat deze artist allerlei bezwaar maakt en zeer duur is, wanneer ik ’t hem zou vragen’.
De opdracht omvatte drie prachtbanden in gebatikt perkament voor koningin Wilhelmina, koningin Emma en prinses Marie von Wied, zes exemplaren voor de leden van het organiserend comité en nog eens dertig bestemd voor buitenlandse vertegenwoordigers. Als decoratie koos Lion Cachet voor een motief van rodekoolbladeren en varens. Midden op het voorplat bracht hij een gekroonde W aan, midden op het achterplat een gestileerde oranjeboom. Voor- en achterplat laten voorts horizontale banden zien die de constructie van het boek aangeven.De exemplaren voor de Koninklijke familie zijn uitgevoerd in de kleuren rood en zwart op een naturel ondergrond. De door de binder aangebrachte goudstempeling zorgt voor een extra luxe aangezicht.
De andere banden vertonen soortgelijke decoratie, echter in een andere kleurstelling, waarin oranje en geel overheersen.
Op 7 september leverde Lion Cachet persoonlijk enkele exemplaren van de catalogus bij het Rijksmuseum af, zodat de Koninklijke gasten bij hun bezoek aan de tentoonstelling de volgende dag er ieder een in ontvangst konden nemen.
Voor enkele leden van het comité waren ook reeds exemplaren voorhanden. Het duurde echter nog tot het voorjaar van 1899 voor Lion Cachet de omvangrijke opdracht geheel had uitgevoerd”.
Op 7 september leverde Lion Cachet persoonlijk enkele exemplaren van de catalogus bij het Rijksmuseum af, zodat de Koninklijke gasten bij hun bezoek aan de tentoonstelling de volgende dag er ieder een in ontvangst konden nemen.
Voor enkele leden van het comité waren ook reeds exemplaren voorhanden. Het duurde echter nog tot het voorjaar van 1899 voor Lion Cachet de omvangrijke opdracht geheel had uitgevoerd”.