Ik kocht onlangs het boek van S. Kelly: “The Book of Lost Books. An Incomplete History of All the Great Books You’ll Never Read” (New York, 2005). Het leek me prima lectuur voor de komende feestdagen.
Kelly neemt ons mee naar de enorme imaginaire bibliotheek van boeken die in de afgelopen eeuwen zijn verdwenen, hetzij door nalatigheid, opzettelijke vernieling of die ten prooi vielen aan één van de talloze noodlottige wisselvalligheden uit onze wereldgeschiedenis.
Daarnaast zijn talloze voorbeelden te noemen van boeken die niet verder kwamen dan het voornemen van de auteur of die het enkel brachten tot manuscript (typoscript) of proefdruk!
Het gaat, door de eeuwen heen, om beangstigende hoeveelheden! Vele tienduizenden boeken die we nooit zullen lezen en die we nooit kunnen verzamelen. Hoewel...?
In mijn bibliotheek staan drie voorbeelden die ik hier graag presenteer. Eén uit de achttiende eeuw, één uit de negentiende eeuw en één uit de twintigste eeuw. Het zijn alle drie boeken in embryonale staat op weg naar hun geboorte als (nieuw) boek. Geen van drieën heeft het gered en naar het waarom is het gissen. Gebrek aan belangstelling, kwaliteit of financiën? Wie zal het zeggen? Nieuwsgierig geworden? Dat kan ik mij voorstellen!
Laat ik chronologisch beginnen met het oudste exemplaar. Het gaat om een in perkament gebonden boek (formaat: ca. 26 cm. breed en 39 cm. hoog) met in pen op de rug geschreven: "Ordannantie v. Procedeeren te Amstelredam".
Het is wat wij tegenwoordig een dummy(boek) zouden noemen met op elke bladzijde ingeplakt een pagina van een reeds gedrukte en verschenen uitgave.
Uit het titelblad blijkt dat het gaat om de: "Ordonnantie ende maniere van procedeeren voor den geregte der stad Amstelredam, gecorrigeert en geamplieert" (Amsterdam 1742). Bladeren we vervolgens verder door deze dummy dan zien we telkens een blad van dit boekje met tal van correcties en op de grote bladen uitgebreide aanvullingen in een goed leesbaar handschrift.
"Ordonnantie ende maniere van procedeeren..." is een juridische handleiding die in de zeventiende eeuw voor het eerst verscheen en na verloop van tijd, telkens aangevuld en gecorrigeerd, opnieuw werd uitgegeven. De eerste uitgave in de achttiende eeuw (1729) verscheen bij de Amsterdamse drukker Pieter van den Berge. Dertien jaar later was het tijd voor een aangevulde en gecorrigeerde heruitgave. Omdat Amsterdam sinds 1735 over een eigen stadsdrukkerij beschikte was dat bij stadsdrukker Samuel Lamsveld.
Maar ook zijn uitgave zou op den duur door de tijd worden ingehaald. Rechtsregels veranderen nu eenmaal van overheidswege en door jurisprudentie.
Die werden in mijn dummy (vermoedelijk op de hoofdstedelijke secretarie) opgeschreven en bijgehouden gedurende ruim twintig jaar want: 'actum 4 Septemb. 1764' (folio 17) is de laatste datering die ik kon vinden. Het werd hoog tijd voor een nieuwe aangevulde en herziene uitgave en mijn dummy was daarvoor het uitgangspunt. Maar, u raadt het al, een nieuwe druk van het boekje is nooit verschenen. Waarom? Goeie vraag…
Next case!
Enige tijd terug bood iemand uit Groningen op Marktplaats een tweedelige negentiende eeuwse historische roman aan, gevonden op een rommelmarkt. Uiteraard zocht ik op internet naar informatie. Resultaat; nul komma nul.
Dat maakte mij nieuwsgierig en hebberig en dus werd ik voor luttele euro's de nieuwe eigenaar.
Van: “Studenten en soldaten. Eene schets uit het Oostenrijksche Heerenleven (Met aanhalingen uit de Huisvriend, jaargang 1849)” (Groningen, 1863) is kennelijk alleen mijn exemplaar overgebleven.
Het zijn twee deeltjes (10.5 cm breed, 16.5 cm. hoog) in eenvoudige kartonnen band en dito cassette.
Op de rug een titelstrookje en op het voorplat de titelpagina met: ‘Niet in den handel’.
Deel één bevat 175 bladzijden en deel twee 229 bladzijden. De boekjes zijn verder niet geïllustreerd behalve een ongesigneerde prent die voor in beide deeltjes zit. De afbeelding van een opgewonden jager in het veld geeft een gebeurtenis weer beschreven in hoofdstuk zeven van deel twee.
‘Studenten en soldaten’ is een soort proefuitgave of ‘advance copy’ geweest voor enkele vrienden om hun reactie te peilen. Dat blijkt uit de spreuk op de voorkant van het boekje;
“Blijf deze proef, valt hier geen kunst te roemen,
Om ’t doel door strenge critici gespaard”.
Daarnaast treffen we in het eerste deeltje een pagina aan met aan de ene zijde ‘AAN…. Van den schrijver’ (er werd geen naam ingevuld ) en aan de andere zijde:
“M!
Hiernevens zend ik UEd mijne eerste pennevrucht ter beoordeling.
Vergeef de enkele drukfouten, die gij in deze regelen zult aantreffen.
