Eén daarvan is dat ik regelmatig in aanraking kom met diverse uitgaven die aan het NGB ter kennisname worden verstuurd. Dat varieert van folders van antiquaren en uitnodigingen voor tentoonstellingen tot tijdschriften en boeken van zusterorganisaties.
Zo trof ik laatst op ‘de bestuurstafel’ weer een exemplaar aan van de tweejaarlijkse nieuwsbrief van “The fellowship of American bibliophilic societies” (FABS) waarbij ons Genootschap is aangesloten als ‘international affiliate’.
Omdat ik na de vergadering toch altijd een klein uurtje kwijt ben met het openbaar vervoer naar huis, besloot ik ditmaal de FABS-nieuwsbrief (winter 2014, volume XIX, number 1) mee te nemen om de tijd op een aangename manier te doden. Mijn aandacht ging al gauw uit naar een bijzonder interessant artikel van Eric.J. Johnson, ‘Curator of Early Books & Manuscripts at The Ohio State University’s Rare Books & Manuscripts Library’ getiteld: “Reconstructing the medieval past, one fragment at a time…” (blz. 5-11).
Daarin gaat het over de vele tienduizenden middeleeuwse losse manuscriptbladen (en fragmenten zoals maculatuur) die wereldwijd niet alleen in talloze bibliotheken liggen maar ook in groten getale zwerven door het antiquarisch circuit of bij particuliere verzamelaars worden bewaard.
Afgaande op de hoeveelheid moeten er in de loop der eeuwen ontzaglijk veel middeleeuwse boeken zijn gefragmenteerd. Voor de hand liggende boosdoeners zijn natuurlijk oorlogen, brand en andere rampspoed maar ook simpel financieel gewin heeft een ruim aandeel. De verkoop van losse bladen bracht (en brengt) vaak meer op dan het complete boek in één keer.
Op Marktplaats, Ebay of de Catawiki-veilingen worden regelmatig bladen en fragmenten aangeboden die, anders dan complete middeleeuwse manuscripten, nog enigszins betaalbaar zijn. Ze zijn stuk voor stuk uniek en hebben, los van de tekstuele informatie, een zekere artistieke en decoratieve charme die het goed doet aan de muur in de woon- of studeerkamer.
Trouwens, ook Perkamentus bezit een aantal losse bladen die hij kocht in zijn bibliofiele beginperiode ruim dertig jaar geleden. Tegenwoordig gaat mijn interesse meer uit naar gedrukte en complete boeken maar desondanks heb ik die middeleeuwse bladen als curiosum bewaard en gebruik ik ze nu als illustratie voor dit artikel. Normaal gesproken zien ze zelden het daglicht en liggen ze in een zuurvrij mapje te verstoffen.
Het gaat (van boven naar beneden) om een blad perkament met gotisch schrift (littera textualis) uit een Graduale, met gregoriaanse muziek (op een notenbalk van vier lijnen in kwadraatnotatie). Het formaat is circa 23 x 30 cm. (de randen zijn helaas afgesneden).
In de bruinrode hoofdletters heeft een ijverige scribent gezichten (tronies of grotesken) getekend. Het is een gedeelte van de ‘Missam in Vigilia’, die begint met “Hodie scietis…”. Nieuwsgierig naar hoe dat ongeveer klinkt? Luister dan even naar de onderstaande opname.
Vervolgens twee bladen perkament (8 x 11.7 cm) met gotisch schrift (littera textualis) uit een Latijns getijdenboekje met een fraaie randversiering van penwerk, florale motieven en bladgoud. Ter hoogte van de miniatuur (een aantal biddende nonnen in een poortje) begint de tekst van het “Stabat mater dolorosa…”.
Dan twee bladen perkament (8 x 11.7 cm) met gotisch schrift (littera textualis) uit een Frans getijdenboekje waarin de naam van de heilige Andreas en van de heilige Jacobus de Meerdere voorkomt en tot slot twee bladen papier (10 x 14 cm. octavo formaat) uit een eind vijftiende eeuws Nederlands getijdenboekje.
In deze tekst geschreven in littera hybrida staan twee sierhoofdletters in blauw, groen en geel waarboven in rood de titel of inhoud staat van het hoofdstuk. Het gaat om de geboorte van Christus “Eyn schoen vȃ der geborte unsr here” en een stukje over Goede vrijdag “Op den guden vrijdach…“. Pikant detail is de zichtbare fout die de schrijver maakte. Hij schreef ‘bekand’, streepte dat met rood door en vervolgde de regel met ‘bekenȇ’.
Specialisten op het gebied van middeleeuwse manuscripten kunnen vaak aan de boekverluchting, het penwerk en de sierletters zien in welke streek of atelier het boek werd geschreven. Ik heb daar zelf weinig verstand van en ook een exacte datering durf ik niet aan mijn fragmenten te geven, al vermoed ik dat ze allemaal van vóór 1500 zijn.
Enfin, de expert die het beter weet moet vooral reageren!Manuscriptlink, bedacht door professor Scott Gwara van de 'University of South-Carolina', is een ambitieus project met verregaande gevolgen op het gebied van middeleeuwse (manuscript) geschiedenis of zoals Eric schrijft: “This project will recover and reconstruct a lost library of medieval texts, an exceptionally important result considering that each represents a unique witness to a particular textual an codicological instantiation of a work”.
Ik kan hier natuurlijk kort zijn artikel samenvatten maar nog beter is het om hem zelf aan het woord te laten met zijn presentatie: “From Fragmentation to Reaggregation: Revealing a ‘Virtual’ Medieval Library with Manuscriptlink” die u hieronder aantreft.
Overigens is van Nederlandse zijde boekhistoricus Erik Kwakkel betrokken bij dit project. De meeste bibliofielen, zoals ik, kennen zijn (Engelstalige) blog wel of volgen hem via Twitter (@erik_kwakkel).
Het is uiteraard zaak dat zoveel mogelijk instellingen deelnemen aan Manuscriptlink en hun losse middeleeuwse bladen en fragmenten laten registeren (werk voor jaren!), maar Eric J. Johnson doet ook een uitdrukkelijk beroep op handelaren en verzamelaars!
“Together, collectors, curators, dealers, and donors around the world can help undo the damage done by natural and manmade catastrophes, the well-intentioned attention of generations of readers, and the fiscally-inspired manipulations of modern biblioclasts. While Manuscriptlink’s mission is rooted in the legacy of book-breaking, its ultimate goal is to foster widespread book-(re)making. Join us in our journey of reconstruction and rediscovery!”.
Spannend!