Een boeksimulant of bibliomorf is een object dat op een boek lijkt maar het niet is.
De grens tussen wat nog wel een boek is en wat niet meer kan erg vaag zijn.
Neem bijvoorbeeld het door zesentwintig margedrukkers geproduceerde Hornboek, de Gootjesbijbel of de maximen van Rochefoucauld; zijn dit nog wel ‘boeken’, of niet?
Ook bij mijn laatste aanwinst, “Trappen” (Amsterdam, 1982), kun je je die vraag stellen.
Het is een bijzondere uitgave van Rein Jansma en Joost Elffers die destijds verscheen bij de voorstelling van het muziektheaterstuk ‘De fotograaf’ van Rob Malasch met muziek van Philip Glass. Als je de witlinnen band openslaat ontvouwen zich tien verschillende driedimensionale trapconstructies, uitgesneden in wit papier. Er staat geen letter tekst in.
Bij de oorspronkelijke uitgave hoort een 45-toeren grammofoonplaat in blanco hoes: “Circles” (Philip Glass), die ik bij gebrek aan een pick-up (nog) niet hebben kunnen beluisteren. Voorts een geïllustreerde zwart wit brochure “De reiziger en de cartograaf” van Jaap Goudsmit en tot slot een los vel met het colofon. Het geheel zit in een grijskartonnen cassette. Volgens het colofon bestaan er 250 gesigneerde exemplaren van, maar mijn exemplaar is niet gesigneerd. Vooral de latere heruitgaven (zonder grammofoonplaat, zwart-wit brochure en het losse colofonvel) kom je in de boekenwereld nog wel eens tegen en ook op boekwinkeltjes worden enkele exemplaren aangeboden voor prijzen tussen de vijfentwintig en vijfenzeventig euro.
“Trappen” was ook één van de objecten op de tentoonstelling “Uit de schaduw” die plaatsvond in Museum Meermanno in 2011 ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen (NGB).
In het gelijknamige jubileumboek is het de boekkeuze van Corinna van Schendel. Over “Trappen” schreef ze:
“De tien uitvouwbare trappen in de witte band zijn een vormstudie voor de decors. Door de opklapbaarheid is het tevens een portable maquette. Bij de vormgeving heerst het principe less is more. Simpel ontvouwt zich het ene trappenstelsel na het andere, ruimte en licht suggererend, hoog en laag, open en dicht. Ook zonder de muziek en het theatergebeuren voel je je opgenomen in een wereld waarin je fantasie de ruimte krijgt. Opstijgen of afdalen, linksom of rechtsom? De trappen nodigen uit met ze te spelen, zo niet in werkelijkheid dan wel met het boekminnend oog” (blz. 408/409).
Eigenlijk is “Trappen” een 'pop-up boek'. Gevoelsmatig zou ik alle bovengenoemde uitgaven willen plaatsen onder het begrip ‘kunstenaarsboeken’ maar boekengoeroe Ayolt Brongers sluit dat uit.
In zijn “Boekwoorden Woordenboek; handleiding voor boekensneupers” (Amersfoort, 2011) lees ik onder dit lemma: ‘door kunstenaars zelf vormgegeven en in kleine oplage (25-100 exx.) uitgegeven boeken. De illustraties zijn originelen, waardoor uiteindelijk ieder exemplaar uniek is’. Zelf gebruik ik voor alle bovengenoemde uitgaven vaak de term
‘Bibliofiel artwork’.
Overigens heb ik in mijn bibliotheek maar één echt 'kunstenaarsboek' staan. Het is een exemplaar van de “Cahier Collectie” (Groningen, 1989-1992), een uitgave van Philip Elchers die wel meer van dergelijke ‘kunst-in-boekvorm’ maakt en verkoopt.
De donkerblauwe cassette bevat vijfentwintig kleine ‘boekjes’ (in plexiglasdoosjes) gemaakt door vijfentwintig Groninger beeldend kunstenaars in diverse technieken. Sommige bevatten tekst andere zijn geheel tekstloos.
Geloof het of niet maar ooit kocht ik dit bibliofiel object op een zomerse boekenmarkt in Amsterdam voor vijftig euro (de cassette is nog steeds leverbaar à vierhonderd vijftig euro).