Zo af en toe fietst er op dit blog een vondst doorheen die niet de vorm heeft van een boek. Als antiquarius ben ik immers ook geïnteresseerd in historische objecten zoals een mysterieus profaan middeleeuws insigne, een Sumerisch kleitablet (de oudste tekst in mijn collectie) of een zeldzaam achttiende eeuws ‘verklikkertje’.
Antiek of curiosa past wat mij betreft goed bij (oude) boeken en u kunt dat ook zelf constateren als u wat van de fotografische stillevens bekijkt die ik af en toe maak. Dat er dus wel eens spannend antiek in een tweedehands boekwinkel staat en wordt verkocht – zeker als dat boekgerelateerd is – komt voor mij niet als een verrassing. Het bevordert weliswaar de bekende naamsverwarring tussen de antiquair en de antiquaar maar ik neem dat verder niemand kwalijk.
Tot nog toe was een antieke
Dat ging zo. Ruim een week geleden zocht ik weer eens op Marktplaats en typte ik zoals gebruikelijk wat trefwoorden in om te kijken naar het resultaat. Het trefwoord ‘Gutenberg’ leverde een verrassing op in de vorm van een bijna dertig centimeter hoog beeldje (zie collage geheel bovenaan) van Laurens Janszoon Coster! Als chauvinistisch bibliofiel kan ik mij de verwarring Gutenberg-Coster voorstellen, als boekhistorisch liefhebber niet, maar daar gaat het nu niet om.
Het was mij bekend, zeker na het schrijven van ‘Boekjes voor ‘Lautje’, dat er naar aanleiding van de onthulling van het Costerbeeld van Louis Royer (1793-1868) op de Haarlemse Grote Markt (op 16 juli 1856) diverse
Bron voor deze informatie is natuurlijk het jubelboek van ‘costerbeliever’ J.J.F. Noordziek: “Gedenkboek der Coster-feesten van 15, 16 en 17 juli 1856” (Haarlem, 1858). Op bladzijde 272 treffen we een uitgebreid prijslijstje aan van de diverse verkrijgbare ‘statuetten’.
In metaal waren er twee ontwerpen.
De goedkoopste replica’s (zie afbeelding links) werden vervaardigd door de gieterij van Enthoven & Co. te ’s Gravenhage en waren te koop bij de Haarlemse boekhandelaar J.J. van Brederode. Een beeldje in brons (0.47 cm. hoog) kostte vijfennegentig gulden en de variant in zink drieënzeventig gulden. Ze waren ook een maatje kleiner verkrijgbaar (0.25 cm. hoog). Voor een exemplaar in brons betaalde men dan achttien gulden en in zink acht gulden en vijftig cent.
De duurste, artistiek meest fraaie uitgave (zie afbeelding rechts) kwam van de Gebr. Lurasco te Amsterdam. Dit in brons gegoten beeldje (0.48 cm. hoog) was vervaardigd naar een klein model van Royer zelf en verkrijgbaar via de Haarlemse boek- en kunsthandelaar C. van Asperen van der Velde. Het kostte een voor die tijd formidabele honderd vijfentwintig gulden. Koopwaar uitsluitend voor gefortuneerden dus en dat gold eigenlijk voor alle beeldjes. Het gemiddelde weekloon bedroeg destijds slechts acht a negen gulden waardoor ze voor de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking een onbereikbare luxe waren.
De oplage van de beeldjes is (mij) verder niet bekend maar gemeengoed is het niet geweest. In de loop der tijd zullen er velen bij de handelaar in oud metaal zijn beland, zeker nadat Laurens Janszoon Coster definitief was afgeschreven als uitvinder van de boekdrukkunst.
Een enkele keer duikt er een beeldje op via de veiling, vaak de kostbaarste uitgave van Lurasco, waarvoor inmiddels forse bedragen moeten worden betaald. De goedkopere uitgaven van Enthoven in brons of zink, groot en klein, ben ik nog niet tegengekomen (en dat geldt ook voor de houten - en pleistervariant).
Vermoedelijk is het (nog) geen antiek. De enige andere moderne replica die ik ken (hier links) is een 32 centimeter hoog model in roodbruine kunsthars uit 1976, gemaakt door beeldhouwer Wim Jonker (1920-1993).
Wie het weet mag het zeggen. Voorlopig blijft de herkomst van mijn exemplaar een raadsel en eerlijk gezegd; ik hou daar wel van!