Toen ik een week later verwachtingsvol zijn winkel in de Amsterdamse Rosmarijnsteeg binnenliep lag daar een fraai exemplaar klaar van de “Neuzen-revue. Voor een onbeperkt aantal Dames en Heeren, of ieder afzonderlijk”, door D. Junior met muziek van Léonce (Groning, ca. 1910).
Zoals ik al in het eerste deel van ‘De neuzenbibliotheek’ schreef wist ik wel dat er een neuzen-revue bestond (naast een neuzenlied), maar vind er maar eens één!
Mijn nieuwe aanwinst bevat naast de muziek voor de pianopartij, het eerste couplet en het refrein. De achterzijde is blanco.
Op de fraaie voorkant, in driekleurendruk, staat dat deze uitgave zestig cent kostte. Daarnaast was er een los vel met uitsluitend de tekst verkrijgbaar voor twintig cent. In de collectie van ‘Het geheugen van Nederland’ ontbreekt een exemplaar - zoals dat van mij - met de pianopartij. Wel beschikken zij over het losse vel met de tekst (in tweede druk). Duidelijk zichtbaar is dat daarop nog vijf vervolgcoupletten staan.
Bij uitgever J.D. Dijk in Groningen verschenen talloze van dergelijke uitgave op deze wijze, zoals rond 1925, “De Kiesrechtdames”. Eén vel bladmuziek met het eerste couplet plus refrein en een los verkrijgbaar tekstblad met meerdere coupletten. Voor de muziek maakte het allemaal niet uit, die bleef natuurlijk voor alle coupletten hetzelfde.
Nu nog even bij de buurvrouw langs om te horen hoe de pianomuziek klinkt. In de tussentijd kan Hein voor mijn neuzenbibliotheek verder zoeken naar de afzonderlijk uitgegeven tekst (a twintig cent) en naar een exemplaar van het neuzenlied!
Hein…?