Zeg of schrijf mij uw gevoelen over dit werk, en gij zult zeer verpligten uw vriend
M. v. Heijningen Bosch.
Gron. Januarij 1863”.
Mattheus van Heijningen Bosch (1840-1868) was dus kennelijk auteur (pseudoniem ‘Quintus Sextius’), drukker en uitgever.
Deze jonggestorven Groninger zoon erfde van zijn vader een drukkerij met kantoor gelegen in de Oude Ebbingestraat A 78 (kadastraal 1693), te Groningen. Daar gaf hij onder meer het Groninger jaarboekje uit maar blijkbaar voelde hij behalve drukkersbloed ook ergens schrijversbloed kriebelen.
Het in de titel vermelde blad “De Huisvriend. Gemengde lectuur voor burgers in stad en land”, verzameld door J.J.A. Gouverneur (1809-1889) verscheen eveneens in Groningen en wel bij C.M. van Bolhuis Hoitsema.
Mattheus van Heijningen Bosch (1840-1868) was dus kennelijk auteur (pseudoniem ‘Quintus Sextius’), drukker en uitgever.
Deze jonggestorven Groninger zoon erfde van zijn vader een drukkerij met kantoor gelegen in de Oude Ebbingestraat A 78 (kadastraal 1693), te Groningen. Daar gaf hij onder meer het Groninger jaarboekje uit maar blijkbaar voelde hij behalve drukkersbloed ook ergens schrijversbloed kriebelen.
Het in de titel vermelde blad “De Huisvriend. Gemengde lectuur voor burgers in stad en land”, verzameld door J.J.A. Gouverneur (1809-1889) verscheen eveneens in Groningen en wel bij C.M. van Bolhuis Hoitsema.
Hoe het ook zij, een groot romancier is Mattheus niet geworden. Zijn eersteling werd in de kiem gesmoord en zou - behoudens een proefexemplaar - nimmer verschijnen. Gebrek aan kwaliteit? Wie zal het zeggen...
Tot slot mijn laatste en tevens meest interessante aanwinst op dit gebied.
In grote lijnen gaat het hier om een vergelijkbare situatie als bij mijn oudste voorbeeld. Ook hier was er kennelijk het voornemen om te komen tot een nieuwe uitgave en ook in dit geval is die er nooit gekomen.
Het gaat om een brochure geschreven door één van de belangrijkste theoretici van het christenanarchisme in Nederland; Felix Ortt (1866-1959) getiteld: "Sexueele Ethiek" (Amersfoort, 1904) uit de bibliotheek voor Reiner Leven (nr. VIII).
Ortt was een wonderlijke en zeer opmerkelijke figuur. Hij was niet alleen voorvechter van spiritisme, occultisme, anti-vivisectie en vegetarisme maar sloot in 1905 ook het eerste, min of meer als zodanig erkende, 'vrij huwelijk' met zijn tweede vrouw, Albertina (Tine) Anna Hinlopen (1872-1959). Ortt is uiteindelijk drie maal gehuwd geweest.
Mijn exemplaar met enkele doorhalingen (in blauw potlood) en aantekeningen van Ortt was zijn werkexemplaar en bevat bovendien drie blaadjes briefpapier met handgeschreven tekstaanpassingen, gemaakt met het oog op een tweede verbeterde druk. Maar ook die uitgave heeft net als de voorgaande twee voorbeelden nimmer het daglicht aanschouwd. Waarom o waarom?
U begrijpt trouwens wel dat er over dit exemplaar van Felix Ortt en over Rein Leven, een curieuze beweging die tussen 1901 en 1929 bestond, heel wat meer te vertellen is. Maar dat verhaal wil ik bewaren voor een volgend stukje!
Tot slot mijn laatste en tevens meest interessante aanwinst op dit gebied.
In grote lijnen gaat het hier om een vergelijkbare situatie als bij mijn oudste voorbeeld. Ook hier was er kennelijk het voornemen om te komen tot een nieuwe uitgave en ook in dit geval is die er nooit gekomen.
Het gaat om een brochure geschreven door één van de belangrijkste theoretici van het christenanarchisme in Nederland; Felix Ortt (1866-1959) getiteld: "Sexueele Ethiek" (Amersfoort, 1904) uit de bibliotheek voor Reiner Leven (nr. VIII).
Ortt was een wonderlijke en zeer opmerkelijke figuur. Hij was niet alleen voorvechter van spiritisme, occultisme, anti-vivisectie en vegetarisme maar sloot in 1905 ook het eerste, min of meer als zodanig erkende, 'vrij huwelijk' met zijn tweede vrouw, Albertina (Tine) Anna Hinlopen (1872-1959). Ortt is uiteindelijk drie maal gehuwd geweest.
Mijn exemplaar met enkele doorhalingen (in blauw potlood) en aantekeningen van Ortt was zijn werkexemplaar en bevat bovendien drie blaadjes briefpapier met handgeschreven tekstaanpassingen, gemaakt met het oog op een tweede verbeterde druk. Maar ook die uitgave heeft net als de voorgaande twee voorbeelden nimmer het daglicht aanschouwd. Waarom o waarom?
U begrijpt trouwens wel dat er over dit exemplaar van Felix Ortt en over Rein Leven, een curieuze beweging die tussen 1901 en 1929 bestond, heel wat meer te vertellen is. Maar dat verhaal wil ik bewaren voor een volgend stukje!